NIEUWE N#. 1196. Woensdag 25 Januari 1888. 13de Jaargang. Europa's schuldenlast. BU1TENLA N i). feuilleton. 3) Een snuifje. HAARLEMStBE COVRilT ABOHHEMKNTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlem t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUKE AIT: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA HOH AGITATE. PBIJ3 DEB ADVEBTEWTIÉW Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentien worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag*avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPEB8 Js LAUSEI Hel toenemen van de Europeesche Staats schulden is een bedenkelijk teekeu des tijds, dat den weldenkende met bezorgdheid ver vult. Eu terecht mag de vraag gesteld wor den: waar gaat het met de fiuaneiëu der Staten van Europa heen als men verneemt, dat de schulden van de gezamenlijke Euro peesche Landen sinds het jaar 1866, dus in twintig jaren, ongeveer met 40 milliarden franks zijn vermeerderd. Ongetwijfeld mag op die vraag geantwoord worden, dat de toestand der Europeesche Staten op finan cieel gebied onhoudbaar is en dat de tijd niet meer verre is, waarop een algemeen Staatsbankroet het lot zal zijn van alle Lan- deu, die thans onder een enormen schulden last zuchten tot groot nadeel van algemeenen bloei en tot ontzettende schade var. maat schappelijke welvaart. Uit eene statistiek onlangs in Frankrijk gepubliceerd, beliepen de schulden der onder scheiden Landen van Europa, in 1866 het bedrag van 66,103 milüoen franks. In 1886 echter was dit cijfer tot 108,431 millioeu franks gestegen. In 20 jaren was dus de schuld met 42,418 millioeu frauks ver meerderd. Het bedrag voor rente en schulddelging was in 1866 2438, in 1886 4864 millioen frauks, dus 2426 millioen frauks meer. In twintig jaren is de schuldeulast 60°/0 grooter geworden. Volgens de Fransche statistiek bedraagt de toeneming voor Frankrijk 12,000? Rusland 11,000, Pruisen 3,217, Italië 3,132, Hongarije 2,249 en Oostenrijk 1,770 millioen franks. Ofschoon de laatstgenoemde cijfers voor Duitschland niet zeer guustig zijn, moet omtrent dit land worden geconstateerd, dat het onder de groote mogendheden het land is, dat de minste schulden heeft. Merkwaardig vooral is eene tabel samen gesteld door li. Von Kaufmannwelke het bedrag (in Marken) per hoofd aanwijst in de verschillende landen, in het jaar 1886. Wij laten deze tabel hier volgen: in Frankrijk729 Mark. Portugal410 Nederland355 Italië854 Engeland320 Spanje317 Beieren250 België219 Wurtemberg214 Saksen209 Oostenrjjk-HoDgarije 199 Baden102 het Duitsche Rijk 160 Pruisen144 Rusland78 Zweden52 Denemarken. 51 Vergelijkt men deze sommen met die van het jaar i866, dan ziet men, dat de schulden Vervolg.) Deze was door een in de zaken bedreven man geholpen, welke door eene voorgewende verkooping de moederen van den burggraaf bad weten te vrijwaren, tot ruimere uitgaven in staat, genie tende de burggraaf in zijne ballingschap geheel de fortuin, die zijn vader hem had nagelaten. Hij maakte er evenwel een gebruik van met eene milddadigheid, die niet veroorloofde, dat men hem benijdde. Zijne hand altijd open, geleek naar die fonteinen, welke hare wateren voor alle reizigers laten vloeien. Nooit verwekte eene willekeurige weigering de begeerte, dat iemand anders zijne fortuin bezat; zijne gewoonten even wel belemmerden dikwijls zijne goede voorne mens. Verkwister en speler, bevond zich De Boullac somtijds zonder eene kroon. Het was dus van belang op bet geschikte oogenblik te komen, en voor dat zijne verkwistende neigin gen zich als een heir van vogelen op den vergul den oogst, dien bij elke maand uit Frankrijk kreeg, had nedergezet. De Boquincourt wist bet; daar om verhaastte hij