NIEUWE
N». 1191.
Vrijdag 13 Januari 1888.
13de Jaargang.
Paus Leo XIII en de op
voeding der jeugd.
BUITENLAMP.
De valsche munters.
Het Huis Rothschild en de Bank
van Engeland.
CHICOMAIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederlaud fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels .30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vr ij dag* avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: K ÏIPPERS fc LAUREY
In den gouden krans, die thans bet grijze
hoofd van den H. Vader siert, schittert niet
het minst het blad, waarop de verdiensten
van Leo XIII ten opzichte van de schooi,
de wetenschap en het ouderwijs vermeld
staan. Hoe zou ook een man, die eenmaal
de jeugd »de hoop van het menscheljjk ge
slacht* heette, aan de opvoeding dezer jeugd
niet zijne bizondere aandacht hebben gewijd?
Reeds als Bisschop van Perugia interes
seerde de H. Vader zich op buitengewone
wjjze voor de jeugd. Toen Paus Pius IX
in het jaar 1874 bevel gaf, dat in de Pause
lijke Staten inrichtingen voor de opvoeding
van arme en verwaarloosde kinderen zouden
opgericht worden, voldeed Bisschop Pecci
niet slechts onmiddellijk aan dit bevel, maar
hij breidde na verloop van zes jaren de in
't aanzjju geroepen inrichting op groote
schaal uit. Hij liet er de jongens een am
bacht leeren eu deed tot dat einde Klooster
broeders uit België komen. Ook stichtte hjj
een weeshuis voor meisjes, alsmede eene in
richting voor verwaarloosde kinderen, toen
voor dit doel Gravin Anna Graziaua haar
ganschevermogen had vermaakt. Even ijverig
was Bisschop Pecci in het oprichten van
jongelingsvereeuigingen; hij bezocht de ver
gaderingen daarvan dikwijls, beloonde de
brave jongelingen eu nam aan hunne uit
spanningen deel.
Sinds Leo XIII den Pauselijken Stoel heeft
bestegen (20 Februari 1878) gaat er geen
dag voorbij, waarop hij niet schriftelijk of
mondeling opwekt tot de studie der katho
lieke wetenschap.
Den 13 Juni 1878 gaf de Paus aan de
studenten van het Romeiusche Seminarie,
die bij hem ter audiëntie waren, den raad
zich met den meesten ijver op de studie
toe te leggen, vermits de Priesters der Kerk
in onze dagen, meer dan ooit, wetenschap
pelijke kennis noodig hebben.
ïn de encycliek van Augustus 1879 wees
hij op den engelachtigen leeraar Thomas
van Aqnine, als den man, wiens methode
in de philosophic de beste en roemrijkste
is. Een jaar later verhief hij den H. Thomas
tot Patroon der katholieke universiteiten,
academiën, lyceums en scholen.
Maar ook practisch gaf Paus Leo het
voorbeeld. Gelijk hij de Leo-uuiversiteit
stichtte eu rijkelijk van de noodige mid
delen voorzag, zorgde hij ook voor het lager
onderwijs. In het jaar 1883 werden de Pause
lijke scholen te Rome door hem gereorga
niseerd en benoemde hij den Vicaris-Generaal
van Rome, tot Voorzitter der schoolcom-
F EU ILLE TO N.
21)
Vervolg en slot.)
Intusscken nam de wonde van Hagel beden
kelijk in hevigheid toe; het vuur kwam er bij
en op zekeren dag verklaarde de geneesheer, dat
zijne dagen geteld waren en dat hij zich gereed
diende te maken voor de groote reis naar de
eeuwigheid. Toen begon Hagel de moed te ont
zinken. Hij bekende, op aanraden van Langbeen,
den molen in brand gestoken te hebben, om
daardoor de hand van Grietje te winnen, of wel
om zich ten minste op den molenaar wegens
zijne afwijzing te wreken. Aangaande den moord
in 't Odenwald bleef hij bij zijne eerste verkla
ring. Ten slotte begon de rechter zelf aan de
waarheid ervan te twijfelen en beval, dat men
Langbeen, toen de laatste uren van Hagel ge
komen waren, bij hem zou brengen.
Op het zien van dien snooden vriend, die
voor weinige weken in den hoogsten bloei en
de hoogste kracht voor hem gestaan had, begon
de ijskorst om zijn boezem te smelten en nog
alvorens de engel des doods zijn kouden schep-
ter over het hoofd zwaaide, bekende hij zijne
schuld.
