NIEUWE
No. 1223.
Woensdag 28 Maart 1888.
13de Jaargang.
Domela Meuwenhuis.
BU1TENLAN 1),
De dochter van den Rector.
Wordt vervolgd.)
BüKLKIMIEfOl'KMT.
ABOÏTNEMEÏTTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afz jnderlgke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HOJT AGITATE.
PBIJB DEE ADVEBTENTIÉH
Van 16 regels .30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPERS k L A U R E Y.
Door het kiesdistrict Schoterland is Do
mela Nieuwenhuisde leider der sociaal
democraten, naar de Tweede Kamer afge
vaardigd.
Wij zullen wel niet behoeven te ver
zekeren, dat wij dit feit diep betreuren.
Een man als de chef der socialisten, die
heeft gebroken met alle geloof en die niet
meer hecbt aan eenig gezag, behoort zeker
niet in 's Lands Raadzaal.
Als het dan ook waar is dat, ondanks
de raadgeving van het centraal-comité, een
paar honderd anti-revolutionnairen voor
dien sociaal-democraat hebben gestemd, dan
kunnen wij die houding niet sterk genoeg
afkeuren.
Nooit mogen er transactiën worden ge
sloten met het booze. Van dergelijk een
bedrijf heeft God, da Heilige, een gruwel.
Hadden wij in Schoterland tot de kiezers
behoort, dan zouden wij zeer bepaald niet
op Domela Nieuwenhuis hebben gestemd.
Hebben echter de liberalen niet reden om
zich zoo ontstemd te toonen? Op deze
vraag geven wij zeer beslist ten antwoord
neen. Allereerst wi;zen wij er op, dat het
liberalisme, door niet aan God het hoogste
gezag toe te kennen, noodwendig moet
leiden tot het socialisme. Wanneer ten slotte
alles afhangt van den mensclielijker. wil,
zonder dat er over de vrye daden des
meDSchen een Godsbestuur gaat, zonder dat
de Almachtige den grondslag vormt van alle
gezag, dan bestaat er geene enkele reden,
waarom de socialen niet evenveel recht
hebben zelfs op het Bewind van de liberalen.
Trouwens alleen reeds de liberale leus,
dat de meerderheid altijd de baas moet
zijn eu dat zij de minderheid stelselmatig
mag onderdrukken, ontneemt aan de ge-
zagsidee der liberalen alle verheffing.
De meerderheid zal altijd in eene verga
dering natuurlijk de besluiten bekeerschen,
doch die besluiten moeten genomen worden,
lettende op de belangen en de rechten der
minderheid. Zoodra de meerderheid tiran
niek te werk gaat, verliest zij haar recht
van bestaan. De republikeinen iu Frankrijk,
die met 1788 dwepen en 1793 vergoelij
ken, hebben in 1870 het gezag vermees-
terd do>r tusschenkomst van het straat-
gepeupel.
Ieder weet, dat Rochefort, de lantaarn
man, tot de grondvesters der republiek be
hoort. Hij maakte deel uit van het voor-
loopig Bewind, dat zich vormde op het
stadhuis te Parijs, waar zulks meer gebeurd
was, door eenvoudig het keizerrijk af te
schaffen. Later hebben de oud-liberalen
Rochefort wel ter zijde gezet, doch dat
neemt niet weg, dat bij een der helden van
den 4den September 1870 was.
Als het gezag niet meer in zijn vollen
omvang wordt uitgeoe'eud, ziet men den
weg gebaand voor de vrijbuiters.
Bovendien hebben de omwenteliugsman-
FEUILLETON.
2) Vervolg
Het was evenwel te hopen, dat deze benoe
ming niet al te lang op zich deed wachten. Met
het klimmen der jaren begon onze uitnemende
Rector langzamerhand de fijne puntjes te verlie
zen. Sinds langs reeds had hij de mathesis aan
den kapstok gehangen, evenals zijn fraai latijn,
en de studie daarvan verwisseld met bezigheden
van een niet zoo afgezonderd en zittend leven,
om in het gezelschap van meerderen een meer
vermakelijk succes na te jagen. Op de jacht
was hij een Nimrod, te paard een Centaur,
in den stal een Orakel. In een woord hij was
zooals men het aan de overzijde van het ka
naal noemt, een christen uit de school der
athleten.
