N I E W
No 1246
Zondag 27 Mel 1888.
13de Jaargang.
Een nieuw werk der christe
lijke liefdadigheid.
BUITENLAND.
B N N E N L A N D.
HilRLIl
ABOKEEMEWTSPBIJB
Per 3 maanden voor Haarlemf 0.85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1.10
Voor het Buitenland 1,80
Afzjnderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
B UHEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
jM AINTIENDK
AGHTE MA JSOÏÏ AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTEWTIÉW
7an 16 regels .30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en V r ij d a g- a v o n d voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: RÜPPIBS LAUEET.
Wegens het feest van den H. Sacramentsdag
zal de Nieuwe Haarlemsche Courant in plaats
van Dinsdag, Woensdag a. s. verschijnen; het dan
volgende nummer verschijnt Zaterdag 2 Juni.
Vervolg en slot).
Ja, ook voor haar volk, want als het
kind wordt hetgeen de moeder ervau maakt,
dan zal de zoon, die in zijne moeder den
adel der zelfverloochening, der offervaar
digheid ziet, haar navolgen, de vrouw met
de haar verschuldigde achting bejegenen
en zich wel wachten deze te kreuken. Zoo
zullen dau in den Afrikaanschen tnau we
derom deugden ontwaken, die in zijne vroe
gere afdwaling verloren waren gegaan.
Een volk ontwikkelt zich werkelijk naar
den aard van zijn huiselijk leven. En ver
mits het voorbeeld van het huiselijk leven
de vrouw is, zoo is de wederverhtffiug vau
een volk afhankelijk van de wederverhef-
flng van de vrouw. Het Christendom nu,
hetwelk in zoo hooge mate het huiselijk
leven bevordert, is ook alleen in staat, een
volk tot de betere, tot de ware denkbeelden
van 's men8chen leven voor tijd en eeuwig
heid terug te voereu.
Wij allen zijn het eens, dat het huisgezin
het fundameut is voor het leveu van een
volk. In dit opzicht wordt de Missie-Zuster
een factor in de regeneratie der volkeren
van Afrika, omdat zij in staat is door te
dringen iu het heidensch huisgezin om
daar hare weldaden te verspreiden. Zij zal
spreken tot de drie bestanddeelen vau het
huisgezinden vader, de moeder en het
kind. De vader zal inzien, dat de aau hom
onderdanige familie-leden, moeder en kind,
niet aan hem onderworpen zijn om hem
op hunne kosten te dienen, maar dat hij
in de zorg voor het welzijn zijner onder
geschikten over hen gesteld ie als vader*.
De vrouw harerzijds verkrijgt uit de dus
danig erkende vaderplichten een vrij veld
voor eene vruchtbare vervulling barer moe
derplichten en het kind groeit op ouder
de bescherming zijuer ouders tot eeu waar
dig lid der samenleving, tot vreugde zijuer
ouders, die met hem tot het leveu der ge
nade zijn wedergekeerd.
De tijd schijnt gekomen te zijn, dat de
Hemel zich ontfermt over het ongelukkige
werelddeel, over eeu volk, dat iu zulk eene
diepe ellende is verzonken. Geeft ous, hoort
men het volk roepen, wat de Europeanen
hebben om iu den Hemel te komenen
het ongelukkige volk heeft dan ook het
recht, op eene werkdadige eu oprechte
deelneming van onzeu kaut temogen rekenen.
Wjj koesteren de hoop, dat nog vele
vrome maagden de vereischte eigenschappen
zullen erlangen eu besluiten zullen aan de
redding der Afrikaanscbe volken door de
FE VIL LE TO N.
Het mes van den strooper.
Eene Veluwsche novelle.
2) Vervolg)
Bij het geritsel in de struiken rjjzen twee
figuren plotseling van den grond op, alsof ze
eruit werden voortgetooverd. De wachters, Theunis
en Klaas, hoorden hunne medehelpers iu aantocht;
zien konden ze niets, totdat de lange schaapherder
en zyn metgezel uit liet hooge hout te voorschijn
treden.
Alles veiligl vraagt de schaapherder
zacht.
't Gevoar vorbie. Rechtaf speurt ze,
antwoordt een der wacht: rs, een opgeschoten
knaap in lompen gekleed, evenals zijn kame
raad.
Dan wie links met de vracht.
De schaapherder grijpt zijn edel slachtoffer bij
de achterpooten.
Pak an, Hendrik, bie 't gewie.
