N I
u W E
N» 1272
Zondag 29 .Inlt 1888.
13de Jaargang.
u
Multalull-vcrgodlng.
B U IT E L A IL
B 1 E L A D.
De Linde.
ABONNEMEWTSPBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemf.8fc
Voor de overige plaatsen in Nederland ir. p. p. 1.10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG
BOHEAD: St. Janstraat Haarlem.
lAJNTJtSüjuj
AGITE MA HON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTEWTIÉW
Van 1—6 regeU.30 Cents.
Slke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vr ij dag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPEKS LAURE Y.
Om vergoc 1 te worden door de echte
kiudereu der -9e eeuw, moet men voor en
boven alles een Christus-hater zijn. Een
genie, dat zicb eerbiedig buigeu zou voor
deu Godmenscb, zou zijne gaven do. r alle
ongeloovigen zien betwist. Maar toont meu
zich bereid om ruet God en godsdienst te
spotten, om, daleude ver beneden liet oude
heidendom, het beslaan van God driestweg
te loochenen, dan is men zeker van toe
juiching en vereeriug, ja zelfs van ver-
godiug.
Vau dat alles is Multatuli een nieuw
bewijs. Voor hem lagen alle volbloed ne
gentiende eeuwers als het ware geknield.
Met dien geesteskranke (gelijk Dr. Abra
ham z hem in De Gids terecht noemde)
werd bepaald afgoderij gepleegd. De man,
die er eeue eer en roem in stelde, niet in
God te gelooven, werd tot eeu afgod ver
hoogd of verlaagd.
Toch was hij, in ons oog, eeue eer te
rug itooteiide dan aantrekkelijke natuur.
Schittereude gavou waren hem verleend,
doch hij heeft ze misbruikt. De man, die
anderen (naar zijn voorgeven) gezond maakte,
was zelf, naar zijn eigen getuigenis, oud
voor zijn tijd, en dat niet iu lichamelijken
zin, hetgeen buiten zijne schuld had kunnen
wezen, doch geestelijk. Hooren wij slechts
wat hij schrijft iu een nog onuitgegeven
brief, gepubliceerd in de SoerabaiwCou
rant. Dj redenen ontvouwende, waarom hij
liever niet geschreven had, merkt Multa
tuli op:
„Berstens ben ik onwel, niet ziek in den gewonen zin
van 't woord, maar erger.
„Een ziekte heeft haar gewoon beloop. Ze stijgt, bereikt
haar toppunt, en daalt weer af. Meestal zelfs is ze niets
dan 'n natuurlijke gezondheidsmaatregel, en zou dat mis
schien altijd, wezen, als we haar iu die weldadige functie
niet stoorden door medicijnen. Mijn onwelzijn echter is,
ook zonder medicijnen, van minder weldoenden aard. Ik
ben treurig, zedelijk vermoeid en, naar den geest gespro
ken, invalide. Alle inspanning ralt me zwaar, tot het
schrijven van 'n eeuvoudigen brief toe."
Multutuli vermoeid. Dat eene woord
zegt veel. Het moet, dunkt ons, niet alleen
het oordeel van Dr. Abrahamsz recht
vaardigen, maar teveus allen ontnuchteren,
die van dezen apostel en profeet der stof-
vergoding, nieuw leven verwachten. Mul
tatuli kan slechts schenken de gave der
invaliditeit.
Heerlijke wehergeboorte! Met een variant
op een gezegde van Professor A. Pierson
in 1865 geuit over het determinisme van
den Hoogleeraar Scholten, zeggen wij, dat
wij met de kinderen liever knielen voor
Onzen Lieven Heer, dan met de hoogwijze
materialisten van ouzeu tijd voorMul
tatuli.
F EVIL LET O N.
