N I E U WE No. 1224. Vrijdag 30 Haart 1888. 13de Jaargang. Eene ergerlijke bewering gelogenstraft. BUITEN LA N D. lüRLiNSClIUOmiT. ABONNEMENTSPBIJS Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland y 1,80 Afzonderljjke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BTIKEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA WON AGITATE. PBIJS DBB ADVBBTBNTIÉN Van 16 regels.80 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers, K P P E R 8 k 1. A U R E Y. Sinds de dagen der ahervorming* wordt de Katholieke Kerk door velen harer tegen standers met laster en verwijtingen over laden. Zij is, zegt men, ontaard, verblind, eene school van ondeugd en lichtzinnigheid, hare godsvereering en gebed is geesteloos geprevel, supersticieus gebroddel, grove af godendienst, afschuwlijke duisternis, een weefsel van leugen en bedrog. Zij bidt, zoo durft men beweren, revolutionnairen als Heiligen aan, welke zij in den hemel plaatste, omdat zjj het anti-sociale werk der heilig verklaring zoo gaarne doet. Geen wonder dus, zoo gaan de lastertongen voort, dat hare belijders dom en onzedelijk zijn. Bij gevolg zijn dus ook alle katholieke natiën zonder beschaving, zonder moraliteit. De protestantsche natiën daarentegen zijn zede lijk, braaf en verstandig. De welvaart en de rijkdom van protes tantsche landen worden dan in de schoonste en schitterendste kleuren voorgesteld. Onpartijdige lieden zullen natuurlijk de vraag stellen of de protestantsche natiën in werkelijkheid of slechts in schijn rijker zijnof zij, als ze inderdaad rijker zijn, deswege ook gelukkiger zijnof de moderne industrie, die slechts weinigen rijk maakt, doch een groot aantal personen tot den bedelstaf brengt, den volkeren tot heil ver strekt en of eindelijk, als de Protestanten inderdaad rjjker zijn, hun godsdienst daarvan de oorzaak is of niet. Hoe meer het Protestantisme de over blijfselen der waarheid, welke het uit de Katholieke Kerk heeft meegenomen, ver loren heeft, hoe materialistischer het werd. Onder de volken, die sinds de dagen der her vorming* hun katholiek geloof hebben ver loren, zjjn er eenigen het Engelsche vooral die, ten gevolge van de geographische ligging van hun land of door hunne han delsondernemingen, groote schatten hebben bjjeengegaard en het wonderwel verstaan, zich alle genietingen des levens te ver schaffen, genietingen, welke door vele mo dernen meer en meer als 's menschen doel worden beschouwd. En hieruit wil men dan een onwederlegbaar bewijs voor de voortreffelijkheid van het Protestantisme tegenover het Katholicisme leveren en eene stelling formuleeren luidende: De Protes tanten zijn rijker dan de Katholieken, bij gevolg is hunne godsdienst beter. Zij be denken niet, de dwazen, dat slechts de meest volslagen materialist, die aan geen God en aan geene eeuwigheid gelooft, met hunne stelling kan argumenteeren zjj over wegen niet, dat Christus en Zijne Apostelen arm waren, dat het Evangelie aan de armen moest verkondigd worden, dat de Heer heeft gesproken: »Wat baat het den mensch, dat hij de gansche wereld wint, doch daarbjj schade lijdt aan zijne ziel. FEUILLETON. De dochter van den Rector. 3) {Vervolg) Thans evenwel liet Grace het handwerkje, dat ze zoo lusteloos had ter hand genomen, rus ten. Hare lieve bruine oogjes staarden gedach teloos in de ruimte en haar blank voorhoofd betrok zichtbaar. De heldere klank van de bel aan eene poort wekte haar uit hare mijmering ^Ik heb den stap van een paard gehoord. Indien het Ronald Mowbruy eens was, sprak Grace zacht en hare zijden klossen latende vallen, stond zij verheugd op. Helaas! Ronald Mowbruy was het zelf niet, wel bericht van hem. De bode bond de teugels van zijn paard aan het hek en richtte zijn schre den naar de keuken. Een oogenblik dsarna over handigde Jessi, het aardig kameniertje, aan hare meesteres een geparfumeerd briefje, waarop het wapen van den jongen luitenant prjjkte. //Lieve Miss Grace!