Hendrik gehoorzaamt, de beide knapen helpen
mede en het hert wordt voortgesleept. Een zacht
knorren van den hond maakt plotseling het
Afrikaansche vrouw te zullen helpen en
de slavenketenen zullen vernietigen, waarin
deze nog is geboeid.
Nog is het aantal Missie-Zusters (80) en
gestichten (lij in Algiers en Tunis veel
te gering voor het wijde, uitgestrekte veld,
dat de Missie besloten beeft te bebouvveu.
Maar bet aantal zal onder de bescherming
van O. L. V. van Afrika wel spoedig ver
meerderen. Eu deze Apostolische arbeid zal
ongetwijfeld door intellectueelen eu mate-
riëelen bijstaud door de Katholieken wor
den gesteund.
Voor 'toogenblik verrichten de Missie-
Zusters haren Gode welgevalligen arbeid
in 't Noorden van Afrika, maar het oogen-
blik schijnt gekomen, dat God ook de be
vrijding der vrouw iu Midden-Afrika ver
langt. Sinds daar door de Europeesche
machten, België, Frankrijk en Duitschland,
volksplantingen worden gesticht en ont
wikkeld, wordt de aandacht meer eu meer
op dit werelddeel gevestigd en zullen de
Missie-Zusters, naar wij hopen, ook daar
den noodigeu steun verkrijgen, welken zij
als vrouwen in zoo hooge mate behoeven.
Het samengaan dezer omstandigheid met-
de zeer verklaarbare belangstelling in de
verheffiug der geestelijk en lichamelijk mis
handelde Afrikaansche vrouw, hebben den
hoogwaai digeu Stichter der Afrikaansche
Missie, Kardinaal Lavigerie, aanleiding ge
geven, te trachten het getal Missie-Zusters
in Afrika te vergrooten. Om tot dit doel
te komen, zullen niet alleen iu Afrika
zelve, in Carthago, Missie-Zusters worden
opgeleid, maar ook in Frankrijk te Lyon
en in Nederland te Maastricht, iu de laats-
vermelde gemeente voor de lauden vau de
Nederlaudsche, Duitsche en Vlaamsche
taal.
Iu de daartoe bestemde gestichten wor
den de Missie-Zusters ouderwezen in de
voornaamste werken der Congregatie
1. Yoor het Apostolaat, door onderricht
der vrouwen in de beginselen van den
godsdienst.
2. Voor de leiding der weeshuizen voor
de kinderen der inboorlingen.
3. Voor pensionaten en scholen, zoowel
voor iuheemsche als Europeesche meisjes
iu Afrika.
4. Voor hospitalen en verplegiugs-in
richtingen.
Moge het liefdewerk der bekeering van
het Afrikaausche volk, waarvoor zoovele
godvruchtige maagden, haar goed en bloed
offeren, bij de Katholieken steeds deze hulp
en sympathie oudervinden waarop het iu
zoo hooge mate mag aanspraak maken.
Zoo als te verwachten was, liep de brui
loft van Prius Hendrik eergisteren te Char-
lotteuburg stil af, hoewel toch, alle on-
viertal even roerloos als het doode hert, met
de groote, donkere strakke oogen, die Hendrik
't liefst maar niet ziet. Voetstappen naderen,
een schot brandt los, de snelle galop van twee
paarden op den zandweg, verkondigt ook van
de andere zijde onraad. Met bliksemsnelheid
zoekt het betrapte viertal een goed heenkomen
door het kreupelhout. De schaapherder is gewond,
maar met een wilskracht, een betere zaak waard,
sleept hij zich voort en denkt er nog aan zijn
ruige muts te drukken tegen de lialswonde,
waarvan anders de bloeddruppels op het spoor
der vluchtelingen zouden brengen. Als hij niet
verder kan, sleept Hendrik hem mede, zooals hij
daareven het hert voortsleep'e. Theunis en Klaas,
slechts op eigen veiligheid bedacht, liggen reeds
op hunne armzalige legersteden, voordat nog Hen
drik zijn last in de schaapskooi heeft onder
gebracht. In ongelooflijk korten tijd spoedt hij
zich nu naar het dorp.
Krieg ze mien te pakken dan spreak ik
Hendrik vrie, denkt de schaapherder, terwijl
hij niet zonder zorg de militaire ruiters op den
grintweg door het sparrenbosch in aantocht hoort.
Maar het gevaar wijkt.
