N I E W E No, 1267, Woensdag 18 Juli 1888, 13de Jaargang. Spaarzaamheid. BUIT E NL A N feuilleton. De Linde. HUMMSCUiCOÜMÏT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlemf 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzinderlpke Nummers0,06 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels,30 Cents. Elke regel meer - 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers, K UPPERS LAUREI. »Verzamelt de overgebleven hrokken, op dat zij niet verloren gaau.« Deze woorden hebben iets wonderbaar treffends in den mond van Hem, Die, op hetzelfde uur waarop TTjj ze uitsprak, door Zijne almacht aan het hongerende volk zulk een overvloed van spijs had verschaft. Inderdaad van het hoogste belang zijn ze voor onzen tijd, want zoo ze juist begrepen en gevolgd wer den, zouden alle bronnen van menschelijke ellende verdwijnen, en alle wonden der sa menleving genezen. De deugd, welke de Goddelijke Heiland ons door die woorden leert, is geeue andere, dan de deugd der spaarzaamheid, eene deugd, welke gewoonlijk slechts in den zin van wereldlijke wijsheid wordt opgevat, die wij echter noodzakelijkerwijs in den zin der ware chris telijke wijsheid moeten leeren verstaan, om dat zij in haar innerlijk wezen eene waar lijk godsdienstige christelijke deugd is, ver mits zij gebaseerd is op het grondidee, dat wij niet meesters maar slechts beheerders onzer goederen zijn en van ons bestuur eenmaal aan den Oppersten Meester en Rech ter rekenschap znllen moeten geven. Spaarzaamheid houdt den middenweg tusschen karigheid en verkwisting. Zij be rust op eene verstandige berekening tus schen inkomsten en uitgaven van de huis houding, welke zaak wij thans meer speciaal op 't oog hebben. Het huishouden moet volgens den stand, dien men in de samen leving inneemt, zijn ingericht. Men kan van iemand, die 3000 gulden 'sjaars ver dient niet eischeu, dat hij met zijn huis gezin leeft, als iemand, die slechts een in komen van 6 a 700 gulden heeft; en hij, die eene familie van 6 of 8 kinderen moet onderhouden, moet zich veel ontzeggen, wat een ander genieten kan, die hij geljjke inkomsten eene niet zoo talrijke familie heeft. De echt christelijke zin overtuigt ons, dat het geluk niet bestaat in het bezitten van meerdere goederen, maar in het tevreden zijn met hetgeen God ons schonk. De stand waarin men verkeert moet echter eenigszius wordeu opgehouden. Dat is noodzakelijk voor het welzijn der maatschappij. Als 'de welgestelde menschen aan den kleermaker, den schoenmaker, deu schrijnwerker en anderen naar verhouding niet meer te doen gaven, dan hij, die slechts ternauwernood in zjjn eigen behoeften kan voorzien, hoe zou dan de arbeidersstand kunnen bestaan, die naast den landbouwers stand het fundament is der menschelijke maatschappij Verstandige spaarzaamheid is eene on vermijdelijke voorwaarde voor de welvaart Het was een koude, stormachtige, natte avond. De wind zweepte een fijnen, doch dichten regen door de straten en stegen eener kleine stad aan den Rijn, en draaide de verroeste weervaantjes boven de daken naar links en rechts. Reeds sedert vele dagen had de vaalgrauwe November hemel geen vriendelijk gelaat meer getoond en dicht samengepakte wolken verborgen de zon; de menschen konden zich zulk een woest en wild weer niet herinneren en die buitenshuis niets te doen had, maakte maar, dat hij achter de kachel kon gaan zitten en liet den regen stilzwijgend tegen de vensterramen kletteren en den storm loeien. Op de straten, welke karig door de petro leumlantarens verlicht waren, zag men geen mensch: het stadje scheen als uitgestorven; alleen een jong meisje ijlde door de straten, ondanks de waterplassen, die zij doorwaden moest, en den regenstroom, welke haar op het lijf viel. Een regenscherm had zij niet medegenomen, 't zou haar niet van dienst zijn geweest, want de wind zou het zeker hebben verscheurd. "Voor het huis van