// zoo luidde het elegante Riehl formuleert het verwijt, in zijn werkDie deutsche Arbeitop zachteren toon: »Het is, zegt hij, een alom ver spreid gevoelen, 't welk ook door zeer vele beschaafde en ontwikkelde Katholieken wordt gedeeld, dal de boeren der katho lieke Duitsche gewesten minder lust voor den arbeid toonen dan de landbouwers in protestantsche streken* »Een merk waardig getuigenis voor deze bewering geeft het volk zelf. En deskundigen uit Zwit serland, Elzas, zoowel als uit Beieren en de middel-Duitsche landen, spreken een zelfde oordeel uit. Men kan het feit dan ook 't best waarnemen in die gewesten, waar katholieke en protestantsche gemeenten dicht bij elkaar liggen, 't geen juist in de meest gezegende midden-Duitsche streken het geval is. In het katholieke dorp echter ziet men de knapen barrevoets loopen en de gebroken vensters worden er met papier be plakt; een uur verder, in het protestantsche dorp, zijn de kinderen echter van goed schoei sel voorzien en zijn de vensters in goeden staat. Het zijn de protestantsche landen, aldus gaat Riehl voort, waar alles, na een langen sluimer, weder levend werd, waar alles groeide en bloeide en niemand loo chent, dat de vooruitgang in de letier- kuude en in de philosophie, een protestant- schen stempel draagt. Er ontstonden nieuwe denkbeelden en dientengevolge een nieuw, opgewekt, verstandig en praktisch leven. Zulk eene beweging kon slechts op pro- testantscben bodem plaats vinden, want zij steunde op een protestantsch dogma, op het recht van het vrije onderzoek.* Als de katholieke godsdienst de volken werkelijk arm maakt, dan zou deze on gunstige toestand zich stellig het duide lijkst geopenbaard hebben bij alle natiën in den tijd, toen alle christelijke volken Roomsch Katholiek waren. Nu is het echter een onloochenbaar feit, dat in de middeleeuwen de hoogere standen zich in overvloed baadden en dat er in de lagere klassen eene welvaart heerscnte, die de ^hervorming* nimmer hoeft gekend. Beginnen wij onze wandeling door eenige beschaafde landen tijdons de middeleeuwen en hooren we een zeker niet verdachten getuige allereerst over Engeland. De Gentsche Bien public schrijft: »Tot de leugens, die men zoo lang heeft ver spreid, dat men ze eindelijk als waarheid aannam, behoort ook die, dat de katho lieke godsdienst de volken arm maakt. Daarbij wordt steeds het verleden als ge tuige voor het heden opgeroepen. Slaan we nu eens op dien tjjd, die door de onwe tendheid met den naam van de abarbaar- sche eeuwen* wordt aangeduid en maken we dan eens eene vergelijking tusschen het papistische Engeland van de 12" tot de 15e eeuw en hel hedendaagsche Britsche Rijk, zooals het door het Protestantisme en den vooruitgang der industrie is gewor den.* //episteltje//, denk eens, hoe teleurgesteld en wan- //hopend ik ben. Helaas! Ik had mij zoo zeer ge- //vleid om op het bal van Lady Rondall de lan- //siers, den cotillon, drie polka s en twee wal- //sen met u te dansen; en tot mijn spijt //ik mag niet zoo verwaand zjjn om te zeggen //tot onzen wederzijdschen spijt heeft mijn „oom, de baronet, heden op de jacht zijn enkel //verstuikt. Gij weet, hij is weduwnaar en geheel //alleen en onder ons gezegd, Oaks-Hall, zjjn //verblijfplaats, is een traai landgoed. //Tot overmaat van ramp ontvangt mijn liroe- //der Edwin daareven eene dépêche van den Ko- //lonel van ons regiment, waarbij hij naar Lon- //den wordt teruggeroepen. //Daar zit ik nu voor eene week ten minste //vastgespijkerd aan een grooten armstoel naast //het ziekbed van een gekwetste. Voor mij nu //geen vroolijk kerstfeest, geen bal, geen cotillon //en bekoorlijke dansgenoote, Niets in het voor- //uitzicht dan de sombere plichten van een zieken- z/oppaiser en zoo nu en dan een artikel uit de uTimes om mij op te vrooljjken. Ik bid u, «-Miss