N IE WE No 1227. Zondag 8 April 1888. 13de Jaargang. Van kwaad tot erger. BUIT EN L AN 1). BINNENLAND. De dochter van den Rector. COMMT. abonnementsprijs Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. PRIJS DER ADVERTENTIÉN AGITE ma HON AGITATE. Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K UPPERS LAUEBY. Er geschiedt in Frankrijk, wat wij altijd hebben voorspeld; de richting, waarin het bestuur wordt gevoerd, gaat van kwaad tot erger. Weder heeft men te Parijs een nieuwe crisis doorleefd. Het Kabinet-Tirard is bij verrassing gevallen, tengevolge van een incident, waarover men verschillend kan denken. Op dit oogenblik zullen wij ons over dat voorval niet in het breede uitla ten. Wij volstaan met de verklaring, dat er over de quaestie der noodzakelijkheid van de herziening der grondwet verschil van opinie kan bestaan. Monseigneur Freppel was bij de discussie over het voorstel tot wijziging der consti tutie niet aanwezig. Latar gaf Z. D. H. evenwel te kennen, dat hij, ware hij te genwoordig geweest, zijne stem niet aan de motie om de grondwetsverandering ur gent te verklaren, zou gegeven hebben. De leiders der rechterzijde dachten er evenwel auders over. Zij hielpen het Kabi net-Tirard ten val brengen. Waarschijnlijk zullen zij gedacht hebben, dat de toestand niet erger kon worden dan hij was en dat het wellicht maar beter moet heeten om de ellende van den republikeiuschen regee- ringsvorm zoo duidelijk mogelijk te doen uitkomen. En metterdaad, het nieuwe be wind is nog een graadje erger dan het af- getredene. Tirard was nog gematigd te noemen bij Floquet, den nieuwen ondernemer der re- publikeinsche vermakelijkheden in Frank rijk (zoo zou men de Minister-Presidenten in dat land wel mogen noemen, als de zaak er niet te ernstig voor was); de afgetre den Premier trachtte altijd nog eenigszins gematigd te blijven. Thans evenwel wordt openlijk de banier van de volkomen verstoriug der maatschap pelijke ordeningen outplooid. Of zou Flo quet meenen, dat hij de Kerk straffeloos kon vernederen, gelijk zijn voornemen is. Hij wil toch de betrekking tusschen Kerk en Staat regelen volkomen naar de begin selen van 1783. Men zal zich herinneren, dat die sedert laug geëischt werd door de uiterste linkerzijde. President Grévy hield dat echter tegen; b0 bleef aan het concordaat, dat eenmaal tusschen Z. H. den Paus en Frankrijk was gesloten, getrouw. Waarschijnlijk zal Pre sident Carnot gemakkelijker te bewegen zijn om de Kerk verder te vervolgen. Dit moet reeds worden afgeleid uit de omstan digheid, dat hij een Kabiuet-Floquet deed samenstellen. Hetgeen nu gebeurt in Frankrijk, be vreemdt ons volstrekt niet. Steeds hebben wij dat voorspeld. De revolutie was de zoude, en de zonde waar zij niet wordt betreurd eu, zooveel doenlijk, hare gevolgeu hersteld, wroet steeds dieper voort. De samenleving in Frankrijk werd sedert eene eeuw door de omwenteliugskoorts bedorven. Tegen die ziekte zou alleen baten de terugkeer tot het Geloof, met hetwelk de mannen der FEUILLETON. 6) Vervolg Waarom denkt ge op dit oogenblik niet aan dat tafereel uit de droeve werkelijkheid, dat nog geen uur geleden de woorden van den armen kleine u voor den geest riep, toen hij bijstand kwam vragen voor zijn stervenden vader? die ijskoude haard, die naakte sponde, die on getrooste stervende, die hulpelooze echtgenoot, die treurende en hopelooze weezen met al den nasleep van vernedering, angst en smart, die altijd het gevolg zijn van zulk eene volstrekte armoede en ellende? Waarlijk indien Grace op dit oogen blik hare oogen naar dien kant had gewend, dan zou zij liet erkend hebben, dat men twin tig jaar oud kan zijn, een bal missen en een heelen avond alleen te huis kan zijn eu toch revolutie spotten; zij verheerlijkten den mensch, ja, maakten