den Pastoor, dat achteraan in het dorp lag en waarhij ook de kerk stond, hield de nachwandelaarster stil, haalde diep adem, streek hare krullen nog eens glad en belde aan. van het christelijke familieleven. Alle leden van het huisgezin moeten voor het heil der familie die deugd beoefenen. De man, die in den regel voor het gan- sche onderhoud van het huisgeziu te zorgeu heeft, moet spaarzaam zijn en mag slechts zooveel voor zijne privé-uitgaven besteden als de billijkheid hem, met het oog op zijn huisgeziu, 'toestaat. Geeft hij te veel voor zich zelf uit, dan lijdt daardoor niet alleen het gausche huisgezin, omdat het noodige voor het onderhoud ontbreekt, maar er ontstaat ook twist en oneeuigheid in bet huwelijk, omdat de man zich niet houdt aan de gemeenschap der goederen en de band der christelijke liefde daardoor wordt los gemaakt. Maar ook de vrouw moet de deugd der spaarzaamheid beoefenen. Wellicht zal deze of gene zeggen, dat niet iedere vrouw de noodige geschiktheid en bedrevenheid voor de huishouding heeft; zulk? is waar, eu 't is niet zelden het gevolg van al te vroege en lichtzinnige huwelijken. Intnsschen kan een ernstige en goede wil en een aanhoudend gebed veel goed makeu. Wil men het geluk zijner kindereu bevor deren, dan moet men ook in de jeugdige har ten de deugd der spaarzaamheid ontwikke- leu; dat is zelfs een hoofdzaak bij de op voeding der kleinen. Ten slotte is spaar zaamheid een voorname plicht der dienst boden, te meer nog omdat zij niet slechts hun eigen goed, maar ook dat van anderen voor een gedeelte beheeren. Zij hebben in hun dienstttijd eene school, waarin zij kuu- neu leeren hoe zij later hun eigen huis houden moeten besturen. Is eene verstandige spaarzaamheid eene der voornaamste voorwaarden voor het geluk van het familieleven, dan is zij reeds daardoor eene zaak van het hoogste belang eu zeker iets meer dan eeue gewone wereld lijke wijsheid, want het familieleven vormt zonder twijfel den grondslag voor het geluk der samenleving in den wijdsten kring. Hoe goed zou het in vele familiën geschapen staan, zelfs bij wanverhoudingen, die on tegenzeggelijk in de menschelijke maat schappij heerschen, wanneer eene verstau- dige spaarzaamheid werd beoefend. De on rustige hoofden, die met hunne valsche denkbeelden en leugenachtige beloften het volk ophitsen en ontevreden maken, zonder zelf iets tot verbetering der toestanden of tot leniging van den nood bij te dragen, zijn bijna [zonder uitzondering lieden, die hun eigen vermogen en dat hunner familie slecht beheerden en zij, die naar die ellendige raddraaiers luisteren, zijn in den regel in dividu's, die door hun eigen schuld, achteruit zijn gegaau. De degelijke eu eerlijke man Enkele oogenblikken later werd de deur ge opend en de grijze Pastoor zelf vroeg, terwijl hij een licht in de hand hield, wie zoo laat hem wenschte te spreken. //Och, lieve Heer Pastoor," zeide het meisje haastig en smeekend, //ik bid u, kom spoedig naar vrouw Krans; haar toestand heeft zich plotseling verergerd en wij zijn bang, dat zij sterven gaat.// //Zijt gij dat Roosje? Gij zijt druipnat. Ik kom aanstonds. Kom binnen en rust even uit; gij hebt u schier huiten adem geloopen.// //Ik dank u wel, Heer Pastoor, ik moet dade lijk terug, want de oude vrouw verlangt zeer naar mij.// „Nu goed dan, haast u! zeg haar, dat ik da delijk bij haar zal wezen.