NIEUWE No 1192. Zondag 15 Januari 1888. 13de Jaargang. Kwalen des tijds. BUITENL AN D. Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters'worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag- avond voor 6 uur ingewacht. i. Levend in den heeten stoomketel. (Slot, volgt). Slot volgt.J ABOHHEMEHTSPH IJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afz Dnderlpke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NOK AGITATE. PRIJS DER ADVERTEHTTIÉE Uitgevers: KUPPEKS k LAUKEY De beginselen onzer eeuw bederven het karakter." Die stelling hebben wij meermalen ontwikkeld en verdedigd. Moesten wij die uitspraak'opnieuw be wijzen, het zou ons natuurlijk niet aan een tal van grouden, laat ons liever zeggen, feiten ^ontbreken. Doch wij gelooveu niet, dat onze lezers noodig hebben, nog nader van de waarheid voor hetgeen wij als vast staand aannemen, te worden doordrongen. Wie neemt niet in zijn kring dagelijks verschijnselen waar, welke hem met be zorgdheid voor de nieuwe generatie ver vullen? Op het verzwakken van den eerbied aan de ouders verschuldigd, hebben wij bij her haling gewezen. De eerbied voor vauer of moeder ging bij zeer velen te loor. Men durft over hen spreken op een toon, die verbazing moet wekken, bij ieder, die nog hecht aan de oude instellingen. Ook het ontzag voor de ouderen, die reeds zekeren leeftijd bereikt hebben, is ontzaglijk ondermijnd. Wil men daarvan eene kléine proef, dan zie men maar eens rond iu de straat. Onbeschaamd willen de meeste jongelieden zelfs niet voor een be jaarden grijsaard uit den weg. Meermalen waren wij getuigen van in dit opzicht er gerlijke tooueelen. De Apostolische les: uwe bescheidenheid worde allen menschen open baar, wordt eenvoudig vergeten. En hoe staat het met de ridderlijkheid tegenover de vrouw? In de middeleeuwen, welke men niet genoeg weet te verguizen, werd de vrouw geëerd eu gevierd. Dit ge schiedde niet enkel op de burchteu, neen ook in de woningen der deftige poorteis. Thans wordt de vrouw bijna uitsluitend beschouwd uit het oogpunt der zinnelijk heid. Men acht het niet meer noodig haar met zachtheid en gemoedelijkheid te be handelen, alleen omdat zij tot het vrouwe lijk geslacht behoort. Op straat wijkt men meestal niet voor haar uit; een ruw of onkiesch woord, wordt maar al te dikwerf, uit gebrek aan ontzag voor de tegenwoordigheid eeuer vrouw uit gesproken. Toch heeft de vrouw aanspraak op ons ontzag zoowel als op onze vriend schap en liefde. Onze Moeder was immers eeue vrouw; allen das, die sympathie koes teren voor hunne moeder, moeten ook de vrouw, iu het algemeen eereu en huldigen. Zelfs de liefde voor de kinderen kwijnt; en toch heeft de Heiland gezegd: vLaat de kinderkeus tot Mij komen; derzulken is het Rijk der Hemelen. Al 'die betreurenswaardige teekenen te zamen, vormen eene bedenkelijke aanklacht tegen onzen tijd. Niet enkel in het familie leven en in het openbaar verkeer worden de meest primitieve wetten van goede vor men en goeden toon jammerlijk miskend, maar hetzelfde nemen wij waar op verschil lend ander gebied. Dezer dagen werd daarvan een treurig FEUILLETON De stoomboot steunde en kraakte stroomop waarts op den Missisippi, welks gele, troebele o-olven door den laatsten regen door groote, witte schuimvlokken waren bedekt. Het was een zwoele, zonnige namiddag; geen windje aan de luchten toch lagen de passagiers niet als gewoonlijk om dezen tijd loom en lui in de schaduw uitgestrekt. Een buitengewoon voorval had hunne opmerk zaamheid getrokken en allen keken vol verwach ting voor zich uit, naar eene andere boot, een kwart mijl verder, die al hare krachten inspande om niet ingehaald te worden. //Denkt ge wer kelijk, dat ge daar ginder de //Vlam// inhaalt?