De ruiters draven weder 't bosch in; de
schaapskooi op de heide blijft verschoond van
hun onderzoekingstocht.
misbare waardigheidsbekleders meegere
kend, 300 personen aan haar deeluamen.
Anders worden gewoonlijk 2000 personen
uitgenoodigd. Keizer Frederik wilde eerst
slechis het wisselen der ringen bijwonen,
maar door de blijde gewaarwoiding voelde
bij zieli zoo sterk, dit bij bij de geheele
kerkelijke trouwplechtigheid bieef. Ilij zag
er zeer mager en bleek uit, maar zat,
zonder eeuigen bizonderen steun, op zijn
stoel. Hij maakte ook een kleinen rond
gang door de sierlijke kapel en begroette
de aanwezigen met stilzwijgend het hoofd
te buigen. II. t ontroerde allen, toeu bij,
na de kerkelijke inzegening, zonder eeu
woord te spreken en met tranen iu de
oogen, zijn zoon eu diens jeugdige vrouw
meermalen hartelijk omhelsde. De Keizer
woonde het familiemaal niet bij, om meer
vermoeinis te vermijden. De Kroonprins
bracht in zijne plaats den heildronk aan
het jeugdige paar.
Naar aanleiding van dit huwelijk werd
de schoonvader van Prins Hendrik, de Groot
hertog van Hessen, benoemd tot Inspec
teur van het leger.
De Nordd. Allg. Ztg. neemt zonder
eeuigerlei tegenspraaak verschillende mede-
deelingeu uit andere bladen over, uit welke
blijkt, dat Duitschland iu bet vorige jaar
te vergeefs getracht heeft, langs vriend-
schappelijken weg, van Rusland eene ver
zachting te verkrijgen van de differentiëele
maatregelen ten aanzien van den invoer
uit Duitschland. Deze poging van Duitsch
land werd door Rudand beautwoord niet
verdere maatregelen iu denzelfdeu zin, voor
namelijk ten aanzien vau Duitsche steen
kolen en ijzer (ten bate van don invoer
uit Engeland).
Wat de verscherping betreft der Duitsche
voorschriften ten aanzien vau de paspoor
ten voor het verkeer over de Fratische
grenzen enz., naarElzas-Lotharingen, wordt
gezegd, dat zij het gevolg is van krachtige
agitatie tegen Duitschlaud door zich in het
Rijksland ophoudende Frauschestaatburgers,
op wie men tot dusver geen vat heeft
kunnen krijgen.
Het heet daarbij, dat vooral de Ligue
des Pairiotes te Parijs sedert het optreden
van Boulanger weder krachtiger in het
Rijksland agiteert.
De Weser Zexiung heeft, naar zij zegt
van vertrouwbare zijde vernomen, dat Prius
Nikolaas, broeder vau Hertog Adolf van
Nassau, iu Luxemburg eene partij te zijnen
gunste zoekt te werven, die het hem mo
gelijk zou maken eveutueel als kroonpre
tendent op te treden, en dat men te Ber
lijn den Prins gunstig is gezind. Oogeti-
biikkelijk, zegt men, worden vertrouwelijke
onderhandelingen gevoerd om Hertog Adolf
eu zijn zoon van hun eventueel erfrecht te
doen afzien.
Aan den Berlijnscheu Professor Virchow,
II
De vogels hadden nauwelijks door hunne eerste
zachte kreten den morgenstond verkondigd, of
er kwam be veging in 't huis met het rieten
dak achter de twee gladgeschoren lindeboomen.
Eene oude vrouw hing den waterketel op boven
't opgerakelde haardvuur; een man, nog ouder
dan zij, droeg wat hout aan en turf, om er de
vlam in te brengen; weldra knapte en flikkerde
het in het half donkere, kleine keukenvertrek
en begon het koffiewater te zingen. Dat gaf
vrooljjkheid, ofschoon man en vrouw zwijgend
hun arbeid bleven verrichten, totdat de koffie
gereed was en de boterhammen; toen knikten
ze elkander vergenoegd toe, gingen aan tafel
zitten en vouwden de handen tot hot gebed.
Dat hadden ze het allereerst noodig tot verster
king en verkwikking, de oude zielen. Hun le
venspad was doornig geweest. Werken van den
vroegen morgen lot den laten avond voor hun
dagelijksch brood, worstelende tegen ziekte, dood,
gebrek aan werk, zoo was hun lot te midden
van den voorspoed en de welvaart, die het dorp
hunner inwoning zoo verbazend hadden vergroot
en verfraaid. Nu waren ze oud en niet rijker
dan ooit te voren, maar hun ijver en hunne vrome
berusting in deu wil van God verflauwden niet.