Langbeen werd ter dood veroordeeld, doch
door den Landvorst werd de straf in levenslange
tuchthuisstraf veranderd, terwijl Hagel door de
missie; voorts bevorderde hij de opleiding
en vorming van ouderwijzers eu onderwij
zeressen, benoemde Geestelijken, die belast
werden, door het houden van exameus en
langs andere wegen, het aanzien der be-
staaude eu der nieuw op te richten katho
lieke scholen te releveeren en besteedde
jaarlijks eenige honderdduizenden franks, om
de kosten dor nieuwe inrichtingen te be
strijden. Ingevolge al deze maatregelen eu
de van tijd tot tijd herhaalde vermaningen
en opwekkingen van den H. Yader aan de
Herders en aan de katholieke bevolking van
Rome, nam het aantal katholieke scholen
van jaar tot jaar aanmerkelijk toe. Reeds
in 1884 bedroeg het getal lagere scholen,
de avondscholen en bewaarscholeu niet mede-
gerekend, meer dan 30 met ruim 5000 leer
lingen. Thans is het aantal nog grooter
geworden; alle verkeereu in bloeieuden staat
eu geveu een onderpand voor eene toe
komstige goede bevolking der eeuwige stad.
Naast de lagere scholen worden door den
II. Vader ook de vakscholen en de inrich
tingen voor uitgebreid lager onderwijs, voorts
inrichtingen voor de opvoeding van meisjes,
maar bovenal etablissementen voor de stu-
deereude jongelingschap in het aanzjju ge
roepen en ondersteund.
De encyclieken bewijzen het in hoe hooge
mate do II. Vader belang stelt in de op-
voediug der jeugd. Reeds in zijn eerste en
cycliek van den 21 Ajiril 1878 schreef hij:
vHoe meer pogingen de vijanden van deu
Godsdienst in het werk stellen, om aan oner
varen raeuschen, vooral aan jongelingen, zulk
eene leer te verkondigen, welke den geest
verduistert eu de zedeu bederft, des te ijve
riger moet het streven zijn om de onderwijs
methode grondig en afdoende te doen zijn
eu des te meer zorg moet er worden be
steed om de verschillende wetenschappelijke
vakken in volmaakte harmonie met de ka
tholieke leer te doen zjjn, vooral de philo
sophic, van welke de juiste opvatting der
overige wetenschappen grooteudeels af
hangt.*
Zoo blijft het^onderwijs een punt van
aanhoudende zorg voor den grijzen Jubi-
bilaris in liet Vaticaau. »Ous ligt niets
zoo na aan het harte,* aldus schreef Z. H.
Paus Leo XIII onlaugs aan Dr. Schwarz,
den Voorzitter van de katholieke Vereeni-
giug voor onderwijs te Weenen, »dan zorg
te dragen, dat de grondstellingen en de
leeringeu van onzen heiligen Godsdienst
aan de kinderen bij het onderwijs in de
versch'lleude vakkeu met zorg en ijver
worden iugeprent.«
Verder zegt de H. Vader in zijn schrij
ven aan de Bisschoppen van Engeland,
van 28 November 1886: >Iu onze dagen
hand van de aardscke gerechtigheid niet meer
kon getroffen worden. Een uur na de confron
tatie met zijn gezel, stond hij voor deü troon
van den rechtvaardigen, alwetenden Rechter.
Inmiddels was er een rond jaar verloopen.
Nu werd Grietje andermaal in bruidsdosch ge
tooid en trad ook weder met een bruidegom
voor het altaar des Heeren. Doch dezen keer
was het geen reus, maar een persoon van mid
delmatige grootte, doch van een zeer krachtige
gestalte.
Weder ruischten de tonen van het orgel en
weder vernam men de droefgeestige melodieën
van 't heerlijke lied, dat Albert voor Grietje
gecomponeerd had, werd het dan ook niet door
eene kunstenaarshand gespeeld. Grietje viel
echter niet in bezwijming, slechts een paar lieete
tranen rolden over hare blozende wangen en be
vochtigden het rood fluweelen voetkussen, waarop
zij ging nederknielen om voor eeuwig met den
uitverkorene kaars harten vereenigd te zijn.
Albert, die behoorlijk de 6000 daalders ont
ving, verruilde zijn zwart kolenbranderspak met
dat van het witte eens molenaars, doch zijn edel
moedig hart bleef ook onder dit nieuwe, volko
men ongedeerd.