zijn tred, in de hoop voor der grootere Staten in 20 jaren percents gewijze zijn vermeerderd als in Pruisenmet 250°/o Frankrijk211 Italië118 Rusland60 Oostenrijk-Hougarije 33 Vergelijkt men de opgaven der statistiek, uit de verschillende bronnen geput, met elkander onderling, zegt Von Kaufmann, dan komt men tot het feit, dat Europa op dit oogenblik ouder een schuldeulast gebukt gaat van ruim 100 milliarden, waar voor jaarlijks 5 milliarden rente moet be taald worden; dat deze schuld in twintig jaren 60 percent is toegenomen en dat de Staten van Europa behalve 5 milliarden aan interest ook nog ruim 31/a milliard aan oorlogskosten uitgeven en dat alles God betere het in een tijd van vrede Voor de meeste zoo niet voor alle Staten is het onmogelijk de zware schuld- en oor logslasten op den duur te kunnen dragen. De heimelijke oorlog, welke in onze dagen in Europa tusscheu de Staten met de uit gaven voor militaire behoefteu wordt ge voerd, moet, zelfs volgens de uitspraak van een Von Molkte, ten slotte tot den alge meenen ondergaug leiden. Komt er een oorlog, dan zullen de schulden door de oorlogskosten nog ontzettend worden ver meerderd. Eu aan ontwapening valt voor- loopig niet te deuken. Het schijnt of alle machten in Europa er eenmaal haar ge noegen in hebben zich van top tot teen te wapenen. De toekomst der Europeesche financiën mag alles behalve schitterend heeteu. Wat is er in deze aangelegenheid te doen? Deze vraag werd door een Eugelsch Staathuishoudkundige onlangs volgeuder- wijs beantwoord. «Gaat Europa voort, zegt bedoelde Staat huishoudkundige, zijn schuldenlast, door dolzinnige uitgaven voor oorlogsbehoeften te vermeerderen, dan zal het einde zjjn, dat alle Staten financiëel worden geruïneerd. «Wil Europa op financiëel gebied weder tot zijn vroegeren toestand van groei en bloei terugkeeren, dan zal er eene alge- meene ontwapening moeten worden inge voerd. Ik geloof dan ook, dat er een tijd zal komen, waarin de nood de Staten van Europa zal dwingen den ouderlingen haat af te zweren en dat de volken zich ver binden zullen op staathuishoudkundig ge bied elkander bij te staan. Zijn de natiën op dit gebied vereenigd, dan is de eerste stap tot den algemeenen vrede gedaan. Dan kunnen honderden millioeuen van de milliarden, welke in onze dagen voor oor logsbehoeften worden besteed, gebruikt wor den tot delging van schuld en de vrij geworden millioeuen kunnen aangewend worden voor de werken des vredes.» Inderdaad een schoon visioen van den Eugelschen Staathuishoudkundige. een anderen smeekeling, misschien gelijk hij op weg, aan te komen. Bij zijne komst aan het hotel verwittigde men bem, dat de burggraaf sedert den morgen niet was terug gekeerd, __en dat bij waarschijnlijk op de roulette zoude zijn. Hoewel de ridder een bizonderen afschuw van de speelhuizen had, en hij er zelfs nooitin was geweest, waren de omstandigheden te dringend, om voor dien weerzin terug te deinzen. Het spel kon De Boullac gunstig zijn,'t geen hem dikwijls gebeurde, en in dit geval was bet buiten twij fel, dat hij welwillend zijn verzoek zoude aan- booren. De Elzasser edelman besloot derhalve in de zaal te gaan, waar een gedeelte van den verban nen adel rondom de groene tafel zat. Hij be merkte weldra den burggraaf, die druk aan het spelen was. De gouden Frederiks vormden voor hem kleine beweegbare en klinkende bergjes, die men achtervolgend zag vermeerderen en ver minderen. Toen De Boullac den ridder bemerkte, gaf bij door een teeken zijne verwondering te kennen. De Hemel bewaar mjj, daar is De Eoquin- court. Wat mirakel voert onzen Cato toch in dit bol? -Ik zocht u, antwoordde de ridder. Ik ben dadelijk tot uw dienst, hernam De Boullac: ik heb