Bijvoegsel behoorende bij de
NIEUWE
van Zondag 6 November 1887.
Kerkelijke Kas«.
In de Zutphensche C.t. komt een entre
filets voorwaarin er op gewezen wordt
dat de benaming: Kerkelijke Kas" voor
de als corporatie, als rechtspersoonlijkheid
optredeude sekte der doleerendeu niet ge
lukkig is gekozen. Dit geven wij toe. Men
denkt eer aan een kassierskantoor of wis
sel-agentschap dan aan eene vereeniging
van kerkelijke afgescheidenen.
Zoo zal ook de naam: doleerendeu"
niet populair worden. Duizenden zijn er,
die daarbij niet denken aan eene lijdende
partij", maar aan lieden, die dolzinnig zijn.
Hij doleert is in het spraakgebruik zooveel
als hij is mal.
Dit daargelaten, vinden wij de verdere op
merkingen van de Zutphensche ook dolee-
rend iu den zin, die de spraakmakende ge
meente daaraan hecht.
»Die naam is typisch, zegt het blad. Om
het geestelijk leven is het te doen, met
een blik ter zijde op de dubbeltjesquaestie.
Zoo verraadt men ondanks zich zeiven den
aard van zijn streven".
Die aanmerking nu raakt kant noch wal,
al is ze in den toon van de meeste, door
gaans erg gezouten beschouwingen der
Arnhemsche Ct. en der overige liberale pers.
De ontwikkeling der lezers van die bla-
deu is sedert 20 jaren even geriDg en treu
rig min gebleven.
Waarom werdt rechtspersoonlijkheid door
de doleerenden aangevraagd? Om zich in
reehten te kunnen verweren tegeu hen, die
van de Nederduitsch Hervormde Kerk niets
voor zich eischeu dan de gelden maar
dezen dan ook in hun geheel. De predikants
traktementen,de fundatiën, de studiebeurzen,
de theologische faculteiten, de bezittingen
in gebouwde en ongebouwde eigendommen
behouden de vrijziunigen voor zich. Om
het overige bekommeren zij zich niet. Het
eerste kerkgebouw iu eene arme gemeente
of waar ook moet nog door hen gesticht
worden. Zij stichten schouwburgen, die in
den laatsten tijd brandstapels blijken, waar
de ongelukkige slachtoffers bij honderden
aan de vlammen worden overgegeven. Dat
zijn hunne auto-da-fé's.
Voor de noodige reparatie zelfs van een
kerkgebouw hebben zij geen cent over,
tenzij eene kerkelijke belasting« hen
dwinge.
Zie daarentegen de doleerenden! Al be
treuren wij het, dat zij zooveel offeren aan
de dwaliug, dat zij met veel moeite en zorg
het heil zoeken waar het niet te vinden
is, bewonderen moet men hen, dat zij in
weinig tijds en dat veelal lieden uit den
werkenden stand duizenden guldeus bij
eenbrengen voor een vergadergebouw.
En dan komt de vrijzinnige Parizeer,
de liberale schriftgeleerde van Dordt zijn
hoog woord spreken over de Kerkelijke
Kas Geldérlander.
Da weg naar fortuin.
List en bedrog, spoed en valsche specu
latie, vervalschiug van handelswaren, sluik
handel en kuiperijen, ziedaar de meest ge
wone wegen naar fortuin. Vandaar, dat
er in den tegenwoordigen tijd, zoo weiuig
fortuinen zijn, waar geen smet aan kleeft.
Aanzienlijke lui schamen zich niet hun
naam te leenen aan vereenigingen of on
dernemingen, die niet den minsten waar
borg opleveren, dat ze levensvatbaarheid
bezitten, 't Is hun genoeg, dat zij er niets
bij wagen, dat zij, als Presideut of Com
missaris een tijdlang slechts een hoog sala
ris genieten, als later ook de zaak op de
flesch gaat, en honderden eenvoudige lieden
het slachtoffer worden van de listig op het
getouw gezette onderneming.
Er worden wisselbanken opgericht, waarin
de directeuren en curatoren zeiven, zoo
weinig mogelijk geld steken. Het eenvou
dige publiek wordt door allerhande mooie
rapporten en geflatteerde balansen zoolang
mogelijk een rad voor de oogen gedraaid.
De gedrukte verslagen klinken als een klok.
Alles is in optima forma.ofschoon de zaak zeer
wankelend staat. Men begint met andermans
geld te speculeeren.De speculatie loopt tegeu.
Alles is zoo fijn gesponnen, dat de justi
tie geen vat op directeuren noch curatoren
heeft, en het bedrogen publiek betaalt het
Men legt kanalen, spoor- en tramwegen,
en wat al niet aan met het geld van an
deren. De zaak wordt het goedgeloovig
publiek zoo rooskleurig voorgesteld, dat
zelfs de eenvoudige man, die met moeite
eeu kapitaaltje bespaarde, onmogeljjk aan
de bekoring kan weerstaan het aan de
onderneming toe te vertrouwen, in de hoop,
ook in de voorspelde ruime winsten te doe
len. Presidenten en beheerders en allen,
die aan de onderneming verbonden zijn,
worden ruim betaald. Nu, daarom moeten
zij de zaak ook ophemelen, ofschoon zjj
zelveu zoo weinig vertrouwen in de zaak
stellen, dat zij er hun eigen kapitalen of
die hunner verwanten niet aan wagen. In
dag- en weekblad-artikelen wordt met den
grootsten lof over de zaak geschreven. De
kosten van aanleg worden liefst een derde
te laag, en de vermoedelijke opbrengsten
de helft te hoog aangeslagen. Het arge-
looze publiek vertrouwt op eenige goed
klinkende namen, het |steekt zijne weinige,
zuur verdiende penningen in de zaak en
is de dupe der historie. Het krijgt geen
of een zeer luttel dividend. Doch eene zaak
staat vast. Do directeur en de beheerders
bljjven hunne zware jaarwedden behouden
al krijgen de geldschieters geen rooien duit
interest van hun voorgeschoten geld.
Het loon derongeschikteu en der arbeiders
kan verminderen, op alles kan bezuinigd
worden; het honorarium der heeren be
stuurders staat vast, zoolang de onderne-
(OlRffl
i