N I E W E No. 1239. Zondag 6 Mel 1888. 13 de Jaargang. De nieuwe periode. B U 1T L A N D. BINNENLAND» BliRLMSCHEt ABOHNEMIHTSPB IJS Por 3 maanden voor Haarlemt Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzinderljjke Nummers Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÏÏEE Aïï: St. Janstraat Haarlem. 0,85 1,10 1,80 0,06 PBIJS DUB ADVEBTENTIÉN AGITE MA HOW AGITATE. Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vr ij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPEBS k LAUBET. Wegens het feest van O. H. HEMELVAART zal de Nieuwe Haarlemsche Courant in plaats van Dinsdag, Woensdag a. s. verschijnen; het dan vol gende nummer verschijnt Zaterdag 12 Mei. Het Kabiuet heeft gesproken. De rede waarmede de zitting der nieuwe Staten- Generaal werd geopend, was tevens een programma vau bestuur. Niet eukel van auti-liberale zijde werd het met blijkbare ingenomenheid ontvan gen. In de liberale pers was het duidelijk zichtbaar, dat men zich gerustgesteld ge voelde. Ten onrechte had men van het nieuwe Kabinet allerlei daden van reactie verwacht. Dat woord reactie eischt eenige toelichting. Sommigen noemeu het reactie als men zich bezint, als men van een verkeerd pad te rugkeert. In dieu zin zou de man, die op weg is om een einde aan ziju leven te ma ken en alzoo eene daad van groote onge rechtigheid wil plegen, doch gelukkig nog tot bezinning komt, zoodat hij vau zijn voornemen afziet, eeu »reactionnair« moeten heeten. De liberalen vreesden echter, dat de nieuwe Ministers tegen de vrijheid zouden ageeren, dat zjj in die beteekenis reactionnairen zou den ziju. Die onnoozele liberalen! Grootere vrijheidsvrienden dan juist de anti-liberalen zijn er niet. De liberalen heb ben echter altijd vrijheid geëischt en ver leend voor en vau hunne eigen geestver wanten. Aan anderen gunden zij die vrjj- heid niet. Er behoefde dus geen oogenblik gevreesd te worden, dat het Ministerie-Mackay de rechten van anderen zou prijs geven. Zeer duidelijk werd door een Roomsch Katholiek lid der Tweede Kamer, de tijdelijke Voor zitter Generaal Van der Schrieck, het be ginsel van recht voor allen ontvouwd en de verwachting uitgesproken, dat door de Regeering in dien geest zou gehandeld worden. De waardige Opperofficier-Afgevaardigde mocht met het volste recht zoo spreken, want de Regeering had reeds haar pro gramma ontwikkeld. En in dat staatsstuk komt niets voor, waaruit zou blijken, dat de Miuisters iets in den zin hebben, dat in strijd is met de vrijheid. Veeleer mag worden getuigd, dat het Ka- binet-Mackay eeu vrijheidslievend Bewind bjj uitnemendheid mag genoemd worden Vrijheid wil het, maar ook gerechtigheid, en wel in de hoogste beteekenis, welke aan dat laatste woord kan gehecht worden. De nieuwe Bewindslieden erkennen na melijk de waarde, welke aan den Gods dienst moet toegekend worden.De Godsdienst is voor hen geen woord, maar eene leven wekkende kracht. Zij zijn niet benauwd voor de ongeloovige pers; zij hebben open lijk, ten aanhoore der geheele natie, op het christelijk volksbewustzijn gewezen. FE V1LLE TON. Kinderliefde. 4) Vervolg en slot). Helder scheen de maan, en verlichtte met haren bleeken glans de uitgestrekte heide. Geen geluid stoorde de stilte op de eenzame vlakte. Dnar stormt een ruiter de moerassen van Broad- Marks voorbij; het is de koninklijke koumr. In razenden galop vliegt hij voorwaarts, en eL oogenblik drukt hij zijn hijgend paard de sporen in het lijf; te gelijk ziet hij schuw en angstig om zich heen. In zijne hand houdt hij een pistool met overgehaalden haan. Juist draait hij voorbij een grooten kalen rotsklomp; daar steigert zijn ros hoog in de lucht, verschrikt door een pistoolschot dat vlak voor zijn kop werd gelost. Terzelfder tijd geeft ook de ruiter