NIEUWE
No. 1237.
Woensdag 2 Mei 1888.
13de Jaargang.
Een teeken des tijds.
BU1TENLAX 1).
in.
2)
Kinderliefde.
HiiRLEMSCHE dOVRAIT.
ABONHEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afz mderl jjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PRIJS DER AD VERTE JTTIÉH
Van 16 regels,30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPERS 8c AUKET.
(Slot.)
De zelfmoord is een diefstal aan Gods
eer gepleegdwant hij onttrekt den mensch
aan den dienst des levens en aan al de eer
en verheerlijking, welke elk redelijk schepsel
als koning der gansche zichtbare schepping
aan den Almachtige is verschuldigd. Het
geloof leert ons, dat God alomtegenwoordig
is en geene beperking van ™imte kent.
Altijd en overal is Hij bij ons. Wat doet
nu de zelfmoordenaar onder Gods oogen
God is alwetend, Hij weet en kent alles en
derhalve is Hij met den toestand der men-
schen bekend, die zelfmoord-gedachten bij
zich dragen; Hij kent alle misdadige plannen,
ook de oorzaak van 's menschen voornemen.
Maar Hij is ook almachtig, aan Zpn al
vermogen zijn geen grenzen gesteld. Daarom
kan Hij den mensch, ondanks dezen de
grootste schande eu de zwaarste straf te
wachten staat, met almachtige handen hel
pen en uit alle ongeluk eu lijden verlossen.
En leert ons de beschouwing vau Gods
almacht, dat Hij in staat is te helpen dan
zegt ons Zijne onbegrijpelijke goedheid, dat
Hjj ook steeds bereid is om te helpen, als
men Hem slechts een onbegrensd vertrouwen
schenkt en op Hem eeue vaste hoop bouwt.
Op welk eene wjjze vereert nu een mensch,
die op 't punt staat zich zelf het leven
te benemen, Gods alomtegenwoordigheid,
alwetendheid, almacht, goedheid eu barm
hartigheid? En is het onzalige voornemen
volbracht, de zelfmoord gepleegd, de levens
draad afgesneden, dan is God gehoond in
zijne heiligste eigenschappen. De gepleegde
Majesteitsschennis eischt Gods wraak, die
de zelfmoordenaar dan ook zal ondervinden.
Zullen we ons verwonderen, als onze
H. Kerk zegt, dat ieder, die in t volle
bewustzijn en met vollen vrijen wil den
dood zoekt, zich stort in de diepte der
hel? Op welke andere wijze zou de lieer
van leven en dood de drievoudige misdaad
straffen, die de zelfmoordenaar tegen zijne
ziel, tegen de meuscheljjke maatschappij
en tegen God pleegt? De misdaad van den
zelfmoord is om zoo te zeggen oneindig,
vermits zjj, als elke doodzonde, de zwaarste
beleediging jegens God in zich bevat; zjj
verdient derhalve ook eeue eindelooze straf.
Derhalve is ook de Kerk volkomen in
haar recht, wanneer zij den zelfmoorde
naar de eer eener kerkelijke begrafenis
ontzegt, ten einde deze misdaad aan Gods
Majesteit, aan de maatschappij eu aan de
eigen ziel gepleegd, reeds hier op aarde
te straffen. En deze straf is inderdaad
eene hoogst gerechtigde uitdrukking van
den afschuw, welke de Kerk van zulk eeue
misdaad heeft en geheel en al geschikt,
ook in de harten haren kindereu den diep-
sten afschuw voor die daad te doen ont
staan.
Zij verdoemt geenszins den zelfmoorde
naar zelf, omdat de schuld van zulk een
ongelukkige door geen mensch kan bewe-
FEUILLETON.
(Vervolg)
//Vader, liefste vader!// klonkhet van de lip
pen van Jane, en snikkend wierp zij zich aan
de borst haars vaders.
//Uw oüderhoud kan lieden niet lang duren,//
bemerkte de cipier norsch, zette zijn dievenlan
taarn op den grond, en liet vader en dochter
alleen, terwijl hij zorgvuldig de deur van den
kerker toegrendelde.
