NIEUWE
No. 1243
Vrijdag 18 Mei 1888.
13de Jaargang.
üe II. Stoel en Ierland.
Eene roovergeschiedenis.
HMRLiraiMRAIT.
ABONHEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
AfzJnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BüBEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA HON AGITATE.
PEIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en V r ij d a g- a v o n d voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPERS 1,AUKEY.
Toen ongeveer een jaar geleden het Epis
copaat vau Ierland te Maynooth zijue jaar-
lijksche vergadering hield, had juist in het
Lagerhuis de tweede lezing plaats gehad
van de dwangwet, welke door de Regee
ring was voorgesteld. Zeker als laatste en
dringende waarschuwing tegen de aanne
ming van dit wetsontwerp, dat door gansch
het Iersche volk als eene poging werd be
schouwd om het land van zijne rechten en
van zijne grondwettige vrijheden te beroo-
ven, en het aan de genade van vijandig
gezinde en aan de Regeering niet verant
woordelijke ambtenaren over te leveren,
kwamen de vergaderde Aartsbisschoppen en
Bisschoppen, 23 in getal, tot het besluit
't welk ook later werd goedgekeurd door
de 6 Bisschoppen, die niet ter vergadering
aanwezig waren waarbjj zij verklaarden,
dat de voorgestelde d wang-maatregelen door
de in Ierland bestaande toestanden niet
konden gerechtvaardigd worden, en volko
men geschikt zouden zijn in de plaats van
eene openbare en wettige werkdadigheid,
geheime genootschappen in 't leven te roe
pen, wantrouwen en vijandschap te bevor
deren, den geest tusschen verpachters en
pachters nog meer te verbitteren en daar
door rustige en vriendschappelijke onder
handelingen voor de bevredigende oplos
sing der agrarische quaestie onmogelijk te
maken.
De Bisschoppen beriepen zich op het ge
tuigenis der door de Koningin van Enge
land benoemde rechters en op het feit, dat
in Ierland, behalve in enkele districten, geen
zware misdaden werden bedreven, ja, dat
gewone wetsovertredingen slechts zeer zel
den voorkwam en spraken, na rijp over
leg, hun oordeel uit, dat de toepassing voor
de voorgestelde maatregelen van dwang, de
misdaden niet zouden verminderen, doch
in die streken, waar tot dusver vrede en
orde heerschte, tot vijandschap en wets
overtredingen zoude aanleiding geven. Zij
eindigden hun betoog, 't welk zij met nauw
keurige bekendheid van de toestanden van
land en volk hadden samengesteld, met den
eisch, een eerlijk systeem in de verminde
ring van het pachtgeld in te voeren, een
stelsel dat niet onderhevig was aan de
willekeur van de verpachters, maar dat ge
baseerd moest zijn op de voortbrengselen
van den bodem. Zjj verlangden, dat er eene
agrarische wet werd ingevoerd, die een
einde zoude maken aan de bankroeten,
welke in vele districteu voorkwamen, eene
wet, die de pachters in staat zoude stellen
aan de rechtmatige eischen van hunne land-
heeren te kunnen voldoen.
De waarschuwingen van bet Episcopaat
werden, helaas! in den wind geslagen en
de dwangwet werd weldra door het Parle
ment aangenomenmaar ook de gevolgen,
welke de Bisschoppen hadden voorspeld, zijn
FE UIL LE TON.
Vervolg en slot).
Eensklaps riep eene barsche stem: Halt! het
paard stond stil, en een man vertoonde zich
aan den linkerkant van het rijtuig. De koetsier
bewoog zich niet.
Hoe laat is het? vroeg de vreemdeling, die
vlak voor mij stond en zijne hand op den rand
van het rijtuig had.
Na deze vraag, die in dieventaal zooveel be
duidt als //uwe beurs of uw leven//, begreep ik
met wien ik te doen had. Trouwens de man
liet er geen twijfel over.
Ge hebt daar een net valies en een mooi
geweer, zei hij, terwijl hij de hand op beide
voorwerpen legde en onheilspellend lachte. Het
was vreemd, maar het scheen mij toe, dat mijn
koetsier ook glimlachte. Stap uit, vervolgde hij,
mijne kameraden hebben u wat te vertellen.