vuur. Maar nu wordt het paard nog onhandelbaarder, en steigert zoo hevig, dat hij ter aarde valt. Snel als de bliksem heeft een vermomde roover hem den voet op de horst gezet, trekt zijn dolk, en roept hem toe Daarin allereerst ligt het verschil tusscheu vroegere Kabinetten en het tegenwoordige Bewind. Niet alleen werd door de liberalen de school geneutraliseerd, maar ook de Staat, of juister nog, de samenleving. Voor de liberale Regeeringen bestond er geen Chris tendom. Onze historie werd feitelijk mis kend, ja geloochend, 6n over den Gods dienst in zijne verhouding tot den Staat gesproken alsof ons volk enkel uit vrij denkers, loge-manuen en joden bestond. God zjj dank, met die politiek is ge broken. Aan de voeten van den Troon heeft een Minister des Konings gestaan, die het zonder omwegen beleed: Wij, Re geering, hebben ons aanzijn te danken aan het meer en meer ontwakend christelijk volksbewustzijn. Alleen reeds met het oog op die be tuiging zou de uitdrukking te rechtvaar digen zijn, dat wij eene nieuwe periode ziju ingetreden. Maar er zijn meer motieven uit de openingsrede af te leiden, welke die uitdrukking wettigen. Met betrekking tot verschillend gebied wordt een gezegende ommekeer beloofd. Onderscheidene wetten zullen worden in gediend, verschillende maatregelen van ge wicht genomen. De Regeering toont zich bewast van den nood, waarin landbouw en nijverheid verkeeren. Zij zal overwegen wat daaraan is te doeu. Wat de onderwijs-wetgeving betreft, ook daarin zal zij wijziging brengen. Binnen de grenzen van het vroeger artikel 194 (thans 192) kan metterdaad veel worden verbeterd. Mr. Heydeurijck viert in de ouderwijs-paragraaf der openingsrede een nieuwen triumf. De belastingwetten zullen verbeterd wor den. Deze Regeering zal geeno inkomsten belasting invoeren, maar de bestaande be lastingen herzien en steeds naar bezuiniging streven. Nieuwe lasten zullen der natie niet worden opgelegd. Het tarief der invoer rechten zal worden herzien, alzoo is er recht op het graan te verwachten. De druk der accijnsen zal verlicht worden. Óok voor Oost- en West-Indië zal veel worden gedaan. Op de belangen der iu- landsche bevolking zal allereerst worden gelet. Al de beloften te zaruen genomen, vor men zij een verblijdend vooruitzicht. Het nieuwe tjjdperk in 's Lands Regeering geeft veel te hopen. Mogen al die goede verwachtingen wor den vervuld. Daartoe is noodig bezadigd heid bij Regeering en Volksvertegenwoor diging. De partijstrijd bij de stembus gevoerd, moet niet worden voortgezet. Het vaderlandsch belang zou daarmee niet ge baat zijn. Aau ijver en toewijding bij het Kabinet zal het niet ontbreken. Op elk terrein, ook op dat der nationale defensie, zal het zijne veerkracht ontwikkelen. Het kan echter //geef uw wapenen over, of sterf!// De koerier gehoorzaamde. De roover maakte zich meester van de brieventasch, sprong op het paard, en reed in vollen ren heen. Nauw schemerde de volgende dag of de bur gers van Limerick waren reeds bij de hand om te vernemen of de renbode reeds was aan gekomen. //Nog niet;// antwoordde de wacht. Daar liep het als een loopend vuurtje door de straten: „hij komtl hij komt!// In een oogwenk waren allen naar de poort gesneld om hem te gemoet te loopen. Doch hoe verstomden zij toen zij den armen man bleek en uitgeput te voet zagen aankomen. En hoe groot was de ontsteltenis to,:n men vernam, dat voor de tweede maal de depêches waren geroofd. Voor Sir William was deze roof weer een uitstel van veertien dagen. Weenend viel hem Jane om den hals, en sprak snikkend: „heb ik niet gezegd, dat mijn vader nog niet zou sterven?