N I E
W E
No. 1234.
Woensdag 25 April 1888.
13de Jaargang.
liet Kabinet Mackay.
BUITENLAND.
iiiuiLïHiSniniinim
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afziuderljjke Nummers 0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers-, K P P E B 8 J, A U K E Y.
Wij hebben thans een nieuw Kabinet.
Reeds werd het vau vele kanten bekeken,
terwijl de slotsom van alle onpavtijdigen
was, dat het er niet slecht uitzag.
Met dat oordeel kunnen wij ten volle
meegaan. Z. M. de Koning heeft zich ver-
eeoigd met eeue voordracht van Baron
Mackay, welke inderdaad vele goede ele
menten bevat. De acht heeren, die op de
ljjst der samenstelling voorkwamen, be-
hooren allen tot de keur onzer landge-
nooten.
Daar reeds in vele andere bladen in bi-
zonderheden bij de nieuwe combinatie werd
stilgestaan, zullen wij ons niet in details
nopens het nieuwe Kabinet begeven. Onze
lezers zullen zeker met voldoening hebben
ontwaard, dat op de wenschen van elk der
partpen van de rechterzijde der Tweede
Kamer was gelet. Ook de Katholieken zijn
niet vergeten. De Minister van Justitie,
Ruys Van Beerenbroek, en de Minister van
Oorlog, Kolonel Bergansius, belijden het
katbolieke geloof. Waren zij enkel wegens
hunne kerkelijke belijdenis gekozen gewor
den, dan zouden wij dat niet kunnen toe
juichen, doch nu het zoo bij uitstek be
kwame mannen zijn, juichen wij hun optre
den als bewindslieden vau harte toe.
Sommigen hadden nog meer Katholieken
in het bewind willen zien opgenomen; wij
zouden dat zeer hebben gebillijkt als de
aandacht van den Kabinets-sameusteller was
gevallen op eminente mannen, die volkomen
geschikt waren voor de taak hun toege
dacht. Nu zich geen andere Katholieken
beschikbaar stelden, berusten wij in het be
scheiden deel, dat de Katholieken bij de Ka
binetsvorming verwierven.
Tot de vertrouwbare geruchten, met be
trekking tot het bijeenbrengen van het be
wind verspreid, behoort ook dat, volgens
hetwelk de Heer Mr. Heydenrijck werd aan
gezocht eeue portefeuille te aanvaarden, een
aanbod, hetwelk hij echter van de hand
wees.
Dat die geachte Staatsman oordeelde te
moeten weigeren in het nieuwe Ministerie
te treden, betreuren wij zeer diep. Jaren
achtereen was hjj lid van de Tweede Kamer
en hij heeft zich in de volksvertegenwoor
diging steeds doen kennen als een wezenlijk
Staatsman; hij ging altijd met den meesten
tact te werk. Meer dan menig ander lid
zijner partij toonde hij te begrijpen dat
Keulen en Aken niet op een dag zijn ge
bouwd. Onstuimige aandrang werd nooit
door hem gebezigd. Een krachtig bewijs
van de gematigdheid zijner beginselen was
zeker wel zijne houding in de onderwijs
zaak. Terwijl velen een maximum eischteD,
verklaarde hij openlijk, dat hij voorloopig
met een minimum zou tevreden zijn. Des
wege moest bij harde woorden hooren; doch
wat hebben nu de maximum-eischers alzoo
verkregen ten bate van het bizonder onder-
FE U1LLE TON.
De dochter van den Rector.
13) Vervolg
Op dit oogenblik deed het geluid van nade
rende voetstappen haar opzien. Zuster Martha
verscheen op den drempel van het salon met
een licht in de hand. „Ontbreekt u iets Zuster?
Is boven het vuur uitgegaan? Of is er iets aan
het bed niet in orde?/' „Niets van dat alles, lieve
Miss! boven is alles zoo goed als 't maar kan,
ge zijt al te goed! De zaak is dat ik soms zoo
erg vergeetachtig kan zijn. Ik had hier mijn ge
bedenboek laten liggen en ik wilde het liever
nu komen halen, voordat allen naar bed waren.
