N IE U WE No 1254 Zondag 17 Juni 1888. 13de Jaargang. Aansluiting b(i België? B U IT fi ft L A N li BINNENLAND. feuilleton. Het mes van den strooper. H4ARLMSC IBONIfEMENTSPBIJB Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1.10 Voor het Buitenland 1,80 AfzMiderljjke Nummer0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B 0KB AU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA KON AGITATE. PBIJS DBB ADVEBTENTIÉH Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vr ij dag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPEES LAUBET. Wij deden in een vorig nummer onzer couraut mededeeling van eeue brochure, welke te Brussel verschenen is van een onbekenden schrijver, waarin deze de wen- 8chelijkheid bepleit van eeu bond of ver bond tusschen Nederland en België. De auteur wijst op de gevaren, met welke België evenzeer als Nederland te worstelen beeft bij eeu eveutueelen oorlog tusschen Frankrijk en Duitschland. Volgens den schrijver moet bet als eene uitgemaakte zaak w >rden beschouwd, dat op Belgiës grondgebied de groote worsteling zou vol- streden worden. Allereerst wenscheu wij bij die bewering stil te staan. Naar ons iuzien toch dwaalt de schrijver in die opvatting. De onzijdig heid van België is gewaarborgd bij een internationaal verdrag, ook door Frankrijk en Duitschland geteekend. Zoo lang dus België niets doet, betgeen in strijd met de eischen der onzijdigheid moet geacht worden, moet het gebied van dat land als neutraal worden geëerbiedigd. Maar nu betoogt de schrijver, dat bet verbond met Oostenrijk en Italië aan Duitsch land veroorlooft, zeifs bij een oorlog tegen Frankrijk en Rusland samen, een legercorps naar België te zenden. Die redeneering van den auteur schijnt ons volkomen onhoudbaar toe. Wat beeft de vredes-alliantie der drie mogendheden met België te maken? Zonder eeuigeu twijfel werd de bond der drie Staten gesloten om Duitschland te beveiligen tegen Frankrijk en Oostenrijk tegen Ruslaud en zoowel Duitschland als Oostenrijk tegen een samengaan op oor~ logsterrein van Rusland en Frankrijk. België staat buiten en boven dat alles. Boveudieu is Engeland er ook nog eti die Staat zou zeker niet dulden, dat de onzijdigheid van België werd geschonden. Frankrijk zou ook gewild hebben om den strijd in België te aanvaarden. De Frauscheu zullen al huuue kracht coucen- treeren aan den Rijn en nu zou Duitsch land om de samentrekking te beletten, FrankrijK wel willen bestoken aan de zijde van België; doch zal Duitschland, als bet tegen Frankrijk en Rusland te strijden kreeg, wel troepen genoeg bezitten om op twee punten den strijd te wagen Blijft Rusland neutraal, dan behoeft Oos tenrijk geene hulp te verleenen. Zou in dat geval Duitschland tegenover België eeue daad° willen verrichten, die, zoowel te St. Petersburg als te Weeuen in laatst genoemde stad vooral de strengste af keuring zou vinden? Duitschland zal, met het^ oog op de dynastieke banden, die Oostenrijk aan België bindeu niets vijandigs tegen België onder nemen. En nu zou men kunnen zeggen nood zal voor Duitschland wet breken maar wie verzekert, dat die nood zal ontstaan Eene Veluwsche novelle.) 8) Vervolg Vader alleen? - Voader kon 't altied wel allaimg at. Niet liegen! alleen kon vader bet bert niet wegdragen. Daar hei 'j geliek an, maar zien helpers kan 'k oe niet aan wiezen. Dat zal je wel geleerd worden, zoo goed als je heks van een grootmoeder, die ons allen bij den neus beeft gehad. Op, op. Hij stoot haar ruw met zijn voet. Ze ge hoorzaamt schijnbaar gedwee, doch hare oogen fonkelen, want hij stoot haar vooruit, het lage hout door, of ook de takken haar het gezicht en de armen schrijnen. Op den zandweg, waar hij van het paard is afgestapt en zijn metgezel hem opwacht, staat hij een oogenblik in beraad, of