NIEUWE No, 1208. Woensdag 22 Februari 1888. 13de Jaargang. Twee sekten. BUIT E M L A S). ii. Gevaarlijke oogenblikken. ABOHNEMEHTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland Ir. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzmderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUKBAÜ! St. Janstraat Haarlem. PBIJS DEB ADVEETEIÏTIÉH AGITE MA HOlf AGITATE. Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K U P P E R S L A U R E T. De gausche' Rougeaantche beweging ver liep zonder resultaat. Er vormden zich, wel is waar, gemeenten, er kwamen zelfs enkele theologen, zoowel katholieke als protestautsche, die als leiders der gemeen ten wilden fungoeren, doch op veel succes van zijn arbeid kon Ronge niet bogen. Sommige predikanten waren al zeer spoedig op theologisch gebied uitgepraat. Zoo pre dikte een protestautsch candidaat, die te Darmstad als hoofd eener Duitsch-katho- lieke gemeente was opgetreden, al zeer spoedig over zaken, welke niet op fc gebied der theologie thuis behooren. Zijne eerste predikatie was over »de mythe eudesage,« later sprak hy op den kansel over het bemesten van het land en over de ver schillende soorten van grond Met de meeste bereidwilligheid stelde men protestautsche kerken aan de Rongeaueu ter beschikking. In Fraukfort gaf men hun de Paterskerk in gebruik, doch zij werden er wederom uit verdreven, omdat er op de meest onvoegzame wijze werd gepredikt. Te Darmstad stond men hun eeue kapel af, welke het eigendom was van die stad. Geen enkele Rongeaansche gemeente heeft het ooit zoo ver gebracht,, dat zij in staat was eene eigen kerk te bouwen. Weldra leden alle gemeenten aan de tering. Rouge hield zich te Fraukfort eenigen tijd onledig met het oprichten van een kinder tuin; vervolgens trok hij naar Darmstad. Niemand echter deed hem uitgeleide. Geen enkele deputatie kwam hem uit de stad tegemoetgeen enkel feestmaal werd te zijner eere aangericht, 't Wa3 met zijn roem en grootheid gedaan. De scherpst sprekende karaktertrek van Ronge was zijne ijdelheid en met zijn streven, de van Rome afgevallen Katholieken tot eene »Duitsch-nationale Kerkt te ver eenigen, had hij de klaarblijkelijke bedoeling zich zelf tot Bisschop te verheffen. Boven dien had hij de hoop, dat de protestautsche Kerk zich aan zijue Dationale Kerk zoude aansluiten. Zjju optreden, zijn heerschzuehtig en onverdraagzaam karakter, dat door geen enkele uitmuntende hoedanigheid eenigszins werd vergoed, had hem reeds na verloop anderhalf jaar een ontelbaar aantal vijan den in 't eigen kamp bezorgd, die zich in 1848, toen Ronge zich natuurlijk aan de revolutionnaire partij had verhouden, offi cieel van hem afscheidden. Toen hij, na F EU ILL E T O N. Het was omstreeks vier uur in den namiddag, toen ik, vroolijk en opgeruimd, het stadje O verliet, om nog voor het vallen van den avond de plaats mijner bestemming te hereiken, zoo dat ik mijn koetsier tot den grootst mogelijken spoed aanspoorde. Nauwelijks waren wij een uur ver gereden, toen er een vreeselijk onweer opkwam; daarbij hagelde het, dat wij geen oog konden open doen. Door de duisternis misleid, bemerkten wij eenige uren later, dat wij van den rechten weg waren afgedwaald. Een dicht dennenwoud omgaf ons, de regen viel hij stroomen neder, en het was reeds volslagen duister, toen de koetsier mij te kennen gaf, dat hij volstrekt niet wist, waar wij ons bevonden. //Met friaschen moed vooruit!" riep ik hem toe, toen wij nog een half uur hadden doorge reden en ik in de verte, voor mij uit, een licht zag schemeren. Eenigen tijd daarna bevonden wij ons voor een huis, dat door een ringmuur was omgeven. Ik klopte aan. De koetsier blies op zijn ouder- wetsclien hoorn, dat de dooden het zouden heb ben kunnen liooren. Er kwam niemand. Nu ver loren wij ons geduld en trachtten de deur open te breken. Tevergeefs! Het licht was reeds bij het eerste kloppen verdwenen. Wel huilden er in den tuin eenige