Daar Zuster Marie reeds te bed is kon ik haar
wel een oogenblik alleen laten niet waar?/' «Ze
ker,/' zeide Grace, en het doet mij veel genoe
gen, dat boven op uw kamertje alles naar uw
zin is. Maar zeg mij eens, Zuster, het komt mij
voor dat die beste Zuster Marie niet al te sterk
is; zou dat vermoeide werk haar niet al te zeer
aangrijpen?// „Zeker niet, lieve Miss, Zuster
wijs? Eigenlijk niets. Hadden alle anti
liberalen de tactiek van den Heer Heyden
rijck gevolgd, dan zouden wij er nu veel
beter aan toe ziju.
liet is waar, wij hebben nu een beslist
anti-liberaal Kabinet, maar men zou zich
vergissen als men meende, dat dit nieuwe
bewind alles op eens zal kunnen verkrijgen.
De Eerste Kamer, die overigens wel wat
water in haar liberalen wijn zal doen, zal
dat wel weten te beletten.
Willen wij dan ook eens eene voorspel
ling wagen? Welnu, dan zeggen wij, dat
men, op het gebied van het lager ouder
wijs, thans zal moeten eindigen, met het
geen waarmee Mr. Heydenrijck jaren geleden
heeft willen beginnen.
Dubbel jammer daarom dat zulk een man
in het Kabinet geen zitting heeft genomen.
Hij zou er in vertegenwoordigd hebben het
element der staatkunde, dat een ideaal voor
oogen heeft, doch met de werkelijkheid
rekent.
Nemende hetgeen is, kunnen wij ons
echter ook nu (gelijk wij reeds constateerden)
zeer goed met het nieuwe bewind vereeuigen.
Slechts eeuige wenschen koestereu wij,
van welker vervulling veel voor het bewa
ren onzer sympathie voor het bewind zal
afhangen. In de eerste plaats hopen wij,
dat de nieuwe Minister van Oorlog, wiens
zeldzame kennis en veerkracht tot in de
liberale organen toe geroemd worden, geen
te zware lasten op de schouders der natie
zal leggen. Men verhaalt, dat hij voor de
afschaffing is van do plaatsvervanging en
nummerverwisseling; hij zou dus den per
soonlijken dienstplicht willen invoeren.
Daartegen nu zouden wij zeer gekant
zijn. Minstens zou in elk geval de nummer
verwisseling moeten blijven bestaan. Het
liefst zagen wij het eene en het andere be
houden. Daarentegen zouden wij in alge-
meenen oefenplicht ons uitstekend wel kun
nen vinden. De Minister Bergansius vergete
niet, dat de militieplicht een zeer zware
last is voor de natie.
Ten andere wenschen wij, dat de Heer
Keucheuius als Minister Diet zoo heftig zal
wezen als hij was gedurende zijne parle
mentaire loopbaan. Bleef hij als bewinds
man zoo druk in de Kamer redeueeren, dan
zou de behaudeliug der Indische begrooting
minsteus twee maanden vorderen. De nieuwe
Minister van Koloniën moet door zijne ambt-
geuooten binnen de grenzen worden ge
houden.
Overigens verwachten wij van de nieuwe
bewindslieden recht veel goeds. Wat ons
in het Kabinet aantrekt, is de bezadigdheid
van welke de meesten hunner als Kamer
leden deden blijken.
Baron Mackay is een schrander man, die
tot de degelijkste juristen behoort. De Heer
Ruys Van Beerenbroek is een uitnemend
spreker, die daarenboven steeds bewees, dat
hij zijn onderwerp meester was. Als degelijk
jurist is hij als hoofd van het departe-
Marie is in den regel volmaakt gezond. Heden
was het alleen de verstuikte voet, waaraan zij
erg pijn had. Maar behalve dit, ziet ge, geven
ook de afkomst en de geboorte, ja het bloed
waarvan men afstamt, een ander karakter aan
den menseh. Zelfs onder de kap en het grijze kleed
blijft Zuster Marie altijd Markiezin!Is men
daartegen evenals ik op een hoeve groot gebracht,
dan krjjgt men een donkerder teint en forscher
armen. Maar onder de verschillende omstandig
heden blijft het hart onveranderd en daarnaar
ziet God alleen!"
Die laatste woorden had Grace slechts balf
gehoord. Eén woord had haar getroffen en deed
haar niet meer naar het vervolg van het gesprek
luisteren.
//Markiezin!!'/ hernam zjj, «Markiezinl inder
daad? Vergist gjj u niet? Is zoo iets dan mogelijk!/'
«Dat is niet alleen mogelijk maar ook vol
komen waar, lieve Miss!" zeide de geestelijke Zus
ter met een glimlach. «Zuster Marie-des-Anges
behoort tot een zeer oud, adellyk geslacht. Haar
vader is Markies of Hertog, zijne familie verschijnt
aan het Hof. Zij zeifis aan het Hof voorgesteld.