6)
Vervolg
Het was op Zondag den 12 Maart Een
vreeselijke orkaan, zooals men sedert menschen-
geheugen niet gekend had, verhief zicli in den
namiddag en bracht in korten tijd de grootste
verwoestingen aan. De golven van deBijn zweep
te de felle storm over het land. Honderden hoo
rnen werden ontworteld, geheele lanen van po
pulieren worden geknakt, de sterkste eiken en
beuken gespleten en met geweld ten gronde ge
slingerd. Daken werden ontbloot, seboorsteenen
stortten in en de toren van de kerk werd weggerukt.
Vele huizen vielen in een en schepen verdwenen
spoorloos in de golven. Het ergste echter was,
dat de dijk niet langer aan de woedende baren
kon weerstand bieden. Op meerdere plaatsen
brak hij door en met een vreeselijk geweld en
razenden spoed stortten zich de schuimende, leem-
gele watermassa's door de dijkbreuken op het
weiland, sterke hoornen, tuinhuisjes en muur
brokken met zich voerende.
In korten tijd waren de in de laagte gelegene
velden overstroomd en de geheele streek was
in eene bruisende zee veranderd, waarin latten,
heiningen, vaten, hout van alle soort heen en
weer dreef. Slechts de heuvel met de Moeder-
golslinde stak als eene kleine oase boven het
bruisende water uit, en de sterke boom kraakte
»Ook als »koloniale specialiteitwerd
Mnltatuli door Nederlanders schier aange
beden. Hij zou, bad hij de macht eu het
gezag bezeten, Indië hebben gered.
Eu welk betooverend ideaal zweefde de
zen stofvergodendeu redder voor deu geest?
Weder wijst de reeds geciteerde brief ous
bier den weg.
„Mijn hart (zoo lezen wij) klopt warm voor 'tachoone
land waar ik 't cigeulijk leven intrad, waar ik m'n ziel
voelde geboren woiden. Wat ik in Sept. 1838 toen ik,
18 jaren oud zijnde, uit Holland vertrok, geleerd had of
bijgewoond en ondenonden, beteekent niet veell Eerst in~
Indië ontwa.kten m'n vermogens, m'n gedachten en m'n
hart. Zal ik 't ooit weerzien? Zoo lang daar de tooversvlag
waait, zeker niet! Nn is 't wel zeker dat die vlag in be
trekkelijk korten tijd z»l worden neergehaald, maar wat
koit is in de geschiedenis, kan lang zijn iu 't leven van
'n meusch, eu ik ben al 56 jiren oud.
„Maar gij zijt jong genoeg om de verandering te be
leven. Toch vrees ik dat die verandering uiet ten goede
wezen zal! Indien men 't Hollandseh gezag verjaagt, voor
de stevige gronlslagen van zeifregeering gelegd zijn (waar
toe gr">oter eensgezindheid iu de oppositie vereisclit wordt,
dan er tot nog toe bestaat!) dan zie ik met schrik den
tijd te. gemoet dat men den „Hollandscheu tijd" betreuren
zal. Anarchie, heerschappij van Amerikaausche vrijbuiters,
van Europeesch kanaille, zoudeu vreeselijke gevolgen hebben.
Land en volk zijn te goed voor zoo'n p-oef. Insuliude
is 'n prachtig paard waarop rn dief zit. Dat men dien
dief er afwerpt, is best. Maar men moet het niet doen
voor m^n 't beest aan den teugel heeft, daar 't andera
de wildernis inloopt en, onbestuurd, van de rotsen te
pletter valt. Nog eens: Insulinde is te goed om er een
Zuid-Amerikaansche republiek van te maken en de Javaan
verd ent iets beters dan als 'n roodhuid uitgeroeid te
worden door Europeesche beschaving en jenever.