"Wij voegen hierbij, dat diegenen zijner paro
chianen, wien het wel ging en die een aardig
inkomentje bezaten, hem dit een en ander vol
strekt niet euvel duidden, integendeel krachtens
nen altijd hoog opgegeven van volksrechten;
zij deden dat zoolang en met zulk eene
beweging, dat de goê gemeente begon te
gelooven, dat rechten ook plichten met zich
brengen.
De revolutie schafte feitelijk het geloof
in God af; een goddeloos volk nu is een
verloren volk. En de liberalen (wjj spreken
van de echte,) gaan op dat voetspoor door.
Zij haten alle religie. Geen wonder, dat
zulk eene richting de moeder werd van
het socialisme en van de anarchistische
partij.
De liberalen hebben dus niet zulk een
vroom gezicht te zetten bij de komst van
Domela Nieuwenhuis in de Tweede Kamer.
Aan de rechterzijde zal hij niet veel bijval
vindende linkerzijde zal hem niet sym
pathiek bejegenen.
Reeds lazen we in meer dan een liberaal
blad, dat het ten slotte zoo erg niet was,
dat Domela Nieuwenhuis gekozen werd, een
oordeel, dat lijnrecht indruischt tegen de
eigen reaeueering dier organen, waar zij
der groep der anti-revolutionnairen in Scho
terland het als een misdaad toerekenen,
dat Domela Nieuwenhuis door hare kracht
iu de Tweede Kamer komt.
De verschijning van den leider der so
ciaal-democraten in 's Lands Raadzaal keu
ren wij, iu beginsel, sterk af, doch niette
min zien wij iu haar een oordeel over het
liberalisme.
De chef der sociaal-democraten in Neder
land spreekt slechts de consequentiën uit
vau het liberalisme; hij komt dus in de
Kamer in 't gericht over de liberale partjj
zij zal erger dingen van hem moeten booren.
Velen vragen: Wat za\ Domela Nieuwen
huis in de Kamer eigenlijk wezen? Wi; ge
looven een hoogst lastig lid. Zijne adviezen
zullen zonder practische uitwerking zijn.
Zijne komst zien wij dus betrekkelijk on
verschillig te gemoet. Men heeft het aan
Heldt kunnen merken hoe weinig de theo
rieën der democraten on socialisten be-
teekenen iu het volksleven. Rijpe denk
beelden, die verwezenlijkt kunnen worden,
brengen zij maar zeldzaam aan den man.
Niet onmogelijk moet het daarom worden
geacht,dat Domela Nieuwenhuis even spoedig
zijne theorieën aan den kapstok zal hangen,
als de Heer Heldt dat iu het wezen der
diugen reeds deed. Tegen de Kamerlucht
zullen de ideeën van het hoofd der sociaal
democraten niet bestand blijken. Met het
oog op die overweging zien wij dan ook
geen onmiddellijk gevaar in de komst van
Domela Nieuwenhuis in de Kamer van hon
derd, aan welke toch reeds, door de vele
liberalen, welke zij nog telt, een luchtje is.
Nu Domela Nieuwenhuis Kamerlid werd,
rust op onze politieke vrienden in ver
hoogde mate de verplichting om door wet
gevende daden te tooneu, dat zij meer dan
woorden over hebben om de verbetering der
positie der »onterfden«, gelijk Von Bismarck
de werklieden noemde. De beste wijze om
de vereering, die het Anglosaxiscke ras als bij
instinct eigen is voor al wat manlijk is en sterk,
moedig en krachtig, waren zij niet alleen tevre
den, maar beroemden zich zelfs er op, dat hunne
kerk, hunne parochie, hun geloof zoo waardig wer
den vertegenwoordigd door een persoon, die over
de hoogste hindernissen sprong, en zoowel in
het open veld als bij het duivenschieten en de
vossenjacht steeds in de eerste gelederen werd
gezien.
Alleen de zieken en de behoefligen, de treu
renden en den stervenden waren allengs eraan
gewend zijne tegenwoordigheid niet meer in te
roepen. Niet dat hjj hooghartig was of hard
tegen die verstootenen, dat zij verre! Maar hij
vond het veel gemakkelijker om aan hen, die
daaraan behoefte hadden, een flesch portwijn te
geven dan eene christelijke vertroosting, een shil
ling dan een goeden raad. Nog nimmer had
hij geweigerd zijne beurs te trekken of zijne
provisiekamer te openen voor den nooddruftige.
Maar kon hij dan ook wel zijn gemak of zijne
huiselijke rust en vooral zijn kostbaren zoo wei-
besteden tijd ten beste geven aan dien armen
John Burleigh, die een been had gebroken, of
aan die oude juffrouw Brown, die stervende was
de sociaal-democraten onschadelijk te maken
is'j om ze te overtreffen in waarachtige
volksliefde.