hem tot God. De omwenteling is daarom ook de afgoderij in haren meest gevaarlijken vorm, juist omdat zij den schijn der goede 70rmen bewaart. De revolutie heette de beschaving te verheffen. En wat deed zij in werkelijk heid. Zij werkte de verdierljjking van den mensch in de hand. Van kwaad tot erger, dat moest wel de weg ziju, weifee Frankrijk onder de macht der omwentelingen zou doorloopen. Met rassche schreden nadert dan ook Frankrijk den afgrond des verderls. Spoedig zal dit land zuchten onder de bitterste tirannie, hetzij door een schrikbewind, hetzij door een despoot. Moet uit dien toestand in Frankrijk ook niet door andere volken iets worden ge leerd Wij gelooven zeer stellig van ja. Het is altijd wenschelijk dat men zijn voordeel doet met de ervaring door anderen opge daan, opdat men zich eene pijnlijke ouder vinding kan besparen. De groote quaestie, welke bp deze over weging op den voorgrond treedt, is het viaagstuk van meer of min. Sommige lieden keuren de groote omwenteling af, maar willen het feiteljjk met haar toch wel op een accoordje gooien. Men moet, zoo redeneeren zij, alles niet zoo serieus opnemen. De revolutie heeft vroeger wel tegen de Kerk gewoed, doch thans ziju er minder geloovige meuschen, die aan de revolutionnaire vrijheid zijn gehecht. Wij zullen niet tegenspreken, dat deze of gene te goeder trouw gelooft, dat bij geloovig kan zijn en toch aan de omwen- teliugs-denkbeelden gehecht, rnaar dezulken dwalen niettemin volkomen. Het Hoofd der Katholieke Kerk heeft dau ook eenmaal zeer ernstig zijue veroordeeling van de re volutionnaire begrippen uitgesproken. Geen wonder trouwenswant. de revolutie en het Geloof zijn onvereenigbaar. Daaraan moet men wel gedachtig wezen. De be slissende keus tusschen de omwenteling en het echt godsdienstig besef dient te worden gedaan. Revolutionnairea of liberalen zijn nimmer te vertrouwen. Zij zijn of reeds gevaarlijk door de kracht huuuer persoonlijkheid zelve, of zij zijn zoo zwak, dat zij eigenlijk geeue personen uitmakenzij worden dan geheel door derden in beweging gebracht. Ouder de Frau-sche revolutionnairen zullen er on getwijfeld wel wezen, die het zoo kwaad niet meenen, die geen beeldstormers zouden willen worden. Maar de partij wil het anders; de leiders bevelen en de schapen moeten wel volgen. Het is daarin, dat het gevaar schuilt. De republikeinsche partij gaat steeds voort in ontwikkeling in het booze. Eu datzelfde geldt van de Nederlandsche liberalen. Allen zijn meer of minder ra dicaal. De cou8equentiëu van de revolutie worden ook op onzen vaderlandsehen bodem steeds onbeschaamder uitgesproken. Eenig onderscheid tusschen liberaal en liberaal bestaat er dan ook niet meer. Wel zetten nog duizend reden kan hebben om den goeden God te danken voor de tallooze genietingen van een genoegeljjk en gelukkig leven. Het is waar, in het kleinste salon van Grace ontbrak nog éene zaak nl. een straal van het zuivere licht, dat afstraalt van een Kruis. Hoe dat zjjn moge, de avond verliep, de sterren begonnen een voor een haar flikkerend licht te werpen op donkere, grauwe wolken, de sneeuw hield niet op in dikke vlokken rond te dwarrelen, de wind gierde door de hoornen en achter de zijden gordijnen in het rustige en warme salon zat het teleurgestelde kind nog altijd te schreien en te pruilen. Zjj luisterde overigens met zekere bevrediging naar de stormachtige en sombere ge luiden van het weer daarbuiten. Zjj vond er zelfs eene zelfzuchtige en jammerlijke vertroosting in als zij den wind hoorde huilen en de hagel kletteren tegen de ramen. Zij dacht er zelfs in de verte niet aan, dat op dit oogenblik misschien reizigers ronddoolden op de onbegaanbare wegen in den harren en kouden nacht, arme, vermoeide sommige liberalen in de dagen, waarin bp de stembus gestreden wordt, een fijn ge zicht, maar dat gaat hen toch eigeulijk slecht af. Hunne vrienden proesten het daarbij uit van het lachen. Men herinnert zich het verhaaltje van een liberaal, die door een synodale dominé de liberale can- didateu in kerkelijke termen had hooren aanbevelen, eu die na afloop der »séance« op het buffet toetrad, uitroepende: »Juf, die kerel praat wel aardig, geef me een borreltje.