nog 2 a 3000 goudstukken te verliezen. Jammer slechts, dat het maar een vi sioen is Zoo optimistisch zijn wij niet gezind. De Engelschmau vergat in zijne beschou wingen rekenschap te honden met de ja loezie en de zucht naar wraak van volken en personen, met de hartstochten van heer- schers en machthebbers, met het wanbe stuur en met de verdrukking van auto cratische potentaten en met zooveel andere zaken, die van grooten invloed zijn op het leven van volkeren en Staten. Een alge- meene vrede, naar de voorstelling van den bedoelden Engelscheu economist zal wel tot de vrome wenschen blijven behooren. Veeleer gelooven wij te mogen aannemen, dat de schuldenlast van Europa aanhoudend toe zal nemen en, naar de woorden van den beroemden Pruisischen veldheer, ten slotte dit werelddeel tot eene financiëele ruïne zal leiden, allernoodlottigst voor vol ken en natiën. Het si vis pacem para helium (zoo gij den vrede verlangt, bereid u dan ten oor log) zal voor de Europeesche Staten een noodlottige spreuk blijken te zijn. Nadat de Pruisische Regeeriug onlangs in de provincie Posen het onderwijs in de Poolsche taal op de scholen had afgeschaft, heeft zij thans op de onderwijzerskweek scholen aldaar ook het wetenschappelijk onderwijs in die taal doen vervallen. Bij deze inrichtingen zullen de Duitschers nog wel in het Poolsch spreken worden ge oefend, doch alleen voor zoover de toekom stige ouderwijzers er door in staat worden gesteld om in de school voldoende te kun nen spreken met de eerstbeginnende Poolsche leerlingen, bij welke in de laagste klassen Duitsch en Poolsch wordt gesproken, om dat zij zich dan nog alleen in het Poolsch kunnen uitdrukken. Het wetsontwerp tot nieuwe regeling der dienstplichtigheid is door de Commissie van rapporteurs in twee zittingen bij eerste lezing aangenomen, de meeste artikelen met algemeene stemmen, terwijl geene wij zigingen vau eenige beteekenis er in zjjn gemaakt. Keizer Wilhelm heeft, toen hij de Pre sidenten en vice-Presidenten der beide Hui zen van den Landdag ontving, zich wederom in vredelievendeu geest uitgelaten, schoon niet zoo sterk als bij vorige gelegenheden wel eens het geval was. Hij zeide uameljjk slechts het behoud des vredes te hopen, ook vooral in verband met de daardoor te weeg te brengen verbetering in den fiuanciëelen toestand. De Fransche Minister van buiteu- landsche zaken heeft tijdens de zitting van den ministerraad eene dépêche van den Heer Crispi outvangeu, tengevolge waarvan het incident te Florence als afgedaan kan Houd er eenige over, zeide de edelman zachtjes. Hebt gij ze noodig, voer de Boullac voort; mijn hemel! lieve vriend, neem er zooveel als gij wilt? Stil wat, viel bem een dikke Duitsche heer in de rede. Wij moeten het geluk niet storen. Te drommel, ik dacht er niet meer aan, dat de baron Van Aremberg mijn maat is, merkte de Fransckman lachende op, maar ik sta in voor hetgeen er af wordt afgenomen. Neenneen, antwoordde de Duitscher, gjj moet nooit geld uit bet spel nemen: dat brengt verlies aan. Laat de ridder maar eenige oogenblikken wachten. De Boquincourt boog ziob tot teeken van toe stemming en het spel nam wederom een aan vang. Maar men zoude gezegd hebben, dat de komst van den ridder de kans in eens had ver anderd. De Boullac, die eerst won, begon slag op slag te verliezen, en in minder dan een kwartier uur waren de gouden Frederiks onder de hark van den bankier verdwenen. Berooid stond derhalve de burggraaf, zonder eenig blijk van ontroering te toonen, op, veront schuldigde zich bij den ridder, beval dat men zijn rijtuig zoude voorbrengen, en vertrok. De Boquincourt was op dezelfde plaats ge worden beschouwd. De rechter Tossini zal worden verplaatst. Den