N IE UWE No 1214 Woensdag 7 Maart 1888. 13de Jaargang. Frankrijk, Ruslanden Europa. BUIT E iM L A i\' i. Een warwinkel. flüRimCHfiCOÏlUÏT. ABONHEMENTSPBIJ8 Per 3 maanden voor Haarlemt 0.85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzinderlgke Nummer»0,06 Dit blad verschgnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUHEAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA WON AGITATE. PBIJS DEB ADVEBTENTIÉM Van 16 regel».30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag, avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS fc l.AURET, Ouder bovenstaauden titel bevat de Revue des deux mondes van 15 Februari jl. een artikel, dat de algemeene aaudacbt wel waardig is. Het is niet onderteekend, doch men weet thans beslist, dat het geschre ven werd door den Heer Auatole Leroy- Beaulieu, die vroeger reeds uitmuntende studies over Rusland heeft gegeven. H"t artikel keuteekeut op elke bladzijde niet alleen den vaardigen auteur maar ook den vèrziendeu eu bekwatneu politicus. Zouder juist de republiek te t verloochenen, cr;ti- seert de schrijver haar toch zeer scherpen geeft hij onverholen zijne denkbeelden om trent haar ten beste. De schrijver zet de brandende quaestie van den dag uiteen, of namelijk de door de Triple-alliautie uitgesloten machten, Rus land eu Frankrijk, met elkander een ver- boud zullen sluiten. Ter beantwoording dezer vraag onderzoekt hg allereerst deu toestand van Frankrijk. Hij vindt dien ech ter niet geschikt als een beweeggrond voor eene alliantie te dienen. Frankrijks Staats lieden, zegt de schrijver, ziju middelmatig, de Regeeriug is zwak, de diplomatie, de rechterlijke macht en alle takken van deu openbareu dienst zijn in volslagen wan orde. Het ontbreekt der Frausche repu bliek leiding en consequentie. Zij heeft geen enkel vast punt, waarop een bondgenoot zou kunnen bouwen; sinds Grévy is ver dwenen kan men niet eens op het presi dentschap vertrouweu stellen. In den Pa- rgschen gemeenteraad dreigt eene nieuwe commune en alle proeven van concentratie door de republikeinen komen slechts ten goede van de radicalen. Eu komen dezen uau het roer van den Staat, dan zal de toestand nog hacbelgker worden. Men heeft de godsdienstige en conservatieve belangen gekreukt, met de financiën staat het slecht geschapen en nu wil men ook het leger radica'.iseeren. Het land is vredelievend ge zind, maar dat is nog geene politiek. Men heeft niets gedaan, om als bondgenoot wen- scbelijk te zijn. Victor Emanuel heeft eens gezegd: »Wij souvereinen zijn monarchis ten.* Dat is ook de hoofdzaak, waarom Italië zich bij Duitschlaud eu Oostenrijk heeft aangesloten. Frankrijks bestuur is niet geschikt, om monarchieën tot alliantiën te bewegen. In het tweede hoofdstuk van het artikel geeft de schrijver een overzicht van de Fransen-Russische betrekkingen tot de tegenwoordige toenadering en betoogt dan in het derde kapittel, dat er voor een ver bond iets auders noodig is, dan geheime sympathieën of antipathieën. Hij steekt deu draak met de Frausche democraten, die F EVIL LE T O N. 3) Vervolg De heer Stin, bewoner van den nieuwen boulevard, schuin tegenover de melkinrichting, was «renumeroteerd op het bureau der telephoon- maatschappij en had het No 129 tegen betaling van een billijk tarief in abonnement aangenomen. Dien middag bij de thee hadden de onweers wolken, die bij het eerste kopje in het hootd van mevrouw samenpakten, bij het derde kopje zich ontlast en al de lieve woordjes, die mevrouw Stin tot hare dipositie had, trollen als bliksem schichten het gemoed van haar heer gemaal en het rinkelen van de theekopjes en een gedeelte van het servies, dat op den grond was getui meld, klonk als een ratelende donder in de ooren van een //baas van het huis.