„Het wachtwoord van ieder, die 't wel meent met de
toekomst van Land en Volk, is „Holland er uit." O ja,
maar.eerat „éénheid onder 'n algemeen erkend hoofd11
Ala duizend personen ieder 'u anderen weg uittrekken,
oefenen ze minder kracht uit, dan 't zwakste kind zou
kunnen doen. En t"ch geschiedt dit in Indië sedert den
Havelnar. Teder vloekt Holland, maar niemand schijnt in
te zien dat er, om iets degelijks te bereiken, eeuheid en
organisatie noodig ia. De taal der Iudische couranten ia
dreigend. Maar men geeft er in den Haag niets om. Men
weet daar zeer goed, dat verdeeldheid geen kracht geeft.
Het is juist ten gevolge der verdeeldheid van Inlandsche
stammen en hoofden, dat het zwakke Hol laud zoo'u rol
heeft kuüuen spelen! Eu nu volgen de heel- of hal f
blanken iu Insulinde, die van Holland af willen, de
inlaudsche hoofden r.a iu onuoozelheid! Allerlei klein
geestige sympathietjes en antipathietjes staan 't bevorderen
der hoofdzaak in den weg. Op die manier komt men niets
verder.
„Ik geef U volkomen vrijheid deze denkbeelden te
verspreiden, als ge weer op Java zult teruggekeerd zijn."
Wat is nu de hoofdstrekking der denk
beelden over Indië, welke de man, aan wieu
Multatuli zijn schrijven riekt, op Java mag
verspreiden?
Dat wij uit Indië moeten gejaagd tvor-
deu. Holland er uit! dat zij het wachtwoord.
Met de uitvoering van dat programma moet
echter gewacht worden, totdat men eenheid
onder al de voorstanders van dat t ideaal
zal verkregen en men een »algemeeu hoofd
zal erkend hebben.
Alweder zeggen wij: welk een prachtig
idee! Het koloniaal ideaal van Multatuli
ziet er metterdaa 1 zeer Nederlandsch uit.
Weg met hen! dat is de moordkreet, welke
en schudde onder de zweepslagen van den hui
lenden orkaan.
De molen van Krans lag schier geheel onder
de golven begraven; alleen de bovenste verdie
ping was nog zichtbaar; de geheele stalling en
liet erf lag onder water; de molenraderen werden
losgerukt door den stroom, die ze als overwin
ningstropeeën medesleurde.
De verschrikte bewoners waren op den nok
van het huis gevlucht en staarden angstig in den
steeds wassenden vloed, roepende om hulp en
redding Doch wie hoorde de stern der menschen
in liet bruisen der golven, wie kon redding
brengen? Zelfs vrouw Krans, die anders alles
meende te kunnen temmen, zat radeloos aan de
zijde van haar man en wrong vol wanhoop de
banden. De nieuwe iluweelen sofa en al de
nieuwe meubels, welke zij aangeschaft had, dansten
in de golven of dreven weg. Zij zou wel hardop
hebben willen schreien en was toch blij, alleen het
leven voorloopig nog ten minste gered te heb
ben.
Honderden menschen hadden zich, nadat de
storm euiigszins tot bedaren gekomen was, naar
bet tooge stadsgedeelte begeven en zagen wan
hopend het vernielingswerk aan; ook Boosj i
bevond zich onder hen, want het lot der molen
trof haar zeer en deed haar niet binnen blijven.
//Die arme menschen jammerde zij, //heeft dan
niemand medelijden met hen?//
//Eene poging tot redding zou roekeloos zijn," sprak
een man, die naast haar stond. //De molen ligt
drie honderd passen van hier verwijderd en de
deze verheven ziel,gelijk zijue vereerders
hem heeteu, niet betrekking tot zijne iand-
genooten aanheft.
Die »rooverst (de Nederlanders) moeten
van hun bezit beroofd worden. Insulinde
moet aan ons vaderland worden outnomeu.
Dat is de hoogste koloniale wijsheid
van deu Staatsman (den God»man, zouden
de Multatulianen zeggen, als zij aan God
geloofden) aan wien eer te onthouden, door
velen bijna met majesteitsschennis werd ge
lijk gesteld.
Het is om te walgen!
Deze negentiende eeuw outadelt de harten
en verdwaast de hoofden.
