NIEUWE No. 1281. Zondag 19 Augustus 1888. 13de Jaargang. De slavernij in Afrika. BUITENLAND. 7) Een offer. lilKLIISCIl COURiliT. ABONNEMENTSPRIJS Por 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland Ir. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afziuderlyke Nummers0,06 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTIÉH Van 16 regels,30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlyk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS LAUREL Wij hebben in ons voorlaatst nummer eenigszins nader kennis gemaakt met den edeleu persoon, de edele figuur van den Kardinaal Lavigerie, die ons werelddeel oproept tot een nieuwen kruistocht tegen den slaveubandel iu Afrika. Wjj hebben daarbij gewezen op het verheveu doel, dat de beroemde Prelaat beoogt en op den heilzamen arbeid, tot welken zich de edele Kerkvorst heeft aangegord en daarbij ge tracht ook bij onze lezers die belangstelling op te wekken, waarop een Gode zoo wel- gevalligen arbeid mag aanspraak maken. Thans wenschen wjj eeuige woorden te spreken over den slavenhandel zelf en wij meenen niet beter te kunnen doen, dau het een eu ander mede te deelen uit eeue voordracht, welke Zijne Eminentie de Kar dinaal Lavigerie onlangs te Parijs (in St. Sulpice) heeft gehouden, eene voordracht, die ongetwjjfeld by velen de grootste sym pathie heeft verwekt voor de zonen van het zwarte lands, die nog zuchten onder het wreede juk der slavernjj. Wij geven thans het woord aan den emiuenten Prelaat. »Paus Leo XIIIaldus begon de Kar dinaal zijne voortreffelijke redevoering, >beeft zooeven door zijne encycliek »Pluri- mis* den derden strijd tegen de slaverujj geopend, welke de Kerk aanvaardde. Den eersten strjjd voerde zy van hare geboorte af tegen de heideusche slavernij. Zy gordde zich dien aan door hare leer, zij Bpoorde de menschen aan, elkander lief te hebben als broeders, als kinderen van een eu denzeifdeu Hemelschen Vader. Zij zette dien stryd voort door de vermaningen van hare Apostelen, van hare Pausen en van hare Leeraars, die allen opwekten tot mede- lyden en gerechtigheid. Zij breidde dien stryd uit van eeuw tot eeuw door hare inrichtingen eu door haar voorbeeld. De stryd was van langen duur, 't is waar, want bjj was gericht tegen alle bedorven neigingen van het menscbelijk hart, welke zich vereenigden om eene zeer groot aantal ongelukkigen aan enkelen als buit over te leveren. Humanum paucit vivit genus (het ganscbe menscbelijk geslacht bestaat slechts voor weinigen) sprak de heidensche dichter, gelijk Leo XIII herinnert, om met enkele woorden het karakter der bijna algemeeue verdrukking juist te schetsen. Maar de dag brak eindelijk aan, waarop dit uitvaagsel uit de christelijk geworden wereld verdween en waarop de vrijheid zegepraalde, welke de Heiland haar heeft vermaakt. FE UIL L E T O N. (Vervolg) De zomer ging voorbij en nog kwam de ge- wenschte beterschap niet.; meer en meer namen de krachten der zieke af en toen de herfst ten einde was, waren hare kinderen en h3ar echtge noot nog de eenigen, die zich omtrent haar toestand bedrogen: de eersten konden het niet en de laatste wilde het niet begrijpen. Toen Mevr. Feldner zelfs niet meer in staat was haar ziekbed te verlaten, begreep Louise nog maar volstrekt niet hoe hopeloos de toestand harer moeder was. Zij was ook nog zoo jong! Instinctmatig echter gevoelde zij, dat zij hare moeder elke in spanning moest besparen en alle. wat stoornis kon geven, moest nalaten. Eens op een avond was Dr. Feldner nog laat bjj een verafwonenden zieke geroepen. De kleine Truida sliep gerust, doch Louise zat met eenig handwerk in de aangrenzende woonkamer, bereid om eiken wenseh harer moeder ten spoedigste te vervullen. //Louise!// riep Mevr. Eeldner met zwakke stem en oogenblikkelijk stond Louise voor hare sponde. „Zet u daar bij mij neer, lief kind!