NIEUWE
No, 1198.
Zondag 29 Januari 1888,
13de Jaargang.
De broodquaestie.
BU1TENLAN D.
Een snuifje.
(iilK0lR4.1T.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem1 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
ACUTE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentien worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPEE8 LAUBEÏ
i.
Wij hebben aan het hoofd vau dit op
stel een woord geplaatst, hetwelk onge
twijfeld groote beteekenis bozit. Hoe gees
telijk men toch ontwikkeld moge wezen,
zoo lang men bier op deze aarde leeft,
heeft men behoefte aan stoffelijk onderhoud
des lichaams. De Heiland leerde ons daarom
bidden: »Geef ons heden ons dagelijksch
brood.
Niemand mag dus, met zekere voorname
wereldverachting, nederzieu op de brood
quaestie, Toch wordt dat vraagstuk in zijn
wezenlijken aard dikwerf miskend. Velen
zjju er, die schijnen te oordeelen, dat men
van theorieën leven kan. Zij, die zich op
dat onpractisch standpunt plaatsen, honden
niet op, als de landbouwer of de industrieel
zijne klachten uit, hem toe te roepen, wees
maar kalm; wij leven in een toestand van
overgang; als die eenmaal voorbij is, dan
zult gij zien, dat alles terecht komt.
Alles komt terecht. Zoo spreekt ook de
verkwister, die, zonder eenige berekening,
met zijn geld letterlijk speelt, zoo redeneert
de luiaard, die tegen werk opziet, zoo ook
de goddelooze, die niet denkt aan zijne on
sterfelijke ziel.
Tot zekere hoogte is het ook waar: alles
komt terecht. Maar hoe? De groote strijd
onzer dagen op staathuishoudkundig gebied,
wordt, men weet het, gevoerd over de quaes-
tie van bescherming of niet.
Door sommigen wordt beweerd, dat alle
protectie onnatuurlijk is. Landbouw en nij
verheid moeten zich vrij bewegen. Voor
treffelijk. De vrij beid ia zeker een onschat
baar goed. Doch dat is alleen van de per
soonlijke vrijheid volkomen waar. Eu ziet,
zelfs de individueele vrijheid wordt nog
niet absoluut genoten. Men kent de leer,
dat ieders vrijheid zooveel moet worden be
perkt als uoodig is, om aller vrijheid mo
gelijk te maken. De uitoefening van menig
beroep kan en wordt trouwens aan vele
belemmerende bepalingen onderworpen. Fa-
briekeu en werkplaatsen kunnen alleen met
goedvinden der overheid worden gesticht;
de herbergiers zijn ook aan bizondere voor
waarden onderworpen.
De Staat treedt dus reeds op het ge
bied der nijverheid. Geheel vrij beweegt zij
zich alzoo niet. Voorzeker, de invoering
van een beschermend recht belemmert de
nijverheid in geen enkel opzicht. In de lau
den, waar de Regeeriug over de werking
van het Tarief waakt, wordt de beweeg-
FEU1LLET O N.
Vervolg en Slot.)
Wat doet het voorwerp daartoe: alle eco
nomisten leeren u, dat de koopprijs niet alleen
afhangt van de verkochte waar, maar ook van
de omstandigheden. Heeft men in belegerde steden
zelfs geene ratten tegen goud betaald? Zouden
de in de Sahara verdwaalde reizigers geen parel
geven voor een glas water?
En gij meent, dat ik in een gelijksoortig
geval verkeer?
Ten naastenbij; ik lxeb u zoo even naar
uwe snuifdoos zien tasten. Gij hebt ze niet bij
u, en gij kunt liet spel niet verlaten, om ze te
halen. Op dit oogenblik is uw neus derhalve van
mij afhankelijk; wanneer ik u dus een Frederik
vraag, maak ik geen misbruik van mijne macht;
integendeel, ik maak er een goed gebruik van.
Bij mijne ziel, dat zal ik voor de aardig
heid dan maar moeten doen, zeide van Arem-
berg lachende.
He ridder reikte aanstonds zijne snuifdoos
over.
Ik heb maar éen snuifje gekocht, ging de
Duitsche heer voort, terwijl hij zijne vingers in
de snuifdoos dompelde; maar drommels, mijne
winsten veroorloven mij eenige zotte verterin
gen; ik neem er twee, waarde ridder, en ziedaar
twee stukken goud.
j Laat ze op de tafel, zeide De Roquin-
court, dat zal mijn inzet zijn.
kracht der nijverheid iu 't bizouder ver
hoogd.