Godloochoning voert tot ontmenschelij-
king. Multatuli worde voor steeds meer
deren eene haak iu de zee van het weten
en het denken, eeue baak, die men ver
mijden moet, wil men niet reddeloos ver
loren gaan.
Keizer Wilhelm is jl. Donderdag-middag
te Stockholm aangekomen, met geestdrift
door eene onafzienbare meuigte begroet. De
stad prijkte in vlaggentooi.
De Koning en de Kroonprins waren op
het jacht Droit, den Keizer tegemoet ge
varen. Zij gingeu op het keizerlijk jacht
Hohenzollern over, waar eeue allerhartelijk
ste begroeting plaats had, en keerden ver
volgens naar Stockholm terug, om met de
overige loden van het Koninklijk Huis deu
Keizer bij liet aau 'and stappen te begroe-
teu en naar het paleis te hegbleiden. De
ontvaugst van het publiek was buitenge
woon warm en geestdriftig.
De Franscbe Minister-President Flo-
quet laat, volgens Le Pays, eeu wetsont
werp op de vereenigiiicen bewerken, dat
vooral tegen de Katholieke Geestelijken ge
richt is.
Terwijl de liberale pers. schreeuwt, tiert
en overdrijft iu de zaak van Citeaux, ver
geet zij te melden:
Dat eeu officiëele schoolmeester van Go-
lancourt, veroordeeld is tot vier jaar ge
vangenis;
dat een officiëele schoolmeester van St.-
Michel-la-Roë, vijf jaar gekregen heeft;
dat een schoolmeester van St.-Leger, acht
jaar dwangarbeid heeft opgeloopeu;
dat de drie veroordeeliugeu luiden: voor
aanslag op de zeden, op kinderen.
Verder dat eene school meesteres haar kind
gedood heeft en dat men haar heeft vrij
gesproken, omdat het. kind uiet meer
leefde.
Maar daarover zwijgt de eerlijke pers!
De Minister van buitenlaudsche zaken,
strooming is te sterk. De molen met alles wat
er in is, gaat verloren, zij kan niet lang meer
weerstand bieden.//
„Groote God, dat is verschrikkelijk! Zie eens
daar op het dak, hoe de menschen wenken! Zij
zijn in doodsangst!//
De omstanders haalden de schouders op.
Eensklaps bemerkte Boosje den beeldhouwer
Trapet. Zij vloog naar hem toe.//Help gij, Trapet,
ik smeek u! Heb moed, de Hemel zal u be
schermen. De menschen daar in den molen moe
ten gered worden!//
„Lief Roosje, wat vermag de menscli tegen
zulk een natuurgeweld!//
„Kies nog een paar sterke mannen uit, die
het met u wagen. Breng de ongelukkigen ten
minste tot onder de linde, alvorens de molen
instort.//
//En gij smeekt nog voor deze menschen, die
u zoo oneerlijk en zoo snood behandeld hebben,
Roosje?//
„Ben ik gcene Christin?O, Trapet, dit
woord is uwer niet waardig
//Frans, ik bezweer het u, als gij de menschen
van den molen redt, word ik uwe vrouw!//
//Roosje, edel braaf meisje, ik zal alles beproe
ven!//
Hij verliet haastig de plek, liep naar de stad
en kwam weldra terug met eene groote schuit
tegenover de plaats, waar hjj Roosje verlaten
had. Deze was het dichtst bij den molen.
„Wie durft het wagen," riep hij, „met mij
naar den molen te roeien?"
de Hetr Goblot, heeft de Afgevaardigden
Frederic Passy, Yves Guyot, Sabatier en
Gaillard ten gehoore ontvangen, die ge
komen waren om hem te verzoeken zooveel
iu zijn vermogeu is het daarheen te leiden,
dat geschillen tusschen deu eenen staat en
deu anderen, beslecht worden door scheids
rechterlijke uitspraak. De Minister ant
woordde dat hij gaarne, als z:c'u daartoe
de gelegenheid openbaart, werkzaam zal
zijn iu dien zin; maar vergeten mag niet
worden, dat het inroepen vau eene scheids
rechterlijke uitspraak in de practijk dik
wijls op groote zwarigheden stuit.
