NIEUWE No. 1241. Zondag 13 Mei 1888. 13de Jaargang. Rumenië. BU1TENLAN D. BINNENLAND. Het sein. HimEMSCHIflöüIlMT. A.BONNEMENTSPBIJ8 Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzonderlijke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PBIJS DEB ADVERTENTIE» Van 16 regels .30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPEB8 Jt LAUBET. Wanneer we thans een woord spreken over Rumenië, dan geschiedt zulks slechts terwille van de beteekenis, waarop deze Staat, door zjjue ligging tusschen Rusland en Oostenrijk iu den wel is waar verdaag den, doch ouvermjjdeljjken oorlog van deze beide mogendheden, mag aanspraak maken. Met zijne vjjf millioeu inwoners is het, on danks zjjn leger, welks deugdelijkheid voor Plewna op de proef werd gesteld, slechts zoo lang in staat, zijne neutraliteit te hand haven, als zijne beide naaste buren in vrede leven. Komt bet echter tot een oorlog tus schen Oosteurijk en Rusland, dan moet Rumenië zich aan een dezer beide mach ten aausluiten. De Minister-Psesident Bra- tiano was van oordeel, dat, iu dit geval, eene aausluitiug aan Oostenrijk voor Ru- meuië's belangen verkieslijker is, dan eeue aansluiting aau Rusland en nadat de ver kiezingen iu Januari jl. hem eeue sterke meerderheid hadden verschaft, trachtte hij met Oostenrijk, als ook met Duitschland in nauwere verbinding te geraken. Deze richting van Bratiauo's buitenland- sehe politiek verschafte aau zijne staat kundige tegenstanders eene nieuwe aan sporing tot aanvallen. Politieke partijen bestaan er iu Rumenië eigenlijk niet. Men spreekt er wel van de witten* endevroo- deu,« doch in werkelijkheid zijn het slechts oude coalities van Bojaren-familiën, die elkaar de heerschappij betwisteu om hunne bizondere belaDgen te kunnen bevorderen. Behalve de adel nam, dertig jaren ge leden, geene andere klasse aan het politieke leven deel. De boeren zuchtten in de lijf eigenschap, de steden waren nog zonder eenige beteekenis en slechts in den laat- sten tijd kan men ten opzichte vaa de steden eenigen vooruitgang waarnemen. Bratiano, sinds 1876 Minister, was uit de rjj der rooden gesproteude witten* of conservatieven*, zooals zjj zich thans noemen, spanden dus saam om hem te laten vallen. De Russischgeziuden onder de laatstgenoemden deden den aanval, die allereerst tegen zjjue buiteulandsche staat kunde was gericht. Toen in de Kamer niets te bereiken was, verlegden zij den aanval op straat. Yolksbeuden verlangden in het paleis des Kouiugs met kracht en klem het ontslag van het Ministerie. Had Bratiano, door het lange bezit der macht verwend, niet reeds zoo menige fout be gaan, dan zou het oproer spoedig zgn be daard; toen hij echter vroeger dan noodig was, de militaire macht opriep, Afge vaardigden liet arresteeren en bloed deed vergieten, terwgl de Koning nog toegeveud gezind bleek, verloor een gedeelte zjjuer meerderheid den moed hem langer te steu nen en eene op zich zelve zeer kleine nederlaag iu de Kamer, gaf hem aanleiding af te treden. De Koning nam zijn ontslag aan en vormde een nieuw Ministerie, waar van Rosetti en Carp de uitstekendste leden zgn. De leden van het nieuwe Ministerie be- hooren tot dejougconservatieveu, eene kleine partjj, die zich van de oud-conservatieve FEUILLETON. Een Russisch verhaal Vervolg en slot). Dus het is zes uur. En om twee minuten over zessen komt de trein voorbij. De trein komt voorbijl „Heer! Erbarm U over die arme slachtoffers!