// vroeg' een passagier aan een voorbij ijlenden ma troos. Gelooven? Ik zweer u, mijnheer, zoo zeker ik Benjamin Bloiver heet, zoo zeker heeft het laatste teervat daar, dat wij onder den ketel gedooid hebben, ons zooveel stoom bezorgd, dat staaltje aanschouwd op letterkundig terrein. Men weet, dat Nicolaas Beets, de schrijver van de Camera Obscura, steeds werd ge schat en gehuldigd als een onzer beste dichters eu schrijvers. Maunen van grooteu naam eu beteekenis brachten hem gaarne den tol hunner bewondering. Onverzwakt bleef de reputatie van dien nobelen vader lander voortleven. Sedert eeuigeu tijd heeft zich echter een piepjong-Nederland gevGrmd, hetwelk echter al de airs van de afgeleefdheid aanneemt. De geestdrift ontbreekt aan die jeugdige óverwijzeu; zij zijn groot in het critiseeren, doch armzalig klein in het zelf produceeren. Een dier »grooteu« van den dag heeft het ondernomen om Nicolaas Beets door het slijk der miskenning te halen; zijne geniale gaven te loocheueu eu hem neer te trekken tot de proportie der middelmatig heid. Tegen dergelijk een bedrijf komen wij op. De bewuste jeugdige wijze van den dag neemt tot uitgangspunt Beets' Na vijftig jaar, waarin ziju edele de bewijzen tracht te vinden van de onbeduidendheid (waut daarop komt het eigenlijk neder) van den zanger, die aan zoo velen lief was. De echte Nederlandsche vereerders van het schoone en goede behoefden van den Nieuwen Gidsmau niet te vernemen dat Beets iu 1887 niet is de Beets van voor vijftig jaar, al moet tevens worden gecon stateerd, dat Beets zich bizonder kras houdt. Vraagt men ons eerlijk onze gevoelens, dan betwijfelen wjj het zeer of van de jeugdige grootheden van deu dag wel zeer veleu, als zij de 70 jaren zullen over schreden hebben, nog zoo helder zullen wezen als Nicolaas Beets. Hij is een grijs aard, die nog jeugdig is; vele eeuw-wijzen echter zijn jeugdige grijsaards. Te<mn die bewuste onbetamelijkheid is men van vele kanten opgekomen. Men kon het maar niet dulden dat iemand, die zelf, zooals blijkt uit aangehaalde proeven, slechts kreupelrijm vervaardigen kan, zulk een hoogeu toon aanslaat tegen een man, wiens hoogte hij niet bereiken kan, al ging hij ook op zijn teenen staan. Eu dat feit staat niet alleen. In 't alge meen vergeet het piepjong Holland, wat eenmaal bijkans werd vergood. De oude school moet afgebroken worden. Zoo han delt men op het gebied der kunst en der lottereu precies als de afbrekers op politiek terrein. Het is eene zeer eigenaardige eigenschap van r.iet weinige libertijnen, dat zij verzot zijn op het nieuwe. Zij halen liefstalles neder. Critiek is goed en nuttig; er moet een gericht zijn over de voortbrengselen van kunst en wetenschap. Maar men behoort steeds die taak te volvoeren met bescheiden heid en piëteit voor erkende talenten. Het ontadelt het eigen gemoed als men de kroon aan schrijver of dichter tracht te ontnemen, wie haar ten volle verdient. Vooral de jeugd moet daarbij met terug houding te werk gaan. Zij moet immers wij de //Vlam// bij giudscben hoek inhalen of met onze boot de eeuwige rust ingaan. Mijn Hemel, het wordt hier heet, riep een heer, die naast den spreker stond, terwijl hij met een grooten sprong zich van den ketel verwijderde. Niet zoo heet, als dat ge er in zat, zei Benjamin koelbloedig. Waarom niet? Maar wacht even, totdat de wedloop met de oude //Vlam// afgeloopen is; ik zal je dan vertellen in welke akelige positie een arm menschenkind komen kan. En geen woordje onwaarheid, zoo waar ik een waterrat ben! De wedloop was spoedig gelukkig gewonnen en de bezorgde gezichten der passagiers hel derden op, want de aardigheid, om de sterkte der ketels tot het uiterste te beproeven, was nu voorbij. Benjamin begon nu te vertellen met een vuur, dat de opmerkzaamheid zijner toehoorders niet weinig verhoogde. //Gij moet de „Vlam// al vroeger eens ge zien hebben, heeren. Zes jaar geleden viel er niet mee te spotten, want