// Roosje nam den terugweg aan; gaan deed zij niet, zij liep wat zij kon, alsof hare tegenwoor digheid de levensgeesten der oude vrouw nog kon ophouden. Aan het andere einde der stad, of liever daarbuiten, lag haar doel, de molen. Doornat en naar den adem snakkende, trad eindelijk het jonge meisje weder de ziekenkamer binnen. Een droefgeestige lach der stervende was het loon voor Roosje's laatsten liefdedienst, dien zij had bewezen. Bij het bed stond de zoon der oude vrouw, de molenaar Krans, en naast hem zijne vrouw. De eerste, die de stramme hand der moeder tusschen de zijne hield, was een krachtig en breedgeschouderd man met gewone, doch ruwe trekken; de molenaarster was eveneens sterk ge- zal, als hij in een elleudigen toestand verkeert, ook met moed en kalmte voor de hoogere goederen dor ware vrijheid en van het geloof waken, en hij zal zich verre houden van de dwazen, die zich door de blinde volksopruiers naar deu afgrond laten voeren. Is eene verstandige spaarzaamheid reeds daardoor een hoofdvereischte voor liet huis geziu, omdat zonder haat het familieleven niet kan gedijen, zij wordt iu verhoogde mate eene vooruatne voorwaarde voor de gansche maatschappij. Verstandige spaar zaamheid ea gepaste christelijke weldadig heid vormen eene macht, die de valsche groudstellingen der wereld overwint. Zooals wij de spaarzaamheid verstaan, kunnen wij haar niet van de christelijke liefde scheiden. Hij, die goed weet huis te houden, kau ook wel iets afzonderen voor zijne minder bedeelde broeders. Dat hebben onze christelijke voorouders gedaan, dat heeft de Kerk gedaan siuds haar bestaau, Waar men van de deugd der spaarzaamheid en chris telijke liefdadigheid diep doordrongen is, daar zal vereffening plaats vinden tusschen gebrek eu overvloed, zonder dat het kapi taal en de eigendom met ruw geweld wordt aangetast. Inderdaad de christelijke liefde alleen is de ware medicijn voor de ziekteu der men schelijke maatschappij. Blijkens officiëele mededeeling is het Groothertogdom Luxemburg toegetreden tot de internationale overeenkomst van 1886, betreffende bescherming vau deu litera- rischen eu den kuusteigendom. Zaterdag-avond hebben Clémenceau en Perin, die Floquet's getuigen waren bij bet tweegevecht met Boulauger, zich naar de woning van Graaf Dillon (waar Bou lauger verpleegd wordt) begeven om er hunue kaartjes achter te laten. Er is eene kleine verbetering in den toestand vau Boulauger gekomen. Clémenceau, die ge neesheer is, meent dat Boulauger in een betrekkelijk korten tijd hersteld zal kun- neu zijn. Bij onderzoek van den toestand van Bou lauger is gebleken, dat de degen hem vijf a zes centimeter in den hals is gedrongen, tusschen twee hoofdadoreu, en dat eoue pees is doorsneden. Omtrent het gebeurde met de Koningin van Servië te Wiesbaden wordt nader ge meld, dat zij het plan had opgevat om met den Kroonprins op de vlucht te gaan en hiertoe ongeveer acht dagen geleden bij het sjioorwegbestuur een buitengewouen bouwd en zag er koud en hardvochtig uit; zij was eene vrouw, die tot alles, behalve meewa righeid scheen geschapen te zijn en zich de tranen barer kindsheid of van hare meisjesjaren niet herinnerde. Als een steenen beeld stond zij roerloos bij de zickensponde; wat deert haar ook het gekerm der oude, die zoo meewarig was en toch zoo stijfhoofdig, zoodat verder iedereen in den molen aan hare bevelen moest gehoorzamen! Nu zal zij spoedig ook als jonge molenaarsvrouw kunnen bevelen en dan is het met het reelit en het beter weten der eigenzinnige stiefmoeder uit! Roosje, die den natten omslagdoek spoedig met een drogen verwisseld had, naderde het bed, bevochtigde de lippen der zieke met eenige droppels wijn en legde het doodmoede met zilverharen omstrengelde hoofd iets heter in het zachte kussen. De glinsterende tranen biggelden daarbij o* er 's meisjes wangen, toen zij met angstigen en doordringenden blik het bleeke gelaat, de doffe oogen en loodkleurige lippen der stervende aanschouwde; want zij zon immers binnen enkele minuten mogelijk haar verliezen, die hare weldoenster geweest was, die de plaats barer moeder had ingenomen en het alleen nog op de wereld goed met de arme wees had ge meend. „Ik dank u," zuchtte de zieke, //bid voor mij." Dat zal ik duizendmaal dank voor alles, wat gij aan mij, verlaten wees, hebt gedaan!