En hij wees naar twee andere mannen, die
dezelfde galgentronie hadden als hjj; de eene hield
niet weggebleven en de bescherming en
verdediging van de volksbelangen werd tot
een systeem gebracht, dat aan de eischen
van rechtvaardigheid en christelijke liefde
allerminst beantwoordt,
Ierland, eertijds een bloeiend land met
eene welvarende, den landbouw uitoefenende
bevolking, is reeds sinds eeuwen een land
dat door Eugelsche hebzucht wordt uitge
mergeld. Na de door Hendrik VIII en
Koningin Elizabeth ingevoerde en bevor
derde geloofsverdeeldheid, hadden er spoedig
de gruwelijkste en bloedigste vervolgingen
tegen de aan hun geloof getrouw gebleven
Ieren plaats; zij werden van hunne poli
tieke vrijheden en van hunne eigendommen
beroofd; de laatstgenoemden kwamen in
handen van de tot de highchurch behoorende
Engelschen, die van hun kant niet ver
zuimden, om van de hun geschonken lan
derijen, welke zij voor 't grootst gedeelte
nimmer in oogenschouw hadden genomen,
eene zoo hoog mogeljjke pachtsom te ver
krijgen, terwijl zij er zich weinig aan ge
legen lieten liggen of de op zijn vroeger
eigendom wonende pachter in staat was
het pachtgeld op te brengen, dan niet.
Nimmer werd in Europa een eertijds bloeiend
land zoo mishandeld, als Ierland, het groene
Erinde geschiedenis der laatste drie eeuwen
vertelt ons niets anders dan van de gruwel
daden en ongerechtigheden der verdrukkers,
maar ook van de trouw en aanhankelijkheid
der verdrukten aan hun katholiek geloof
en van den aanhoudenden strijd om altaar
en huiselijken haard. Eerst in onze eeuw
gelukte het den beroemden voorvechter der
Ieren, O'Counell, de emancipatie der Ieren
tot stand te krijgen, welke na een outzet-
tendeu partij-strijd aangenomen en den 13
April 1829 door Koning George IV werd
gesanctioneerd. Sinds dat tijdstip is de strijd
der Ieren voor hunne rechten, werkdadiger
en vrijer geworden; vele godsdienstige en
politieke rechten zijn reeds heroverd, maar
de quaestie vau het grondbezit en van de
pacht-aangelegenheden is nog niet opgelost,
er is zelfs niet de minste verbetering in
aangebracht. Het bewustzijn van het hemel
tergende onrecht, dat het verdrukte volk
heeft te verdureiwordt echter in Engeland
steeds levendiger en de partij der Whigs,
met Gladstone aan het hoofd, treedt op
om aan de Ieren een eigen politiek bestuur,
home ruleeen eigen Parlement en terug
gaaf van den ontroofden grond te geven.
De partij der lories, onder leiding van den
tegeuwoordigen premier, Lord Salisbury
bezit echter nog de meerderheid en voerde
in 't vorige jaar de dwangwet in, tegen
welke de Iersche Bisschoppen, bij het hier
vermelde besluit, hebben geprotesteerd.
Do Ieren organiseerden dientengevolge
weder eene nationale liga, die door de
Engelsche Regeeriug, echter zonder gevolg
werd onderdrukt. Deze nationale liga heeft
het doel door samenwerking van het gausche
het paard bij den teugel en de andere had een
stevigen knuppel in de hand.
Er viel niets aan te veranderen, ik moest uit
stappen, alhoewel onwillig, en ik stond op den
weg naast den schobbejak, die het mij gelast
had. Hij vervolgde,[zich tot den koet der wendende:
Breng het paard naar den stal, PietlKom,
zei hij tot mjj.
Ik volgde hem, en terwijl wij den grooten
weg verlieten om een klein zandpad in te slaan,
hoorde ik de twee andere bandieten achter mij
aanstappen. Eenige schreden verder kwamen wij
aan eene soort van ruïne, die wij binnen gingen.
Wij liepen eene kamer door, die door een helder
haardvuur verlicht was, er werd eene deur open
gedaan, men duwde mij er door en achter mij
werden de grendels er voor geschoven.
In het eerste oogenblik kon ik niets onder
scheiden; langzamerhand echter gewenden mijne
oogen aan de duisternis en door een lichtstraal
onder de reet der deur, begreep ik, dat ik mij
in een vertrek bevond naast de kamer, die ik
was doorgegaan. Een klein dakvenster, voorzien
van een ijzeren bout, liet de nachtlucht vrij
binnenstroomen. Ik ging er heen en zag, dat
het uitzicht gaf op het veld. Maar de ijzeren
bout was een onoverkomelijke hinderpaal. Juist
Iersche volk te ageeren tot bet verkrijgen
van politieke rechten en tot afschaffing
van de dwangmaatregelen, welke de Eugel
sche Regeering op den eigendom en de
pacht-aangelegenheden toepast, een doel,
dat op zich zelf goed is en door een ieder
wordt gebillijkt.
