NIEUWE 1168. Vrijdag 18 November 1887. 12de Jaargang. De waardigheid en de welda den der katholieke kerk. BUITEN LAND. De twee Collega's. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,8b Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzïnderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. AIN'T lENPj. -11' BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NOW AGITATE. COURANT. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 16 regels .30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS LAURIÏ. Met. verbazing en bewondering lezen we hetgeen de eerste Christenen voor de in de hevigste stormen ontluikende Kerk verricht ten en hoe zjj voor haar hebben geleden; de vreugde met welke zjj zelfs huu leven voor haar veil hadden, vervult ons met achting en liefde. Maar hoe beschamend moet het dan ook voor ons zijn, wanneer wij overwegen, dat diezelfde Kerk, in onzen tijd zoo kreukend, zoo ergerljjk wordt be handeld. Vanwaar die onverschilligheid, vanwaar die ontzettende koelheid? Zeker is het voornaamste motief daarin gelegen, dat hare waardigheid niet gekend wordt en dat er geen rekenschap wordt gehouden met al de voordeelen, welke wij aan haar hebben te danken. Haar ouderdom toch maakt haar eerbiedwaardig, hare Goddelijke afkomst eischt ons onbegrensd vertrouwen en onze onvoorwaardelijke onderwerping. Waar is de Kerk, die zoggen kan: »Katho- lieke Kerk, ik ben ouder dan gij?Waar is eeue Kerk, tot welke zjj moet zeggen: »van u heb ik de waarheid ontvangen, c Neen, zij is het, die hare afkomst, hare stichting door den Heiland kan bewijzen. Zij en geeue andere Kerk, vernam uit den mond des Heereu de verzekering: Ik beu u tot aan het einde der wereld. Zij en geene andere ontving den Geest der waar heid. Zjj en geene andere verkreeg de ver zekering, dat de poorten der hel haar niet zullen oveiweldigeu. Hoe groot is dus hare waardigheid en hoevele voorrechten schenkt zij den menscb! Eu welk een geluk is het voor ons tot die Kerk te behooreu. Zjj heeft de woorden der waarheid, de woorden des eeuwigen levens. Hare kinderen kennen geene dwaling; on veranderd en oiiveranderljjk staat zjj vast nu bjjkans twee duizend jareu. Wie meer, dan zij, verdient alzoo liefde en vertrouwen? Maar ook hare welda den, troost- en heilmiddelen moeten erkeud worden. Zj) vertoont zich niet alleen als de verhevene en onbevlekte Bruid des Heilauds, wjj zieu ook iu haar ouze liefhebbende Moeder. Eu wie zou zich niet met vreugde een kiud van zulk eeue Moeder noemeu? Moederliefde, Moedertrouw! Wie keut uwe grenzen, wie beschrijft uwe macht? Wat toch hebben wjj al van zulk eene Moeder te wachten? Zjj is oueiudig meer voor ons dan ouze aardsche Moeder! Zjj vormt ons tot kinderen Gods. Zjj hult ons in het reine kleed der onschuld eu voedt ons met de hoop der onsterfeljjkheid. Zjj kent de gevaren des levens, en weet hoe veel beproevingen wjj hebben te doorstaan, hoe veel leed wjj moeten verdragen. En daarom wapent zjj ons tot den heiligen FEUILLETON. Omstreeks het midden dezer eeuw verheugde zich het groothertogelijk Hessische vlek llbes- hausen in het bezit van een Burgemeester, die niet alleen volkomen thuis was in den landbouw in het algemeen en de boterbereiding in het bizonder, maar ook het regeeren opperbest ver stond. De kwade tongen wilden wei eens zeggen, dat de gestrenge dorps-potentaat naast het wel- zjjn der aan zijne zorgen toevertrouwde kudde ook zijn eigen voordeel voor rekening der ge meentekas niet vergat, maar dergelijke gedach ten zou men niet gaarne hardop hebben uitgespro ken, want mijnheer de Burgemeester regeerde met ijzeren hand. Hij was ook niet weinig trotsch en ij del op zijne waardigheid, die in zjjne oogen niets minder gold dan eene kroon. Op zekeren dag had hij, zooals hij wekelijks placht te doen, met zijn boerenwagen boter naar de markt in Frankfort gebracht. Hij was spoedig met