* De borreldrinkende liberaal leverde het levende bewijs voor de waarheid, dat libe ralisme en religie niet bij elkaar behooren. Een oprechte liberaal is radicaal, want hij wil alles van de wortel (radix) af veranderen. Men hoede zich daarom steeds bij de stembus een liberaal te steuueu, want als men bet liberalisme helpt, dan weet men vooruit, dat men eene richting bevordert, die van kwaad tot erger voert. Dat was de les, welke wij uit de aller jongste geschiedenis putten: doch wel be schouwd bevat geheel de historie van Frank rijk sedert eene eeuw, de moraal, welke wjj deden hooren. Voor de toekomst van ons vaderland weuscheu wij, dat steeds meer algemeen het gevaar wordt gevoeld, het welk aan eene lijdelijke positie tegenover de vrijzinnigheid is verbonden. De 'Költtische Zeitung bevatte dezer dagen een telegram uit Weenen, volgens hetwelk aldaar in gewoonlijk goed ingelichte krin gen het gerucht aanhoudt, dat Prins Von Bismarck voornemens is, zijn ontslag te nemen, naar het zou heeteu om redenen van gezondheid, doch naar men veron derstelde wegens het een of ander geheim conflict. Op de meest stellige wijze wordt thans verzekerd, dat in het plan van een huwe lijk tusschen Prinses Victoria, de dochter des Keizers, en Prins Alexander, den ge wezen Vorst van Bulgarije, de eigenlijke aanleiding is gelegen van de geruchten over het ontslag van Von Bismarck. Deze laat ste heeft dat huwelijksplan reeds vroeger om redenen van politiekeu aard bestreden, voornamelijk met het oog op het Russische hof, terwijl Keizerin Victoria het plan voort durend blpft voorstaau. Ook het bezoek, dat de Koningin van Engeland biutieu kort aan Berlijn zal brengen, zou met het hu welijksplan in verband staan. Omtrent den toestand van Keizer Fre- derik bericht de Nordd. Allg. Zeitungdat deze, alle omstandigheden in aanmerking genomen, bevredigend mag heeten. Alleen de nachtrust is slecht, tengevolge van het vele opgeven, maar gelukkig geschiedt dit laatste thans op onbloedige wijze. In plaats der niet genoten nachtrust neemt de Keizer soms overdag een weinig ziju gemak. Bij gunstig weer maakt hp eene waudeliug in het park eu auders neemt hij beweging in de oranjerie. De geneesheereu schpuen den patiënt voorloopig met rust te laten. Vorst Bismarck heeft op zpn dezer dagen verkleumde lieden, die zich hoogst gelukkig zou den achten zich een oogenblik te mogen koeste ren aan haar warmen haard of zich te versterken met de kruimeltjes van hare tafel. Eensklaps, juist toen Grace een diepen zucht loosde en zich nog altijd droevig gevoelde en mistroostig, werd voor den vierden keer gedu- renden den avond het geluid der bel aan de poort vernomen. Hat geluid had een vreesachtig en klagenden klank, die door de duisternis weer galmde als de laatste noodkreet van eene ziel in doodsangst, zoo dacht Grace ten minste op dat oogenblik. Geheel verschillend was echter de indruk, dien dit geluid op Betsy maakte, want zij stond toornig op van haar stoel en dezen met geweld achteruit duwende, riep zij uit: //Nu wordt het toch waarlijk al te erg. Ik ga niet nog eens opendoen. Moet men dan dag en nacht als een hond in weer in wind worden gejaagd omdat men bij een predikant in dienst is?..// //Och ik zal wel even gaan kijken,// zei Am- brosius, //denmgeer je maar niet, juffrouw Betsy.