NIEUWE
1)
No. 5209.
Vrijdag 24 Februari 1888.
13de Jaargang.
Twee sekten.
II U T E i\LA ft 0,
ui.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlem f 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland Ir. p. p. 1,10
Voor bet Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NOIT AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 1—6 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentien worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en V r ij d a g- a v o n d voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPEE8 I.AUKET.
Nadat de Heer Von Schulte iu de con
clusion vau zijn werk over het oud-Katho-
licisme verklaard had, dat aan eene uit
breiding der bewegiug voorshands niet meer
te donken is, werden zijne mededeelingen
van andere zijden gecompleteerd. De Alt-
katholische Bote te Heidelberg hoofdzakelijk
verklaarde: Zoo schoon en vol hoop de
beweging begonnen is, moet zij toch aan
tering sterveu. De AltJcatholische Bole be
vond zich dus iu de noodzakelijkheid om
de proguose vau Dr. Schulte te bevestigen.
De redacteur vau dit biaaoje t welk niet
meer verschijnt) was Dr. J. Rieks te Hei
delberg, die onlangs ouder den titel nAlt-
katholisches Kirclienregimenteene verdedi
ging ichreef tegenover de kerkelijke au
toriteit van Boun. De Frankfurter Zeitung
zegt vau dit geschrift, Nadat de Heer
Von Schulte iu zijn groot werk over het
oud-Katholicisme iu het vorige jaar heeft
geconstateerd, dat de sekte de grenzen van
haren wasdom reeds lang heeft bereikt en
de Rogeeriugeu geen belang meer in haar
voovtbestaau stellen, is dit geschrift eene
natuurlijke aanvulling door de bekentenis
uit het eigen kamp, dat iu het oud-Ka
tholicisme ook inwendig alles hol en rot
is. Men kan iu gemoede zeggen, dat het
geld ziju opperste leider nog staande houdt,
de kuilde zelf verkeert iu eene oplossings
periode.*
Het ontslag, dat Dr. Rieks, die vroeger
tot de meest geestdriftige bevorderaars vau
de sekte behoorde, uit zijn ambt heeft ge
nomen, heeft ten gevolge gehad, dat een
groot aantal ontevreden gemeenten uit de
jurisdictie van Bisschop Reiukens ziju ge
treden. Daardoor is eeu begin gemaakt van
de oplossing der oud-katholieke gemeeuteu.
Het verdedigingsgeschrift vau Dr. Rieks
is van hoog belang door den blik, dien men
bij het lezen ervan krijgt in den staud vau
de »oud-katholieke zaken.Het is in zoo
verre eene welkome aanvulling van het
boek van professor Yon Schulte. Lateu we
het geschrift zelf aau 't woord.
De voorrede heeft de predikaut P. Strucks-
berg te Giesseu geschreven en hij erkent
dadelijk op de eerste bladzijde, dat ziju
ambtsbroeder de Pastoor der Heidelbergsche
gemeente* in ziju conflict met het kerk
bestuur, tengevolge van gebrek aau ver
trouwen in het oud-Katholicisme, de sekte
heeft verlaten. Op de negende bladzijde
schrijft Dr. Rieks: De verklarin
gen der oud-katholieke Synode over de biecht,
het vasten enz. enz. hebben reeds voor tien
jareu velen uit de dwaling geholpen. Te
vergeefs gaf men zich moeite door verga
deringen en door het verspreiden van bro
chures en andere geschriften, eenigen geest
drift voor de zaak op te wekken.
Uit deu brief vau een collega van 13
Juli 1885 deelt Rieks de woorden mede:
»Wie niet aau de onfeilbaarheid van eenige
professoren gelooft, die is in hunne oogen:
F E U I L L E T O N.
PALOS DE MOGUER.