// Het kon niets anders of dit moest de goede bui, waarin papa Stin verkeerde, verdringen en in een on weer nog verschrikkelijker dan dat van mevrouw, greep mijnheer zijn jas, hoed en stok en trok hij de kolossale huisdeur met een donderenden slag achter zich toe om in den //Nederlander,// zijn ge liefd koffiehuis, zijn huiselijk leed in kranten- lectuur te gaan vergeten. Mevrouw had, nu zij zoo alleen was, veel spijt de ruzie te hebben vieve de Czaar* roepen, terwijl liet den Russen niet in de gedachte komtdevMar- seillaise* te laten spelen. Eu zulke dingen ontuemeu alle achting aan een land. Of schoon de grenzen van Frankrijk en Rusland elkander niet raken, toch bestaat er een aanrakingspunt tusschen beide lauden en wel in het Oosten en nu zegt de schrijver, dat, als Rusland zijne politieke eu religieuze opperheerschappij ir. het Oosten wil doen gelden en van de Turksche vasallen, va- sallen van den Czaar wil maken, deze handelwijze noch met de tradities, noch met de moreele eu materiëele belangen van Frankrijk overeenkomt. De Bulgaarsche en Egyptische aflaires zijn niet van 't zelfde allooi. In Egypte heeft Frankrijk, door Rusland geholpen, Europa een dienst be wezen; doch wanneer Frankrijk zijn steun aau Rusland geeft in de Bulgaarsche quaestie, dan wordt slechts aan Rusland een dienst gedaan, Europa echter zal er schade bij hebben. De schrijver voert hierbij aan, dat het ook voor Frankrijk van groot belang is Oostenrijks integriteit en rang als groot macht te behouden. Als Oostenrijk ver dwijnt, daalt Frankrijk tot den rang, dien Spanje thans inneemt. Het vierde hoofdstuk der 'critiek is aan den toestand van Rusland gewijd. Het resul taat is verre van gunstig. En nu komt de hoofdzaak: de schrijver toont namelijk aan, dat in een Europeeschen oorlog, die Frank- rjjk aan de zijde van Rusland vond, Frank rijk alle nadeel op zjjne zijde zou onder vinden. De Russische soldaat is goed, maar het legerbestuur is slecht en met de con centratie ziet het er alles behalve gunstig uit. Men weet op den dag af, hoe veel tijd Dui'.schland en Frankrijk gebruiken, om een millioeu soldaten te mobiliseeren. In Ruslaud weet men dat echter niet; men kan zulks niet eens bepalen bg weken of maanden. Zekor is het slechts, dat de con centratie hoogst langzaam en de middelen ervoor ontoereikend zijn. De schade daarvan zou de bondgenoot van Rusland moeten lijden. Het uitgestrekte, kolossale Rusland kan, zonder groote verwarring te onder vinden, den vijand in het land opuemen; men weet in Ruslaud maar al te goed, hoe moeilijk bet voor hem is, er weer met goed fatsoen uit te komen. Maar wat zou nu in dien tijd Ruslands bondgenoot doen? Het meest gewone menschenverstaud zou hem raden, eerst na de Russen ic actie te treden, eerst dan als de Russen met hunne mobili satie gereod zijn. Maar zullen de vijanden van Rusland diens bondgenoot toestaan een geschikt oogeublik daarvoor te kiezen? Frankrijk waagt derhalve alles, Rusland bijna niets. De Russische kolossus heeft eene dikke huid, een gordel van uitgestrekte provinciën, die hem deu krijg niet zoo erg uitgelokt, doch zij had gelijk en dat zou ze ook mijnheer bewijzen; wacht maar eens, als hij van avond om 10 uur volgens gewoonte thuis komt! De speech, die zij zou afsteken, was in haar brein spoedig tot rijpheid gekomen en wachtte slechts hem dien ze gold. Doch 't werd kwart over tienen, niemand kwam opdagen. Op eens dringt tot haar oor de schelle klank van den telephoon, die in den hoek der huiskamer stond. Was haar man misschien opgepakt door de uitvoerders der drankwet die nog steeds in alle eer werd gehouden bijna zeker kwam het mevrouw voor, want bij ondervinding wist zij, dat haar echtgenoot ieder geschil met haar op' den bodem van het glas trachtte bij te leg gen. Zijne wienden, waarschijnlijk begaan met haar lot, telephoneerden nu stellig, dat zij niets behoefde te vreezen, daar hij thans in //goede handen// was. Terwijl zij dit overwoog nam zij den koker ter hand en gaf het sein dat zij luisterde. De lelephoon bracht haar de mededeeling van den heeft Tres over, voor diens boekhouder Rons be stemd: //Wacht mij niet meer, ik ga naar Ant werpen!