Grace! heb dus medelijden met den ar- //men jongen, wien 't vreeselijk spijt, dat hij uw //woord voor het aanstaande bal moet terugge- «ven en zijns ondanks aan anderen de voorreek- Hoedanig was, in de middeleeuwen, on der de heerschappij van het papisme, de toestand der werkende klasse op den Engelschen bodem Een modern geschied schrijver, Humehet orakel der vrijgeesten, zou ze wel met bedelaars gelijk willen stellen. Maar tegenover deze meening zullen wij eens de getuigenis van een tijdgenoot stellen. Forlescuede eerste Lord van Enge land onder Hendrik VI, schetst in zijn werk »jDe laudibus legum Angliae*, de ma- teriëele toestand der werklieden van zjjn tijd op de volgende wijze: »De bewoners van Engeland zijn rijk aan goud en zilver. Zjj drinken geen water, behalve op be paalde tijden en dan in den geest van boetvaardigheid opgodsdienstigen grondslag. Zij voeden zich rjjkelijk met vleesch en visschen, welke zjj overal in overvloed vinden en kleeden zich met goede, wollen kleeren. Bedden, dekens en andere zaken hebben zij in overvloed. Zjj bezitten alles, wat in de huishouding noodig is en een ieder heeft, volgens zijn stand, alles wat het leven aangenaam en gelukkig kan maken.* Men vergeljjke nu eens hiermede, zoo gaat de Bien public voort, den toestand der hedendaagsche Engelsche werklieden. Sinds drie eeuwen is Engeland van de papisten bevrjjdmaar is nu het volk rjjker en gelukkiger? Vraag dat eens, zegt het aangehaalde blad, in zjjne vergelijking tusschen de vroegere en tegenwoordige be woners van Engeland, vraag dat eens aau de arme duivels in Ierland, die zich vaak met zeeplanten moeten voeden, die in Yorkshire hunne walgelijke spjjs in de varkenstroggen zoeken, die in Lancashire en in Cheshire het vleesch van oude, af geleefde paarden verslinden, die in Hamshire en Sussex voor de kiezelkarren zijn ge spannen, die in Norfolk 15 a 20 cents daags verdienen. Ga tot hen op het oogenblik, dat zjj de handen uit den var kenstrog trekken en den mond nog vol hebben van het vuil, dat hun tot voedsel dient. Vertel hun eens, de ongelukkigen, die men bedrogen heeft, vertel hun eens, hoe gelukkig hunne voorzaten, onder het bestuur, dat men op onbeschaamde wjjze de tirannie van den Paus durft te noemen, hebben geleefd en gij zult hen dan niet meer hooren roepenweg met den Paus Weg met de papisten.* Wordt vervolgd.) Elk uur brengt te Berljjn nieuwe ver schrikkelijke berichten omtrent de verwoest ingen, door de overstroomingen van de Elbe, de Weichsel en de Oder aangericht. Uit de kolommenlange ongelukstijdingen valt tot dusver op te maken, dat meer dan 80 plaatsen in Noord-Duitschland onder water staan, en onder dezen verscheidene aanzienljjke steden, die het hard te ver aten moet afstaan, die hem zoo trotsch en zoo //gelukkig maakten.// Helaas! alweer eene teleurstelling! zuchte het jonge meisje toen zij het briefje van haar on- derdanigen cavalier tot het laatste woord toe had gelezen. Hoe vreeselijk jammer! Ronald Mow bruy, zoo'n heerlijke danser! En Lady Minton kijkt altijd spijtig waneer hij mij vraagt. Zij i* nog wel eene nicht van hem en dochter van een Pair. Zij kan het Ronald niet vergeven, dat hjj zoo dikwijls de pastorie boven het kasteel ver kiest. Enfin! bjj gebrek aan brood eet men korstjes van pastijen, zegt het spreekwoord. Daar bljjven nog Sir William Watkins, Guy, Grif fiths, Charles Travelyan en de jong Graaf, allen zeer nette jongelui en goede dansers; ik loop dus geen gevaar van te blijven zitten en mij te vervelen. "Vermits haar hartje door dit blijde vooruitzicht weer opgebeurd werd, stond Grace vlug op als om het briefje van den jongen luitenant weg te leggen, maar eigenlijk om een blik van zelf behagen in den spiegel te werpen. Het was dan ook wel eene schitterende ver wachting, die thans het hartje van ons bedorven kindje sneller deed kloppen. De deftige trappen