// gevierden 73en verjaardag ruim 700 tele grammen en 1200 brieven van geluk- wensching ontvangen, waaronder er waren vau bijna al de vorsten en voorname staatslieden van Europa. Ook ontving hij een aantal geschenken. Op het feestmaal ter viering van den dag gegeven, stelde Kroonprins Wilhelm een dronk in op den Rjjkskanselier, waarin hij het Duitsche Rijk vergeleek bp een leger, dat in den slag zijn veldheer ver loren heeft en welks tweede bevelhebber nu zwaar gewond is. Zes en veertig mil- lioen getrouwe Duitsche harten zien in dit "bedenkelijk oogenblik naar het vaandel en den vaandeldrager, waarvan alles afhangt. »Die vaandeldrager nu« dus besloot de Kroonprins »is onze roemruchtige Vorst, ouzo Kanselier. Hij gaat ons voor; wjj volgen hem. Lang moge hij leven!* De Norddeutsche Allg. Zeitung schrijft: De Sultan heeft opnieuw een bewjjs van sympathie en welwillendheid aan de Duit- schers gegeven door het instellen te ver ordenen van eene bizondere, ouder zijne heschermiug staande commissie, welke tot taak heeft gelden in te zamelen tot onder steuning van de hulpbehoevenden ten ge volge der overstroomiugen in Duitschlaud. Ook de ellende, door overstrooming en branden in Hongarije veroorzaakt is zeer groot. Duizenden menscheu moeten van alles beroofd zpn en gevaar loopen van honger te sterven. Men vreest, dat de stad Osou- grad geheel, verwoest zal worden. Te Hetb- rarue, in het comitaat Saros, zjju 120 huizeu verbrand eu 700 menscheu van alles be roofd. Twee menscheu kwamen daar in de vlammen om. Ook de stad Mezobereuy en het dorp Hundsdorf zijn door brand ver nield. Men meldt uit Tanger, dat het geschil tusschen de Vereenigde Staten en Marokko heviger is geworden. De Sultan heeft op het hem gezonden ultimatum een onbeleefd antwoord gegeven eu geen enkel verlangen van het Kabinet van Washington inge willigd. De zaakgelastigde van de Vereenigde Staten heeft zjjne' laudgenooten gewaar schuwd zich gereed te houden om scheep te gaan. Men schrijft ons uit Rome, dat de H. Vader het plan heeft, om am alle nationale pelgrims tochten, die in April naar de eeuwige stad zullen komen, niet alleen eene audiëntie te schenken, maar ook te hunner intentie eene H. Mis in hunne tegenwoordigheid op te dragen. Daartoe zal dienen de groote Aula boven de voorhal van St Pieter. Absoluut onjuist is het bericht, in de dsgbla- den voorgekomen, dat Z. H. op den lid en April een II. Mis in den St Pieter zelf zal opdragen. Alleen wanneer de ruime Aula de duizendtallen niet zou kunnen bevatteD, zou Z. H. er toe over gaan in St. Pieter zelf het PI. Offer op te dragen. De pelgrimstochten, die in April te Rome zullen zijn, zijn <je volgende: Oostenrijk van 815 April, Frankrijk van 1020 April. België van 1520 April, Portugal van 1827 April Ne derland van 2130 April. //Best, opperbest, oude!// hernam de dienstmaagd; //dat is gesproken als een man. Maar neem dan tenminste de lantaarn mede, ge zult anders den weg niet weervinden in die weergaasche sneeuw jacht." Ambrosius stak, langzaam als hij was, de lan taarn op, zocht zijne klompen op en drentelde naar buiten. Het geklingel der bel werd in dien tjjd nog eenmaal gehoord, maar weer op den zelfden aarzelenden toon, klagend en beschroomd. Ok enkele oogenblikken zweeg het geloei van der gierenden stormwind of werd slechts uit de verte gehoord en in een van die zeldzame oogenblikken van kalmte en stilte, hoorde Grace duidelijk den ouden tuinman den sleutel in het slot draaien, de ijzeren ketting loshaken en den grendel terugschuiven. Plotseling stond ze recht overeind en sidderde, want op verschrikten toon en met bevende stem hoorde zij hem uitroepen: «Genadige hemel, wat i» dat!? Zijn het geesten inderdaad. of spoken, die uit hunne graven zjjn Of gestaan?// (TFordÉ vervolgd»)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1