bij haar moet Volgens ouze bescbeidene overtuiging zal Antwerpen, bij een eveutueelen oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk niet wor den bedreigd, gelijk de schrijver denkt. Nog veel minder loopt ons land gevaar. Duizend redenen zijn er aan te voeren, die elke mogendheid ervan zouden afhouden om de hand aau ous vaderland te slaan. Of zou men meenen, dat Engeland, 't welk ter zee altijd nog wel wat beteekent, bet maar zoo lijdelijk zou aanzien als Neder land werd aangevallen? Geheel Europa zou in vuur en vlam worden gezet, als België eu ons vaderland werkelijk werdeu bedreigd. Op die omstandigheid kau niet genoeg nadruk worden gelegd. Daarmee willen wij geene valsche gerustheid voeden; wij willen enkel waarschuwen voor overdreven be zorgdheid. Stemmen wij het aan den eeuen bant volkomen toe, dat bet volkenrecht in onze eeuw bijna alle kracht heeft verloren, toch gelooveu wij niet, dat men bet tegenover België zoo spoedig met voeten zou treden. Nederland leeft in vrede met alle mo gendheden. Duitschland en Frankrijk heb ben enkel recht te eischen, dat wij in staat zullen zijn ouze onzijdigheid te hand haven. Duitschland moet niet over Neder land Frankrijk kunnen aanvallen en om gekeerd Frankrijk ook Duitschland niet. Dat is de positie. Zij werd in 1870 ge handhaafd waarom zou die over enkele jaren niet meer doenlijk blijken Angst is eene slechte raadgeefster eu daarom moeten wij ous niet laten verward maken door ongeroepen raadgevers. Zoodra toch in hot buitenland werd waargenomen, dat wij ons zwak gevoelden, zou dat eeu in druk kunnen verwekken, allerminst gunstig voor ons. Tegen overmoed waarschuwen wij, doch niet minder tegen ontmoediging. Nederland moet zijne kracht zoeken en zijn recht, en zijne verdediging, in God, die tot hiertoe zichtbaar met ons vaderland was. Op die bescherming mogen wjj big ven hopen, als wij alles doen wat in het menschelijk vermogen ligt om ous stand punt van onzijdigheid te kunneu verdedigen. Eeue alliantie met België zouden wij, hoe sympathiek wij voor de meerderheid der Belgische Natie ook gezind zijn eu hoezeer wij eeu groot vertrouwen op de tegenwoordige Regeering van België stellen, een bepaald gevaar voor Nederland rekenen. Dat hopen wij in een volgend artikel te betoogeu. Het Huis der Hoheuzollerns heeft opnieuw eeu gevoelig verlies geleden. Wat sinds lang verwacht werd, is eindelijk geschied. Keizer Frederik is niet meer. Van den troon, dien hij slechts korten tijd geleden besteeg, heeft hij afstand moeten doen. De vreese- lijke kwaal, waaraan Keizer Frederik leed, binden, of de handen vrij laten. Maar wat zou het kaar ook baten, als ze bet hazenpad koos? Hij gaat te paard zitten en laat kaar er naast loopen. Eerst bij ket sparrenbosck, waarackter de schaapskooi ligt, keft ze het gebogen hoofd eens op. Meneer, mag 'k as toe blieft mien voader nog efkens zien? Dat is maar tijdverlies, antwoordde de wachtmeester opnieuw getroffen door cle diep weemoedige uitdrukking van haar donker gelaat. Aan ket spreken kun je je vader toch niet meer krijgen. Hij is dood. Dood!? Sanne blijft staan en kruist de armen over de borst. Meneer dan wol 'k voader toch nog ef- keDS zien. Het gezicht is waarachtig zoo mooi niet antwoordt de wachtmeester norsch, wacht tot je weer vrij bent, zoo spoedig zullen ze vader wel niet in den grond stoppen. Komaan voor waarts! Of moet ik je aan den staart van het paard binden? Ze smoort dep kreet van wanhoop, dien haar heeft een einde gemaakt aau het leven van den eenmaal zoo krachtigen Monarch. Reeds Donderdag-morgen vermeldde het bulletin, dat de toestand des Keizers zicht baar was verergerd eu dat de krachten verminderdeu. De Keizerin, de Kroonprins en de Kroonprinses vertoefden sinds 4 uur aau het bed des Keizers. Ook Keizerin