// Intusschen had de oude Graaf George, Patricks vader, zijne smeekingen bij den Kanselier ver nieuwd, en deze gaf zich ook alle mogelijke moeite den Onderkoning gunstiger jegens Sir Patrick te stemmen. Tegelijkertijd hadden de invloedrijkste edellieden zich vereenigd, en bij alleen zegenrijk voor de natie wezen, als het wordt gesteund door de Volksvertegen woordiging. Niet enkel op de meerderheid in de Tweede Kamer, ook hij hare minderheid kan het Ministerie sympathie viudeu, als de liberalen maar het belang van allen, de natie, stellen boven het belang vau eene bepaalde groep onder de bevolking, hunne partij. De Almachtige geve, dat door den ge- meenschappelijken arbeid van alle richtingen veel heilrijks in het nieuwe zittingsjaar voor Nederland worde gewrocht 1 De Duitsche Keizerin is met Prinses Vic toria, ouder geleide der provinciale Ober presidenten Acheubach en Seckendorf, op reis gegaan naar de door overstrooming geteisterde landstreek langs de Elbe. Zonder Dr. Mackenzie te noemeu, heeft Prof. Bergmanu in de zitting der Berlijusche Vereeniging van geneeskundigen eene ken schetsing gegeven van zijne positie in het ge schil tusscheu de geneeskundigen bij het ziekbed des Keizers. Hij heeft namelijk door den waarnemeuden voorzitter de volgende verklaring doen voorlezen: »In het British Medical Journal van 28 April wordt uit mijn zwijgen op persoonlijke en zakelijke aanvallen afgeleid, dat ik de juistheid dezer aanvallen erken. Daar dit Journal eeu blad is, waaraan ik buitengewoon hooge waarde hecht, moet ik te meer tegen die gevolg trekking opkomen. Dat ik zwijg, is niet omdat ik ongelijk heb, maar omdat ik, evenals ieder fatsoenlijk Eugelsch en Duitsch geneesheer, niet iu het openbaar spreek over dingen, die aau het ziekbed van een mijner patiënten gebeuren Bij rechterlijke uitspraak in Elzas-Lotha- ringen is eene voor dat land gewichtige beslissing genomen. Bij Duitsche verordening van 18 April 1871 is bepaald, dat de kinderen na hun zesde jaar geregeld moeten schoolgaan, en wel Hetzij op eene openbare school, hetzij op eene bizoudere school met van staats wege geëxamineerde ouderwijzers of onder wijzeressen en met een gelijk leerplan als dat der openbare school. Van deze bepaling zijn vrijgesteld die kinderen, welke eeu daarmede gelijkstaand huisonderwijs genie ten. Reeds betrekkelijk spoedig na de uit vaardiging dezer verordening ontvingen de autoriteiten aanschrijving, dat voor de kin deren het bezoek van Fransche scholen niet als voldoende moest beschouwd worden. Dienteugevolge werd er een ingezeteue aangeklaagd, die zijn negenjarig zoontje naar eene school in Frankrijk had gezonden. Hij werd toen echter iu twee instantiën vrijgesproken. Het openbaar ministerie kwam tegen die uitspraak in beroep bij het Oberlandesgericht te Col mar, hetwelk nu de vrijspraak heeft vernietigd en de zaak ter verdere beslissing aan het Land- den Onderkoning op zijne in vrijheidsstelling aan gedrongen. En weldra verspreidde zieh de bljjde tijding; niet voor de derde maal had eéne Onder koning het doodvonnis van den Graaf van Eenny- Moor onderteekend, maar hij had hem genade verleend, en bevel gegeven hem in vrijheid te stellen. Dit bevel kwam ongehinderd en zonder ge roofd te worden te Limerick aan. De Graaf was gered. Zonder opzien te wekken, verliet hij met zijn vader, die hem was komen afhalen, in stilte Limerick, en begaf zieh naar zijn kasteel. Maar hier wachtte hem eene gansche schaar bloedverwanten en vrienden, die van alle kanten bijeengestroomd waren om hem feestelijk te ver welkomen. Eéne echter ontbrak op het feest. Jane, die hem zoo trouw in den kerker verpleegd had, was nergens te vinden. Terwjjl de vader diep bekommerd daar zat, werd een vreemdeling aangediend. Het was een jonge man in armoe dige kleeding, met den lioed op het hoofd ge drukt. Bjj het binnentreden raakte hij met zijne hand even den hoed aan, zonder