//God zegene u, mijne dochter// sprak Sir
William Patrick ontroerd, terwijl hij zijne doch
ter omarmde en een kus op haar gloeiend voor
hoofd drukte. //Ik vreesde reeds te moeten ster
ven zonder u zelfs mijn zegen te hebben geschon
ken, en die vrees veroorzaakte mijn hart meer
droefheid dan het zoo nabij zijnde verlies van
mijn leven, hoe smartelijk mijn dood ook moge
wezen. Maar nu zijt ge bij me, lief kind; nu
zen worden en het gebod der naasten
liefde verbiedt te oordeelen. Maar de zonde
van den zelfmoord moet ter noodzakelijke
verzoening, ter waarschuwing eu ter heeling
van de ergernis worden gestraft, 't Ware
derhalve zeer gewenscht, dat niet door ge-
wetenlooze getuigen, de heilzame bedoelin
gen der Kerk zoo dikwerf verijdeld en hare
gerechtigde handelwijze gecritiseerd en ver
keerd uitgelegd werden.
Niet over deze heilzame strengheid der
Kerk moet men zich derhalve verwonde-
reu, maar wel over het feit, dat er in onze
verlichte eeuw zoogenaamde geleerden zijn,
die den opzettelijken zelfmoord verdedigen,
die den zelfmoordenaar bewierooken en zijne
vloekwaardige misdaad verheerlijken alsof
hij eene heldendaad had verricht.
Is het dan eene heldendaad, het lijden
eu de wederwaardigheden van dit leven niet
te kunnen dragen? Is het eene helden
daad, de rij misdaden, die reeds gepleegd
waren, met de ontzettendste misdaad te
besluiten, om straks, aan de schande of aan
den straffeuden arm der gerechtigheid op
aarde ontglipt, in de wrekende hand der God
delijke Gerechtigheid te vallen? Daarvoor
wordt geen heldenmoed, maar lafheid en
zedeloosheid, tot waanzin gestegen hoog
moed en wanhoop vereischt. Slechts hij
mag een held genoemd worden, die weet
te lijden en te verdragen ten einde toe. Lij
den en verdragen dat is heroïsme. Een held
is hij, die eene sterke ziel bezit, die zich
zelf eu zijne hartstochten beheerscht, die
grootmoedig afstand doet vau het onge
oorloofde genot, welks slaaf hij is geweest,
en oprecht boete doet.
Eu waarom moet de mensch lijden eu
verdragen? Niet uit stoïcijnsche dapperheid
of om in hoogmoed de kracht zijner ziel
te tooneu? Neen, de mensch lijdt en ver
draagt om des geloofs wille, uit liefde voor
den Almachtige en in de hoop op de goe
deren, welke hem in de eeuwigheid zijn
voorbehouden. En daarom zjjn de heilige
Martelaars der Katholieke Kerk de held
haftigste menschen, die ooit op aarde heb
ben geleefd. Doch de meest verachte eu
ellendigste aller menschen is hij, die op
't machtwoord van ongetoomde hartstoch
ten, ziju eigen beul wordt.
Men kent J. J. Rousseau niet meer, als
hij in een verlicht oogeublik zich op de
volgende wijze over den zelfmoord uitlaat.
Verbeter u van heden af,zoo roept die
beruchte vrijgeest dengene toe, die uit
levenszatheb! met gedachten van zelfmoord
is vervuld, betoom uwe hartstochten, ver
brand uw huis niet, om u de moeite te
sparen het in orde te brengen. Zeg niet
meer: het is voor mij een last om te leven,
vermits het immers van u afhangt, dat het
leven goed zij; is het kwaad geweest, dan is
zulks eene reden te meer* nog langer, maar
dan goed te leven. Zeg niet meer, dat het
u geoorloofd is te sterven, want ge zoudt
ook kunnen zeggen, dat het u geoorloofd
is geen mensch te zijn, ge zoudt ook kun
nen zeggen, dat het u geoorloofd is tegen
zijt ge gekomen om den laatsten zegen van uwen
ongelukkigen vader te ontvangen.//
//Neen, neenl nog niet; riep Jane; ge moogt
nog niet sterven.//
//Bedaar, mijn kind! o, kon ik u werkelijk
troostenl Doch sedert ik in dezen kerker begra
ven ben, schijnt alle hoop afgesneden. Ik ken
den arglistigen overweldiger en zijn haat tegen
ons volk te goed. Nog drie dagen en gij en
mijne andere kinderen zijt//de smartelijke
woorden stierven op zijne bieeke lippen.
//Nog drie dagen!// herhaalde Jane met be
vende stem; dan sprong zij eensklaps op en riep
uit //nog drie dagen! dan wil ik alle hoop nog
niet opgeven. Neen vader, gij zijt gered! gij
blijft leven! Is mijn grootvader geen boezemvriend
van den Kanselier, die het volste vertrouwen
van den overweldiger geniet? Ge hebt het toch
zelf gezegd, vaderlief! Bij dezen zal grootvader
om genade voor u smeeken. En daarom, lieve
vader, zult ge nog niet sterven!//
//Jane, Jane, spreek zoo niet;// hernam Wil
liam Patrick, //vlei u toch met geene ij dele hoop,
mjjn kind. Reeds is mijn doodvonnis door den
uwen Schepper op te staan en uwe be
stemming te missen. De zelfmoord is een
schandelijken dood, een roof gepleegd aan
het menscheljjk geslacht.