van Aston-Hall met groen en bloemen versierd antwoorden hebben, zooals Posen, Elbing en Marienburg. Ook Dantzig wordt bedreigd. In de lage landen van de Weichsel alleen reeds zjjn 3000 menschen zonder dak. Aan de Elbe bjj Boitzenburg zjjn 15 dorpen overstroomd. Bij Dannenberg ziet men eene zee, uit welke van 30 dorpen slechts de daken zich nog verheffen. Ook van den linker oever der Elbe dreunden, bjj het verzenden der laatste berichten, voortdurend noodschoten, ten teeken dat ook daar dijk breuken plaats hebben. Daarbjj komt nu nog een gietregen, waardoor het water nog stjjgt en de algemeene verwoestingen nog worden verergerd. De gezondheidstoestand van Keizer Fre- derik is in den laatsten tjjd redeljjk; eene langere canule is thans in de luchtpjjp aangebracht, waardoor het ademhalen en bet slikken wat gemakkeljjker wordt ge maakt. Dank zjj het krachtige gestel van den Keizer heeft bjj tot nu toe weerstand kunnen bieden aan zjjne slepende kwaal. De geneesheeren zijn de meening toege daan, dat wanneer er geene verwikkelingen in de kwaal komen de tegenwoordige toe stand nog geruimen tjjd kan aanhouden. Voor het geval de plaats, waar de kanker zich bevindt, niet zoo dicht bjj den slok darm was, zou men nog de hoop mogen koesteren, dat het leven van den Keizer nog geruimen tjjd behouden zou bljjven. Intusschen legt Keizerin Victoria zich met de meeste zelfverloochening toe op het recipiëeren van de verschillende vorstelijke en hooggeplaatste personen. Zij brengt als bet ware opgewektheid aan in de omgeving van het Hof en heeft ook veel invloed op enkele Staatszaken. Naar men beweert, koestert zjj den wensch, dat de kroning met de Pruisische koningskroon reeds na drie maanden zal plaats hebben. De bestjjging van den kei- zerljjken troon zal met geene plechtige ceremoniën gepaard gaan. De kroning zal in elk geval, gel jjk het gebruik medebrengt, te Königsberg moeten plaats hebben. Ook andere regeeriugsaangelegenheden moeten de Keizerin zeer ter harte liggen. Zoo tracht zjj naar beweerd wordt te bewerken, dat zoo spoedig mogeljjk eene groote hoeveelheid muntspecie met den beeldenaar van Keizer Frederik III wordt ge slagen. Aan haren invloed moet ook worden toegeschreven, dat de bevoegdheden omtrent enkele regeeringszaken, die op den Kroon prins zjjn overgegaan, in tameljjk enge grenzen zijn besloten. De juiste omvang van de deelneming van den Kroonprins aan de Staatszaken is nog niet bekend. Waarschjjnljjk zal de Keizer bjj een afzonderljjk besluit deze zaak nader regelen en men vermoedt, dat de Kroon prins daarbjj gemachtigd zal worden een gedeelte der minder belangrjjke Staatszaken zelfstandig te besturen, opdat de Monarch van de zorg daarover worde ontheven. en schitterend verlicht, dezelfde kleuren en geu ren rondom haar in het salon tot in de groote zaal; satjjn en fluweel, diamanten en kanten, de bloemen en sieraden der jeugdige danseressen, het scharlaken en goud van de uniformen der officieren en dan de opwekkende muziek en de schitterende spiegels en het genot der zege praal, dat voor haar heerlijkste genot, van allen omringd en genoodigd en bewonderd te zjjn o! wat prachtige luchtkasteelen rezen op voor de verbeelding van het jonge meisje! En dat schoone droombeeld was zoo nabjj, zou zoo spoe dig worden verwezenljjkt. Maar er is in de wereld ook droefheid en ellende, die toch soms ook zoo nabjj, zoo dicht nabij is. Terwijl Grace nog in hare droomen was verdiept werd er zacht en bescheiden aan de poort gebeld, Betsy, de keukenmeid ging knorrig opendoen, want het was ren heel ding voor haar om op te staan van haar hoekje naast den haard, en met dat vreeseljjke weer in de sneeuw een paar natte voeten te halen. Weldra hoorde Grace door het raam hare stem en den schei pen toon waarop zij antwoord gaf op de klachten van een kind. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1