honden, doch binnen bleef alles stil. Do koetsier klom op den wagen en keek over den muur; hij ontdekte drie mannen, omringd door een half dozijn honden, benevens de amnestie uit Engeland terugkeerde, werd hij door geen enkele Duitsch-katholieke gemeente erkend. Alsdan trachtte hij hier en daar vrije reform-gemeentenop te richten, doch daarmee ging het als met de Duitsch-katholieke gemeenten. Hij be steedde vervolgens zijn tijd aan het schrijven van polemieke geschriften en aau het hou den vau redevoeringen tegen de Jezuïeten en tegenzijne ambtgeuooten iu de vrije gemeenten.Ook gaf hij te Darm stad een weekblad uit Religiose Rejormt getiteld, t waarmede hij tot aan zijn dood voor zijne denkbeelden propaganda trachtte te maken. Het blaadje bevatte behalve de iu elk nummer wederkeerende lofprijzing van zijue vroegere daad, persoonlijke aan vallen tegen zijn eigen geestverwanten, die hem iu Darmstad zelfs den toegang tot de daar bestaande Duitsch-katholieke kapel hadden ontzegd. Hij hield derhalve maandelijks in eene gymnastiekschool zijne godsdienstige voordrachten, die echter zel den door meer dan een dozijn personen werden bezocht. In 1871 verscheen hij op het congres der oud-Katholieken te Muu- cben, waar hij echter totaal werd geïgno reerd. Rouges godsdienstige denkbeelden, ofschoon van een onduidelijk en verward stelsel getuigende, zijn iutusschen niet ge heel en al van atheïetischen en naturalis- tisehen aard. Wie de treurige overblijfselen van de Rongeanen thans beschouwt en het ontstaan der Rongeaansche sekte niet heeft beleeft, kan niet gelooveö, met welk een glorie Ronge en zijne aanhangers zijn opgetreden, met welk een enthusiasme zij werden begroet, met welke groote verwachtingen men aan hunne zaak den grootsten bijval heeft ge schonken, met welk een geestdrift men hunne daden met de grootste kerkelijke en wereldhistorische gebeurtenissen heeft ver geleken. Toen onlangs Ronge totaal dood ver klaard en geïgnoreerd stierf, schreef de Vossische Zeitung eene korte necrologie, waarin o. a. de volgende woorden te lezen waren Thans is Ronge, reeds lang ver geten, gestorven als hij nog tien jaren had blijven leven, daD zou hij niet alleeu het einde van het Duitsc'n-Katholicisme maar ook van het oud-Katholicisme heb ben beleefd. De dooden rijden suel.t Toen Döllinger in het jaar 1870 opstond tegen de Kerk, werd hij als een Luther gevierd. De JVational Zeitung noemde hem eene oude vrouw; die bij het flauwe schijnsel eener lantaarn, zich met het afwasschen van groote bebloede messen bezig hield. De koetsier bad en smeekte mjj, hier toch niet te overnachten, daar wij misschien nog wel eene andere woning zouden vinden. Ik bleef er echter op aandrin gen om hier te bljjven en beval hem de lieden in de landtaal aan te spreken, daar zij hem kon den zien. Na lang dralen werd de deur geopend, en kwamen de mannen, aan roovers geljjk, de honden vasthoudende, te voorschijn. De oude vrouw hield de lantaarn omhoog, om ons des te beter te kunnen beschouwen. Gelukkig was ik meer als militair dan als burger gekleed. Wij gingen het nest binnen. Mijne pistolen, die in den gordel staken en de sabel, die aan mijne zijde hing, schenen op de mannen een onaangenamen indruk te maken. Zij werden schijnbaar hoffelijker en verontschuldigden zich, dat zij niet spoediger hadden opengedaan, wegens de onveiligheid van het bosch. Ik vroeg eeno kamer, maar kon niets anders bekomen dan een klein vertrekje, dielit bij hunne woonkamer. Het was in de onderste verdieping en had een venster van ijzeren traliën voorzien. De wagen stond in den hof, waarop het ven ster uitzicht had, terwijl de koetsier bij zjjne paarden moest overnachten. Ik zeide hem voor af, dat hij bij het eerste pistoolschot mij te hulp moest snellen met mijn sabel, dien ik hem had. gegeven. //Ach, Mijnheer!// zeide hij, halfdood van angst, „wij komen hier niet levend vandaan-, er zijn nog drie kerels bijgekomen!