Zoo oordeelde zelfs het orakel der athe
ïstische philosophie over de ontzettende
daad van den zelfmoord.
In onzen modernen tijd is men zeer ge
neigd om den zelfmoord te verontschuldi
gen door de phrase »dat de daad is ge
schied in een aanval van plotseling in
getreden krankzinnigheid c ofschoon de na
bestaanden van den zelfmoordenaar zeer
wel weten, dat de oorzaak van den zelf
moord buiten de hersens van den onge
lukkige is te zoeken.
De statistiek der zelfmoorden levert treu
rige cijfers in ouze dagen. Om slechts van
een land te spreken, noemen we Pruisen,
dat zich stellig tot de meest beschaafde
Staten van Europa rekent. In het jaar
1885 hadden in den Pruisischen Staat niet
minder dan 6028 zelfmoorden plaats. Voor
zeker een ontzettend cijfer. Op beterschap
aan deze schaduwzijde van het menschelijk
leven kunnen we in onzen tijd van ongeloof en
zedebederf vooralsuog weinig hoop koesteren.
Behalve het groote aantal zelfmoorden,
welke dagelijks plaats vinden, moeten we ook
nog voegen de tallooze pogingen tot zelf
moord, waaraan in den regel geene publici
teit wordt gegeven. Of deze aanslagen op het
eigen leven niet den dood, doch slechts eene
geneesbare verwonding ten gevolge hebben,
zulks hangt zeer dikwjjls niet af van den
wil des ongelukkigen, maar van omstan
digheden, die men aan het toeval* toe
schrijft. Ons dunkt, dat het in vele ge
vallen eene laatste vermaning is van den
barmhartigen en lankmoedigen God, Die
niet den dood des misdadigers wil, doch
Die verlangt, dat de zondaar zich bekeere
en leve!
De benoeming van den Staatssecretaris
Graaf Herbert Von Bismarck tot Pruisisch
Staatsminister (zonder portefeuille) is thans
officieel bekend gemaakt. Bij deze benoeming
is het iets nieuws, dat een titularis stem
en zitting verkrijgt in een Ministerie, waar
van zjju vader President is.
De Heer Caffarel en Mme Limouzin
hebben niet veel wil gehad van hun komen
in hooger beroep. Het Hof van Appèl te
Parijs heeft de eerste uitspraak op twee
punten nietig verklaard, maar haar op het
derde punt bevestigd, en het vonnis (Caffarel
3000 fr. boete en Mme Limouzin 6 maanden
gevangenisstraf) onveranderd gelaten.
Te Toulouse hadden Zaterdag-avond
eru/tige ongeregeldheden plaats bij wijze
van antwoord op eene anti-Boulangistische
manifestatie van wege de studenten. Een
troep jong volk uit de voorsteden kwam
mauifesteeren voor het vereenigiugsgebouw
der studenten. Er werden uit een venster
vier revolverschoten gelost op eeue inrich
ting, waar 300 studenten bijeen waren. De
overweldiger geteekend. De bode, die met de
overbrenging belast is, moet reeds van Dublin
zijn afgereisd. Er kunnen dus van nu af tot
mijne terechtstelling drie dagen verloopen, en
éer mijn vader tot den Kanselier is gereisd en
deze mijn voorspreker wil wezen, behoor ik niet
meer onder de levenden. Overigens, mijn beste
kind, ben ik op alles voorbereid. Gisteren heeft
mijn biechtvader mjj in 't geheim in den kerker
bezocht; met God ben ik verzoend, met de men
schen ook. Ik sterf voor godsdienst en vader
land. Dat Gods wil geschiede!//
„Gij moogt nog niet sterven, vader!herhaalde
Jane met vaste stem, en hief vol vertrouwen den
blik ten Hemel. Dan greep zij de hand haars vaders,
kuste die met kinderlijke innigheid en sprak:
//laat ons nu scheiden, lieve vader, maar om
elkander spoedig weder te zien.
//Hoe meent ge dat, lieve Jane?