Al was deze vereeniging ook gedwongen
den strijd met de tegenwoordige Eugelsche
Regeering aan te binden, zij kon toch, zoo
lang de leiders en leden, ter bereiking van
hun doel, zich langs moreeleu weg van
geoorloofde middelen bedienden en de be
ginselen van Christelijke naastenliefde niet
uit het oog verloren, op de ondersteuning
en bevordering van het Iersche Episcopaat
en van de Iersche Geestelijkheid rekenen,
en zich van de toestemming van den op
persten Herder der Kerk verzekerd houden.
Deze voorwaarden, bij een geoorloofd, ge
meenschappelijk handelen, werden echter
niet in alle opzichten nagevolgd. Er werd
namelijk een plan of campaign gemaakt,
een plan voor den veldtocht, dat wij hier
eenigszins nader zullen omschrijven.
In September van het jaar 1885 had de
leider der Iersche nationale partij, Parnell,
in het Lagerhuis een wetsontwerp ingediend,
waarvan het doel was, langs wettigen weg
de al te hooge pachten te verminderen en
de verwijdering van pachters, die niet in
staat waren de landhuur te betalen, uit
hunne huizen minstens gedurende den winter
niet te doen plaats vinden. Het Lagerhuis
verwierp dit voorstel; het Kabinet der
Tories trachtte echter de grondbezitters te
bewegen, aan hunne pachters 25% der
pachtsommen te scheukeu. De Regeering
had dus de noodzakelijkheid eeuer vermin
dering der pachten erkend, doch kreeg bjj
de Landlords niets gedaan. Toen kwam
de Iersche Afgevaardigde Dillon op de ge
dachte, het doel van de Regeering te be
reiken, door aan de pachters den raad te
geven bij de betaling der pachtgelden eene
vermindering van 25% te eischen en zoo
aan dien eisch niet werd voldaan, de som
in quaestie tegen quitantie aan vertrouwde
mannen der liga te overhandigen, die dan
het geld of aan deu tot toegeven geneigden
landeigenaar ter hand stelden of het bedrag
voor de pachters in bewaring namen. Deze
handeling nu, welke met goed gevolg op
een groot aantal landeigenaars werd toe
gepast, is thans door den H. Stoel ver
oordeeld.
»De rechtvaardigheid van dit oordeel,«zoo
heet het in het besluit van het H. Officie,
zal ieder gemakkelijk bevatten, wanneer
hij bedenkt, datzonder schending der
trouwe, de pachtprjjs, die door wederzijdsche
overeenkomst is bepaald geworden, niet
slechts door het private oordeel van den
pachter alleen kan verminderd worden.
Het kan evenmin rechtvaardig genoemd
worden, dat de pacht van do pachters wordt
afgeperst en bij onbekenden gedeponeerd
wilde ik trachten dien te verwringen, toen ik in
de andere kamer hoorde spreken:
Wel! heb ik er dat niet goed afgebracht? zei
mijn koetsier.
Dat schikt vrij wel, antwoordde de bandiet,
die mij had toegesproken. Maar wat duivel moeten
wij met uw reiziger doen?
Wel sapperloot! leg hem het zwijgen op!
Ik kende genoeg van hunne taal om de ware
beteekenis van dat gezegde te begrijpen, 'tgeen
mij in eene zeer netelige positie bracht. In deze
minder aangename overpeinzingen werd ik ge
stoord door eene andere stem, die zeide:
Bah! dat is de moeite niet waard. Wij laten
hem voorloopig stilletjes waar hij is: hij kan er
niet uit, de bout is stevig genoeg; en als hij
ons in den weg is, is het morgen altjjd nog tjjd
genoeg hem te woord te staan.
"Verder vernam ik niets meer, ik meende zelfs
dat de voetslappen zich verwijderden. Gedurende
geruimen tijd bleef ik onbeweeglijk staan en
hield den adem in; daar mijn toestand mjj echter
zeer verontrustend voorkwam, naderde ik het
venster weer en begon met alle kracht, maar
tevens zonder gedruisch te maken, den ijzeren
bout te verwringen. God zij dank het gelukte
mij langzamerhand, en weldra kon ik mijn lichaam
met miskenning der rechten van den ver
pachter.*
Behalve dit plan of campaign is ook de
wijze van den daarmede in verband staanden
dwang veroordeeld, hetgeen boycotting
wordt genoemd, een woord dat afgeleid is
van den naam eens Engelschen kapiteins,
Boycot geheeten, tegen wien, gelijk onzen
lezers bekend is, dwangmaatregelen werden
toegepast.