Uit Constantinopel wordt gemeld,
dat het geschil tusschen Engeland eu de
Porte, betrekkelijk de forten iu Kleiu-Azië,
nog niet vereffend is, maar de Sultau
waarschijnlijk toegeeft. De Russische Re-
geeriug tracht herziening te verkrijgen
van hut Dardauelleu-tractaat om de bepa
lingen omtrent den doortocht strenger te
maken. Rusland heeft aangeboden, eene
krachtige vloot in de Zwarte Zee te on
derhouden, om de nieuwe bepalingen te
helpen nakomen.
Naar aanleiding van de dépêche uit
Weenen aan bet Journal des Débats, volgens
welke de sameukomst op Peterbof, verre
van de Porte gerust te stellen, haar in
tegendeel nopen zal militaire voorzorgs
maatregelen te nemen, zegt het Journal
de Si. Pétersbourg, dat ouder de Regee
ringen, welke den vrede willen handhaven,
zeker die des Sultans behoort, en iedereen
weet dat de samenkomst der Keizers ten
doel had bezorgdheid weg te nemeu, en
niet 0111 ze te wekken.
Men meldt uit Alexandria, dat de
Eugelsche kringen verwachten, dat hou-
ger.snood meer dan het fanatisme belang
rijke troepen Mahdisten noordwaarts zal
drijven; zij achten actiever optreden van
Egypte in Soudan geraden, en meeneu dat
het optrekken van een Egyptisch legerkorps
naar Khartoem thans zonder tegenstand zou
kuunen plaats hebben.
Uit New-York wordt geschreven, dat
ondanks de vorige teleurstelling, speculanten
te Novastia audermaal een monster-houtvlot
uitrusten, bestaande uit 30,000 samenge-
keteude boomstammen, hetwelk door twee
sleepbooteu naar New-York wordt gebracht.
Aau het slot van een artikel over de nieuwe
gemeentelijke en provinciale wet, welke door de
Italiaansche Kamer werd aangenomen, zegt De
Gelderlander
„Er is nog een wetsontwerp in bewerking,
waardoor de vrije katholieke scholen voortaan
onmogelijk gemaakt en zullen opgtheven worden.
Alles zweeg, niemand verroerde zich; men
moest wel zijn leven niet meer liefhebben, om
zulk een stout bestaan aantegaan, want immers
het leven moest op het spel gezet worden, zon
der nog het geringste vooruitzicht, redding te
kunnen brengen.
Trapet herhaalde zijne vraag nog luider en
vuriger.
„Wij zullen de menschen daar ginds op den
heuvel brengen, dan zijn zij gevrjjwaaid tot de
storm bedaard is. Slechts twee man, dan waag ik
het!"
Het gelaat van Trapet gloeide en de tegen
woordigheid van Roosje moedigde hem aan.
„Als ik man was," riep het meisje, „dan zou
ik u allen beschaamd maken!//
„Kom, zeide een sterk gebouwde schippers
knecht, op wien het voorbeeld en de woorden
van Trapet eene goede uitwerking hadden,
„kom, wij moeten die mensehen redden.//
Hij spror.g in de boot.
Een derde echter liet zich niet vinden, want
het waagstuk was te groot.
„Nu dan vaar ik mee,// riep Roosje. „Ik
hen sterk genoeg, om tot den molen tereeien
en dan kan de molenaar mij aflossen.//
Een donderend „hoerah!// der menigte verge
zelde hare woorden, alleen Trapet hield haar
tegen doch t- vergeefs.
„Spaar uw leven, Roosje,// smeekte hij.
„Wij sterven niet!// riep zij vol vertrouwen;
„vooruit!//
(Wordt vetvolgd.)