(Eene Adaluzische vertelling
Op de kust van Andaluzië, kort bij de gren
zen van Portugal, vindt men eene stad, die wei
nig belangrijk is om hare bevolking, maar eene
prachtige ligging lieeft aan de kust van den
Oceaan: bet is Palos de Moguer of eenvoudig
Palos-
Het was uit de haven van dit stadje, dat de
drie scheepjes uitzeilden, waarmede de geniale
Corsicaan, Columbus, ter ontdekking van onbe
kende landen uittoog, ten einde er bet geloof
aan den Gekruiste en Diens leer te doen verkon
digen. Dat alleen zou reeds eene glorie voor Padua
zjjn maar oude kronieken maken melding
van eene zonderlinge geschiedenis, die aldaar
nog veel vroeger beeft plaats gehad, en die reeds
zekere beroemdheid aan bet stadje zou gegeven
hebben, dat tusschen twee haakjes pas
kort te voren was gesticht en te dien tijde nog
eeu rebel. Een brief van den oud-katholie
ken Pastoor Kamiuski in Thiengen (Baden)
behelst de volgende woorden: »De meeste
oud-katholieke Geestelijken zijn door deu
slechten staat hunner financiën tot het
voortspelen hunner rol gedwongen. Ieder
wel onderricht oud-Katholiek erkent thans
de onuitvoerbaarheid der vroegere wensehen
en plannen. De .Bisschop heeft er het meest
toe bijgedragen het gevoel wakker te roe
pen, dat men voor geene hoopvolle zaak
arbeidt. Vele zijner voordrachten begon hij
met eene lofprijzing van den tijd waarin
hij hoogleeraar was, om te eindigen met
de mededeeliug, dat hij voor langen tijd,
gelijk elk jaar, naar ^Zwitserland trok, in
gewesten waar hij geen oud-Katholieken ont
moette.
Dr. Rieks schrijft't Is overal gebleken
dat zij, die de [Kerk aan de Roonisch-
Katholieken wilden ontnemen,de Kerk nooit
goed beschouwd of begrepen hebben. Meestal
was het haat- tegen den E,. K. Pastoor, die
beu naar de oud-Katholieken deed over-
loopen, een haat die weldra ook tegen den
oud-katholieken Pastoor werd overgebracht.
Dr. Rieks klaagt voorts over gebrek aan
godsdienstig leven te Heidelberg, waar hij
jareu lang had gearbeid. En toch werden
in die stad de godsdienstoefeningen naar
verhouding nog beter bezocht, dan in de
meeste overige oud-katholieke gemeeuteu
van het laud.
Een lid der oud-katholieke Synode schreef
deu 19den Oct. 1885: Bij de meeste
ond-Katholiekeu ontbreekt diepe, ernstige,
godsdienstige zin.
De oud-katholieke Pastoor Bodenstein te
Carlsruke zegt het volgende: »IIetoud-Ka-
tbolicisme wordt hoofdzakelijk gerecruteerd
uit zulke lieden, voor wie kerkelijke ge
zindheid een gruwel is, De kerkelijk ge
zinde elementen ziju bij de Roomschen
gebleven en na verloop van twint'g of
dertig jareu zal men liet oud-Katholicisme
nog slechts in de^ historieboeken vinden.
Dat is mijne vaste overtuiging.*
De overleden oud-kat.holieke Pastoor Wei
dingen iu Dusseldorf (tevens lid der Sy
node) zeide: »Ik werk Tevergeefs eu wijd
mijne krachten aau een nutteioozen arbeid.
De oud-katholieke Priester Karl Freiherr
Yon Richthofeu zeide in 1874: Uit zulke
woelzieke elementen, die mij hun bijval
schenken, kan men geene christelijke ge
meeuteu vormen.*
Wat de algemeene toestand der oud-
katholieke zaak aangaat, wijzen we naar
het werk van Dr. Von Schulte, die de ver-
miuderiug van het zielental der oud-Ka
tholieken heeft geconstateerd. De Synode
beeft daarom ook in 1886 de wijze be
slissing genomen geen verdere stappen te
doen tot oprichting van nieuwe oud-ka
tholieke gemeenten, hetgeen den Heer
Beyschlag niet verhinderde iu de Deutsch
Evangelische Bliittern van 1 Juni den Staat
verantwoordelijk te stellen voor het feit
in vergelijking met de toelage aan de
Roomschen, aan de oud-Katlioliekeu te wei
geen anderen naam had dan la Privada, wat
de goedgunstige lezer zelf wel zal willen vertalen.
liet was slechts tengevolge der gebeurtenis
sen, welke wij gaan verhalen, dat haar de naam
Palos werd gegeven.
In dien tijd dan waren de inwoners, der stad
la Privada, de beste menschen van de wereld
en waren vooral bekend om den minzamen om
gang, die de huisgezinnen kenmcikte, de eens
gezindheid, die in de huishoudens hecrschte: de
vrouwen waren engelen (engelinnen, als ge wilt),
de mannen heiligen.
Het eenige gebrek, dat men die vreedzame
stedelingen zou hebben kunnen verwijten, was
eene algemeene hoofdigheid; toch had deze
schaduwzijde voor hen nooit ernstige gevolgen
gehad, althans voor den gedenkwaardigen dag,
waarvan wij gaan spreken.
Er was toen in de kathedraal van de stad
een koster, die nog maar pas getrouwd was en
dank zijn schaapachtig karakter (of liever zijn ka
rakter als een lam) den bijnaam had gekregen van
Agnuszijne echtgenoote, even bekend om hare
zachtmoedigheid als minzaamheid, heette Colomba.