Niets belette haar om in dien kring te blijven
en te schitteren; zij was jong en schoon, beminnelijk
en rijk, maar zij vond het verblijf in ons huis heiliger
ment van Justitie zeer op zijne plaats.
De Heer Godin de Beaufort wordt door
voor- en tegenstanders geroemd als een
deskundige bij uitnemendheid op financieel
terrein; hij is een redenaar gelijk weinigen.
Jhr. Hartsen, de nieuwe Minister van Bui-
tenlandsche Zaken, is door zijne openbare
loopbaan en speciale studie volkomen op de
hoogte van de behoeften eener handeldrij
vende en voornamelijk van landbouw en
industrie levende natie; hij zal tegeuover
den vreemdeling voor onze belangen weten
te pleiten; zijne hoofsche vormen en aange
name omgang verzekeren hem invloed in
de diplomatieke wereld. De Heer Havelaar,
het hoofd van het Departement vau Water
staai, is doorkneed in de kennis van onze
nationale belangen, terwijl ook de Heeren
Bergansius en Dyserinck respectievelijk op
tredende als Minister van Oorlog en Marine,
door hunne rijpe kennis en rijke ervaring,
de waarborgen opleveren voor de doeltref
fende vervulling hunner moeilijke roeping.
Er bestaat dus alle reden om met goede
hoop de naaste toekomst des vaderlands,
voor zooveel dat afhangt van ministerieel
overleg, te gemoet te zien.
De Almachtige, Die over de vrije daden
der menscnen Zijn Goddelijk bestuur voert,
geve genadig, dat de nieuwe Regeering er
in moge slagen om het verderflijke libera
lisme met kracht en vrucht te bestrjjden
en alzoo voor ons dierbaar vaderland de
heilrijkste dagen te doen aanlichten.
Het verval van krachten van den Duit-
schen Keizer gaat gestadig, maar langzaam
voort, zoodat de geneeshoereu verwachten
dat het lijden nog dagen lang zal duren,
zoo er althans geen plotselinge verstikking
plaats heeft. Daartusschen komen thans uren
van volkomen verlichting en pijnloosheid.
Zoo o. a. Zaterdag-namiddag, toen gedu
rende deze uren de Rijkskanselier ontvan
gen werd. Bij dit onderhoud schijnt de Kei
zer nog zekere beschikkingen aan Yon Bis
marck te hebben opgedragen. Althans voor
tien minuten moesten alle aanwezigen de
kamer verlaten. De zieke Keizer en Von
Bismarck bleven toen alleen, nadat laatst
genoemde geholpen had den zieke op zijne
legerstede op te richten. Spoedig daarop
trad Von Bismarck met sporen van diepe
aandoening op het gelaat uit het ziekenver
trek; hij hield in de hand een aautal door
den Keizer beschreven vellen papier, die hij
zorgvuldig verborg, terwijl anders zulke
vellen na lectuur dadelijk in tegenwoordig
heid des Keizers moeten vernietigd worden.
Toen later de omgeving weder binnentrad,
fluisterde de Keizer; »Het is goed, thans is
alles geregeld*. Later schreef hij nog enkele
regels.
Alle berichten stemmen hierin overeen,
dat men op het kasteel te Charlotteuburg
op hot ergste is voorbereid. Aan verschil-
en vond den dienst van God aangenamer. Zij
staat in dit geval ook geenszins alleen, geloof
dat vrij. Velen van onze nederigste Zusters na
men vroeger eene schitterende positie in de wereld
in en bekleedden er een koogen rang, maar
wij, nederige kinderen uit het volk, uit den
handwerkers- of den boerenstand, wy dragen
wel roem daarop. Wij hebben er die goede, en
moedige Zusters te inniger om lief en omringen
haar met meerdere blyken van vereeriug, die er
naar streven om God even getrouw te dienen
als wij, doch die om tot Hem te komen veel
meer ten offer gaven dan wij. Maar vergeef my,
Mejuffrouw, ik sta daar te babbelen zonder op
houden, en belet u te gaan slapen. Hierop drukte
Zuster Martha het jonge meisje de hand, nam
haar boek en het licht en verdween door de
deur.
