N I E IJ W E
No. 1258.
Woensdag 27 Juni 1888.
13de Jaargang.
Ierland en zijne Geestelijkheid.
BUITENLAND
in. {siot.)
In een anderen herderlijken bnet be
klaagt dezelfde Aartsbisschop zich openlijk
over het onwettige drijven, dat er in de
vergaderingen der land-liga heerscht. »In
vele dezer meetings,* zegt de doorluchtige
Kerkvorst, schetst de redenaar een land
heer en bezigt hij dan bij deze gelegenheid
uitdrukkingen, die nooit over de lippen van
een Christen moesten komen. Ofschoon het
mijne vaste overtuiging is, dat zij, die deze
vergadering beleggen, den moord even als
wij verafschuwen, zoo protesteert toch geen
hunner tegen zulke vloekwaardige uitdruk
kingen.* Evenzoo richt de Aartsbisschop
in eene acte, waarin hij het herderlijk
schrijven van Paus Leo XIII, van den 8sten
Januari 1881 aan de Ieren, aan zijne dio-
cesanen, mededeelt, aan dezen, met verwij
zing naar de wenschen en pogingen van
den Paus voor Ierland, de volgende ver
maning: »De H. Vader kent de schade, die
ons volk door de agrarische wetten wordt
berokkend en hij wenscht, dat daarin spoe
dig verbetering moge komen door herzie-
ninsr en verandering der wetten. Maar ter-
wijl hij onze pogingen om met rechtvaardige
middelen aan de verbetering van den toe
stand der verdrukten te arbeiden, zegent,
ziet hij ook in de tegenwoordige agitatie
dingen, welke hij niet kan billijken.*
Het mes van den strooper.
HUMMSCRICOtRAIT.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzinderljjke Nummers0,06
Dit blad verschjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
ACUTE MA HON AGITATE.
PRIJS DER ADVBHTENTIÉN
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÜPPIE8 Je LAÏÏKIT.
Naar aauleiding van de vroegere land-
liga, welke het Iersche volk dikwerf tot
een openbaar verzet tegen de overheid
aanspoorde, vaardigde de onvermoeide Aarts
bisschop, Dr. M'Cabe, o. a. een herderlijk
schrijven uit, waarin de Prelaat zegt: Moge
ons niemand beschuldigen, dat wij geen
sympathie gevoelen voor de groote zaak
der gerechtigheid. De zaak is rechtvaardig
en heilig en zij ontving reeds den zegen
van den godsdienstTerwijl wij echter
aan het doel onzen zegen schenken, moe
ten wij openlijk verkondigen, dat eemge
der in den strijd aangewende middelen niet
de sanctie van onzen godsdienst kunnen
verwerven.*
Niet minder, ten slotte, geeft het uit
Maynooth gedateerde antwoord van het
Iersche Episcopaat op den herderlijken brief
van Z. H. den Paus een verslag van de
gezindheid, de beginselen eu de houding van
de Iersche Geestelijkheid ten opzichte van
de agrarische quaestie, een verslag dat niet
verkeerd mag worden opgevat. Het erkent
wel is waar den jammerlijken toestand der
Ieren, het eeuwen lang geleden onrecht,
alsmede de dringende noodzakelijkheid tot
herstel der grieven, maar het wijst er ook
op, dat men even beslist de verwerpelijke
middelen moet veroordeelen, waarmede men
hier en ginder het voorgestelde doel tracht
ij0 böröiköDt
In de resolutiën der Bisschoppen op de
zoo even genoemde vergadering te May-
FEU1LLETON.
Eene Veluwsche novelle.)
-jq} Vervolg
Hendrik^ borst zwoegt zwaar. Hij is alleen
op zijn slaapkamertje, zoo klein, dat liij er zich
nauwelijks in kan bewegen. Zijne geheele ziel
is in oproer. Hij rs niet slechts een leugenaar en
bedrieger, maar ook een huichelaar, want hij
belijdt eene geloofsleer, die hij met voeten tradt,
en hij bidt mede om de behartiging van zijn
geloof, terwijl hij het, als de grootste zondaar
verloochent. Hoe diep is hij gezonken in deze vijf
schrikkelijke dagen! Och, had hij slechts vooruit
kunnen gissen, tot welke rampzalige gevolgen zijn
lust tot stroopen zoude leiden! Maar het is of hij
voortgedreven werd van kwaad tot kwaad en niet
meer de kracht had om er zich tegen te verzetten.