Op zekeren Zondag een noodlottige dag
nig geld te hebben bewilligd, 't Is belache
lijk den Protestant Beyschlag voor zulk een
kwijnend kerkgenootschap nog geld te
hooreii eisrhen. Dr. Rieks antwoordt hem
dan ook aldus: Vermits, volgens de be-
rekening van ueu Heer Von Schulte, de
Pruisische Staat jaarlijks voor de ouu-Ka-
tholiekeu 68116 Mark uitgeeft en men
volgens den Heer Von Schulte, in Pruisen
15063 oud-Katlioliekeu telt, krijgt ieder 4
Mark 52 Pf. of op ieder der 4943 oud-
katholieke mannen, 13 Mark 78 Pf.
De Roomsch-Katholieken kosten, zooals
Rieks verder berekent, den Staat jaarlijks
23 Pfennig per hoofd en nu durft de
Berner Katholik (orgaan vau den Bisschop
Herzog) nog wel te schrijven dat de Regee
ring dertien maal meer voor de Roomschen
dan voor de oud-Katholieken uitgeeft.
Door het hier vermeldde bopeu wij een
nieuw bewijs geleverd te hebben vau het
wereldhistorische feit, dat slechts door eeue
nauwe aansluiting aan de Kerk eu aan
deu Stedehouder van; Jezus Christus, een
waarborg voor de reinheid van het geloof
kan gegeven worden. Wie slechts een en
kele zaak verwerpt, welke de Kerk voor
stelt te gelooven, is op den weg naar deu
afgrond van de dwaling en het ongeloof.
Daarom verlangt de Kerk steeds, dat men
haren ganschen geloofsinhoud aanneemt;
slechts eeu gedeelte aau te nemen, heeft
zij nimmer toegestaan. Dat komt door kaar
onwankelbaar bewustzijn, dat zij de ware
Kerk van Christus is, dat hare leer van
God is eu dit alleeu biedt ook eeu waai-
borg voor ous geloof.
Sluiten we ons derhalve steeds nauw aan
het centrum unitalis, deu Stedehouder van
Christus op aarde, aan. Ubi Petrus ibi
ecclesia Waar Petrus is, daar is de Kerk.
Bij deu aanvang der Belgische Kamer
zitting heeft de Luiksche Afgevaardigde
Neujeau de Regeering geïnterpelleerd over
de geruchteu [in de pers, en zelfs in de
Diiiiscke pers, omtrent een definitief trac-
taat tusschen België en het Duitsclie Rijk.
De Minister van Buitenlaudsehe Zaken,
Prins De Caraman-Chimay, verklaarde dat
er geenerlei tractaat noch overeenkomst
bestaat; dat er geen voorstel in dien zin
ooit aan de Regeering is gedaan; dat al
die geruchten zuivere sprookjes zijn, en dat
België wensclit trouw te blijven aan de
plichten zijner neutraliteit. Hij betreurde
het, dat verschillende bladeu met zulke
haulnekkighoid zoodanige onware geruchten
blijven verspreiden.
De heer Neujean dankte den Minister
voor zijn categorisch antwoord, welke dank
betuiging in de Kamer algemeene instem
ming vond.
In Pruisen is, naar men weet, sinds
lang de vraag overwogen, wat er geschie
den moet met de tijdens den »Cultur-
kampf* ingehouden traktementeu vau de
Geestelijkheid, welke som allengs is aan-
voor dit paartje en ook voor alle paartjes uit
den omtrek gebeurde liet tiat Agnus, toen
hij zijn wit vest wilde aantrekken, zag dat het
gevlekt was, wat hem tegenover zijne geliefde
echtgenoote zeer ontevreden maakte.
Colomba, van haar kant, bemerkte toen zij
haar waaier wilde krijgen, dat deze geheel en
al verbrijzeld op den stoel lag, waarop Agnus,
zonder ergens acht op te slaan, zich had neder
gezet.
Hierover ontstond een voorbijgaande twist tus
schen beide echtgenooten, die echter dank hun
woede inborst en hunne wederzijdsche genegen
heid, spoedig was weggeruimd.Maar bij het ontbijt
kwam een nieuw incident, dat den kuiselijken
vrede een weinig verstoorde. Agnus vond, dat
de jiap te flauw was en terwijl hij naar de etens
kast ging om het zoutvat te halen, wierp hij
zeer onhandig een mooie vaas om, waar Colomba
zeer veel van hield en die in duizend stukken brak.
„Wees toch vooorzichtig riep Colomba, onge
duldig geworden, uit, //ge breekt van daag al
les. ge let niet op wat ge doet.