De freetraders handelen tegenover de in
dustrie als iemand, die tegen een lamme
zou spreken: wandel. De man zou immers
do macht missen het bevel op te volgen.
Aan den landbouw en de nijverheid
moeten nieuwe krachten worden ingestort.
Dat kan niet geschieden, zooals velen mee-
nen, door het houden van tentoonstellingen,
het uitbreiden van leervakken, enz. Onze
vaderen waren allerminst domooren; zij
hebben zich onderscheiden door groote be
kwaamheid. De landbouwers eu industri-
eelen zijn, over het geheel genomen, niet
afgeweken ran die goede traditiezij kun
nen onder gunstige toestanden, den strijd tegen
den vreemdeling uitstekend goed doorstaan.
De bestaande wetgeving echter maakt het
hun bijkans onmogelijk zich staande te hou
den. Door de kolossale concurrentie moeten
de fabrieksheeren en werkbazen alle moeite
doen om tegen zoo laag mogelijke beloo
ning arbeidskrachten te vinden.
Natuurlijk lijdt daar de werkman ont
zettend onder. De eisch van liooge ioouen
is, op zich zelveu, altijd ongewettigd, in
zoover als hij buiten verband staat tot
den toestand, waarin het betrokkeu bedrijf
verkeert. Als de werkgevers niet verdienen,
hoe zouden zij dan aan hunne werkliedeu
een behoorlijk loon kunnen betalen De
maatschappij vormt éen geheelzij, die
dat vergeten, handelen zeer verkeerd.
In onzen tijd zien wij veel meer dan
vroeger of ooit, de rassen- eu klassenhaat
wortel vatten. Elke groep in de samen
leving zorgt alleen voor zich zelveu. De
werkman vraagt niethoe staat mijn mees
ter er bijhij stelt eischen, zonder ook
maar eenigermate op de belangen van den
patroon te letten.
Dat streven wreekt zich zelf. De groote
Heidenapostel heeft toch naar waai beid
geschreven: »Als éen lid lijdt, lijden alle
leden.Zoo is het. En op grond van
die waarheid, door de ervaring telkens be
vestigd, wraken wij menig verschijusel van
den dag. Daaronder rekenen wij die zieke
lijke neiging van velen om voor den werk
nemer den werkgever voorbij te zien.
De christelijke zedeleer gebiedt aller be
langen zooveel mogelijk te vereenigen. Vol
gens bet christelijk ideaal moet de over
eenstemming tusschen de onderscheiden
standen zooveel doenlijk worden bewaard.
Wij zien noch iu de patroons, noch iu
de werklieden idealen menschelijke onvol
komenheden kleven ons allen aan.
Waagt gij ze in éen keer?
In éen keer.
Het spel nam een aanvang en de ridder
won.
llij nam aanstonds de drie vierden en waagde
een nieuwen Frederik, dien hij verloor; daarna
waagde hij er twee, en hij kreeg het dubbel, van
hetgeen hij zoo even verloren had, terug. Dezelfde
kansen herhaalden zich in de volgende slagen,
die somtijds ongelukkig, docli meest gunstig uit
vielen. De ridder volgde eiken zet met eene
nieuwsgierigheid, die men voor eene gretigheid
naar het spel zoude kunnen gehouden hebben;
maar eindelijk telde hij de Frederiks, die voor
hem lagen, vereenigde ze in eene rol, en stond
op: hij had zijne 1200 Ihalers! Spoedig verliet
hij de zaal, die van verwenschingen, van geraas
en getier en van vreugdekreten weergalmde.
Weldra bereikte hij de straat, vervolgens de wijk,
waar hij woonde.
De nacht was reeds aangebroken; de ridder,
die niet vreesde gezien te worden, had de slipjren
van zijn mantel opgevat, om heter door de slijk,
de plassen en de beken, die de voorstad door
sneden, te kunnen loopen. Zijn hart klopte ge
weldig bij de gedachte aan het geluk van Aloy
sius, en hij (vas bijna buiten adem, zoowel van
vreugde als van het loopen. Hij klom de drie
bordessen op, en kwam aan de deur van Aloy-
sius: zij was gesloten! hij klom weder af naar
zijne kamer, hopende, dat da jonkman er sedert
zijn vertrek zoude gebleven zijn; maar niemand
was er in. Naar de huisvrouw gaande, om
te weten waar Aloysius zijn zoude, zag hij een
briefje, dat op den lessenaar lag. Hij nam het,
zag het geschrift, dat hem onbekend was, en
opende het,
Eene andere tegenstelling der heereu
freetraders is die tusschen producenten en
consumenten. Men vergeet eenvoudig, dat
beide groepen tot elkaar in de meest in
tieme verhouding staan.