En dan die angst, dat men hem nog van
schuld zou kunnen overtuigen, nadat hij aan zijne
ouders van zijne onschuld het bewijs gaf! Hoe zou
hij hen ooit weder onder de oogen durven
treden als ze wisten, dat hij zelfs de leugen
nooth gehouden, leest men o. a.»Voor
zooverre wij door den Almachtige niet
alleen met de zorg voor het geloof en de
zeden, maar ook met de zorg voor de
armen en verdrukten onzer gemeenten be
last zijn, beschouwen wij het als een heilige
plicht nogmaals te verklaren, dat de thans
bestaande agrarische wetten in Ierland na-
deelig werken op het geluk en den vrede
van ons volk en dat een wederzijdsch ver
trouwen tusschen de verschillende klassen
der maatschappij nooit kan plaats vinden,
zoo lang onze agrarische wetten niet eene
grondige herziening ondergaan. Vermits
wij van de noodzakelijkheid van zulk eene
herziening doordrongen zijn, keuren wij
elke onvoldoende wetgeving met betrekking
op deze levensquaestie af en geven wij
uitdrukking aan onze overtuiging wanneer
wij verklaren, dat zulk eene wetgeving,
hoe welmeenend zij ook moge geheeten
worden, in stede van aan de algemeene
ontevredenheid een einde te maken, het
bestaande euvel veeleer zal vergrooteu en
tot eene langdurige en verbitterende agi
tatie moet leiden. Aangezien ons vertrouwen
in de goede gezindheid en edelmoedige ge
voelens van het katholieke volk onwankel
baar is, zijn wij er zeker van, dat de on
verwijlde indiening van eene op de beginselen
der gerechtigheid gegrondveste akkerwet
in het Parlement, het signaal zal zijn, dat
den vrede en een gevoel vau rust en zeker
heid in alle klassen zal doen weder-
keerenEn bij gelegenheid der ver
nieuwde harde maatregelen der Engelsche
Regeering klaagde de Aartsbisschop, Dr.
M'Cabe; »Als de Regeering de kanker
(de slechte akkerwetten), die het leven der
natie ondermijnt, niet tot den laatsten vezel
uitroeit, dan zal zij de rust niet vermogen
te herstellen
Hoe dikwijlshoe dringend heeft de
Geestelijkheid in den loop der eeuwen tot
den huidigen dag deze vermaning her
haald Zij heeft het recht ze uit te spreken
en de Britsche Regeering is verplicht er
naar te luisteren. Niemand kent het Iersche
volk zoo goed in zijne uitmuntende eigen
schappen en in zijne gebreken; niemand
is zoo innig met het volk verbondennie
mand kan zijn toestand juister beoordeeleD,
dan de Iersche Geestelijkheid. In het vuur
der beproeving en der ellende zijn volk en
Priesters tot een onafscheidelijk geheel
saamgesmolten en in dit vuur wordt hunne
wederzijdsche trouw gelouterd en gesterkt.
En vermits de volksziel zich zoo onbe
wimpeld aan de Geestelijkheid openbaart,
daarom kent zij ook de beste middelen, hoe
die ziel is te redden. De Geestelijkheid is
de ware zaakkundige; bij haar moet de
Engelsche Regeering raad gaan nemen en
aan dien raad dan ook gevolg geven. Zij
kan niets beter, niets cioeltreffender doen
dan te trachten de Geestelijkheid, die op
de natie een machtigen invloed uitoefent,
had verkozen, boven hunne liefderijke vergevings
gezindheid.
Hij had een afkeer van zich zelt, maar het
bracht hem niet terug van den slechten weg.
Eerst als dit gevaar achter den rug was, zou hij
weder goed en braaf worden. Hij had geen lust
in het kwaad; hij wou het kwaad verder schu
wen, al kon hij er schatten mee verdienen, als
hjj zich maar eerst ontworsteld had aan den
arm van het gerecht, die zich zoo dreigend naar
hem uitstrekte.
Tot nog toe kon men onmogelijk vat op hem
krijgen. Mienemeuje's aanklacht alleen maakte
niets uit, wijl ze genoeg bewijzen gegeven had
van haar leugenachtig karakter en ook hard
nekkig tegengesproken werd door hare klein
kinderen, van wie Sanne, door haar vaste,
duidelijke antwoorden, het meeste geloof verwekte.
Maar dat mes, dat ongelukkige mes! Als het
gevonden werd en het uitkwam, waar hij het
gekocht had en dat het zijne zoek was
Hendrik stond radeloos; daar op de kleine tafel
zag hij de ledige schede; zou het niet beter zijn,
als hij dat voorwerp vernietigde?
