NIEUWE No. 1270. Woensdag 25 Juli 1888. 13de Jaargang. Iets over de vrijmetselarij. 1$ UIT EN LA Nib ii De Linde. Slot volgt). HSCHE C00H11VT. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden voor Haarlem1 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzinderlpke Nummers0,06 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: K UPPERS IiAUEEY. Het internationale karakter van het ma- $onuiek bondgenootschap gaf aanleiding, dat het zich met eeue andere internationale macht op de inuigste wijze verbond. Wij bedoelen het Jodendom. In alle landen vormt juist dit element een sterk te voorschijn tredend bestanddeel van het genootschap der vrijmetselaars en men dwaalt geenszins, wanneer men de beweriug koestert, dat het den Joden is gelukt inden vrijmetselaars- boud de vouruaamste rol te spelen en de ricbtiug voor te schrijven, in welke de werkdadigheid der broeders zich moet ont wikkelen. Wie kent niet de groote rol, welke het parool van de algemeeue vrijheid, gelijk heid en broederschap speelde. Behalve de beide philosophischa monar chen, Frederik II en Jozef II, waren slechts de Koningen van Frankrijk en Zweden ab solute regenten. Hunne dagen waren ge teld. De br.\ Bode en Busch werden naar Parijs gezonden; met de hulp van de daar verblijvende br.'. Anacharnis (Baron Clootts) en Kelvetius (Baron Holbach) gelukte het hun, de Jacobijnen-club te stichten, die de Frausche revolutie tot uitbarsting bracht. Ook in Beieren begon het te gisten; daar had br.-. Cato (Zwaekb) bijna alle vrijmet selaarsdraden in zijne hand. Br.-. Sparta- cus (Weisshaupt) leidde de revolutionnaire propoganda in Noord-Duitschland door het stichten van vereenigiugen, terwijl br.-. A. naar Iunsbrück, Praag en Weenen werd gezondeu, om daar de loges iu het net der Duitsche Unies te lokken, t Was bjj die gelegenheid, dat de Oosteurijkscbe vrijmet selaars zich in twee partijen verdeelden. Ongeveer terzelfden tijd (den 17 Maart 1792) had de moord van Gustaaf Adolf van Zwe den plaats en den 20sten April volgde de oorlogsverklaring der Frausche revolutiou- naireu aan Oostenrijk. Onder zulke om standigheden werden alle monarchen, die vroeger iu de vrijmetselarij, ondanks de waarschuwingen van den Pauselijken Stoel, slechts een kinderspel hadden gezien, be vreesd en bang voor hun troon en de hoog wijze grootmeester-nationaal iu Duitschland, br.-. Hertog-Generaal Ferdinand van Bruus- wijk ontving van zijn vorstelijken collega het bevel tot zijne broederseene geduchte philippica te richten. Dat is de aanleiding tot het manifest waarin de woorden voor komen, welke wij in den aanvang van ons artikel aanhaalden. Kan de ironie nog groo- ter zijn, dan dat een grootmeester de broe ders het verwijt doet, dat zij uiets van de FEUILLETON. 4) Vervolg Dat gij boos op mij zijt, vrouw Krans, be treur ik, ik heb u daartoe geen reden gegeven. Ik bezit een recht hier te zijn. Ik ben verwant aan de familie Krans en de uitdrukkelijke wil der overleden molenaars-weduwe heeft mij het huis, dat ik hier gevonden heb, voorbehouden./'/ //Thans echter heb ik hier te bevelen, koppig ding! Gij zoudt werken. Nu ja op de werk dagen met hoed en mantel uit wandelen gaan.// //Gij weet, dat ik het graf der overledene heb bezocht.// „Dat behoeft niet, dat is maar een voorwend sel voor de luiheid. De doode heeft geen be zoek noodig; die heeft bij haar leven hare naaste bloedverwanten zoo dikwerf geërgerd, dat //Vrouw Krans!" onderbrak haar Roosje opge wonden, terwijl een vurige blos op haar gelaat kwam, mij moogt gjj beleedigen, zooveel gjj wilt, ik kan mij rechtvaardigen, maar de doode laat ik niet beschimpen. Schaam u, zoo over die goede, brave, rechtschapene vrouw te spreken, die de moeder van uw man is!" De lang verkropte tranen dreigden uit te barsten maar het hardvochtig wijf moest niet zien, dat Roosje weende; spoedig ging zij naar haar kamertje, alwaar zij de oogen naar het kerkhof en het graf harer weldoenster richtte. Nu stroomden hare tranen en zij verborg orde weten! Geen wonder, dat men in de loge over dit manifest dan ook maar heen stapte en overging tot de orde van den dag. Zien we eens wat bij deze gelegenheid in October van liet jaar 1847 geschreven staat in den Witzkalender für das Jalir 1848, die door den Israëliet br.