In een te New-York verschenen lijvig boek
deel, de //Geschiedenis van het Huis Rothschild//
bevattende, verhaalt de schrijver, de heer Reeves,
onder anderen de volgende wetenswaardige bi-
en in de tegenwoordige omstandigheden
waarin de kinderen reeds in hunne prille
jeugd van alle kanten bedreigd worden en
door zoovele en zoo ernstige gevaren om
ringd zijn, kan men niet genoeg zorg
besteden aan eene opvoeding, die gegrond
vest is op de ware beginselen van het
geloof en van de zedeleer. Daarom hebben
wij ook meer dan eenmaal verkondigd
hoe aangenaam het ons is, wanneer men
katholieke scholen opricht en ondersteunt
en wij gevoelen ous verplicht onzen hoog
sten dank te betuigen aan allen, die tot
het stichten en onderhouden van katho
lieke inrichtingen van onderwijs hebben
bijgedragen. Mogen die scholen grooien
eu bloeien en hét aantal leerlingen voort
durend meer en meer toenemen.
In de encycliek aan de Hongaarsche
Bisschoppen van deu 7 September in het vo-
rigejaar maakt deschoolquaestie het belang
rijkste gedeelte uit. De Paus weet, dat de
scholen het middelpunt ziju van den strijd
en diensvolgeus ontwikkelt hij daarover
in duidelijke en juiste woorden een bepaald
en omvangrijk program.
Tot een Amerikaausch Bisschop uit Loui
siana «prak hij in deu aanvang van het
jaar 1887, bij gelegenheid van eene
audiëntie, de merkwaardige woorden: »Miju
zoon, laat toch vooral niets onbeproefd
om aan mijne kindereu in Louisiana goede
katholieke scholen te verschaffen.*
Het schoollokaal, zegt een buiteulaudsch
blad aan het katholiek ouderwijs gewijd,
is het slagveld, waarop moet beslist wor
den of de maatschappij haar christeljjk
karakter zal behouden of niet.
Wel is het waar, het Christendom zal
niet uitsterven in de gansche maatschappij,
want Christus heeft beloofd, dat Hij altjjd
met Zijne Kerk zoude zij. Maar wanneer
een deel der maatschappij verzuimt scho
len te stichten en te onderhoudendan is
daarvan het gevolg, dat dit deel der maat
schappij van het Christendom afvalt. De
school-quaestie is derhalve voor het Chris
tendom in een afzonderlijk deel der meu-
schelijke maatschappij, eene quaestie op
leven en dood.
Van deu Duitschen Kroonprins zijn weer
tamelijk gunstige berichten ontvangen.
Op de Nieuwjaars-receptie moet de Keizer
omtrent 's Kroonprinsen toestand hebben
gezegd, dat de tijd der ergste bezorgdheid
nu voorbij was, eu dat er gewettigde hoop
bestoud voor den terugkeer naar Berljjn in
het aanstaande voorjaar.
De Fransche Kamer koos Floquet tot
zonderheden van den Engelschen Rothschild
Nathan Mayer. In 1815 begrijpende dat het lot
van Europa afhing van den eersten veldslag,
dien de verbondenen tegen het leger van Napo
leon I gingen leveren en op de schranderheid
van zijne correspondenten weinig vertrouwende,
vestigde hij zich in die dagen te Brussel. Zijn
vriend en associé, de Hertog van Wellington, zond
eene estafette, om hem de overwinning van het
Engelsche leger te berichten. Onmiddellijk het
was middernacht vertrok de bankier naar
Oostende en ging daar onder een slagregen scheep
naar Londen, waar hij vier-en-twintig uren voor
den officiëelen koerier arriveerde. Hij veinsde de
diepste verslagenheid, weigerde eenige mededee-
lingen te doen, maar begon zoo in het oogloopend
op de beurs te verkoopen, dat de geheele beurs
zijn voorbeeld volgde en van de hand zette wat
ze kon. En al wat ze verkocht, liet Nathan
onderhands weer opkoopen. Toen men den vol
genden dag het resultaat van den slag van Wa
terloo vernam, hadden de beursmannen eenige
honderden millioen verloren, die overgegaan
waren in den geldzakken van de Rothschilds en
Wellington.
Dit is meer verhaald, maar niet wat hieruit
volgde.
Ofschoon (omdat?) deze Beursmanoeuvre en
de kolossale voordeelen, die er uit voortvloeiden,
te Londen bekend waren, bejegende de Bank
van Engeland het bankiershuis Rothschild
Comp. steeds met groote koelheid.
Op zekeren dag liet zij aan Nathan weten, dat
zij voortaan geen wissels van Rothschild meer
voorzitter met 256 tegen 151, Delaforge»
Lefèvre, Casimir Périer en Deville tot onder
voorzitters met 247, 232, 184 en 183 stem
men.