// En Szemen staat een oogenblik stil. Hjj ziet het wiel van de locomotief, het linker- wiel ontspoort, zij draait, loopt op het zand, breekt.en de trein stort boven van de glooiing af. De derde klas wagens zijn vol. Er zjjn kinderen bjj. Kleine kinderenl De treia nadert! En zij weten niet, dat hun heeft afgezonderd en zich van deze onder scheidt, daarin dat hare leden, vrienden zijnde van Europeesche beschaving, voor Rusland niet de minste symphatie betooneu. Daarom heerscht te Weenen en Pest groote vreugde over de keuze van den Koning en men rekent er stellig op, dat Rumenië in een toekomstigen oorlog ongetwjjteld aan de zijde van Oostenrijk zal staan. Men stelt hoogen prjjs op dit bondgenootschap, omdat Koning Karei veel voor het leger heeft gedaan. Sinds de dagen van Plewna is het Rumeensche leger beter gewapendhet telt thaus 100,000 man. Hetgeen echter iu de laatste weken in Rumenië is geschied, is juist geschikt, de verderfelijke eenzijdig heid van die Staatslieden in een helder daglicht te stellen, die de beteekenis en het aanzien van een Staat alleen naar het getal zguer troepen en bewapening schatten. Bratiauo's tegenstanders lieteu voor huune betoogingen ook boeren naar Bucharest komen, van hun standpuut eene hoogst onvoorzichtige maatregel. De Rumeeusche boer is tot 1864, dus nog twee jaren lan ger dan de Russische, alhoewel op zachtere wijze, lgfeigeue geweest. De grond behoorde alleen aan den adel. Yorst Coeza, Kareis voorganger, waagde iu het jaar 1864 een coup d'état en hief, om het volk op zjjue hand te krjjgeu, de ljjfeigenschap op. De boeren werden vrjj verklaard en verkregen groudbezit, maarte weinig om te leven, te veel om te sterven. Het gevolg daarvan was, dat zij schier nog meer af hankelijk waren van de groote grondbe zitters dan tijdens huune lgfeigenschap. De rijke grondbozitters gaven huu land ter bebouwing, doch onder zeer drukkende voor waarden: zij moesten zeer veel werk doen en een derde vau hunue producten alstaau. Voor hunne geestelijke ontwikkeling werd niets gedaan. Deze boeren nu hadden politieke rech ten. Zij kozen een zeker aantal ledeu voor de Volksvertegenwoordiging. Hunue Afge vaardigden waren steeds adellijken eu dank ten hunne mandaten aau omkooperijeu en beloften. Behoorden zij tot de oppositie, dan beschuldigden zij, door den fractie geest verleid, met grenzenlooze onbezon nenheid, de Regeeriug, als de beloften, zoo als gewoonlijk onvervuld bleven. Op deze wijze werden de boeren tot weerspannig heid aangezet. Kwam daar nog bjj, zooals iu dit voorjaar, dat de ellende ten gevolge van den slechten oogst in 't vorige jaar, een hoogen graad bereikte, dan waren de boeren het meest bruikbare materiaal, voor hen, die oproer of onlusteu wilden stichten. Met den val vau Bratiano, werd in Rus land een langgekoesterde weusch vervuld men had de verwachting, dat in de plaats van den tegenstander met de oud-couser- vatieven dienstwillige vriendeu aan het roer zouden komen. Daarom was de be noeming van Rosetti en Carp eene groote teleurstelling. Russisch Gezant te Bucharest was Hitrowo, een zeer slim sameuzweerder, die de wanhoop der boeren wist te ex- ploiteereu. Er ontstoud eene revolutie onder de boeren. Zijne hand in die oulusteu was te herkennen in de onder de boereu ver- laatste unr is geslagen. //O, Heer! zeg mij, wat ik doen moet. Neen! Neen! ik heb geen tjjd meer om nog naar huis te loopen en weer terug te komen.