// ging de zieke voort,// //ik moet eenige oogenblikken ern stig met u spreken. Geef acht op de woorden uwer moeder, mijn kind!// «/Spreek, lieve moeder; geen enkel uwer woor den zal mjj ontgaan." Dezelfde hartstochten, die de oude sla vernjj hadden gesteund, waren oorzaak, dat in de vijftiende eeuw, na de ontdekking van Amerika, eene nieuwe s'averuij te vooi- schyu kwam. Een aantal geweteulooze lieden vestigden zich in Afrika en begonnen daar aan de kusten den negerhandel te drjjven. Ruim diie eeuweu heeft deze handel de wereld geschandvlekt. De Kerk kwam er tegen op door de Missionarissen, door een Claver, door een Las Casesdoor hare Pausen, door een Pius II, Leo X, Bene- dictns XVI en in onze dagen door Gre- gorius XVI eu Pius IX. Tevergeefs trachtte men door alle mogelijke drogredenen en schijngronden de slavenhandelaars te ver ontschuldigen; het christelijk geweten zege vierde over hunne hebzucht en begeerlijk heid. Eene schaar edele mannen, beroemde auteurs en staatslieden, aanvaarden in den aanvang van deze eeuw den stryd tegeu den vijand en brachten hem doodelijke won den toe, aan welke hij bezweek. De slavernij verdween langzamerhand, dank zy dien mannen, uit de kolouiëu. In een groot rjjk, in Brazilië namelijk, bleef de slavernij nog stand houden. Het was echter aan Leo XIII voorbehouden, zijne wenschen vervuld te zien en aan den edelen Keizer, die zeker tot belooning zjjue gezondheid herkreeg, komt daarvoor alle mogeljjke lof en hulde toe. Terwijl echter de slavenhandel in Ame rika langzamerhand verdween, klonken luider eu luider de wanhoopskreten uit de binnenlanden van Afrika. Belgische, Engelsche eu Amerikaansche reizigers brachten de ontzettendste berichten om trent den afschuwlyken menschenhandel naar Europa over. De slavernjj bestond, wel is waar, altijd in die gewesten, maar nimmer in die mate, zooals wij haar iu onze dagen moeten aanschouwen. Zy dreigt thans een geheel volk te vernietigen. Zie daar hetgeen de beschaafde wereld niet weet, ziedaar echter, hetgeen zij volgens den wil van Christus' plaatsvervanger we ten moet. Ik ken den ongelukkigen toe stand nog maar sinds weinige jaren. Meer dan tien jaren hield ik verblijf in het Noorden van Afrika, zonder iets anders, dan slechts losse geruchten omtrent de gru welen te vernemen. Sinds ongeveer tien jaren kon ik mijne geliefde zonen, de Mis sionarissen van Algiers, tot in het hart der keerkringsproviuciën zenden, gewesten, die bjjua nog geheel en al onbekend zyu. Voor het meerendeel zyn het Frauscheu, die zich in die verwyderde streken hebben gevestigd. Sinds tien jaren verdragen zij //Mijn lief kind!// Zie, reeds sedert langen tijd wordt mijn toestand langzamerhand bedenke lijker; mijne krachten nemen dageljjks af en we zouden geheel blind moeten zijn, als we niet wilden inzien, wat binnen kort het einde van zulk een toestand moet zijn.// //Moeder waarom kwelt gij u met zulke pijn lijke en verschrikkelijke gedachten? En gijzijtzoo moedeloosl Nog van morgen heeft vader mij gezegd, dat hjj u spoedig geheel hersteld zal zien!// //Uw vader hoopt zulks omdat hij het wenscht, wjj hopen allen, dat onze wenschen zullen ver vuld worden. Hoe gelukkig en dankbaar jegens God zou ik zjjn, als het mij vergund ware bij u te blijven en mijne kinderen zelve op te voeden! Maar ik ben overtuigd, dat mijne levens draad spoedig zal afgesponnen zijn en daarom wil ik orde op mijne zaken stellen. Gij, Louise, neem de woorden uwer stervende moeder wel ter harte!// „Moeder, lieve goede moedert" riep het meisje terwijl heete tranen haar langs de wangen liepen. Ween niet, Louise, en hoor mjj rustig aan," vermaande de zieke. //Sedert eenige dagen heb ik naar het uur verlangd, dat wjj alleen zouden zijn en uw vader ons niet kan overvallen. Laten we dien tjjd nu goed besteden. Gij zijt steeds een goed kind geweest. Louise, blijf ook verder braaf en deugdzaam, dan zal Gods zegen op u rusten. Uw vader zal veel aan mjj verliezen. Gij kent zijne geWoonten en draag daarom zorg, dat de huise lijkheid blijve, die voor hem eene behoefte is, tracht mij zoo goed mogelijk te vervangen. Wilt gij dat, Louise?