Bijvoegsel behoorende bij de
NIEUWE
van Zondag 18 December 1887.
De Evangelische Maatschappij.
Onze Evangelische Maatschappij gaat aan
hetzelfde euvel mauk als de Evangelische
Bund in Duitschlaud. Schelden en .schim
pen op de Katholieken is schering en in
slag. De Ev. Maatsch. heeft het wel niet
op de Katholieken gemunt. Verre van daar
Zij vaart enkel uit tegen het Ultramonta-
nismeonder welks loodszwaar juk ook de
Roomsch-Katholieken zeiven zuchten. Waar
die gehate en gevreesde ultramontauen
thuis hooren, zeggen de spreekbuizen van
de Ev. Maatsch. niet. Reeds bijna zestig
jaar heeft schrijver dezes omgang met
Katholieken van verschillende standen en
landeu, zonder ooit iets van het loodzware
juk en vau der Katholieken zuchten onder
dat juk te hebben vernomen. Wij zijn dus
zoo vrij te gelooven, dat het loodzware
juk vau het ultramontanisme enkel bestaat
in het brein van dweepzieke predikanten,
die onder de leus van:
eerbied voor godsdienstige overtuigiugv
tegen de ultramontanen uitvaren, wel we
tende, dat hunne hoorders en lezer3 alle
Katholieken voor ultramontanen houden.
De aauhef vau de opwekking tot de
Evangelische broeders is tegen den Paus
gericht. Eu de schrijver zal toch wel we
ten, dat er zouder Paus geen Katholieken
bestaan.
Deze opwekking is met zooveel gloed,
met zulk een tintelend vuur geschreven,
dat ook het kilste hart, het meest ver-
steeude gemoed er door verwarmd en ver
murwd wordt. Lees en oordeel:
Da Evangelische Maatschappijopgericht
ten jare 1853, toen de Paus in driesteu
overmoed ons dierbaar vaderland tot een
toekomstige provincie van Rome verklaarde,
heeft een ernstig woord tot u te richten.
De nood des tijds gebiedt het haar.
Heftiger en sluwer dan ooit laat zich
in onze dageu de macht der ultramonta
nen gelden.
Da onderdrukking van alle gewetens
vrijheid, de onderwerping der geheele we
reld aan den Paus, ziedaar het verderfe
lijke doel, waarvoor zij elk middel heilig
achten. Getuigen hun woelen en drijven
in 's lands vergaderzaal! hun rusteloos stre
ven naar onbeperkten invloed op ouze
Regeering, op het onderwijs en de pers
hun vermiukeu van onze vaderlaudsche
geschiedenis en huu ontduiken van 's lands
wetten!
Waar moet dat heen?
Zeker, zij zullen het niet hebben, het
vrije Nederland; en hoe het worde gelas
terd eu tegengewerkt, aan het Protestan
tisme behoort de toekomst!
Maar aan die toekomst kunnen nog
verschrikkelijke dingen voorafgaan.
Sluit u dan nanw aan elkander en staat
vast in 't gelid, en gordt u aan ten strijde
met eerlijke wapenen en met open vizier,
niet tegen de Roomsch-Katholieken, neen,
dat nimmer; eerbied ook voor hunne gods
dienstige overtuiging, maar tegen het ul
tramontanisme, onder welks loodzwaar juk
ook de Roomsch-Katholieken zelven zuch
ten, die bjj huu overgeleverd geloof hun
vaderland beminnen boven de »stad over
de bergen
Wij, die ais kweekolingeu der reformatie
het eenvoudige Evangelie van Jezus be
lijden, wij kunnen, wij mogen niet gedoo-
gen, dat eenige Kerk zich in het uitsluitend
bezit der waarheid wane, noch heerschap
pij voere over onze consciëntie. En wie,
op wat wijze, ons valerlaud en Oranje
aanrandt met woord of daad, wij moeten
den zoodanigen onverschrokken weerstaan
en de door het bloed ouzer vaderen duur
gekochte voorrechten handhaven, het koste
wat het kost.
Laudgeuooten! zonen en dochtereu van
een zoo roemrijk voorgeslacht!
Wat hebben wij tot hiertoe gedaan?
Wat zullen wij verder doeu?«
Wie dit leest, verbeeldt zich zeker, dat
de Aprilbeweging van 1853 in aau-
tocht is. Den Protestanten slaat bij het
lezen dezer regelen, de schrik om het hart.
Er ontbreekt nog aan deze opwekking, dat
men even als toen, meldt, dat geen Pro
testant in Limburg's avonds zjjne woning
durft verlaten, zonder met pistool eu dolk
gewapeud te zijn. Zonder de hulp der Ev.
Maatsch. zou het er bar uitzien, maar nu:
Lieb Vaterland kannst ruhig sein, de
Evangelische maatschappij leeft nog, en
verdedigt ouze grenzen tegen de listen en
het geweld der dommé ultramontanen 1
Een valsche St. Pieterspenning.
Volgens bericht aan de liberale dag
bladen wil de Italiaansche R8geering de
Geestelijkheid een Pieterspenning schenken.
Een comité, dat volgens besluit van het
Parlement 400,000 fr. aan de arme ka
tholieke Pastoors en andere Geesteljjken
moet verdeelen, is aan het werk getogen.
Door deze ouder Depretis reeds gevo
teerde staatshulp, 'wil de R9geering den
vaderlandslievénden Priesters, welke van
het Vaticaau geen onderstand krijgen,
bijstand verleenen.
In een volgend jaar wil men zelfs 600,000
fr. ondersteuning uitdeelen.
Eerst heeft men den Priesters alles ont
nomen, eu nu komt men en biedt aan die
Priesters ouderstand, die bizonder Regee-
ringsgezind zijn.
Heeft deze staatshulp een ander doel, dan
de Priesters door geld om te koopen. Men
wil den raad van Boughi volgen, die dit
middel heeft aangeprezen, om zoodoende
de Priesters voor den Staat te winnen eu
tot vijanden van den Paus te maken.
Wij zijn overtuigd, dat door dit Judasloon
HiiftiEHSdHE fOÜRMT.