// Szemen loopt niet langer in de richting van zijn huisje, hij keert terug naar de ontzette spoorlijn. Hij loopt zoo snel zjjne voeten hem kunnen dragen. Waarom? Hjj weet het niet. Hij bereikt de plaats, waar hij de takken heeft laten vallen. Hij bekijkt ze en neemt er een op en voort gaat het weer in de richting, van waar de trein moet komen. Daar hoort hij hem in de verte fluiten en de spoorlijn begint al sterker en sterker te trillen. Hij staat stil. Hij neemt zijn pet af. Hij neemt zijn mes en geeft zich een diepe snede in de linkerhand! Het bloet spuit er uit! Nu vloeit het gelijkmatig door. Szemen doopt zijn zakdoek in het bloed, Ja, hij is goed rood! Hij spant hem uit. Hij bint hem aan den tak! spreide geruchten omtrent geschenken, welke de Czaar aan de Rumeensche boeren zou hebben gedaan, die echter door de Re geering waren onderschept. De Rumeensche Regeeriug liet in hare officieuze bladen Hitrowo als bewerker van den opstand aanklagen en de noodzakelijkheid betoogen, dat hij moest teruggeroepeu worden. Het oproer onder de boeren is in wer kelijkheid niets auders dan uitbarstingen der wraak tegen de groote grondbezitters, de bewerkers hunner ellende. Is de wraak bevredigd, dan is het ook met de energie der boeren gedaan en aangezien onder hen geen samenwerking heerscht, is het buiten kijf, dat de Regeeriug, die eene aanzienlijke, militaire macht heeft opgeroepen, spoedig meester zal zijn van de beweging of haar reeds meester is, omdat de agitatie thans geene ondersteuning van Rusland heeft te wachten. Maar al zijn de boeren ten ouder gebracht, hun opstand is toch voor de Rumeensche Regeering eene ernstige les, en zeker ook voor die Staten, welke op Rumeuië's bondgenootschap rekening ma ken. Zoo lang de verdeeliug van den grond iu Rumenië blijft, gelijk ze nog heden is, blijven ook de oorzaken van den opstand bestaan eu kunnen er, als de gelegenheid daartoe wordt aangeboden, elk oogenblik nieuwe gevaren zich voordoen. Dit ziet de Minister-President Rosetti zeer wel in en daarotn heeft hij de ver betering van den toestand der landbouwende bevolking ook iu zgn programma opge nomen. Die taak is echter niet zoo ge makkelijk als de Heer Rosetti wel schjjnt te gelooven. Hij moet aan hen, die de macht in handen hebben, oude, ofschoon onrechtmatige bezittingen ontnemen en die aan de onrechtvaardig behandelde boeren geven. De oplossing dezer quaestie eischt eigenschappendie slechts een eminent Staatsman kan bezitteu, vermits de tegen woordige grondeigenaars allen mogeljjken tegenstand zullen bieden. Zelfs de miustn vooruitgang zal jaren eischeu eu bovendien slechts te bereiken zijn, als de Regeering de ontwikkeling der volkskracht op elk gebied weet te bevorderen. Het was eene dwaling van Koning Ka- rel, te gelooven, dat met de invoering van het Duitsehe legerstelsel veel voor Rume- nië's beteekenis zou gewonnen zgn, eene dwaling, die meu, helaa»! overal aantreft, waar men volhardende volkskracht niet vau militaire kracht onderscheidt. Blijvende waarde heeft eene militaire ontwikkeling slechts daar, waar een vrjj volk tevreden en iu het bezit van goederen is, voor welker verdediging het bereid is goed en bloed op te offeren en zoo ver hebben de Rumeniërs het nog niet ge bracht! De Duitsch-nationale tentoonstelling van kunst toegepast op nijverheid te München, zal den 15n dezer onvoorwaardelijk geopend worden. Tegelijkertijd wordt de vierjaarljjksche internationale tentoonstelling van kunsten 1-Ijj zwaait er mede. Hjj geeft een noodsein! Ha, daar komt de trein aan, hij wuift met het sein. De trein is in 't gezicht. //De machinist zal mij niet zien; hjj zal den trein niet bijtjjds tot staan kunnen brengen. Zulk een zwaren trein. Zooveel waggons. Het is onmogelijk.// En het bloed vloeide onophoudelijk door. Sze men drukte de wond tegen zijne borst, doel hjj kon het bloed nog niet stelpen. //Het is wat te diep gegaan.