Grace bleef wederom onbeweeglijk zitteD,
in diep nadenken verzonken. Waarlijk hoe had
zij zich vergist, toen zij dacht, dat het enkel arme
meisjes waren, stevige boerinnen of arbeidsters,
die met zooveel moed den dienst van den Ver
losser aanvaardden! Strekten zulke toewijdingen
dan evenals het geloof, de liefde en de hoop zich
uit tot eiken stand?
Er waren das edele harten, reine zielen, die
lende beambten moet bevel gegeven zijn,
hunne bureau's niet te verlaten.
De houding des Keizers is bewonderens
waardig. Tot den Kroonprins moet hij
schriftelijk de woorden gericht hebben:Leer
te lijden zonder te klagen; dit is het eenige,
wat ik u kan leeren.* En tot den Veld
maarschalk Graaf Blumenthal, die naar
Charlotteuburg was gekomen om den Keizer
voor zijne bevordering te danken en de
hoop op gonezing uit te spieken, zeide de
Keizer: »Mijn waarde Blumenthal, het is
bijna niet meer te verdragen.*
Von Bismarck zendt den Keizer dagelijks
tweemaal versche bouquetten van zijne
lievelingsbloemen.
Aan den Kroonprins Wilhelm moet thans
de plaatsvervanging van den monarch in
wijderen omvang zijn opgedragen.
In eene vergadering van de uiterste
linkerzijde der Fransche Kamer is eene motie
aangenomen waarin verklaard wordt, dat het
denkbeeld van een plebisciet of een dictator
schap in strijd is met de republikeinsche
beginselen, en dat de leden der partij, welke
zich met dit denkbeeld vereeuigen, niet
langer beschouwd zullen worden als tot de
partij te behooren.
Hiertegen hebben de zes leden derzelfde
partjj, welke zich bij Boulanger hebben aan
gesloten, een protest openbaar gemaakt.
Zij verklaren trouw te blijven aan de Repu
bliek, vijanden te zijn van cesarisme en
dictatorschap; maar niet minder genoeg te
hebben van »het stelsel van politieke huiche
larij, dat aan Frankrijk gedurende zeventien
jaren eene constitutioneele monarchie onder
den naam van republiek, eene opeenvolging
van teleurstellingen, van nooit vervulde be
loften heeft geschonken.* Zij zeggen verder
dat dezelfde hervormingen, welke de andere
leden hunner partij verlangen, ook door
hen gewenscht worden; maar het onder
scheid is dat zij de zes protesteerenden
die hervormingen tot stand willen brengen
en de anderen die slechts vragen.
Behalve deze zes, vindt men in de Kamer
nog een half dozijn leden, die mede het
manifest van het comité de protestation na
tionale onderteekend hebben. Dat maakt,
behalve Boulanger zelf, twaalf erkende »bou-
langisten.* Maar de Generaal heeft aan een
der vele verslaggevers, die hem komen inter-
vieuweu, verklaard, dat hij binnen kort zijne
groep tot een zestigtal denkt te zullen zien
aangroeien.
In den Ministerraad is beslist, dal de reis
van den President der Republiek naar het
Zuiden des lands zal beginnen op den be
paalden datum.
In de Spaansche Kamer van Afgevaar
digden zijn alle ontwerpen betreffende her
ziening der constitie verzonden aan eene
commissie, bestaande uit zeven tegen- en vier
voorstanders.
Uit Bucharest wordt aan de Times
gemeld, dat de agrarische onlusten meer
en meer e6n ernstig karakter blijken te
geene vernedering te groot achtten, geene zelf
verloochening te zwaar en geen offer te bitter
voor den roem van Christus en de vertroosting
der menschheid?
Maar wat was dan toch dat geloof, dat tot
zulk eene volkomen toewijding en tot zoo ver
heven moed de kracht verleende? Hoe ij del en
hoe verachtelijk schenen haar thans het werken
en streven der wereldlingen tegenover deze ge
heimzinnige grootheid van ziel en onweerstaan
bare geestdrift.
En hoe plotseling kwamen zulke denkbeelden
in haar geest op! Welk eene vreemde om
keering had er in haar binnenste plaats! De
arme Grace wist niet meer hoe zij 't met zich
zelf had. Zy betrapte zich tot haar eigen
verbazing erop, dat zij een blik als van on
verschilligheid, ja, van minachting wierp op het
briefje van den luitenant evenals op het epistel
van de voorname modiste, Miss Jenkens. Hoe!
over zulke beuzelingen, over zulke nietige te-
leuTstellingen had zij zich geërgerd en haar lot
beklaagd en geweend en dat nog wel voor wei
nige oogenblikken!
(Slot volgt.)