-. Glasbreuner, redacteur der Berliner Montagszeitung en lid der Hamburgsche loge Absalom werd uitgegeven. Bij den 26 Februari 1848 staat genoteerd: »Het Huis Louis Philippe (Ko ning van Frankrijk) maakt zijn inventaris en is zeer teleur gesteld te moeten zien, dat het passief het actief overtreft. Merkwaardig! toevallig barst den 24 Februari het oproer te Parijs los en den 26sten Fe bruari is Louis Philippe reeds over de grenzen en is Frankrijk eeue republiek. Nog merkwaardiger! Den 13 Maart ont staan er onlusten te Weenen. Er wordt een studenteulegioen opgericht en Metter- nich wordt ontslagen! Nog merkwaardiger! Den 15 Maart spreekt gauseh Barcelona, Brussel en Leipzig vau de gebeurtenissen in Berliju en den 18den Maart verzamelen zich »toeva!lig« vijftig studenten, ouder de Linde, om den Koning te vermoorden. Nog maals barst den 15 Mei te Parijs het oproer los de nationale vergadering wordt be stormd. Te Weenen moest de goede Keizer Ferdinand vluchten omdat de studenten met de geschonken constitutie niet tevreden zijn. Alles is toevallige Merkwaardig mag het echter heeten, dat br.-. Lewis den 2 September 1848 van den liberalen Minister vau binueulandsche zaken verlof kreeg te Weeuei. eeue loge te mogen oprichten en dat tegelijkertijd br.-. Kossuth van het Hongaarsche Ministerie de toestemming er langde tot vestiging der loge dZut Morgen- röthe des höheren Liclitesen dat eerst toen de eigenlijke revolutie tot uitbarsting kwam. Delenda est Austria. Wat in 't bizonder de werkdadigheid der vrijmetselaars betreft tegen Oostenrijk en de dynastie Habsburg- Lotharingeu, constateeren wij allereerst, dat, niettegenstaande Frans I, gemaal der Kei zerin Maria Theresia, en aanvankelijk ook hun zoon, Jozef II voor de vrijmetselarij gunstig gezind waren, de leden van het geheim genootschap de grootste schuld heb ben aan den dood van Koningin Maria Antoinette. Vrijmetselaars waren bet, die de beginselen der Fransche revolutie ook in Duitschlaud en Oostenrijk trachtten in te voeren. Eene koortsachtige werkzaam heid ontwikkelde het genootschap in de jaren voor en na de groote resolutie van 1848. Vrijmetselaars waren het, die in de het gelaat in hare beide handen. Toen de zwaarste storm harer smart voorbij was, sloop zij de trap pen af en verliet de woning. De molenaarster echter was sprakeloos van woede als had zij een vuistslag in het aangezicht gekregen; zoo iets was haar, de meesteres des huizes, nog nooit gezegd en dat nog wel door eene //onbeschaamde bedelares!// Vijl Roosje echter niet meer aanwezig was, om de verwenschin- gen der driftige vrouw te hooren, wierp zij in haren toorn den schotel met het avondeten, welken zij in de handen hield op den grond, dat de scherven links en rechts vlogen en het eten den vloer bedekte. Als vrouw Krans kwaad was, moest er steeds iets buigen of barsten, dit koelde haar wat af. f De molen stond zooals reeds gezegd is, voor de stad. Circa 100 stappen daarvan verwijderd en even ver van de molen verhief zich een middelmatigen heuvel een eeuwenouwde reuzige lindeboom door het volk de „Moedergods-linde// genoemd. Tegen den stam bevond zich een oud Mariabeeld, geen kunstwerk, maar voor de vrome lieden lief en waardig, die in nood en zorgen dikwerf daarheen trokken, om aan de Moeder van Hem, Die ons aller lot in handen heeft, hun leed te klagen. Het oude beeld, door de vroom heid en het kinderlijk vertrouwen der 17e eeuw daar geplaatst, was met den tijd zoo onkenbaar