dien echter af te zotten en reikte toen den verbaasden Graaf twee verzegelde papieren over, terwijl hij zeide: //wanneer gij deze stukken zult gelezen kebben, gericht heeft opgedragen. Iu de motieven van liet Oberlandesgericht wordt voorname lijk het volgende aangevoerdOnder de benaming openbare scholen moeten alleen worden verstaan: de binnenlaudsche scholen, hetzij in Elzas-Lothariugen, hetzij in Duit sche staten, waarmede dienaangaande eene overeenkomst is gesloten, zijnde Beieren, Baden, Pruisen, Wurtemberg, Saksen en Hessen maar in geen geval buitenlandsche scholen. De schoolplichtigheid heeft eene staatkundige beteekenis en dient om eene naliouale opvoeding te verzekeren, waaraan het schoolplichtige kind van den aange klaagde kouder vergunning der openbare autoriteit was onttrokken. Deze uitspraak is gewichtig, dewijl er tusseben de schoolautoriteiten op dat punt nog verschil van gevoelen bestond. De tegenstanders eener ruimere opvatting meen den, dat, in alle geval aan de ouders moest worden belet, hunne kinderen naar Frank rijk ter school te zenden om ze later in Elzas-Lothariugen te doen terugkomen wilden zij ze naar Frankrijk zenden, dan moesten zij er ook van afzien, ze weder tot zich te nemen. Eu nu voor land verhuizers de terugkomst en het verblijf iu Elzas-Lotharingen zoo moeilijk is ge maakt, meendej men zooveel te meer bjj de kinderen den eersten stap tot landver huizing te moeten tegengaan. De President der Fransche Republiek is van zijne reis naar het zuidwesten des lands, te Parijs teruggekeerd. Men schat het aantal personen, die aau het station van Mont- parnasse bijeen waren, op 2000. Toen het rijtuig van den Heer Carnot op den Boule vard kwam, hoorde men eenige malen den kreet: »leve Boulanger!« doch hij werd dade lijk gesmoord door het sieve de Republiek!< Te Rockefort heeft de President der Repu bliek onder anderen het hospitaal voor zee lieden bezocht. Daar heeft hij aan eene Liefdezuster der Vereeniging van den Hei ligen Viucentius van Paulo, welke hare diensten reeds meer dan 30 jaren in het hospitaal had verleend, het ridderkruis van het Legioen van Eer ter hand gesteld. Toen de Zuster door de haar te beurt gevallen onderscheiding zeer ontroerd was, zeide de Heer Carnot tot haar: »Laat het uwe be scheidenheid niet hinderen. Iu u decoreer ik uwe geheele Orde.« Elders moet de President in een gasthuis tegen de Zuster-0verste gezegd hebbeu: sik zie uw kleed gaarne in de gasthuizen. En intusschen worden gasthuizen en hos pitalen te Parijs en elders onophoudelijk verwereldlijkt, zonder dat de Regeering hiertegen iu verzet komt! Men schrijft uit 's-Hage aan De Tijd Gisteren en eergisteren hebben in een der lo kalen van het gebouw der Tweede Kamer ver gaderingen plaats gehad van de Katholieke leden. edele heer, werp ze dan terstond in het vuur.„ Verwonderd sloeg Sir Patrick den blik in de papieren maar plotseling verbleekte hij: het waren zijne beide doodvonnissen. „Mijn redder,//riep hij uit, //hoe kan ik u ooit genoeg danken?// De oude vader greep den onbekende bjj de hand, en de kinderen omklemden zijne knieën; daar begon hjj luide en heftig te weenen. „Uw naam! uw naam! om Gods wil zeg mjj uw naam!// riep Sir Patrick onstuimig; //dat mijne kinderen dien in hunne gebeden steeds zegenen!" //Nu danl// antwoordde de vreemdeling, rukte zicli den hoed van het hoofd, en krullend vielen de rijke, zwarte lokken van Jane over de schouders. //Groote God!// riep Graaf Patrick; „is het mogelijk? Janel gij, mijne dochter, gij, de brie- venrooverl gij mijne redster! o, nu is het leven ïnjj dubbel zoet!// En vader en dochter sloten elkander in de armen, en uit hunne borst steeg een innig dank gebed ten Hemel.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1