// Groote goedheid! gilde mevrouw Stin. Naar Antwerpen! Gerechtige Hemel! Waarom heb ik het zoo ver laten komen? Canaille had de nommers weer afgesloten en de uitroep van mevrouw Stin werd gelukkig zouden doen voelen; in Frankrijk kau de vijand na den eersten slag in de provincie Champagne, na de tweede voor de poorten van Parijs staan. Ruslaud is, om zoo te spreken, nog ouorganisch, het heeft hart noch hersens waar men het doodelijk kan treffen. Zelfs dan als alle legers van deu Czaar zouden geslagen ziju, zou de over winnaar toch niets hebben gewonnen. De Czaar zou aan den Don of aan de Wolga den strijd kunnen voortzetten, als zijn bond genoot reeds lang op genade of ongenade zich had moeten overgeven. Het slot van dit hoofdstuk luidt woordelijk: Frankrijk en Ruslaud zouden, onder een goed bestuur, zeker in staat zijn, om aan het overige Europa het spits te bieden, maar toch zou Frankrijk het gansche gewicht van deu strijd moeten dragen. Frankrijk zou aan alles zijn blootgesteld, vermits dit land 't ge makkelijkst te verwouden is. Het zou aan alle grenzen tegeljjk den vijand het hoofd moeten bieden, te water eu te land, in Europa en in Afrika, zonder de zekerheid te bezitten, dat zijn bondgenoot tgd en mid delen zou hebben ter hulp te komen. Men kon dus van militair standpunt gesproken, zeggen, dat de voordeeleu van eene Fransch- Russische alliantie voornamelijk voor Rus land, de gevaren hoofdzakelijk voor Frankrijk zijn. (Slot volgl). De Rijksdag heeft het ontwerp der heeren Lieber en Hitze betreffende de Zondagsrust bij tweede lezing met eenige wijziging aangenomen. In hoofdzaak komt het nu hierop neder: dat in beroep of bedrijf geen werkman op Zon- of feestdag verplicht kan worden te werkendat bet dienstpersoneel in bierhuizen, logementen enz., alsook bij de middelen van verkeer, niet in de termen dezer wet valt; dat voor banketbakkers, photographen en anderen, die in hun be roep des Zondags veel te doen hebben, beperkende en voor allen gelijke voorschrif ten zullen worden gegeven dat elke Bonds- regeering binnen haar gebied naar plaatse lijke toestanden en gebruiken bepaalt, welke dagen als feestdag in den zin dezer wet moeten worden in acht genomen; dat in handelsbedrijven op Zon-en feestdagen wel, doch niet langer dan vgf uren, gewerkt mag worden dat in mijnen, steengroeven, fabriekeu, alsook op timmer- en scheeps werven, des Zondags geen werklieden bezig mogen zijn; dat deze wet niet toepasselijk is op verrichtingen, die voor den geregelder: loop van het werk uit den aard der zaak onvermijdelijk zijn, maar dat de daarmede belarte werklieden minstens om den anderen Zondag van 's morgens 6 tot 's avonds 6 uur vrij moeten zijn. niet door den heer Tres gehoord en daar hij verder niets van zijn boekhouder een man van zaken even als hij had te vernemen, vond hij het vrij natuurlijkr dat men de //nom mers// weer van elkaar afhielp. Mevrouw Stin was echter nog niet uitgepraat en verzocht dadelijk weer aansluiting. Camillelag juist weer op de drie sfdeelingen van zijn hard //rustbed//, tóen de schel hem waarschuwde dat men wederom aansluiting ver langde. Wat al weer?! grinnikte Camille, wat man keert dat volk toch? Hij luisterde wat No 129 wel te zou zeggen hebben. Aansluiting, vroeg No 129. Heb je van m'nj leven, 't is hun hetzelfde met wien ze aansluiten, zal ik er maar ergens een pakken. Maar iets dat aan een helder oogenblik grensde, deed hem nog zeggen: met wien? Het nommer van den //Nederlander// wist mevrouw niet uit het hoofd en hare agitatie vergat zij op de lijst te kijken. Met