Van alle kanten komen te Berlijn ver
ontrustende berichten over hoog water, het
ergste uit de omstreken ten Noorden van
de Elbe, waar ten gevolge van eene groote
dijkbreuk in het Meckleuburgsche, uitge
strekte landen onder water staan. Ongeveer
vijftig dorpen zijn daar tot de hoogte van
de schoorsteenen overstroomd. Het verlies
aan menschen en vee is nog zelfs niet te
schatten.
Ie een der dorpen brak gedurende den
wassenden vloed ook nog brand uit.
Enkele landstadjes, bijv. Doemitz met
3000 inwoners, zijn van elk verkeer, zelfs
telegraphisch, afgesneden.
Met levensgevaar is de volgende dépêche
door eeuige personen van Doemitz, in een
schuitje naar het eerst bereikbare telegraaf
station gebracht: »De nood is zeer groot.
Alle inwoners zijn in twee eeuigszins hooger
gelegen straten gevlucht. Te ontkomen is
onmogelijk. Aller leven is in gevaar als
het water nog meer wast. Rondom storten
de huizen in. Onmiddellijke hulp nood
zakelijke
Twee dagen zijn er noodig geweest,
voordat deze dépêche door het overstroomde
gebied heen aan een telegraafbureau op
gegeven kou worden, zoodat toen zij ont
vangen werd, reeds eenige afdeeliugeu genie
troepen met pontons ter redding waren afge
zonden. Deze ziju in het reeds verloren ge
waande Doemitz aangekomen, en hebben
eergisteren gedurende den dag en den vol
genden nacht alle bedreigde inwoners gered
eu levensmiddelen aan de hongerigen ver
schaft. Ongelukkigerwijze ziju er 15 man
schappen Lij het reddingswerk omgekomen.
Even ongunstig luiden de berichten uit
de laag gelegen lauden van de Weichsel
en de Nogat. Reusachtige ïjsverschuivingen
in de nabijheid der mondingen veroorzaakten
over eene uitgestrektheid van mijlen over-
stroomiugen, waarvan vele menschen de
slachtoffers werden. Zij, die niet iu het water
omkwamen, namen de vlucht iu den toren
vau de kerk. Achttien schoolkinderen be
vroren iu een sneeuwstorm anderen kwa
men bij eene plotseliuge dijkbreuk om.
Om den nood te lenigeu worden er
openbare inzamelingen gehouden.
Overal in het Duitsche Rijk hebben er
den 22en dezer (verjaardag van wjjleu
Keizer Wilhelm) bijeenkomsten en plech
tigheden ter gedachtenis aan den overledene
plaats gehad. Wat betreft de openbare de-
monstratiën van des avonds, deze zijn in
weinig steden zoo luisterrijk gegaan als te
Muncheu. Er werd een optocht gehouden,
verdeeld iu 15 groote groepen, verlicht
door 5500 fakkels en 'bezet met een aantal
muziekkorpsen. Onder de tonen der treur-
aan bare slepende kwaal, of aan dat treurig
huisgezin der Smith's, waar de man zijne vrouw
mishandelde? Immers Lord Graford wachtte hem
te Doncaster en Sir Browning de baronet, had
hem op eene groote jachtpartij genoodigd. Ook zou
den de beide jonge Mowbrays van het 3e der
lanciers een bezoek brengen op de pastorie om
het hot te maken aan Grace, en hunne geboorte
en rang, hunne fortuin en opvoeding zouden zoo
juist passen voor zijne bekoorlijke dochter, als
zij vandaag of morgen mocht besluiten een echt
genoot te kiezen.
Zoo was dan de Rector Holmedale een man,
die het erg druk hid en wien de aard zijner
meest geliefkoosde bezigheden zeer dikwijls bui
ten de grenzen zijner parochie riep en terug
hield.
Miss Grace bracht dus een groot gedeelte barer
dagen in eenzaamheid door en meestal ging zij
gebukt onder den druk eener akelige verveling,
ten minste wanneer geen buurman of vriend aan
het hek van het park belde en zich in het salon
presenteerde om haar het hof te maken, de
nieuwtjes van den dag te vertellen, hare toilet,
kapsel en bloemen te bewonderen of haar tee-
keningen, spel en gezang te prijzen.
marschen trok de stoet naar het Siegesthor.