toen diende ik er op. Ja, heeren, toen zij de groote wedloop met do „Goliath// hield, was ik er matroos op. Gij hebt wellicht van het ongelukje gehoord, waardoor nog bewijzen, wat zij is of worden kan. Tegenover Beets nu werden zelfs, door de bewuste aanvallers de wetten der beta melijkheid uit het oog verloren. De grijsaard van naam zal er niet minder om worden; zijn aanvaller kwetst alleen zich zeiven. In de Woensdag-avond gehouden ge meenteraadszitting te Berliju is een brief van den Kroonprins voorgelezen, welke als volgt eindigt: »Mijn tegenwoordige toestand geeft mij het weldadige gevoel van berustende hoop, en het zou mij gelukkig maken, te verne men, dat eene dergelijke stemming ook de bevolking van Berlijn bezielt.* Het bekende sociaal-democratische Rijks daglid Hasenelever, die in een krankzin nigengesticht verpleegd wordt, is thans, daar de geueesheeren wanhopeu aan zijne genezing, ouder curateele gesteld. Er zal nu eene nieuwe verkiezing iu het betrokken district te Berlijn moeten plaats hebben. Graaf Brühl-Pförten, die door den Keizer naar Rome was gezonden om Z. H. deu Paus bij diens jubileum te begroeten en die ouder zeer droevige omstaudigheden die reis aanvaardde deu 12u December was zijn kleinzoon op 12jarigen leeftijd eu twee dagen daarna zijne schoondochter, de Prinses Lobkowitz overleden is thans uit Rome te Berliju teruggekeerd. Z. H. de Paus heeft hem herhaaldelijk ontvangen en hem op bizonder voorkomende wijze bejegend. Le Royer is gekozen tot voorzitter van den Fransclïen Senaat. De Kamer heeft met 265 tegen 197 stemmen het voorstel-Basly verworpen, strekkende tot het verleenen van politioke en militaire amnestie. Fallières beantwoordde eene vraag naar aanleiding der ontzetting van Vigneau als rechter van instructie iu de zaak-Wilson. De urgentie werd gevraagd voor ean voor stel: strekkende om de politieke verantwoor delijkheid van het ministerie af te wentelen, doch dit werd verworpen. De Engelsche pelgrims ten getale van 450 personen ouder aanvoering van den Hertog vau Norfolk naar Rome ver trokken, hebben Z. H. de som van 14,000 pond (168,000 gld.) voor den St. Pieters penning aangeboden. De Times meldt, dat levendige onder handelingen gevoerd worden tusscheu Ber lijn, Weeuen en St. Petersburg ter ver zekering van het behoud des vredes. De Turksche Ambassadeur heeft aau de mogend" heden doen weteu, dat zij zullen worden uitgenoodigd tot het bijwonen eeuer confe rentie, met het doel om het tractaat vau Berliju tot een voorwerp van onderzoek te maken, niet om het te wijzigen, maar wel om de beteekenis van enkele zijner bepa lingen vast te stellen. Hij voegde er bij, dat Prins Ferdinand zal worden aan het wij de weddenschap verloren. Een paar banden sprongen, eenige platen gingen wat los zitten en een paar negers werden wat verschroeid. We gingen aan land, om den ketel te her stellen. We waren een 30 uren stil en brachten hem in orde. Omdat we zoo hard gewerkt had den, kregen we een middag vrij; den anderen morgen moesten wij zeer vroeg aan het varen. We gingen dus aan land en lieten 't ons zeer goed smaken. Toen we 's nachts met onze boot terug kwa men, was het koud en stormachtig; de bootsman sloot, in plaats vaneen wacht op het dek te laten, alles toe en ging de kajuit in; alleen de machine kamer was open. Ik wilde naar boven kruipen en liever in de open lucht slapen, dan in den tocht te liggen, die hier vreeselijk was. Toen ik met uitgestrekte armen den weg zocht bleef mij n voet aan een ijzeren deksel haken, ik gleed uit en viel met een arm in het gat, onder aan den ketel, waardoor de smid daags te voren iu den ketel was gekropen. Ik kwam met mijn hoofd zoo onzacht tegen den ketel, dat ik bjjna bewuste loos was. Toen ik overeind stond, bezon ik mij geen oogenblik om het ruwe weder buiten met verstand gebracht, dat