//Ge zoudt beter doen, zelf er beter op te
letten,// antwoordde Agnus, zeer geraakt, //is
gegroeid tot een bedrag vau 16 millicen
Mark. Aanvankelijk achtte men eene even
redige verdeeling over de verschillende
diocesen de meest wensckelijke oplossing;
maar gaandeweg beeft een ander denk
beeld veld gewonnen, namelijk de wensch
dat deze gelden besteed mogen worden
voor liet'stichten van eeue vrije katholieke
universiteit. De blijde instemming, welke
een gelijksoortig voorstel-Lienbacher in
Oostenrijk gevonden heeft, vond een le-
veudigeu weerklank iu Pruisen, waar men
van katholieke zijde over uitnemende krach
ten beschikt en sinds jaar eu dag niets
vuriger wensclit dan iu dit opzicht Leuven
eu Parijs na te streven. De middelen zijn
er thans voor aanwezig, zoo de Regeeriug
slechts hare toestemming wil geven.
In de zitting vau deu Rijksdag kwam
jl. Dinsdag bij de behandeling der posterij-
begrooting, de Engelsch.e postverbinding
via Viissingen en OAende ter sprake. De
beraadslagingen, die zeer de aandacht der
ledeu trokken, werden geopend door Prins
Hatzfeld Trachenberg. Wie in deu afge-
loopen herfst, zeide deze, de couranten ge
lezen heeft, zal daarin vaak hebben aan
getroffen de Engelsche post is nipt aan
gekomen, omdat zij te Osteude den trein
heeft gemist de Engeische post gaat voor
een gedeelte over Ostende, gedeeltelijk over
Viissingen. Nu mist de post over de Viis
singen nooit de aansluiting. WaDneer zij
op die wijze sneller en zekerder gaat,
waarom wordt die weg dan niet uitslui
tend gebruikt? Op die vraag antwoordde
de Staatssecretaris Stephau de post gaat
thans feitelijk reeds over Viissingen, en
wel iu het bizonder die, welke voor het
Noorden, de Hansesteden, Denemarken
en Zweden bestemd is. Een gedeelte zal
trouwens over Ostende moeten blijven gaan.
Dat daar de aansluiting vaak gemist wordt,
is ook aau de aandacht der Belgische Re
geering, die het groote belang van deze
postverbinding kent, niet ontgaan. Zij heeft
alle mogelijke pogingen iu het werk ge
steld om het verkeer te verbeteren. Het
missen der aansluiting is het gevolg der
gesteldheid van de haven van Ostende, en
van het weder. Het bestuur der Belgische
posterij heeft in den laatsteu tijd zeer
kostbare pogingen gedaan om schepen met
grootere snelheid, die beter tegen ongun
stig weder eu slechte zee bestand zijn, in
de vaart te brengen. Naar zich hopen laat,
zal de aansluiting derhalve beter worden.
Wat de route zelve betreft, daarvan valt
nog veel te verbeteren. De route over
Viissingen was van deu beginne af toe
gerust met uitmuntende schepen. Ook op
verbetering van deze route is men bedacht
gebleven, maar hierbij doet zich bet be
zwaar gelden, dat de mist op de Theems
bij het uitloopen der booten zeer hinder
lijk is. Dat ligt niet aau gebrek aau goeden
wil, maar aau de moeilijkheid om de na
tuurlijke bezwaren, de vis major der na
tuur, te overwinnen, waarmede wij hier te
kampen hebben. Ziju wij maar eerst on-
me dat een vest!. en is me dal een ontbijt!
i/O, die vlek en die flauwe pap kunnen lich
telijk verholpen worden; maar wat aan te vangen
met een gebroken waaier, met eene verbrijzelde
vaas? Andeie lcoopen, anders niet."
//Dat moet toch alles uit mijne beurs bekostigd
worden.//
//Die dingen hebben u niets gekost, het waren
g. schenken van mijne peettante.//
//Die peettante cn dat peetkind beginnen
mjj liet bloed zoo warm te maken, dat.
Toeh haalde de spreekwoordelijke minzaam
heid der heide echtgenooten nog ditmaal de zege,
eu de storm, die dreigde los te barsten, ver
dween als oen tooverslag; ze sloten vrede, en
wederkeerig elkaar verschooning vragende, hiel
pen zij elkaar met zich op te schikken om naar de
kerk te gaan.
Maar welk een noodlottig toeval mag er
toeh toe geleid hebben om Colomba, toen zij de
deur wilde ojienmaken, een haartje te doen ont
dekken op de jas van Agnus? //Pas op, zei ze
haastig, wacht tot ik dat haartje, dat aan uw jas
kleeft, heb weggenomen.
Wordt vervolgd