„Daar moet ge mij niet naar vragen, vader.//
//Maar waarop hebt ga dan die koene hoop
gesteld?//
//Op God en mijne kracht.//
//Kind, kind, stel u toch om mijnentwil aan
mauifesteerenden waren buiten zichzelf van
woede en boden weerstand aan de politie.
Er werden troepen ontboden en de gen
darmerie voerde eene charge uit, tengevolge
waarvan de straten werden schoongeveegd.
Nadat de Fransche Kamer van Afgevaar
digden besloten had tot behandeling der arti
kelen van het voorstel betreffende de uitgifte
eener premieleening ten behoeve van het
Panama-Kanaal over te gaan, is de voor
dracht ten slotte in haar geheel aange
nomen met 312 stemmen tegen 132. Een
paar kleine wijzigingen zijn er in gebracht.
Zoo zijn in art. 3 de woorden: »Het ma
terieel zal uitsluitend besteld worden bjj
de Fransche nijverheidvervangen door
de volgende: »Het materieel zal vervaar
digd worden in Fraukrjjk». Verder is bjj
een additioneel artikel bepaald, dat op het
prospectus en de schuldbrieven vermeld
moet worden: Zonder eenigen waarborg
of verantwoordelijkheid van den Staat.*
Ten slotte is nog bepaald, dat de leening
binnen 99 jaren moet afgelost zjjn.
De Kamer heeft wegens de gemeente
raadsverkiezingen op 6 Mei (de herstem
mingen volgen eene week later) vacantia
genomen tot 15 Mei.
Henri Rochefort heeft er eene bizondere
manier op gevonden, om ten behoeve van
zijn afgod Boulanger in het krijt te treden
tegen de Afgevaardigden der Seine, die de
anti-Boulangistische verklaring hebben ge
teekend. Hij heeft hun voorgesteld geza
menlijk hun ontslag te nemen en zich op
nieuw candidaat te stellen met hunne anti-
Boulangistische denkbeelden,waarmede zij
meenen te kunnen volstaan.* Tegen hen
zal hij met zijne vrienden dan eene andere
lijst vau candidaten ouder het patronaat
van Boulanger overstellen, die zich op de
twee voornaamste punten van diens pro
gramma: ontbinding der Kamer en her
ziening der constitutie, zullen beroepen.
Dan zullen wij zien, zegt hjj, welke lijst
van de beide uit de stembus te voorschjjn
zal komen.
Verder schrijft hij in VIntransigeant: Op
dat men ons niet tegenwerpe, dat die proef
neming veel geld zal kosten, zoo verbindt
ons blad zich een groot deel der verkiezings-
kosten voor zjjne rekening te nemen door
40,000, zelfs 50,000 fr. bij voorbaat te
storten tot goedmaking der kosten, ver
bonden aan het verspreiden en aanslaan van
aanplakbiljetten.
Mayer, van La Lanterne, wil zijnerzijds
eene weddingschap van 100,000 fr. aan
gaan, dat de vrienden van Boulanger zouden
gekozen worden.
Anatole de la Forge, een der anti-Bou
langistische Afgevaardigden der Seine, heeft
hierop aan Rochefort een antwoord gezon
den. Hij biedt aan zijn ontslag te nemen,
maar op deze voorwaarden: Boulanger moet
zich zelf candidaat stellen tegenover hem;
hjj moet in de openbare kiesvergaderingen
in persoon verschjjnen en zjjn programma
contradictoir met dat van hem (de la Forge)
uiteenzetten; hjj moet de verbintenis op zich
geen gevaar bloot, sprak Patrick bezorgd//
//Bid maar vader, tot God en de II. Maagd
dat mijn voornemen moge gelukken.//
//Maar wat denkt ge dan te doen?//
//Mijn plicht, was haar laatste woord. De ge
vangenbewaarder trad binnen, en met een goeden
nacht, vader!// verliet Jane den donkeren, voch-
tigen kerker,
Den volgenden dag schreed een eenzame wan
delaar op de houten brug van Shannen-
wood voort. Toen hij de Mariapoortstraat doorge
gaan was, zette hij zich vermoeid en geheel
met stof bedekt bij de deur van eene herberg
op een steenen bank neder. Hij droeg een grauw
linnen kiel en grove wollen slobkousen, terwijl
een mantel van gewone bruine stof zijne slanke
gestalte omhulde. De man zag er zeer armoedig
uit, doch hij scheen nog jong, hoewel een
breedgerande hoed zjjn gelaat bijna geheel
verborg. Na zich met een dronk bier verkwikt
en een weinig rust genoten te hebben, stond hij
op om zijn weg te vervolgen.
Wordt vervolgd.)