Het onafscheidelijk verband, hetwelk
tusschen productie eu con3umtie bestaat,
verbiedt, onzes inziens, de belangen van
de eene tegenover die van de andere te
stellen. Gaat net de producenten goed, dan
genieten daar de consumenten van. Laatst-
bedoelden bestaan voor een klein deel (veel
kleiner dan men dikwerf meent) uit rijken
De nijvere burgerstand geniet groote voor-
deeleu van de landbouwers en handelaars.
Genieten de producenteu welvaart, dan gaat
het den consumenten ook niet slecht.
Slot volgt).
In zake de ongelukkige »oorlogs-geruch-
ten« die, helaas! onder de berichten van
den dag eene vaste plaats beginnen in te
nemen, valt thans te vermelden eene Ber-
lijusche dépeche aau de Londensehe Stan
dard, volgens welke men daar ongerust
blijft, hoewel geen onmiddellijkeu oorlog
verwachtende. In militaire kringen is meu
van oordeel, dat de Russische Caucasus-
troepen, die bevel tot oprukken ontvingen,
sedert tegen-bevel kregen wegens het slechte
weder. Zoodra het dus weer fraai weder
wordt, zullen de bewegingen worden hervat.
Ook aan de Times wordt uit Berlijn ge
meld, dat de algemeene indruk aldaar on
gunstig blijft. Een ander berichtgever maakt
weer melding van verdachte Russische troe
penbewegingen aan de west-grens.
Te St. Petersburg is inmiddels weer eene
dagorder van deu Minister vau Oorlog ver
schenen, waarin bij ettelijke brigades als
hoofd der administratie een staf-officier
wordt aangesteld, die ook tot taak zullen
hebben eene mogelijke mobiliseeriug voor
te bereiden eu ook de oefeningeu der re
serve-bataljons te leiden.
Het Journal spreekt tegen, dat Rusland
eene leeuing voor oorlogs-doeleindeu tracht
te sluiten. Wordt eene leeuing uitgeschre
ven, dan zal het uitsluitend zijn voor spoor
weg-doeleinden, Het blad ontkent voorts,
daf de Caucasu3-troepeu optrekken of dat
Rusland plannen heeft op Erzerum. Ware
dit laatste het geval, dan zou het tweede
natuurlijk nooit kannen geschieden.
Iu de commissie voor het ontwerp tot
uitbreiding van deu dienstplicht heeft de Prui
sische Minister van Oorlog thans medegedeeld,
Het was geteekend Barker en bevatte slechts
de volgende regels:
//Gij hebt mij gezegd te hopen, maar ik heb
//de kracht niet.. De Hemel heeft mij verlaten. Ik
//kan mijne moeder of zuster niet helpen, ik heb
//den moed niet het gezicht harer smarten te
//verdragen. Vaarwel dan, gij die medelijden met
//mjj gehad hebt, gjj die mij geholpen zoudt heb-
//ben, indien uwe beurs aan uwen goeden wil was
//gelijk geweest; de Voorzienigheid schijnt den
//mensclien te gelijken. Zij beschermt slechts de
//gelukkigen.//
Barker.
Deze brief deed den ridder ontsteffen; lij kon
digde een noodlottig besluit aan, dat misschien
te laat was om te worden voorkomen, llij liep
naar de huisvrouw, die op de onderste verdieping
woonde, en vroeg liaar, of zij Aloysius niet ge
zien had; de jodin verzekerde, dat hij niet was
uitgegaan en De Roquincourt haastte zich weder
naar boven te klimmen. De deur van binnen ge
sloten, bood hem weinig wederstand; maar nauwe
lijks had hij ze open, of lij bleef verschrikt, als
aan den grond vastgenageld, staan; de jonge
Duitschei lag op den vloer met het hoofd in eene
zijner handen, terwjl een komfoor met gloeiende
houtskolen aan zijne voeten stond.
De ridder hief hem aanstonds op, bracht hem
buiten boven aan de trap, waar de jodin zich
reeds bevond. Gelukkig was de jongeling nog
niet geheel en al gestikt; door de zorg van beiden
kwam hij weldra weder bij. Toen hij eeDigszins
hersteld was, liet hij zijne blikken woest en ver
wilderd in het rond waren. Op het gezicht van
den ridder, herleefden al zijne herinneringen; hij
dat de uitgaven, welke de uitvoering der
wet vereischeu zal, een totaal bedrag van
omstreeks 280 millioen zullen bedragen.