zjjne zaken gereed gekomen, en daar het nog vroeg was en hjj nog niet naar huis behoefde te gaan, slenterde hij den Main langs, en ging welbehageljjk op eene bank aan den oever uit- strjjd; zjj sterkt ons, opdat wjj als moedige strjjders het strjjdperk betreden. En wan neer een barer kinderen komt te vallen, dan haast zich de liefhebbende Moeder en geeft aan het gevallen kind leven en gezond heid weder. In lijden roept zjj niet alleen: »wees geduldig en onderwerp u,« maar zjj scheukt ook liemelschen troost. Zij sterkt in den strijd, en bjj de reis naar de eeuwig heid geeft zjj de ziel in de handen van haren Vader eu smeekt om genade eu barmhartigheid. Ja zelfs aan de poorten des doods vindt hare liefde nog geen gren zen. Ook ver over bet graf strekt zjj hare moederarmeu uit. Zjj denkt nog aan ons, wanneer allen ons hebben vergeten. Wanneer wjj aldus de waardigheid en de liefde der Kerk beschouwen, hoe is het dan mogelijk, dat wij baar onze vereering kun nen weigeren? Moet haar niet de grootste wederliefde eu aanhankeljjkbeid worden be wezen? En toch hoe vaak wordt deze Moeder der liefde eene Moeder der smarten! Niet slechts de vreemdelingen, niet alleen haie verklaarde bestrjjders, niet hare vjjandeu, die in hunne woede alles iu 't werk stel len om den Stedehouder van Christus, het Opperhoofd der Kerk, van zijn zetel te ruk ken, neen, niet dezen zjju het, welke der Kerk de meeste smart veroorzaken; immers al doet haar dit streven leed, zjj staat toch vast op de rots en ziet getroost op tot Hem, Die haar beschermt. Maar het zjjn zoo velen van hare eigene kindereu, die door ongehoorzaamheid en opstand baar hart bedroeven en haar de bitterste tranen afpersen. Waar is bjj dezulken de hoogachting eu onderwerping gebleven, welke men haar vroeger bewees Eertjjds heette betde Kerk heeft gesproken en geboden, eu dat was voldoende. Thans vinden zoovelen zich geroepen over hare leer eu hare besluiten te oordeelen. Hare geboden worden ver acht, hare voorschriften versmaad, hare dienaren bespot eu alle lastertaal herhaald, welke hare vjjanden uitbraken. Ja men schaamt zich zelfs een kind dezer verheven Moeder te zjjn en verwjjdert eu vermjjdt alles, wat den Katholiek zou kuuuen ver raden. Andereu wederom zjju niet zoover ge- gaau om zich te scharen bjj de openbare vjjanden der Kerk, maar zjj hebben toch den moed niet haar te verdedigen of be- bespotters en lasteraars te woord te staan. O, beminde Moeder! hoe goed is het, dat die tijd voorbij is, toen alle vjjaudeljjke machten hadden samengezworen om u te vuur en te zwaard van de aarde te ver delgen. Bij velen immers zoudt Ge den ouden heldenmoed uwer kinderen niet meer viuden. Voor velen is het eeue onverschil lige zaak iu welke Kerk zij zich bevinden. Zjj verklaren het vasthouden aan de waar- rusten. Dat op die bank reeds een deftig ge- kleede heer had plaats genomen, hinderde het gemeentehoofd van Ilbeshausen niet in 't minst; hij wist het best wat hij, ondanks zjjn gebreid vest en de daagsche jas, die goed genoeg was om mee naar de markt.te rijden, te beteekenen ha(l; mjjnheer de Burgemeester mocht gaarne, zooals andere beroemde potentaten vóór hem gedaan hadden, nn en dan eens incognito rei- zen. Maar tegenover den ouden heer, die juist het hoofd ophief en den aankomende bjj zijn titel aansprak, was er geen incognito noodig. Het was een advocaat uit Frankfort, die reeds meermalen met goeden uitslag de Ilbeshauser gemeente-zaken had behartigd. Op de vraag van den advocaat, hoe het kwam, dat hij mijnheer den burgemeester op een zoo ongewoon uur aan den waterkant zag wandelen,deelde de gestrenge man hem de oorzaak daarvan mede; hij voegde er in zijn Hessisch dialect bjj, dat hij niet wist hoe hjj den tijd tot aan den terugrit naar huis moest zoekbrengen; hij gevoel de geene behoefte om een van de deftige cafes bin nen te gaan, waar //zijnsgeljjken// thuisbehoorden, en