Aldaar was een groote katafalk opgericht,
waarop een sarcophaag met de keizerlijke
kroon in een gouden stralenkrans prijkte.
Aan het voetstuk, dat rijkelijk met zinne
beeldige figuren versierd en van een toe
passelijk opschrift voorzien was, stonden
ridders te paard met zwarte standaarden. Het
Siegesthor en katafalk waren verlicht met
twee electrische reflectoren, 24 Bengaalsche
vlammen en 24 candelabrelichten. Rondom
die plek en van daar tot aan het univer
siteitsgebouw hingnn eene menigte rouw
vlaggen. Eenige afdeelingen van den Beier-
schen Zangersbond, te zamen 1000 personen,
op eene prachtig gedrapeerde tribune op
het universiteitsplein, bracht een koorzang
van Felix Dakn (muziek van Fr. Lachner)
ten gehoore, waarna de schilder Eugen
Stieler, eerste voorzitter der Munchener
Kuustbroederschap, eene toepasselijke rede
hield, eindigende met de woorden; »Ont-
bloot de hoofden, laat dalen de vanen, ver
heft de harten en gedenkt onder de tonen
des gebeds den grooteu doode, den bij ons
allen beminden Keizer Wilhelm U Terstond
werd door de geheele volksmenigte hieraan
voldaan, terwijl kanonschoten het signaal
gaven voor de melodie van het militair
gebed, hetwelk de muziekkorpsen into
neerden. Tegelijkertijd naderden een aantal
kransdragers den katafalk, die nu door
eene lijkwacht eensklaps met een schitterend
magnesiumlicht werd bestraald, en leg
den de kransen op het voetstuk neder. Met
de beide burgemeesters en de overige hoofden
vau stedelijk bestuur voorop, ieder zelf
een fakkel dragende, defileerden de talrijke
vereenigingen, waarna de stoet stilstond
voor het paleis, alwaar de Prins-Regent met
een groot aantal hooggeplaatste militairen
op het balkou verscheen. Terwijl aldaar
de geheele omtrek in een veelkleuriger!
gloed van Bengaalsche vlammen schitterde,
werd ouder begeleiding der muziek door
de geheele volksmenigte het Beiersche volks
lied aangeheven, waarmede de demonstratie
eindigde.
Iu het Hoogerhuis heeft Lord Dun-
raveu eeu ontwerp ingediend tot wijziging
van de samenstelling van het Huis der Lords.
De eerste lezing daarvan had plaats.
Iu het Lagerhuis werd door Gorst mee
gedeeld dat, luidens een eergisteren ont
vangen telegram van den Onderkoning uit
Calcutta, het fort Lingto zonder tegenstand
is bezet geworden.
De Fransche Senaat heeft bij de tweede
lezing met 135 stemmen tegen 112 het
ontwerp aangenomen, waarbij aan de nog
levende personen, dié bij de omwenteling
van 24 Februari 1848 gewond ziju, bij wjjze
van nationale belooniug een jaargeld wordt
toegekend. In art. 1 is bepaald, dat bet
gezamenlijk bedrag der jaargelden de som
van 200,000 fr. niet zal te boven gaan.
Het nationale comité van de possibilis-
tische werklieden-partijheeft te Parijs en
Want Grace was een bekoorlijk maar verwend
kind, in de volle beteekenis van het woord.
De voorkomende genegenheid, de teedere zorgen,
de ruime middelen van haar vader, den Rector,
hadden haar leven tot dusverre zoo kalm en
gemakkelijk doen heenvlieten, dat zjj het in der
daad niet vatten kon, dat 'iemand onherstelbaar
ongelukkig of diep rampzalig kon zijn. Evenals
haar vader deelde zij gaarne mede van haar
koorn, haar wijn, haar olie of haar goud, maar
zij was er verre van af zich zelf te geven!
Zij meende al heel veel voor de stichting der
parochianen of het welzijn der parochie te heb
ben gedaan als zij op de Zondagschool de klei
nen een uurlang uit den bijbel had voorgelezen
of datzelfde jonge volkje op het grasperk op
thee en koekjes had onthaald of voor den winter
hen van warm schoeisel en van wollen pakjes
had voorzien.
Het overige gedeelte van haar tjjd, dat is,
bijna al haar tijd, wijdde zij aan zich zelf, nl.
aan haar toilet en wandeling, aan hare piano
en vrienden, aan haar borduurwerk en bloemen,
aan hare paarden en haar schoothondje.