hij Bulgarije moe verlaten. De Standard verneemt uit Berlijn, dat de geruchten omtrent onderhandelingen tusschen de mogendheden, door Rusland uitgestrooid, niets dan proefballonnen zijn. Wat in elk geval zeker is, het is dat Rus land geen maudaat zal outvangeu om in Bulgarije tusscheubeide te komen. Volgens berichten uit Weenen wordt door de Britsche posterij de verlegging van den Indisehen maildienst van Brindisi naar Salonika voorbereid, hetgeen geschieden zou zoodra de voltooiing van deu Balkan-spoor weg dit veroorlooft. Uit Sofia verneemt de Timesdat de Bulgareu op het lijk vau deu gesneuvelden aanvoerder der muiters te Burgas belang rijke documenten hebben gevoudeu, waar onder een brief van den Russischen diplo- matieken agent te Bucharest. Te Sofia is een krijgsraad gehouden, die door alle hoofd officieren werd bijgewoond en waarin beslo ten werd de noodige maatregelen te nemen voor de verdediging van Bulgarije, maar in geen geval voor een aanvallenden oorlog. Te Routschouk heeft eene groote mani festatie plaats gehad tegen Prins Ferdinand, bij gelegenheid van het Grieksche kerstfeest. Uit de meeste huizen werden vlaggen ge stoken op welke stond te lezen: Weg met den Coburger*. Er zijn vele personen iu hechtenis geuomeu. De politie maakte char ges, waarop het volk met geweerschoten antwoordde. Verscheiden lieden werden ge kwetst of gedood. Naar men uit Constantinopel verneemt, melden Oost-Ruuielische depêches, dat er verscheiden Russische officiereu gearresteerd zijn, die bezig waren onder de boeren geld uit te deelen en hen op te hitsen tegen de Bulgaarsche Regeering. Uit Constantinopel wordt bericht, dat de Turksche Gezaut te Berliju gerapporteerd heeft dat er vermoedelijk een Europeesch Congres zal bijeenkomen voor de herziening van het tractaat van Berlijn waar dit ver duidelijking behoeft. Iu goed ingelichte kringen gelooft men dat Prins Ferdinand zal aftreden zoodra het hem blijkt, dat de groote mogendheden eensgezind zijn. Duitschland heeft aan de Porte verklaard dat het eene bezetting van Oost-Rumelië door de Turken alleen zou kunnen gedogen onder buitengewone omstandigheden, en onder eerbiediging van het Berlijtische trac taat. Ook de Oosten rij ksche Regeering ver klaarde niet te kunnen toestaan, dat er ge welddadige veranderingen plaats hebben in den toestand van Bulgarije. Het Journal de St. JPetersbourg spreekt zijn leedwezen uit over het opstootje te Burgas eu voegt daarbij dat door dergelijke middelen het Bulgaarsche vraagstuk niet op wettige wijze tot oplossing kan worden gebracht. Naar zoodanige oplossing te stre ven moet volgens het genoemde blad het voornaamste doel zijn, in het belang van het land zelf zoowel als van de algemeeue rust. de wel is waar harde maar toch warme ligplaats in den ketel te verwisselen en kroop naar bin nen. Ik sliep spoedig vast en goed. Eer ik de oogen sloot, was ik verschillende keeren gaan verleggen, totdat ik aan het einde en dus in het warmste gedeelte van den ketel lag. Donder en bliksem riep ik, toen ik ontwaakte en ondanks de diepste duisternis, die mjj omgaf, aan 't leven daarbuiten begreep, dat het helder dag was. Toen ik daarop met spoed naar de opening kroop en haar zoo gesloten en ondoordring baar vond en levend begraven was in een ijzeren graf, niet de kleinste opening vindende om lucht en licht door te laten, toen, nu ik schaam mjj niet het als een landrat te bekennen werd ik zinneloos en nog moet ik 't zweet van mijn voorhoofd wisschen, als ik er aan denk. Hoe lang ik bewusteloos lag, weet ik niet. Een hevige prikkeling in de keel bracht mij tot bezinning. Het koude water was langzaam ge stegen en mij in den mond gekomen, en ik ont waakte om het regelmatig knarsen der pomp te hooren, die het water in den ketel dreef.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1