Augusta was aau het sterfbed van haren zoou tegenwoordig. Des namiddags van dien dag, toen de Keizer zich even kou oprichten, heelt hij aan zijne dochter Sofia, die haren achttienden geboortedag vierde, op een briefje geschreven: Blijf braaf en goed! Dit is de wensch vau uwen stervenden vader.Ook aan Prins Von Bismarck schreef hij een hartelijk afscheidswoord, dat hjj deu Rijks kanselier met een vriendelijk knikje over handigde. Diep bewogen kuste Von Bis marck 's Keizers vermagerde hand. Langzamerhand nam de zwakte toe eu werd de ademhaling zeer gestoord tot dat ten slotte de dood gisteren-morgen te 11 uur eeu einde maakte aan het leven van den hoogeu lijder. (Zie laatste berichten). Door den Franschen Senaat is het voorstel van den Minister van financiën om het fiscale jaar voortaan met deu leu Juli te doen aanvangen, verworpen. Als eeue soort van antwoord op de be perkende bepalingen, door de Duitsche Re- geeriug gemaakt op het verkeer van rei zigers over de Lothariugsche grens, heeft het Frausche ministerie een wetsontwerp ingediend, waarbij de kosten van een pas poort van het binnen- of buitenland, zegel eu expeditie er onder begrepen, tot 50 centimes in hoofdsom worden verminderd. Graaf De Brazza, Gouverneur van de Frausche bezittingen in Congoland, zal binnenkort daarheen terugkeeren. De hem toegestane credieteo zijn niet, zooals be weerd was, uitgeput. Eeue som van 100,000 franks, welke beschikbaar is, zal besteed worden aau het inrichten van eeu gere- gelden stoombootdieust, waardoor de Congo tweemalen per maand in rechtstreeks ver keer met Frankrijk zal gesteld worden. De Frausche Academie heeft eene groote gouden medaille laten slaan, welke aange boden zal worden aau Koningin Elizabeth van Rumeuië. Hare Majesteit is, zooals men weet, in de letterkundige wereld als Carmen Sylva bekend. De naam der Koningin zal in de aan staande openbsfre zitting der Frausche Aca demie worden geproclameerd. Lord Salisbury heeft aan den Fran schen Gezant te Londen het officiëele ant woord van Eugeland op de conventie be treffende de neutralisatie van het Suez- kanaal overhandigd. De Engelsche Regeering neemt eenvoudig de door de Porte gevraagde wijzigingen aan. De Italiaausche Minister van finan ciën heeft een wetsontwerp ingediend, krachtens hetwelk de termijn gedureude welken de bankbiljetten als wettig betaal- bijna ontsnapte, maar verroert zich niet van de plek. Vooruit gebiedt de militair, met dreigend opgeheven karwats. Met een blik vol minachting wacht ze den verne derenden slag af. He wachtmeester laat den arm zakken en mompelt eene verwensching. Op het zelfde oogenblik wordt zijn paard getroffen door een steen en springt op zijde, het andere paard be gint te steigeren en te snuiven. Een nauw merk baar glimlachje verheldert het sombere meisjes gezicht. Zij wist het reeds wie den steen bad afgeworpen, want toen ze stil stond had Theunis even zijn schelmachtig gezicht getoond achter het groen, rechts van den zandweg. Ze begreep zijne oogentaai: hare grootmoeder was ook reeds opgepakt, dat maakte haar angstig. Grootmoeder zou Hendrik niet verschoonen en dat mes dat mes!Haar zag ze het schitteren op den grond; in zijn strijd met het onstuimige paarcl was het den wachtmeester ontvallen; als eene leeuwin op haar prooi, zoo energisch springt Sanne tusschen de steigerende paarden en ver meestert het mes. Waag het niet! schreeuwt de wacht meester uit alle macht. middel blijven gelden, zal worden verlengd tot aau den Ion Januari 1890, op welken datum het in werking treden der thans bij de Kamer in behandeling komende nieuwe wet betreffende het bankwezen is gesteld. De Keizer van Brazilië, te Aix-les- Bains vertoevende, neemt ia beterschap toe. Het grootste gedeelte van deu dag brengt Zijne Majesteit op het