// elk mogelijk lijden, een moorddadig kli maat eu ontbering van schier alles. Hun grootste lijden is echter, dat zy getuigen zijn van de rampeu der bevolking, aan welke zij het Evangelie verkondigen, zon der te kunnen helpen, zonder hun on dergang te kannen voorkomen. Door hen werd ik in kennis gesteld met het treurige lot, dat de negers door de slavenhandelaars ondergaan, door wie zy vervolgd en op gejaagd worden als wilde dieren. Reeds in de eerste dageu had ik zulks aan de wereld willen bekend maken. Ik zag geen ander middel, zoo vele slachtoffers te red den dan de verontwaardiging over deze aangelogeuheid gaande te maken. Maar ik draalde; ik vroeg mij zelf af, of mijne mededeelingen niet de woede dezer on- meuschen zou opwekken en of ik mijne kinderen niet aan het gevaar van een spoedigen en zekeren dood zou blootstellen eu de negers zou berooveu van den byatand der Missionarissen. De tijd verliep; het getal der reizigers vermeerderde. Velen van hen hebben reeds belangrijke mededeelingen gedaan. Hunne berichten, al konden zy ook niet alles openbaren, omdat een voorbijtrekkend rei ziger niet. alles ziet gelyk een Missionaris, die zich langen tijd in de binnenlanden op- hondt, hebben den sluier voldoende opgehe ven, om ons het recht te geven, hem geheel en al te verscheuren. Europa heeft boven dien zijne oogeu op Afrika gericht, de mo gendheden hebben het land onder elkander verdeeld. Hetgeen vóór tien jaar niet doen- lyk scheen, is thans mogelyk. Men kan hopen, ondanks de verdeeldheid, der mo gendheden onderling »een verbond van medelijden en ontferming* te zien ontdaan, zooals Montesquieu dit noemde in dei tijd toen de slavernij in de koloniën heerschte. Dat is niet slechts myn vurig verlangen, dat is ook de hartgrondige wensch van het Opperhoofd der Kerk. Op dien grond is, na een tjjd van zwjjgen, de tijd van spreken genaderd. Wordt vervolgd.) In eene openbaar gemaakte aanschrijving, gedagteekend Kiel 31 Juli, wordt 's Keizer's tevredenheid betuigd aau het mauoeuvre- eskader, inzonderheid ook hierover, dat er bij het samenzyu van tien schepen in de vaart naar Rusland, Zweden en Denemarken geen enkel ongeval heeft plaats gehad. De Keizer geeft het vertrouwen te kennen, dat schepen, die onder zijne oogeu een gedeelte //Moeder 1ik ik zal het beproeven!// snikte liet meisje. „Gij zult uwe belofte houden, dat weet ik, hoe drukkend de last ook moge zijn, dien gjj daardoor op u neemt. Voor uw vader te zorgen, is uw voornaamste plicht, Louise! Ik wil u echter nog een verzoek doen.// Vermoeid richtte de zieke zich op en wees met hare vermagerde hand op Truida, wier ledikant naast dat harer moeder stond. Het lieve kind glimlachte in haren slaap. //Truida laat ik hulpeloos achter, zij kan nog niet begrijpen wat ze in mij verliest: wilt gij voor haar eene moeder zijn?// Louise was op hare knieën gevallen. //Ik zall// klonk het zacht, doch vast besloten van hare lippen.// Niets zal mij te zwaar vallen om het geluk van Truida te verzekeren. //Ik dank u, mijn kind. Gjj hebt mijn hart door uwe belofte geheel gerustgesteld; God zal u daarvoor wel zegenen. Ik zal evenwel daar boven voor u bidden,// fluisterde zij zacht en hare matte handen lagen zegenend op het hoofd harer dochter. Niet lang daarna overleed Mevr. Eeldner even zacht en kalm als zjj had geleefd. Deze eerste diepe smart trof Louise's hart toen ze nog slechts zestien jaar oud was. Toen de kist, die het stoffelijk overschot der dierbare bevatte, het huis werd uitgedragen, meende Louise, dat nu wel de geheele wereld met haar zou treuren. Doch de wereld ging rustig haren gang, zich niet bekommerende over het leed van ten kind. Over de plaats, die de overledene had ingenomen, sloegen