geworden, dat de Pastoor het dankend aannam, toen de overledene molenaarsvrouw, nog bij le ven zijnde, zich aanbood om het oude beeld door een nieuw te vervangen, dat het bestaande zoo getrouw mogelijk geleek. Kort voor haren Oosteurjjkscke en Hongaarsche revolutie, zoowel aU in Italië, de grootste rol speel den. Een maijonniek doodvonnis was het, dat Orsini op Keizer Napoleon III, dien men beschuldigde van verraad van het maijounieke streven, moest ten uitvoer bren gen, en toen iu het jaar 1866 de onzalige broederkrijg tussclien Pruisen en Oostenrijk ontbrandde, waren het wederom de vrijmet selaars, die door Pruisen en Italië werden gebezigd, om de weerstandskracht van Oos tenrijk te breken. De Regeeringeu dier beide lauden, wisten, door hun nauwe betrekking tot de vrijmetselarij zeer juist, dat de ver delging van Oostenrijk een der voornaam ste doeleinden is van het geheim verbond. De leden van den Pruisischen Landdag Von Schenkeudorff en Von Miunigerode hebben, ondersteund door Afgevaardigden vau alle staatkundige partijen, bij den Mi nister van Ouderwijs, den Heer Von Goszler, een voorstel bij de Regeering ingediend, waarbij zij verzoeken voor de verdere ont wikkeling van het technisch ouderwijs iu Pruisen een bepaald bedrag op de aanstaande begrooting uit te trekken. In de toelich ting vindt men uiteengezet, hoe het onder wijs op de ambachtsscholen in de laatste jaren bepaald is toegenomen en verbeterd en de beteekeuis daarvan, zoowel uit een opvoedkundig als uit een oecouomisch en sociaal oogpuut, meer en meer gevoeld wordt, zoodat bet niet meer dan bil lijk is, dat ook de Staat, voor wien deze pogingen ten nutte zullen komen, een deel der kosten draagt en steun verschaft, voornamelijk waar het geldt geschikte onderwijzers voor de ambachtsscholen te vormen en algemeene maatregelen te nemen tot ontwikkeling van dezen tak van onderwijs. Naar men verneemt, is Keizer Wilhelm voornemens, bij zijne terugkomst over Stock holm, Kopenhagen en Kiel, uit laatstge noemde stad de reis over Friedrichsruhe voort te zetten. Op de jl. Zaterdag te St. Petersburg ge houden parade heeft Keizer Wilhelm onder het voorbijmarcheeren van het regiment, waarover hij tot chef is benoemd, aan elk bataljon zijn dank betuigd, met het iu het Russisch toe te roepen: »dank, mjjue dap peren!* Na de parade heeft hij Keizer Alexander onder herhaalden handdruk zijn dank betuigd. Keizer Wilhelm heeft den Grootvorst Paul Alexandrowitsch benoemd tot chef van het Brandenburgsche regiment kuras- dood had de oude vrouw nog het genoegen dit werk van kinderlijke liefde en katholieke ver eering voltooid te zien. Hier had zij dikwerf geknield en gebeden en hierheen ook richtte Roosje hare schreden op dezen avond, om hare droefheid aan de smartvolle Moeder te open baren en om raad en bijstand te smeeken. Het begon reeds donker te worden. Aan den donkerblauwen hemel flikkerden de sterren; ook de maan verrees achter de bergen en verlichtte den geheelen omtrek met hare vriendelijke, zilveren stralen. Toen nu plotseling het licht op Roosje viel, verschrok zij, als had haar eene onzichtbare macht toegefluisterd; „Het is te laat!" Zij stond op en wilde den heuvel verlaten. Zjj gevoelde zich door het gebed gerustgesteld en ge sterkt zij had de molenaarsvrouw hare grofheid en hare uitvallen vergeven en was van haar kant vast besloten, de vrouw door eene vriendelijke bejegening te doen bedaren. De beleedigende woorden hadden Roosje ook minder gekwetst, dan de gedachte, dat zulke woorden in een huis gevallen waren, dat zij als hare bakermat meende te mogen beschouwen. Op hetzelfde oogenblik, dat Roosje de linde verlaten wilde, verscheen ter zijde van den heu vel de gestalte van een man, die haar naderde. Het meisje verhaastte hare stappen doch de man had haar weldra ingehaald en zeide, terwijl hij den hoed afnam: „Vrees niets, juffrouw