nog minder eene der uitspanningen, die door het boerenvolk werden bezocht. //Maar, beste Burgemeester,// zoo meende de rechtsgeleerde, //als gij toch niets beters te doen heid voor onverdraagzaamheid en aanma tiging. Maar, menscb, gij die zoo spreekt, zeg eens, als gjj eene zeer gevaarvolle zee reis zoudt moeten maken, en ge zaagt een aantal schepen liggen, groot eu klein, die alle bereid waren u op te nemen, zoudt ge u dan maar aan het eerste het beste schip toevertrouwen Zoudt ge niet eerst naar de soliditeit, de zeewaardigheid, naar de doelmatigheid der inrichting, van den bo dem maar vooral naar de bekwaamheid van den gezagvoerder iuformeeren? En wan neer men u dan een schip aanwees, dat alle stormen trotseert eu welks kapitein door zjjne ervarenheid elk gevaar vermjjdt, zoudt ge u dan niet gelukweuscheu, op dit schip eene plaats te kunnen vinden Doch waarom zjjt ge zoo onverschillig in de keuze van het schip, dat u over de gevaarvolle zee des leveus in de haven ee- uer gelukzalige eeuwigheid moet voereu Zie, de ware Katholiek wenscht zich geluk, in het schip zijner Kerk eene plaats te hebben gevonden. Want dit schip heeft de hevigste orkanen getrotseerd. Zijn gezag voerder is de Heiland zelf en millioenen Martelaren, millioenen Heiligen roepen hem toe: met dit schip zijn wjj veilig ge land iu de haven van den vrede Vragen we ons zeiven af hoe wjj tot dusver jegeus de Kerk gezind waren, hoe wjj hare liefde hebben vergolden en wat wjj voor haar hebben gedaau. Eu viuden wjj, dat wjj meer oorzaak tot droefheid dan tot bljjdschap hebben gegeven, lateu wjj dan trachten van nu af barer waar dig te wordeu. En zjj, die ous reeds iu de ure onzer geboorte met-Moederliefde ontving, zal ous ook tot den Vader leiden, Dien wjj door haar hebben leeren kennen en be minnen. De Reichsanzeiger meldt: Dr. Schmidt belichtte aan den Keizer het volgende: Bjj onderzoek van het strottenhoofd vau den Kroonprins hebben de bjjeengekomen ge- neesheereu kunnen vaststellen, dat kwaad aardige nieuwe aauwoekeriugen plaats heb ben onder den linker stem baud eu den achterwand vau het strottenhoofd, terwjjl een klein begin van aanwoekeiiug zich openbaart aan den rechterkant. Het kwaad is tot dusver plaatseljjk en heeft aan 's Prin sen algemeeneu toestand nog geen nadeel toegebracht. Het gevaar is gelegen in de geleideljjke toeneming der aanwoekering. Nu de Kroouprins niet besluiten wil tot wegsujjdiug van het geheele strottenhoofd, zal ua lauger of korter tjjd, uithoofde van ontstaande belemmering in de ademhaling, vermoedeljjk eeue iusujjding in de luchtpijp onvermjjdeljjk wordeu. De geneesheeren hebbeu den Kroonprins aaubevoleu den hebt en gaarne zonder kosten met uwsgeljjken wilt omgaan dan weet ik goeden raad. Hebt gij uw collega, den regeerenden Burgemeester van Frankfort, wel eens een bezoek gebrachtp// //Neen,// antwoordde het waardige gemeente hoofd, //dat heb ik nog nooit gedaan meent gjj, dat het de betaineljjkheid van mijne waar digheid eischt?// //Zeker,// hernam de advocaat, die moeite had om ernstig te blijven, //en daar uw collega hier dicht in de huurt woont, hebt gij nu juist de beste gelegenheid er toe.// //Ik heb er wel al lang over gedacht,// zei onze Ilbesh-,user op zijne manier, //maar er is tot heden niets van gekomen. Maar als ik het nu toch vooruit geweten had, had ik wat meer zorg aan mijne kleeding besteed, meer overeen komstig mijne waardigheid.// //Och kom!// hervatte de andere, //is de jas of de man Burgemeester van Ilbeshausen? Of zjjt gij bang voor mjjnheer uw collega?// //Bang? Zijn wjj geen gelijken?