Het zullen echter uitgaven zijn voor ééns,
welke in het algemeen niet tot telkens
wederkeerende uitgaven zullen leiden, met
uitzondering van de reute der bestede
som, de versterking van deu bureaudienst
en de onderhoudskosten der nieuw aan te
schaffen benoodigdheden. Het nieuw te
vormen leger zou in vredestijd slechts op
liet papier bestaan, maar bij oorlog vleesch
en bloed krijgen. Eene verklaring, dat dit
nu de laatste militaire eisch zal wezen,
kan de Minister niet geven, nadat hij tot
ziju leedwezen met eene soortgelijke ver
klaring, iu het voorjaar van 1887 afge
legd, zoo weinig geluk heeft gehad We
gens redenen van militair belang moest
de Minister weigeren, verdere bizonder-
hedeu mede te deelen.
Bij de daarop gevolgde tweede lezing
werden de paragrafen van het outwerp,
met slechts weinige, onbeteekenende wijzi
gingen aangenomen. Eene slotbepaling
wijzigt art. 59 der Rijksgrondwet iu dezen
geest, dat de dienstplicht in de landweer
2en ban wordt uitgestrekt tot het voltooide
39e levensjaar.
In bet Pruisisch Huis van Afgevaardigden
antwoordde de Minister van Eeredienst op
eene interpellatie van den Poolscben Af
gevaardigde Jadzewski, betreffende het doen
vervallen van bet onderwijs in de Poolsche
taal op de scholen iu Posen en West-
PruiseD, dat de opheffing van gezegd taal
onderricht ten doel had, om Pruisische
onderdanen met Poolsche moedertaal ver
trouwd te makeu met de Duitsche taal;
hen uit hun toestand van afzondering op
velerlei gebied te bevrijden, en hen iu staat
te stellen meer dan tot nu toe deel te
nemen aau het openbare leven iu Pruisen
en Duitsehland.
De ParisXIXe Steele en Matin beschul
digen thans openlijk den Procureur-Gene
raal bij het hof van appèl Boucher vau
knoeierij in de zaak Wilson. De Agence
Havas verklaart deze aantijgingen voor
lasterlijk, de Paris houdt vol, dat mevrouw
Legrand haren zoon, door Wilson's tas-
schenkomst, voor geld heeft laten deco
reeren, en dat de refus van het door
haar betaalde bedrag te vinden zijn bij
een notaris of een procureur, wier ua-
meu en woonplaatsen worden opge
geven.
De zaak wordt, naar men ziet, hoe
langer hoe ingewikkelder, eu het is niet
richtte zich plotseling op, gaf een gil, terwijl hij
zijne handen samenvouwde.
Ach! waarom hebt gij mij doen herleven?
stamelde hij op den toon der wanhoop.
Om u te bewijzen, dat God u niet verlaten
heett, zeide De Roquincourt, zijn hoofd meteen
zijner armen ondersteunende en met de andere
hand op de rol Frederiks wijzende.
Aloysius scheen als door een electrischen schok
getroffen.
Goud? riep hij uit.
Er zijn twaalf honderd thalers! hernam de
ridder, juist de som, die gij verloren hebt; breng
ze naar uwe moeder en herinner u op een anderen
tijd ndat de Voorzienigheid niet alleen de ge
lukkigen beschermt, n
"Wij zullen niet beproeven de vreugde van
Barker te schetsen; het waren te sterke aan
doeningen, dan dat woorden ze zouden kun
nen uitdrukken.
Door dit troostelijk geluk wijzer geworden en
tot inkeer gebracht, vertrok hij den volgenden
morgen naar Nieuwied, waar hij den kleinen
handel, welks winsten ook eertijds in zijne be
hoeften voorzien hadden, weder opvatte, waar
door hij dan ook welstand en vrede wedervond.
Wat De Roquincourt aangaat, eenige jaren
later keerde hij naar Frankrijk terug; hij her
kreeg een klein gedeelte zijner goederen, die voor
zijne eenvoudige leefwijze voldoende waren, waar
door hij verder nog middelen vond, om armen
te ondersteunen, want zoo als hij dikwijls zeide:
goede wil verhonderdvoudigt de hulpmiddelen,
en bezat men slechts een snuifje, men zou daar
mede een geheel huisgezin kunnen redden.