// Ik stelde hem echter gerust en raadde hem aan, den nacht wakende door te brengen. Na dat ik mijn avondeten gebruikt had, plaatste ik mij, de geladen pistolen in de hand houdende, »het groote phenomeen vau Muucben,« «deu modernen Ajax, die een reus wordt. De gansche liberale pers nam de oud-ka tholieke beweging in bescherming de Re- geeriugeu begunstigden haar op buitenge wone wijze. Mensehen echter, die eenigzins verder dachten dan hun neus lang is, hadden tegen deze nieuwe sekte ernstige beden kingen. De Dresdener Nachtrichten schreven over de vooruitzichten vau het oud-Ka- tholiseisme het volgende: »Van deze sekte, die in de Katholieke Kerk dezelfde treu rige rol speelt als de Protestauten-Ver- eeniging in de Evangelische Kprk, ver wachtte Von Bismarck eene hoogst belang- O o rijke beweging der gemoederen. Maar noch het Arrowroot der geldelijke ondersteuning van deu Staat, noch het vleeschextract der Berlijusche pers waren in staat om liet wicht in 't leven te houden de beweging nam geene groote verhouding aan en het zal niet lang meer duren of wij zullen van den dood der sekte worden in kennis ge steld. De bekende cultuurstrijder Johannes Scherr voorspelde het oud-Katholicisme weinig goeds. >De belachelijke hoop,«zegt bjj,« welke de bureaucratie op de oud-ka tholieke zeepbel stelt, toont duidelijk aan, dat zij in den waan verkeert de rots van Petrus met sneeuwballen te kunnen om verwerpen. De anti-kathol'eke Rheinische Kurir besloot een artikel aan de nage dachtenis van den oud-katholieken Pastoor Michaelis gewijd met de woorden »De overledene zal ook, evenals ziju geestver want Döllinger, allengs hebben ingezien, dat het grootsche gebouw der Katholieke Kerk gansch iets anders is, dan de Kerk, die Duitsche professors binnen de muren van hun studeervertrek bouweu en dat de kleine kudde der oud-Katholieken, al be schouwen zij zich jaren lang als de echte bezitters der groote Kerk, ten slotte ge noodzaakt zullen zijn, hun bestaan in den vorm eener kleiner hulpkerk voort te zetten. Van alle kanten wordt deze voorspelling bevestigd. Professor Dr. Vou Schulte heeft in het jaar 1886 uit acten en andere authen tieke bronnen, eene geschiedenis van de ont wikkeling, en inwendige gesteldheid van het oud-Katholicisme in Duitschland geschre ven onder den titel Het oud-Katholicisme Aau de hand van authentieke bouwstof fen bewijst de oud-katholieke Paus« hoe sterk het aantal gemeenten, zelfstandige mannen en het zielental aan het vermiu- op een stoel tegenover de deur. Na verloop van eenig» uren werd het zacht gefluister, dat ik tot hiertoe in liun vertrek gehoord had, op eens luider en ik hoorde hen zeggen: //Of hij al slaapt?. Vooral stil, dat hij niets hoort!Wordt hij wakker, eer we met hem gereed zijn, dan zijn wij verloren, want hij is goed gewapend!// Zulke redenen wisselden elkander af en door eene opening, welke zich in de deur bevond, zag ik negen kerels, groot en sterk als boomen, om eene tafel staan; doch ik kor. niet juist ontdekken, wat er op tafel lag, wijl de lamp een flauw schijnsel afwierp. Eindelijk hoorde ik weer eene stem: //Kom, wij willen hooren of alles in rust is en dan met frisschen moet aan 't werk!. De messen zijn immers wel scherp?. Als de koetsier er maar niet bij komt! Ga eens even zien en luis teren!// Ik had de deur binnen niet kunnen toegren delen, maar zou echter den eersten, die het waagde mijn vertrek binnen te dringen, hebben neerge schoten. Zij legden het oor aan de deur, luisterden lang en zeiden tot de oude: //Hij slaapt, moe der! Hij slaapt als een doodel. Maak water warm, opdat wij het bloed terstond kunnen weg- wasschen eer er onraad mocht komen!