// Hjj wordt duizelig; hij ziet niet meer, niets, het is of hij de klok hoort. hjj ziet den trein niethij hoort niet meer Slechts eene gedachte woelt door zjjn brein: //Ik zal vallen: Ik kan niet meer ik kan niet meerIk kan het sein niet meer hou den de trein zal mij verpletteren Heer Heer! Help mjj! Help mij! Alles wordt zwart om hem heen zjjn be- in het zoogenaamde Glazen Paleis geopend; ook deze expositie belooft, althans naar de vele aanmeldingen te oordeelen, prachtig te zullen worden. Volgens de onlangs verschenen opgaven van het comité zullen Nederland, België, Zwitserland, Zweden en Noorwegen, Dene marken, Italië, Engeland, Amerika, Oosten- rijk-Hongarije op het gebied der schilder kunst uitstekend vertegenwoordigd zgn. Frankrijk neemt niet officiëel aan deze tentoonstelling deel, maar, evenals vier jaren geleden het geval was, zullen waarschijn lijk na de sluiting van den Pargschen Salon, de schoonste werken van de Fransche schilderkunst naar Boieren's hoofdstad wor den gezonden. In weerwil van vroegere tegenspraken bevestigt het zich thans dat de Olden- burgsche Regeering voornemens is groote havenwerken te Nordenhamm, tegenover Bremershaven, aan te leggen eu dienaan gaande de vereischte voorstellen bg den landdag in te dienen. Daar de groote han delshavens ook voor oorlogsschepen toe gankelijk zullen zgn, zeo is iusgelgks de Duitsehe rijksmarine bij deze aangelegenheid betrokken. De Fransche Minister van Oorlog, De Freyciuet, zou voornemens zjjn naast zich een hoofdofficier te plaatsen, die de leiding der technische zaken op zich zou nemen met den rang van generaal-majoor. Deze betrekking zon de onvermjjdeljjke aanvulling zgn van het burgerljjke Ministe rie vau Oorlog. Twee geuoraals, aan wie de nieuwe post aangeboden was, hebben reeds voor de eer bedankt. De Parjjsche gemeenteraad heeft bjj werkstakingen tot regel aangenomen, het arbeidersvolk te steunen. Reeds herhaalde malen heeft hjj voor de werkstakende ge meente in verschillende plaatsen eene som Tau 10,000 fr. toegestaan. De Regeering heeft echter telkens het besluit vernietigd op grond van onwettigheid. Slechts een maal is dienaangaande eene schikking ge- troffeidie daarin bestond, dat de Raad, zgn oorspronkeljjk besluit wjjzigende, er in toestemde de som van 10,000 fr. (dit cgter is de vaste 'bgdrage van den Raad geworden) aan den maire der plaats toe te zenden, om die te verdeelen onder alle behoeftigen zonder onderscheid. Eergisteren nu Ueeft de Raad weer be sloten 10,000 fr. te zenden aan de werk- loozen der glasblazerijen en glasfabrieken in de departementen der Seine en Seine-et-Oise. Zooals gewoonljjk was de beraadslaging tusschen voor- en tegenstanders vrjj vinnig. De Prefect bad, vóórdat het besluit gevallen was, den Raad onder het oog gebracht, dat de Regeering in deze zaak ook een woordje heeft mede te spreken. Dezer dagen heeft Dr. Schaepman te Rotter dam eene voordracht gehouden over vDe politiek der rechterzjjde,// waarin hjj zjjne denkbeelden ontwikkelde omtrent het nieuwe Kabinet, over de vraag wat de rechterzjjde met hare meerder— wustzjjn gaat hem begevenEn het sein zal valNeen, het sein valt niet. Een hand grjjpt het en wuift er mede in de lucht, zoo hoog zjj maar kan. De machi nist ziet hetlaat den stoom ontsnappen en de trein staat stil. De reizigers springen uit de waggons. //Wat gebeurt er?// Op tien meters afstand van de locomotief ligt een man zonder bewustzijn op de rails uitgestrekt; naast hem staat kaarsrecht een man met een bebloede lap in de hand. Wassili slaat een blik op de locomotief, daarna op de reizigers en den bewusteloozen man en zegt, terwijl hij het hoofd buigt: //Neemt mij in hechtenisIk heb den trein willen doen ontsporen.//

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1