het laatste nommer. Met het laats e nommer bedoelde mevrouw Stin het //nommer// hetwelk zoo even tot haar had gesproken. Camille vatte het echter noodlottig andera Iu het officiëel bulletin van Zaterdag voormiddag uit San Remo omtreut den toestand van den Kroonprins wordt ge meld, dat de krachten weder toenemen en de Prius een gedeelte van den dag op het balkon doorbrengt, en dat in slapen en opgeven nog geene verandering is gekomen. Het ontwerp, betreffende de openbaarheid der behandeling van rechtszaken is in den Rijksdag bij tweede lezing aangenomen. Voor den aanleg der strategische spoor- Ijjneu (nameljjk een tweede spoor op de bestaande spoorwegen) in het oosten van Duitschlaud wordt ruim 25 millioen mark vereischt, waartoe gerekend wordt op na genoeg 181/* millioen van het Rgk, terwijl het overige ten laste van Pruisen zal komen. Indien de Rijksdag niet te veel bezwaar tegen dit nieuwe voorstel heelt, zoodat het nog deze week kau worden afgedaan, kan dan tevens de zitting wordeu gesloten. Wilson en Ribaudeau, zijn gewezen secretaris, hebben, gelijk verwacht werd, hooger beroep aaugeteekeud van hun vonnis van 1 dezer. CJit een rapport van Dr. Dujardin- Beaumetz aan de gezondheidscommissie in de hoofdstad over de hondsdolheid te Pargs en in de voorsteden gedurende de jaren 1883—1887 blijkt, dat de gevallen dier ziekte bij honden steeds is toegenomen. Ziehier de opklimmende cjjfers: 182, 301, 518, 604 en 644. Zeven en veertig Afgevaardigden hebben bq de Kamer een voorstel ingediend be treffende het ontworpen kanaal van Pargs naar zee. Volgens de voordracht zou dat vaarwater anderhalf maal de breedte krijgen van het Suez-kanaal. De kosten zijn geraamd op 118 millioen. "Eene commissie, die zich met het onderzoek dezer zaak heeft onledig gehouden, heeft de concessie voor de onder neming aangevraagd zonder toelage of rente- waarborg van deu Staat. Zjj verlangt enkel vergunning tot beffing van een tol naar de tonnenmaat der zeeschepen, die de Seine verder dan Rouaan opvaren. In den Parijschen gemeenteraad is een ernstig incident voorgevallen. Toen het onlangs van omkoop beschul digde lid Lefèbre Roucier binnen trad, ont stond een groot tumult, ten gevolge waarvan de zitting weid geschorst. Alle leden ver lieten de zaal, behalve Lefèbre Roncier, die kalmpjes zijne papieren doorkeek. Na ver loop van een uur werd de zitting heropend. Lefèbre Roucier zat nog altgd kalm iu zijne papieren te snuffelen. De voorzitter Darlot sprak nu het volgende. Mijne Heeren, ge hebt zoo even eene manifestatie gedaan, welke ongelukkigerwijs niet door hem, tot wien zij gericht was, is begrepen. Bij gevolg stel ik u voor onmiddellijk de zitting op te heffen. op en verbond haar nummer met No 903, het laatste van de ljjst. Dokter Vos was slechts twee dagen toegetre den tot de geabonneerden van den telephoondienst en had No 903. 's Middags was hij reeds tweemaal bij een patiënt geweest, die aan hypochondrie leed en bij wien hij ook zoo'n dingetje in een hoek van de ziekenkamer had ontdekt. //Dat 's wel ge makkelijk,// had hjj gezegd, //als je me eens noodig hebt, Reuvig. Hij had echter niet kunnen vermoeden, dat de hypochondrist die echter niets mankeerde dan 'dat hjj dacht alles te mankeeren hem zoo spoedig zou lastig vallen. Verdiept in zijne studie, wordt hij door dat malle ding gestoord in zijne overpeinzingen. Daar heb je 't al, waarom heb ik hem er ook opmerkzaam op gemaakt, zegt Dr. Vos spjj- tig. Hij greep de kruk, gaf het sein en luisterde. Kom bij me! Met smart wacht ik u. Wie zijt ge? Uwe Maiianne! O, ik smeek u, kom! Ik wacht u met angst en verlangen. Marianne! schreeuwde de van aard opvlie gende dokter, Marianne, loop naar den drommel, die ken ik niet! En meteen gaf hjj het teeken voor afsluiting. {Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1