// Ik behield mijne tegenwoordigheid van geest, beval mijne ziel aan God en wachtte den aanval af. H> t was stil in hun vertrek; ik zag door de opening dat allen mij den rug hadden toege keerd. Thans kwam ik op het denkbeeld, om in deze positie onder hen te schieten, want als alle kogels troffen, moesten er vier man op de plaats blijven en had ik nog alleen met de vijf overigen te doen. Hierom deed ik ongemerkt de deren is. Van de oud-katholieke Geestelijken werden volgens Schulte, tot Augustus 1886 weder twaalf Priesters ontslagen. Aan de universiteit te Bonn studeerden in den zomer van 1886 (behalve twee Oostenrijkers en een Zwitser) slechts een Duitsch oud-ka tholiek theoloog. Van de 54 oud-Katho lieke Geestelijken waren er 27 gehuwd. (Slot volgt). Iu de zitting van het Landscomité van Elzas-Lotharingen heeft de Staatssecretaris medegedeeld, dat het plan voor een kanaal van Ludwigsbaven naar Straatsburg gereed en zelf reeds bij de Beiersche Regeering ter overweging van technische bizonder heden ingediend is. Zoodra het van daar terug komt, zal met de Rijksautoriteiten in over leg worden getreden omtrent de quaestie van uitvoering. Het Journal des Débats meldt, dat de Minister van Buitenlandsche Zaken een on derhoud heeft gehad met deu Italiaauschen Gezant. De Minister ruimde het misverstand uit den weg, dat ontstaan was uit een on nauwkeurig verslag van zijne rede te Brian- fon op zijne verkiezingsreis. De Gezant antwoordde, dat de officiëele tekst der rede geen twijfel overliet omtreut de gevoelens van den Minister. In de Franscbe Kamer deed de Heer Laur eeue vraag aan deu Minister van jus titie betreffende het wegvloeien van het ko pergeld. De Minister Fallières antwoordde, dat men beweerd heeft, dat de stijging van den koers het gevolg is van eene samen spanning, terwijl anderen haar toeschrijven aan de natnurlijke werking der staathuis houdkundige wetten. De vraag is of er in bezitneming (accaparement) i» deu zin eter wet bestaatmocht dit het geval ziju of er eeue samenspanning ontdekt worden, dan zal de wet worden toegepast. Het onderwerp wat hiermede afgehandeld. De Heer De Laporte heeft zich laten vinden om de betrekking van Onder- Secretaris van Staat bij het departement van koloniën te aauvaarden, ter vervanging van den heer Felix Farre, die niet te be- wegeu was terug te komen op zijn besluit om af te treden. De heer De Laporte had ook reeds vroeger die betrekking waargenomen. De verlenging van liet handelsver drag met Duitschland werd in de Oosten- rijkscbe Eerste Kamer aangenomen. De de deur open. Op hetzelfde oogenblik dat ik wilde losbranden, draaide een hunner zich om en zag ik een hert op tafel liggen, daar zij de ingewanden uitnamen. Nooit in mjjn leven zal ik dat oogenblik ver geten, daar ik vier onschuldige menschen van het leven had kunnen berooven. Het waren wilddieven. Zij zagen nu duidelijk in, aan welk groot gevaar zij zichzelven hadden bloot gesteld, vielen mij te voet en smeekten mij hen niet te verraden. Zij verhaalden mij, dat het woud den rijken bankier B.toebehoorende en zij van honger zouden sterven als zij geen wild mochten stroo pen. Ik antwoordde hun, dat mij dit niet aan ging, gaf aan de arme duivels tien gulden en nu brachten zij alles te voorschijn wat er aan eetbare waren in hunne hut werd gevonden. Goeden Hongaarsohen wijn had ik bij mij en zoo had ik een redelijken maaltijd. Mijn koetsier werd geroepen en stond niet weinig verbaasd, toen hjj mij met de gewaande roovers in gesprek vond en het hert op de tafel zag liggen. Hier wer den wij gewaar, dat wij terstond na het eerste uur verkeerd hadden gereden; in plaats van rechts, waren wij links afgeweken. Na een stevig souper gebruikt te hebben, legde ik mij gerust neder en sliep, totdat de zon helder en klaar aan den hemel stond. Het was zeven uur toen wij deze gewaande rooverhut verlieten. Een der mannen ging drie uur ver met on3 mee, om ons weder op den rechten weg te brengen. Toen ik in den wagen zat, en tot bedaard nadenken was gekomen, dankte ik God uit den grond mijns harten, dat Hij mij genadig had bewaard, een viervoudigen moordenaar te worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1