Franschen Consul te Florence zal niets ten laste worden ge legd. De nalatenschap van Hussein-pacha zal worden geregeld overeenkomstig de conventie van 1868 tusscben Italië en Tunis. Yan Fransche zjjde vraren reeds toebe reidselen gemaakt, om desnoods handelend te kunnen optreden. Zoowel te Toulon als te Cherbourg was men druk in de weer met het uitrusten van schepen en andere maat regelen, voor het geval, dat het geschil niet in der minne mocht worden bijgelegd. In de Seuaatszitting van jl. Zaterdag diende de Heer Jean Macé een voorstel in, strekkende om het opkomend geslacht in den krijgsdienst te oefenen. Hij vroeg voor het voorstel de urgentie, waarmede de Se naat zich heeft vereenigd. Men weet, dat er eiken Donderdag open receptie op het Elysée wordt gehouden. De soiree van eergisteren, de derde, was eene der schitterendste. De President der Republiek droeg op zijn rok de plaat van bet Legioen van Eer. Naast hem bij den ingang van het salon, stond mevrouw Carnot in een toillettecrème et or. Op deze soiree is iets voorgevallen, dat algemeene vroolijkheid heeft gewekt. De held van het incident was de bekende Lisbonne, oud-Communard, oud-directeur der Bouffes du Nord, oud-eigenaar van de herberg le Bagnethans leegloopend revo- lutiounair, veel pratende en lachende. Omstreeks 10 uren, na het binnentreden van Generaal Miribel,diende de kamerdienaar aan: Maxime Lisbonne. Men kan zich gemakkelijk voorstellen welken indruk deze naam op de aauwezigeu maakte. Aller oogeu waren op Lisbonne gericht, die er overigeus als een gentleman uitzag. Op plechtige wijze ging hij den Pre sident begroeten en maakte eene eerbiedige buiging voor mevrouw Carnot, waarop hij eene wandeling door de salons deed. Een hoofdofficier, die hem vroeger te Versailles gekend had, nam hem ter zijde, en kon zijne verbazing over zijne komst op* het Elysée niet verheeleu. «Wel», zei Lis bonne, «het zijn de revolutionairen, die den heer Carnot hebben verkozen. Ik kom eens zien hoe Frankrijk gepresideerd wordt en ik wil mij in staat stellen mijn vrien den te kunnen vertellen, hoe hun gekozene het volk ontvangt». Het onderzoek der zaak-Wilson, aan gaande den verkoop van decoraties heeft eenige van de brutaalste daden van vrouw Limouzin aan het licht gebracht. Het schijnt dat de decoratiehaudel haar niet genoeg opleverdezij had ook andere zaken bij de hand. Eene klacht is tegen haar inge diend wegens het volgende feit: vrouw Limouzin zou zich, in verstandhouding met mad. Rattazi, in Februari 1887 naar Co- lembeybij Toul, begeven hebben, ten bleven, droevig onthutst en de oogen gevestigd op de geldkast, die het behoud en den troost van Aloysius bad verzwolgen. IntusscheD had de baron d'Aremberg den voorzicbtigen aftocht van den graaf niet nage volgd, bij bleef hardnekkig aan het spelen met eene halsstarrigheid, eigen aan bet ras van liet noorden. Het lot scheen zijne volharding door een onverwaehten terugkeer van 't geluk te willen beloonen. De gouden bergjes begonnen zich voor bem te vormen, en, naarmate zij grooter werden, werd de stroeve Duitscher spraakzamer. Ik liad u wel gezegd, dat men, als men geld van bet spel nam, ongelukkig was, zeide bij, zich tot De Boquincourt wendende, die met eeu somber gelaat alles afkeekbet enkele plan, dat de burggraaf had, om iets van zijn geld af te nemen, beeft de geheele kans tegen hem doen veranderen. Dan zal ik u ongetwijfeld vruchteloos vra gen om hetgeen hij slechts beraamde te vol brengen. Wie? ik, geld uit het spel geven! riep Van Aremberg. Strekkende lot een goede daad, mijnheer de baron, zeide De Boquincourt; gij kunt er een uwer landgenooten door redden. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1