Roosje. Verschoon mij als ik u soms schrik zou aange jaagd hebben; ik wenschte slechts een kort on derhoud met u te hebben. siers No. 6, en deu Stadsprefect Grosser begiftigd met de Orde vau den Rooden Adelaar le klasse. Eeu Frauscbmau, zekere Duplessis, die als deserteur naar Brussel was gevlucht, is aldaar gevangen genomen als beschul digd vau de verspreider te zijn der valsche baukbiljetteu van 500 fr. De bewijzen te gen hem moeten ouwederlegbaar zijn. De Fransche Regeenug zal nu zijne uitlevering vragen. President Carnot, wordt op zijne reis naar het Zuiden door niet minder dan 32 verslaggevers vau Parijsche dagbladen ver gezeld, wat hem in zijne vrijheid van be weging wel eenigszins zal hiuderen. De wond van deu Heer Boulanger is ge heel genezen. De longontsteking heeft zich suel gebeterd. De ex-Generaal heeft een nienw manifest aan de kiezers van het Charente-departe- meut gericht; 120,000 exemplaren van dit manifest ziju van Parijs verzonden. De Heer Boulanger betreurt het in dit geschrift door de gevolgen van zijn twee gevecht verhinderd te zijn-ouder zijne kiezers te verschijnen, van wie het afhangt de her ziening te zien aangenomen of voor goed verdaagd. Wij willen Frankrijk vredelievend zien, maar voorspoedig en geëerbiedigd.* Het document eindigt met: Leve Frank rijk! leve de Republiek!* De Engelsche Regeering heeft be richten ontvangen, welke het uitbreken eener revolutie in ééue der Venezolaansche provinciën bevestigen. De Duitsche Consul neemt de belangen der Eugelsche onder danen waar. De feestelijkheden ter viering van den 300eu gedenkdag der vernietiging van de »Onoverwinnelijke vloot* zjjn Donderdag te Plymouth begonnen met de opening eener tentoonstelling, een historischen op tocht en eeu feestmaal. De tentoonstelling moet zeer veel merk waardigs bevatten van oudheden uit den tijd vau Elizabeth en de onoverwinnelijke vloot, Drake, enz. Eeu journalist, oud-hoofdofficier der marine, heeft eeu boek uitgegeven, waarin de toestand der Italiaansche vloot en kust treurig wordt genoemd. Volgens den schrijver zijn ook de grootste en nieuwste schepen bijua onbruikbaar omdat zij slecht ge bouwd zijn en wel zoo, dat in het ge heel vier pantserschepen iu een zeeslag iets zouden kunnen medemaken. Op weg naar huis werden twee Italianen en een Maltezer op de Galetta (Tunis) door acht dronken Fransche soldaten aangevallen en een der Italianen werd zoo mishandeld, „Mijnheer Trapet?// Roosje verschrok en legde de hand aan haar hart. „Maar het is heden te laat; het past niet, dat een jong meisje „Sta mij dan ten minste toe, dat ik u tot den molen vergezel.// Hij ging aan hare zijde. Trapet was een jonge man van bijna dertig jaren en beeldhouwer; hij was reeds voor langen tijd met Roosje bekend geworden en deze had instinctmatig gevoeld, dat de beeldhouwer be lang iu haar stelde, al had hij er vroege: ook nooit over gesproken. „Ik stond in beraad,// vervolgde Trapet na eene wijl, in de avondschemering een bezoek aan de Moedergods linde te brengen. Ik trof u daar, dit kon ik geen bloot toeval noemen, er bestaat geen toeval, geen blind toeval; het verheugt mij, dat wij elkander juist daar ontmoetten, niet als wilde ik aannemen, dat de Hemelkoningin ons bij den boom, die Haar toege wijd is, samengebracht heeft, neen; maar omdat de plaats welke door zooveel gebeden gezegend is, mij eene goede levensbeteekenis toeschijnt//.... „Ik begrijp u niet goed, mijnheer Trapet." „Nu weet dan, dat ik u zeer bemin, Roosje en dat ik mij gelukkig zou achten, een braaf godvreezend en vlijtig meisje, zooals gij zijt, eens mijne vrouw te mogen noemen.// Roosje bloosde; stilzwijgend stapte zij verder. Trapet was een braaf, solied man, een bekwaam man in zijn vak en echt Katholiek; onverwacht kwam haar het verzoek niet, maar het verraste haar toch. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1