// bruiste de Burgemeester als een getergde kemphaan op, //Burgemeester is Burgemeester! Wat dunkt u, mijnheer de advocaat? Ik zal hem de eer aandoen ik ga dadel ijk naar hem toel// Bij deze woorden stond het waardige hoofd van Ilbeshausen in het volle gevoel zjjner waar digheid op, en nadat hij den advocaat naar de winter in het Zuiden door te brengeu, dewjjl het daar beter mogeljjk zal zjjn de lichaamskrachten op hare tegenwoordige hoogte te houden. Het door den plaatsvervangenden ljjfarts Schroder onlangs gezonden verslag stemt hiermede volkomen overeen. De noodige maatregelen zijn genomen om in geval van nood bekwame heelkundige hulp te Sau Remo bjj de hand te hebben. Het wetsontwerp tegen de wijnverval- schiug, hetwelk door Pruisen bjj den Bonds raad werd ingediend, is iu genoemd Staats college nog zeer verscherpt. Al de Bond staten stemden overeen in de opvatting, dat de wjjnvervalschiug zoo streng moge lijk moest worden te keer gegaan. Bjj den Bondsraad is ingekomen een ontwerp van bescherming van vogels. Ge- ljjk men weet, heeft dit ontwerp sinds tien jaren in den Bondsraad en den Rijksdag herhaaldelijk een punt van overweging uit gemaakt, zonder dat het tot nog toe was afgedaan. Het thans ingediende ontwerp komt op de voornaamste punten overeen m6t dat van 1883. Sedeit dat tijdstip is echter de behoefte aan een goede regeling steeds meer en meer gebleken en werd het zooveel te noodzakeljjker geacht, eenheid te brengen in de daaromtrent bestaande wetten bjj de verschillende bondsstaton. Bovendien was het noodig, het ontwerp nu iu overeenstemming te brengen met het verdrag tnsschen Oosteurjjk en Italië om trent vogelbescherming. Wat de artikelen betreft, zoo wordt on der anderen er in bepaald, dat telken jare van 1 Maart tot 15 September het schie ten van vogels, alsook het tekoop aanbieden van doode vogels, zal verboden zjjn. Tot de vogelsoorten, die van bescherming wor den uitgesloten, behooren o. a. dagroofvo gels, steenuilen, nachtuilen, huis- en veld- musschen, ooievaars, reigers, waterhoenders, wilde- en tortelduiveneeuige kraai- eu raveusoorteu, alle uiet in het binuenland broedende meeuwen, enz. Terwijl de Franscbe Generaal Caffa- rel en Mevr. Eimousin voorloopig op vrjje voeten zjju gesteld, zijn Graaf d'Andlau en de zijueu wegens kuoeierjjen van den zelfden aard aangeklaagd nu door de rechtbauk der Seine gevonnisd. Generaal d'Andlau, Senator voor Oise, is bjj verstek veroordeeld tot 5 jareu ge vangenisstraf eu een boete van 3000 fr., eu voorts voor tien jareu vervallen ver klaard van zijne burgerljjke en staatkundige rechten. Mevr. Ratazi is veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf en 2000 fr. boete; de agent Bayle tot 4 maanden en Mme Yeron de Courteuil tot 2 maanden gevan genisstraf. Mme De Saint Sauveur is vrjj- gesproken. Opmerkeljjker nog dan dit vonnis, zijn woning van zijn collega had gevraagd, ging hij op weg. Hjj behoefde niet ver te gaan; want het doel van zijn tocht was een der deftige gebouwen in de trotsche tot aar. de Main loopende nie ïwe Mainzer Strasse. Met waardigdeid liep «en schildwacht van het bataljon infanterie der vrjje rjjkstad voor de poort op en neer; want de regee- rende Burgemeester van Frankfort was in dien tijd een persoon van gewicht, die zitting en stem in de Bondsvergadering had. De schild wacht keek den boer wel wat schuin aan, maar liet hem toch door, en ongehinderd kwam deze tot in de prachtige vestibule, welker vloer, in gelegd met verschillende soorten marmer, voor de lompe spijkerschoenen van zulke bezoekers weinig geschikt scheen. Het werd onzen Ilbes hauser toch wel wat beklemd om het hart bjj al die pracht, bij die fluweelen loopers op de breede trappen met vergulde leuningen, de witte beelden, die hier en daar tusschen plan tengroepen waren aangebracht, de hooge spiegels, die zijne eigene juist niet deftige verschijning met maar al te groote getrouwheid weerspiegelden en vooral bij het zien van den gegalonneer- den knecht, die hem uit eene kleine entreekamer tegemoet trad met de tamelijk kort aangeboden vraag, wat hij hebben moest. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1887 | | pagina 1