do der oefeniugsperiode er zoo goed hebben afgebracht, ook verder, tot zijne tevredeu- heid, elke taak zullen volbrengen. Volgens het Berliner Tageblatt zullen er nog negen Generaals der infanterie eu ca valerie, negen Luitenant-Generaals eu ver scheidene Generaais-Majoor in dit jaar op pensioen gesteld, of wel iu andere dan hunne tegenwoordige functie worden ge plaatst. De tegenwoordige Chef van het militair Kabinet des Keizers, Luiteuaut- Geueraal Vou Hancke, een man van groote wetenschaphelyke ontwikkeling, ruimeu blik en bizondere vlugheid ook met de peo, is aan gewezen voor de betrekking vau Minister van oorlog, terwijl de tegenwoordige titularis Bronsart Vou Scbeilendorf belast zal worden met het commando over het eerste legerkorps. Bij het déjeuner te Frankfort a/O, heeft de Oberbürgemeister een Hoch! op den Keizer uitgebracht. De Keizer heeft daarvoor zyu dank uitgesproken, en tevens dankbaar de trouwe gehechtheid erkend van de bevol king aan het huis Hohenzollern. De Keizer herdacht het yzeren karakter eu het tac tische genie vau Prins Friedrich Karei, die het Brandenburgsche legerkorps heeft aan- aaugevoerd, hetwelk by Viouville den vijand verslagen en de zege bevochteu heeft. Het geen verkregen werd, zal niet weder worden prjjs gegeven daarvoor zullen 18 leger korpsen eu 42 millioeu Duitschers pal staan, vooraleer zy zich éeu steeD van het ver overde zullen laten ontnemen. In dezen zin dronk de Keizer op het welzyn van de Brandenburgsche stad Frankfort eu van het derde legerkorps. Generaal Boulanger heeft de reistasch weer omgehangen en is te Amiens aange komen, waar hij beginnen zal met een banket te presideeren. Reeds hadden verscheidene manifestaties plaats; politie en gendarmerie moesten de orde herstellen, terwyl eenige personen in het gedrang gewond werden. De Generaal, men ziet het, laat overal pijnlyke herinneringen na. Eene zeer belangryke vergadering van werkstakers is jl. Woensdag te Parys ge houden. Meer dau 1500 waren tegenwoordig. Een der sprekers stelde voor den Minister Floqnet aan den schandpaal te spijkeren, omdat hij de Arbeidsbeurs outeerd bad door aldaar soldaten op te koopeu, waar niets dan werklieden moesten zyn. Daarna voerde Louise Michel het woord. »De werkstaking is gekomen*, zeido zij, vgelijk de doodgraver om de onwetendheid te begraven. Het is geeue politieke werk staking, welke gemaakt moet worden, maar baren der levenszee heen en alles was vergeten. In de vroeger zoo gelukkige woning heerschte diepe rouw. Alleen Truida vrooljjkte door haar kinderlijk gelach en onschuldig gesnap het gezin wat op. Het was voor Louise eene zware taak de kleine aan 't verstand te brengen, dat zij nimmer moest wagen» haar vader te vragen waar moeder was. Dr. Feldner bleef stil en somber sedert hjj zjjne geliefde de oogen had gesloten; zjjne vroegere opgewektheid was vervlogen en zelfs zjjne kleine lievelinge kon hem ternauwernood een glimlach ontlokken. Louise trachtte de huishouding zoo te bestie ren gelijk hare moeder dat steeds had gedaan; zij trachtte op allerlei wijze hare beloften gestand te doen, die zjj der overledene had gedaan. De zuster van Pastoor Holzman en Mevr. Wiud- heim interesseerden zich zeer voor het jsnge en on ervaren meisje en ondersteunden haar met raad en daad. Niettegenstaande deze hulp, drukte de moei lijke taak aanvankeljjk zeer zwaar op die jeugdige schouders, doch de gewoonte maakte haar minder gevoelig. Elke vriendelijke blik, elk erkentente- ljjk woord van haar vader deden den vaak zinkenden moed weer herleven. Hare jonge zus ter trachtte zij zoo op te kweeken gelyk zjj zelve was opgevoed. Zij zelve, nog kind zijnde, was zich de zware taak van een kind op te voeden volkomen bewust. Dikwijls bad zij, onder het storten van heete tranen, dat God haar mocht bjjstaan om haar plicht naar behooren te ver vullen. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1