// Roosje snikte en bedekte de rechterhand der trein naar Weenen voor dienzelfden dag bad aangevraagd, waarop zij echter ten antwoord had ontvangen, dat aan haar verlaDgen niet kou wordeu voldaan, daar een trein voor dien afstand 3 a 4 dagen vooruit moest worden besteld. Ten einde haar te beletten, deu Kroonprins weg te voeren, liet het politiebestuur op de door haar bewoonde villa streng toezicht houden. Gelijk reeds is gemeld, is zij, eenigeu tijd nadat de Kroonprins bij haar was wegge haald, uit Wiesbaden vertrokken. Nu werd er in de bladen nog wel over getwist, of zij van de Duitsche Regeering aanzegging zou hebben ontvangen om het land te verlaten, maar blijkens telegrapliische be richten uit Wiesbaden valt daaraau niet meer te twijfelen. De Heer Vou Reinhabeu, presideut van politie, zoo luidt namelijk het laatste bericht, had haar mondeling medegedeeld, dat zij uiterlijk binnen tien uren ua het vertrek vau den Kroonprins op reis moest gaan, omdat haar verblijf in Duitschland niet meer kon worden geduld. Te Stockholm en Kopenhagen is de officiëele kennisgeving ontvangen, dat Keizer Wilhelm op de terugreis van St. Petersburg eeu bezoek deukt te brengen aan het Zweedsche eu aau het Deeusche hof. In eene te Madrid gehouden ver gadering van 700 herbergiers is besloten de patentbelasting niet te betalen. De correspondent van de Daily News te Madrid bevestigt, dat de conferentie der groote mogendheden over de zaken van Marokko, voor onbepaalden tijd is uitge steld, daar de Sultan niet genegen is, de noodige concessiën te doeu. De Italiaausehe Kamer van Afgevaar digden heeft bi] de beraadslaging over de herziening van de gemeente- eu proviueiale wet het Regeeringsvoorstel aangenomen, waarbij bepaald wordt dat allen, die het kiesrecht voor de Kamer hebben, ook kie zers zullen zijn voor de gemeentelijke en proviueiale vertegenwoordiging. De Voorzitter van de Grutli-Vereeni- ging eu het Zwitsersche Werkliedenverbond heeft aan de Bouds-Regeering inlichting gevraagd omtrent de aanschrijving van het departement van justitie aan de kanton nale Regeeringen, betreffende politietoezicht op socialistische vergaderingen De Bouds- regeering heeft hierop geantwoord, dat de aanschrijving alleen ten doel heeft, haar mededeeling te doen omtrent al wat de biunenlandsehe veiligheid en de internatio nale betrekkingen des lands betreft, ten einde ingeval van misbruik gehoor te geven aau elke gegronde klacht teu deze. Zij zal daarbij trachten, zooveel mogelijk de eischen vrouw met vurige kussen; hare droefheid kwam uit het hart en was oprecht. De vrouw van den molenaar zag haar verachtelijk aan; zjj ergerde zich over de „aanmatigendeneen indringende huichelarij van de bedelaarster,// en toch was zij blij, dat de liefde en de zelfopoffering van Roosje het haar bespaarde, om zelve voor de oude moeder werkzaam te zijn. //Waarom zooveel omslag en klagen,// dacht zij, „sterven moeten wij allen." Het was stil in het vertrek; slechts de roche lende ademhalingen der zieke, een zacht preve lend gebed, soms afgebroken door Roosje's half onderdrukte snikken, stoorden hij wijlen de plechtige stilte; buiten huilde de wind, schudde en rukte door zijne krachtige vlagen den molen en loeide door de toppen der dennen en populieren, als wilde hij de stammen, die even als riet heen en weer zwaaiden, uit den grond rukken. De lamp, op tafel staande tusschen de medi- cijn-flessehen en poeder-doozen, wierp haar volle licht op het gelaat van Roosje. Deze kon twintig jaren tellen en was een gezond meisje met rozige wangen en bevallige gelaatstrekken; onder hare zwarte wenkbrauwen glinsterden donkerblauwe oogen, die in weerwil van het weenen en schrei en, toch straalden als sterren en waarin zich de reinheid barer ziel afspiegelde; dik, zwart haar, dat in fraaie vlechten tot een kring op het achter hoofd was saamgestoken, bedekte het achterhoofd. De kleeding van het meisje was eenvoudig, maar zindelijk. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1