Le XlXe Siecle is op de zaak Wilson
teruggekomen eu slingert eene nieuwe be
schuldiging naar het hoofd vau den Heer
Léon Grévy, neef van den ex-President der
Republiek. Eindelijkzegt le XlXe Sievle,
omdat wij geroepen zjju geworden over deze
treurige zaak te spreken, zullen wij tot
stichting van het publiek er bijvoegen dat
de lieer Léou Grévy, maitre de requêtes bjj
deu Raad van State eu neef van deu Heer
Grévy, in betrekking gestaan heeft tot een
der beschuldigden in de jongste zaak, die
vrijgesproken is.
Bjj de huiszoeking ten huize van Hébert
zijn toch 24 brieven van deu Heer Léon
Grévy gevonden, die zich in het dossier be
vinden, welke betrekking hadden op meer
of minder wormstekige geldzaken.
Deze stukken zijn overigens de eenige
belaugrijke van het dossier. O. a. is daar
onder de brief, waarbij de Heer Crespin bij
den Heer Jules Grévy aanhoudt om het kruis
van het Legioen van Eer en waarin hij
woordelijk zegt, dat er geene opofferingen
zijn, welke hij niet doen zou om het kruis
te verkrijgen.
De Heer Wilson is op het paleis van
Justitie met Ribaudeau en Dubreuil gecon
fronteerd. De Heer Wilson ontkent aan deu
Heer Cre-piu de la Jeanuière eeue decoratie
voor geld aangeboden te hebben. Het be
trof hier, zeide hij, eene zaak tusscheu dea
Heer Crespin de la Jeaunière en le Moni-
teur de I'Exposition, eene quaestie, welke wjj,
naar men zich herinneren zal, onlangs be
sproken hebben.
Riboudeau bewaart steeds dezelfde hou
ding; hij bezwaart zijn ouden patroon niet;
hij neemt de verantwoordelijkheid van alles
wat er tusscheu le Moniteur de I'Exposition
en den Heer Crespin voorgevallen is op zich
alleeu.
De sedert twee maanden te Parijs ge
houden tentoonstelling van braudblusch-
middeleu is gesloten, vele exposanten be
dankten voor de hun toegewezen prjjzen.
Een hunner werd zelfs met verwijdering
bedreigd. Deze man protesteerde luider dan
de anderen.
Twee nieuwe vorstelijke verlovingen
zijn, volgens Daily Chronicleop handen,
ul. van den Kroonprins van Griekenland
den Hertog van Sparta met eene der doch
ters van den Prins van Wales, en van Prins
Albert Victor van Wales met Prinses Alex
andra van Griekenland.
De Spaausehe Cortes verwierpen met
135 tegen 60 stemmen het voorstel om van
disconteerde, //omdat zij geen zaken deed met
particulieren.// Nathan liet in Engeland alle 5
pondsbanknoten van de Bank van Engeland,
die men kon vinden, opkoopen. Toen hij in het
bezit er van was, vertoonde hij zich op zekeren
dag bjj de opening der bureaux aan de kas der
Bank. Eene banknoot uit zijne portefeuille nemen
de, vroeg hjj daarvoor goud. Men gafi het hem.
Na zich van de echtheid der vijf goudstukken
le hebben vergewisd, liet hij eene tweede bank
noot wisselen, en zoo bleef hij den ganschen
dag uit zijne onuitputtelijke portefeuille nieuwe
banknoten te voorschijn halen. Bjj het sluiten
van de kas deelde hij mede, dat hij den volgen
den dag zou terugkomen. Daar negen van zijne
bedienden op dezelfde wijze te werk gingen aan
de negen andere loketten der kas, had de
Bank van Engeland deu geheelen dag gewerkt
voor Mayer Rothschild, aan welke firma zij, zon
der eenig voordeel, meer dan 6 millioen in goud
had uitbetaald. Den volgenden dag, zoodra de
Bank open was, stond Nathan er weer en gaf
den kassier kennis, dat hjj minstens nog twee
maanden eiken dag zou verschijnen; want hjj
had er hoegenaamd geen trek in om elf millioen
banknoten van eene Bank, die geen zaken met
hem wilde doen, in kas te houden.
De Raad van administatie der bank kwam
hierop in buitengewone vergadering bjjeen, en
deed wat ze niet laten kon: ze capituleerde.
Sedert bleef het Huis Rothschild in onafgebro
ken handelsrelatie met de Bank van Engeland.