Wat moest hij antwoorden, als men hem zijn
eigen mes voorhield? Het herkennen voor het
zijne? Lal en vermoeden dat het door Theunis,
tot haren bondgenoot te maken. Eu zulks
zal haar niet veel moeite kosten, zoodra
zij slechts het besluit neemt aan Ierland
de lang onthouden gerechtigheid te doen
wedervaren. Met de Geestelijkheid wint zij
dan het vertrouwen van het volk, 't welk,
zoolaDg het ziet, dat de Regeering niet in
harmonie is met zijne vereerde Priesters,
zelfs Engelands werkelijk oprechten en
goeden wil met wantrouwen beschouwt,
zijne toenadering en medewerking aan de
Regeering ontzegt, aan den revolutionnairen
verleider het oor leent en aldus het voor
genomen vredeswerk bemoeilijkt, ja on
mogelijk maakt.
Ö'Conuell, voor wiens aandrang de als
onoverstijgbaar verklaarde Chineesche muur
der ontzettende strafwetten bezweek, die het
moedelooze en wanhopige volk wederom
tot het bewustzijn zijner kracht en waar
digheid opwekte, had het grootste deel van
zijn succes, dat door vriend en vijand met
verbazing werd aanschouwd, aan de mede
werking der Geestelijkheid te dauken.
»Voor ons staat eene macht ter beschik
king,* riep hij, in 1882, tot de besluite-
looze leden van de door hem te Dublin opge
richte katholieke associatie, voor ons staat
eene macht, die nog nimmer gehoor wei
gerde te verleenen op den kreet: Naar het
strijdperk!* eene macht, die zoo groot is,
dat zij de Regeering onvoorwaardelijk dwiu-
gen moet, ons gerechtigheid te laten we
dervaren, en deze legermacht is Ierlands
Geestelijkheid. Deze macht in onze .rijen op
te nemen wil niets anders zeggen, dan ge
leerdheid, deugd en volksinvloedrijkheid tot
onze bondgenooten te maken. Zonder onze
Bisschoppen en Priesters is onze onderne
ming eene onmogelijkheid; hunne hulp is
voor den goeden uitslag onzer zaak eene
noodzakelijkheid; wij moeten die hulp heb
ben en wel is waar reeds op den huidigen
dag.*
Hoe profetisch klinkt deze uitspraak ook
met het oog op de gebeurtenissen van den
jongsten tijd.
A. s. Woensdag zal de Duitsche Keizer
als Koning van Pruisen de zitting der Prui
sische Kamers openen, waarbij over 't al
gemeen hetzelfde ceremonieel zal worden
gevolgd als in Januari 1861 na de troons
beklimming van Wilhelm I.
De godsdienstoefening, die bij gelegen
heid van de opening der parlementszit-
tingen altoos plaats heeft, zal ditmaal in
afwijking van het tot nu toe gevolgde
gebruik, voor de protestantsche leden zoo
wel van den Rjjksdag als van den Land
dag niet in den Dom, maar in de slotkapel
worden gehoudeD, volgens de Vossische
Zeitung omdat de Keizer er aan wil deel
nemen.
Het voorstel der Saksische Regeering om
Jaap of Sanne op weg van zijn huis naar baas
Rienders gevonden en medegenomen was? Maar
dan hadden ze het reeds moeten zeggen, en dat
Sanne het voor de paarden weghaalde om het
weder zoek te maken, welke reden ze er dan
ook voor opgaf, kon toch ook toegeschreven
worden aan haar ij ver, om den geheimen hel
per haars vaders voor vervolging te behoeden-
Terwijl hjj dit alles nauwkeurig overweegt en
altijd tot dezelfde gevolgtiekking komt, dat dit
verwenschte mes hem voorgoed in verdenking
kan brengen, hoort hij een zacht tikken op de
vensterruit. Het is reeds middernacht; die zjjn
aandacht wil trekken heeft er zeker eene goede
reden voor. Zoo voorzichtig mogelijk schuift hij
het raam op: een hond springt naar binnen; hjj
houdt iets in den bek, Hendrik grijpt er naar
hij heeft het mes terug, hij is gered. Uitgelaten
van blijdschap oogt hij het trouwe, verstandige
dier na, dat oogenblikkelijk weder terugspringt
naar zijne meesteres. Hendrik ziet haar tegen een
boomstam leunen, hjjgend van den snellen, langen
tocht, en den hond liefkoozen, dien ze zoolang
naar het mes liet zoeken, totdat hij het vond.