Het begrip van boycotten is intusschen
zeer uitgebreid, zoodat ook eene eenvou
dige werkstaking van Iersche landbouwers,
waarbjj een ongeoorloofde dwang bij an
deren niet plaats heeft gevonden, er onder
begrepen is, doch zuik een feit wordt door
de defiuitie van het H. Officie niet veroordeeld.
De toestanden in Ierland zijn gedeeltelijk
van zulk een ontzetteuden aard en de door
Engeland veroorloofde misbruiken zoo ver
schrikkelijk, dat het licht begrijpelijk is, dat
de wapens tegen de schuldigen niet altijd
met inachtneming der christelijke liefdeen
moraal worden gekozen; daardoor wordt
echter de keus van zulke wapenen niet ge
rechtvaardigd en de katholieke Ieren, die ge
durende eeuwen, ondanks de verdrukkingen
mishandeling der Engelschen, trouw geble
ven zijn aan hunne Kerk, zullen het zich zeker
ook thans tot eene eer rekenen, aan de stem
van den H. Vader gehoor te verleeuen en de
Fenians, dyuamitards en andere revolution-
naire en atheïstische elementen uit hun
midden verwijderen. Hunne rechtvaardige
zaak kan daardoor slechts winnen en de
achl ing hunner vriendeu en van bewonderaars
van zulk een heroïsme zal, in verband met
de vermaningen en het verzoek van deu
Opperherder der Kerk, de nog weerstrevende
Eugelsche Tories dwingen, aan de ontwa
kende stem der gerechtigheid eindeljjk ge
hoor te geven om het bedreven onrecht we
derom goed te maken.
Niet het streven van het Iersche volk
naar een nationaal Parlement, niet de be
strijding van het tegenwoordig systeem van
hetlandbezit wordt veroordeeld, maar slechts
de met de beginselen der christeljjke mo
raal niet overeenstemmende wijze van strij
den en van de wapens, van welke daarbjj
gebruik wordt gemaakt.
Het in Engeland gezag hebbende katho
lieke blad Tlie Tablet, zoo men zegt het
orgaan van Kardiuaal Manning, zegt bjj
de bespreking van de Pauseljjke uitspraak
onder anderen: Het heilig Officie, dat het
hoogste en meest gezaghebbende gerechts
hof in de H. Kerk is, houdt zich slechts
bezig met zulke vragen, welke het geloof
en de zedenleer betreffen. De tegenwoordige
verklaring betreft de zedenleer en slechts
deze. De H. Vader zegt niets omtrent het
streven van het Iersche volk naar een na
tionaal Parlement. De Katholieken mogen
voor home rule strijden, het staat hen vrjj
pogingen in het werk te stellen, het natio
nale systeem van den grondeigendom te
er door wringen en naar buiten springen. Maar,
helaas! ik kwam terecht op een hoop breekbare
scherven, 't welk een verschrikkelijk gekraak en
geraas veroorzaakte. Op hetzelfde oogenblik werd
de deur van m|jne gevangenis opengerukt en
hoorde ik een paar vreeselijke vloeken. Ik baande
mij dwars door heggen en struiken een weg
en kwam op het vr|je veld en trachtte mij door
de vlucht te redden.
Maar men vervolgde mij: ik hoorde haastige
voetstappen achter mij en weldra riep iemand:
Daar is hij!
Ik liep zoo hard ik maar kon; maar op eens
stootte mijn voet tegen een wortel, ik struikelde
en viel lang uit op den grond. Bijna onmiddel
lijk werd ik door eene stevige hand vastgegre
pen ik verloor alle bewustzijn.
Ean heiige schok deed mij weer tot mij zelf
komen; ik hoorde een vroolijk gelach en eene
opgeruimde stem, die mij toeriep:
Eindelijk, oude jongen! ik dacht dat gjj verlo
ren waart!
Waar ben ik? stamelde ik.
Wel verduiveld! op het kasteel Saules, mijn
waarde! Sapristie zijt gij zoo kort van memorie?
Hebt ge zoo geslapen van Montargis af?