Men kon het hun vergenoegde, gerimpelde ge-
die tijdens de ziekte des Keizer steeds met
het microscopisch onderzoek was belast, is
de orde van den Rooden Adelaar tweede
klasse verleend. Virchow behoort tot de
leiders der Duitsch-vrijziunige partij in den
Rijksdag en daarom heeft het Ministerie
het verleenen dezer onderscheiding niet
bevorderd. Het uitdrukkelijk verlangen des
Keizers schijnt echter deu doorslag te heb
ben gegeven.
De Daily Telegraph behelst een uit
voerig opstel ter verdediging van het in
Engeland voor het leger gehuldigde stelsel
vau recruteering, omdat dit vatbaar is voor
ontwikkeling in eiken zin.
De propaganda tegen het boulan-
gisme zal in Frai krijk met eene nieuwe
strijdkracht worden vermeerderd.
Op dit oogenblik zou men bezig zijn
met het drukken van 3 millioen afbeel
dingen van Epiual, welke overal in de
provincie gratis zullen verspreid worden.
De Heer Boulanger is daarop iu uuiform
voorgesteld, de strijders van de commune
iu 1871 onder zjjue voeten vertredende.
Achter den Generaal ziet men een groot
geraamte.
Nog ziet men den Heer Boulanger met
eene zweep iu de hand het volk voor zich
uitdrijven.
De ontmoeting van den Keizer van Oos
tenrijk, niet de Koningin van Engelaud te
Insbruck heeft de verzoening van Prinses
Frederika van Hannover met haar broeder,
deu Hertog van Cumberland, zoon vau
wijlen den onttroonden Koning George, ten
gevolge gehad. De Prinses is nl. gehuwd
met Baron Powell-Remingeu, ondanks het
verzet, dat dit huwelijk in de koninklijke
familie van Hannover ondervond. Koningin
Victoria, die veel van de Prinses-Baronnes
houdt, verzocht Keizer Frans Jozef de ver-
zoeuing tot stand te brengen, waaraan door
dezen gevolg werd gegeven.
De overheid te Weenen heeft het zingen
van Die Wacht am Rhein, als demonstratie
tegen niet-Duitsche inwoners des Rijks, ver
boden.
Uit Weenen wordt gemeld, dat de beurs
den invloed ondervond van het bericht, dat
Duitschland het Russische graan van zijn
markt wil weren. Men maakte zich daar
over zeer ongerust, in verband met de
toenemende spanning tusscheu Duitschlaud
en Rusland.
Ook de Hongaarsche pers laat zich on
gunstig uit.
Pruisisch Recht. Volgens de grondwet heeft
in Pruisen, zoowel als in Nederland ieder het
recht te petitionneeren. Van dat recht maakten
voor eenigen tijd de schoolmeesters gebruik. Zjj
petitionneerden gezamenlijk, d. i. al de onderwij
zers van eene provincie teekenden eene monster-
zichten aanzien, dat ze den gvooten schat hadden
veroverd, die voor den rijke en voorspoedige ge
woonlijk zoek bly ft tevredenheid.
De oude Klapper was behanger van beroep.
Vroeger kon niemand zijne woning inrichten
zonder de hulp van den wakkeren, goedkoopen
Klapper. Nu was hij overschaduwd en van de
baan geknikkerd door zijne jonge vakgenooten,
die beter voldeden aan den smaak van den
nieuwen tjjd. De ouderwetsche Klapper werd
afgekeurd en hij moest zich vergenoegen met
heigeen de andere behangers niet afkonden en
waarvoor zij dubbel zooveel in rekening brachten
als zo er hem voor betaalden. Hij klaagde noch
morde er over; hij verdiende eerlijk zijn brood, en de
goede God had hem van zijne vier kinderen een
zoon laten behouden, een oppassend werkman
in dienst bij den tuinbaas Itienders, die hem
met de groentekar rondzond of de tuinen der
voorname dorpelingen in orde liet brengen.
Daarmee verdiende Hendrik dan nog wel eens
een kwartje extra. Het een en ander hadden
Klapper en zijn oudje, zooals hij zijne vrouw
bij voorkeur noemde, tot de overtuiging gebracht,
dat zij nog rijk gezegend waren vooral ook, omdat
ze voor elkander gespaard bleven; dat had toch
anders kunnen zijn!
Wordt vervolgd.)