Dankje, Sanne! fluistert hij en wil
voorzichtig het raam weder toeschuiven, maar
verstijft van schrik. Eene bevende hand omklemt
voor Leipzig en omstreken de socialisten
wet een jaar te verlengen ia door den
Bondsraad aangenomen.
Het door het Haagsche Dagblad open
baargemaakte onderhoud met Dr. Mackenzie
en het nu openlijk toegestemde motief,
datMackenzie het bestaan van kanker bij den
overleden Keizer geloochend heeft, om de
eventuëele instelling van een regentschap
buiten den overleden vorst om onmogelijk
te maken, wekt te Berlijn groot opzien.
De National Zeitung zegt: Mackenzie
erkent thans op cynische wijze, hoe hij
zich als buitenlander in Duitsche politieke
aangelegenheden gemengd heeft en het
Duitsche volk maandenlang heeft belogen.
De Iii euzzeitung betwijfelt nog de juist
heid van het interview, omdat anders be
wezen zou zijn, dat de overleden Keizer
volgens politieke inzichten, en niet naar het
beste geneeskundig geweten werd behandeld.
De Tweede Kamer in het Groothertog
dom Baden heeft het kerkelijk-politiek wets
ontwerp, zooals het door de Eerste Kamer
nader was gewijzigd, met algemeene stem
men aangenomen.
Geene Franschen, maar Italianen waren
de heer en dame, die aan het station te
Freiburg in den Breisgau door Duitsche
studenten lastig zijn gevallen. Vier der
schuldigen zijn tot gevangenisstraf van éen
tot drie weken veroordeeld. Bovendien zal
de raad van tucht der academie zich de
zaak aantrekken.
De bestuurders der verschillende af-
deelingen van de Académie Franqaise zijn
Vrijdag-ochtend bij den Minister-President
op audiëntie geweest, ten einde een ver
zoekschrift te overhandigen om den Hertog
van Aumale te vergunnen in Frankrjjk
terug te keeren. Het adres gaat niet uit
van eenige politieke bedoeling, en beoogt
alleen de academie een harer achtenswaar
digste leden terug te geven, die bovendien
- door zijne schenking van het kasteel
Chantilly tegenover het geleerde lichaam
eene nooit geëvenaarde edelmoedigheid aan
den dag heeft gelegd.
De Heer Floquet beloofde het adres
te brengen in den ministerraad, die ook
het besluit genomen heeft waarbij den
Hertog van Aumale het verblijf in Frankrijk
is ontzegd. Om deze reden was de Mi
nister niet bevoegd het verzoek te be
schouwen buiten verband tot de politieke
strekking, die het heeft.
In den ministerraad, Zaterdag vergaderd,
werd echter overeengekomen dat, met het
oog op de tijdsomstandigheden, het terug-
keeren van den Hertog van Aumale niet
kan toegelaten worden.
De speelplaats Monaco wordt, naar het
schjjnt, als hoofdkwartier gebruikt voor een
steeds toenemend aantal Duitsche en Ita-
liaansche spionnen*. De Minister van Bin-
nenlaudsche zaken heeft een bizonderen
commissaris aaugesteld, om deze belagers
zijn arm.
Hier dat mes, gij strooper en leugenaarl
klinkt eene akelig ruwe stem.
Eene doodelijke stilte volgt. Als steenen beel
den staan vader en zoon tegenover elkander,
maar spoedig krijgt de wanhoop van den
schuldige de overhand.
Daar heb ge het mes? schreeuwt
hij, werpt het zijn vader met kracht voor de
voeten, spingt het venster uit en verdwjjnt in
de duisternis.
Een jammerkreet, die Sanne door merg en
been dringt, brengt haar in een oogwenk aan
de zijde van den zwaarbeproehlen ouden man.
Zonder 't mes kriegt ze oe zoon jimmers
niet te pakkenvaodertje! Gaukes bergt het
goed weg! fluistert ze vertroostend en onder
steunt zijne schokkende, wankelende gestalte.
Voort! gjj feeks!
Hij wil haar van zich afstooten, maar zij
omklemt hem des te vaster.
Zoo mo'j niet spraeken, da's slecht van
oe, zegt ze op weemoedigen toon, ik bracht
oe zeun zien mes terug; mien vader, dien ze
doodschoot, had het zoo besteld. Nog ens, 't
mes echterbaks holden, d'as mien road.
Wordt vervolgd.)