terras van het hotel door. Het nieuwe Spaausche Ministerie is als volgt samengesteld: Sagasta, President; Vega d'Armyo, Buitenlaudsche Zaken; Aleuzo Martinez, Justitie; Moret, Binnen- landsche Zakeu Calamaya, Openbare wer ken Capdeves, Koloniën Generaal O'Ryan, Oorlog, en Admiraal Arrias, Marine. Men leest in De Tijd //De Haagsche briefschrijver in de Zaanland - sche Courant wijdt aan dit Ministerie de vol gende lofrede ////De voornaamste benoemingen, die tot hiertoe zijn geschied, getuigen van groote onpartijdigheid hij de Eegeering wat meer is, kreeg zoo nu en dan den indruk dat de Ministers, nu zij zeiven moeten kiezen bij vacatures in den eenen of an deren diensttak, gedwongen worden, door hunne voordrachten te erkennen, dat de qualificatie van //liet denkend deel der natie//, waarmee de clericalen zoo lang de liberalen hebben bespot, toch nog zoo geheel onjuist niet is, en dat in elk geval, als 't er op aankomt practisohe lieden, wezenlijke werkkrachten voor 's Lands dienst aan te winnen, men bij voorkeur moet zoeken onder de menschen, die mser 't oog hebben op de dingen, die van deze aarde zijn, dan op de braven, die alleen aan 't eeuwig leven denken. ////Maar in ernst, ik heb met groot genoegen gezien, dat de Ministers van Justitie en van Binnenlandsche Zaken bij de benoemingen van rechterlijke ambtenaren, zoowel als bij de samen stelling van de akte-examen-commissiën, de libe ralen geenszins hebben achteruitgezet. En thans hoor ik, dat ook voor andere, zeer gewichtige staatsbetrekkingen, die te vervullen zijn, niet uitsluitend onder de geestverwanten van het Kabinet wordt gezocht. Ik heb althans gehoord dat èn voor het Gouverneur-Generaalschap van Nederlandsch-Indië (dat inderdaad vacant schijnt te komen) èn voor het Gouverneurschap van Suriname bekende liberalen in aanmerking ko men, al staan, wat de West betreft, ook de kansen van een paar anti-revolutionnairen niet ongunstig. Nomina sunt odiosa, en aan mijn stelsel getrouw om geen praatjes over te brieven, zal ik geen personen, die voor beide hooge amb ten worden genoemd, aanwijzen. Het was mijn doel alleen om te constateeren, dat de Eegeering zelfs voor deze hoogst belangrijke keuzen niet alleen absoluut het, oog schijnt te vestigen op vrienden in de politiek of broeders in den Heer e.//// //Wij erkennen dat ons deze lof niet aange naam in de ooren klonk. Onpartijdigheid bij benoemingen is eene sehoone zaak, maar met onpartijdigheid is zeker niet bestaanbaar //het bij voorkeur zoeken onder menschen, die//, enz., terwijl met die menschen klaarblijkelijk de libe ralen bedoeld worden. Wij willen aan den lof (of beter aan de beschuldigingvan den Haagschen Maar ze had het reeds gewaagd. Het mes snorde over den weg in het lange hout. Bloed rood van drift, rijdt de wachtmeester haar op zijde. Dat zal ik je betaald zetten. Met den sabel wil hij haar slaan, maar of hij zich nog bijtijds herinnert, dat hij zijn wapen niet raag misbruiken, hij laat de mishandeling achterwege, maar slingert toch met groot wel gevallen een riem om haar arm, waaraan hij haar vasthoudt. Zoo moet ze mee naar het dorp. Meer om den toe vloed van nieuwsgierigen te ontwijken dan uit medegevoel voor het jonge schepsel, dat als de zwaarste misdadigster wordt opgebracht, rijdt de wachtmeester achter het dorp om, de beek over, waar hij door de stille nog weinig bewoonde nieuwe buurt minder opschudding te weeg zal brengen. Nochtans groeit zijn gevolg spoedig aan, want er is veel volk op de been. Zooeven was Mienemeuje tusschen twee veldwachters naar het gemeentehuis gebracht. Bitter had ze geweend en gekermd en toch maar weinig medelijden gewekt, omdat ze, zooals beweerd werd, anderen liet straffen voor haar eigen diefstallen. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1