N IB U WE No, 1306. Woensdag 17 October 1888. 13de Jaargang. Drie lofredenen. BUITENLAND. Moïna. Slot volgt.) HiARLIME ABONNEMENTSPRIJS 1 Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland Afzonderlijke Nummers Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG BUREAU: St. Janstraat Haarlem. 0,85 1,10 1,80 0,06 AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVEKTENTIÊB Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 3 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag- en Vrij dag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS h LAUREY. Iu den laatsten tijd heeft niet alleen de Katholieke Kerk in het algemeen, maar ook de arbeid van hare Missionarissen in de heidensche landen, veel door de aanval len onzer tegenstanders te lijden. Tegenover dezen laster en smaad stellen wij zoo gaarne het oordeel van eeuige protestaut- sehe mannen, wier getuigenis nog meer waarde verkrygt, omdat zij ooggetuigen waren van hetgeen zij iuhet openbaar ver kondigen. Zoo heeft bij voorbeeld een Zweedsch ge leerde, de beroemde geograaf Baron Von SchwerinHoogleeraar aan de Universiteit te Lund, van zijne ervaringen het volgeude medegedeeld aan een vertegenwoordiger van het Journal de Bruxelles: Ware ik niet philosorf,* zegt die beroemde man, ik zou katholiek willen zijn; zulks getuig ik, na al hetgeen ik iu Afrika heb gezien Ik gevoel eene leveudige bewondering voor katholieke Missionarissen, maar voorname lijk voor die van de Congregatie van den Heiligen Geest. Zij doen ontzaglijk veel nuttigs in tegenstelling van onze protestaut- sche zendelingen, die maar al te vaak den bodem bereiden voor reuegaten. Aan den Kassai ontmoette ik een dier volijverige katholieke Missionarissen, den Eerwaarden Pater Sandeen Luxemburger; hij doet zeer veel goeds. Het motto vau den Congostaat moest eigenlijk ziju Tam Marie quam Mi nerva. Mars beteekeut de^ Staat, Minerva de Missionarissen. Een glansrijke getuigenis voor de werk zaamheid en den ijver der Jezuïeten onder de Indianen gaf onlangs de Protestautsche Senator Mr. Best van Missouri bij gelegen heid der verhandeling over de Indianen- quaestie in den Senaat te Washington. »Op al mijn heen- en weer reizen door Montana*, zeide hij, zag ik slechts een lichtstraal, die iets voor de beschaving en ontwikkeling der Indianen doet hopen. Ik ben Protes tant door geboorte ea opvoeding en hoop ook als Protestant te sterven, maar ik moet nochtans erkennen, dat het systeem der Jezuïeten het eeuige praktische stelsel voor de opvoeding der ïndiauea is en dat slechts dit systeem iets tot stand bracht, wat men met het woord succes mag bestempelen. Toen de Senator van Massaehusets, de Voor zitter van het comité voor de aangelegen heden der Indianen, d9zer dagen zeide, dat de oorzaak, waardoor de Jezuïeten meer dan anderen met succes op hun arbeid be kroond werden, daarin gelegen is, dat zij hun gansche leven aan het Missiewerk wijden, heeft hij zeer juist den spijker op den kop fJE V1LLE TON. Vervolg en slot). De vrouw gaf toe en maakte Na da los, die op Edmond lossprong, ziek voor zijne voeten rolde en niet tot bedaren was te brengen. Zjjn kleine meester was ever, gelukkig als bij, en hunne blijdschap was zoo treffend, dat zelfs de oude vrouw er door bewogen werd en hun aanraadde spoedig bet hondje mede te nemen, voor baar zoon thuis kwam. Moïna bedankte haar hartelijk, en zij verlieten opgeruimd de kleine hut. Maar de dagen werden weken, de weken, maanden, en nog altijd liet zich het antwoord op de twee brieven wachten. Moïna begreep, dat het zoo niet langer duren kon. Reeds twee maanden had zij bij den visscher doorgebracht en zij kon den armen lieden niet verder tot last strekken. Zij besloot naar Toulouse te ver trekken om daar verdere inlichtingen te nemen, en bij aldien zij zich in hare hoop bedrogen zag dan door handenarbeid in hün kost te voor zien, en intusscken, zooveel zij vermocht, r.a- sporingen te laten doen om den kleinen Edmond aan zijne ouders terug te geven. Zij nam dan afscheid van de goedhartige echtgenooten, liet haar laatste kleinood als een aandenken achter, en begaf zich moedig met Edmond op weg. In het begin ging liet n°& al .redelijk wel. Zij vonden voedsel en nachtverblijf in de talrijke geslagen. Neem een Protostantsch predikant en zend hem naar het Westen eu al is hij ook de werkzaamste en ijverigste, hij gaat er toch met zijue familiebanden beladen heen; hij vertrekt, maar verlangt toch weer naar het beschaafde leven terug; hij ver trekt ea al wijdt hij zich ook uit plicht besef aan een leven vol opoffering, hij zal zulk een leven niet aangenaam viuden, hij blijft een gedeeld man. Maar zend nu eens eeu Jezuïet naar het Westen en zie dan eens wat deze doet. Hij is half soldaat en half predikant. Hij is een lid van de Socië teit van Jezus. Niets dan het kleed, dat hij draagt kan hij zijn eigendom noemen. Wan neer hij van zijue overheid een bevel ont vangt om te middernacht op te staan en naar Azië te reizen, dan gaat hij goeds moeds, zonder een woord te spreken. Ik sprak onlangs met deu Eerwaarden Pater Ravalli van de H. Maria-Missie, die twee en veertig jaar onder de Indianen vau Montana doorbracht en zijn gansche leven aan hen heeft opgeofferd. Hij was als een degelijk geneesheer uit Iudië daarheen ge zonden en toen ik hem in zijn klein ver trekje in het Missiehuis bezocht, vond ik hem sinds vijf jaar aan het ziekbed ge kluisterd eu ofschoon hij zelf lijdende is, oefent hij toch zijne functiën als geneesheer uit en ziet men hem dageljjks geneesmid delen uitdeelen aan zijue patiëuten, de In dianen. Zoo heeft deze man ziju gansche leven aan eeu edel werk gewijd en met welk een resultaat?! De Indianen in het gebied van Montana winnen het stellig honderd percent in beschaving boven alle andere Indianen. Vijftig jaren geleden heb ben de Jezuïeten er zich gevestigd, het resultaat van hun arbeid staat helder voor onze oogen. Ouder alle stammen der Sho- shones, der Arapahons, der Zwartvoeten, der Piegans, der Bloods en andere zag ik niets van beschaving, maar ik vond deze wel bij de Indiaueu van Montana, als een gevolg van de Missie-school der Jezuïeten, die door knapen en meisjes wordt bezocht. Men heeft daar prachtige vetweiderijen, die door knapen worden verzorgd; men heeft er molens, door Indianen bestuurd, men heeft er smederijen eu andere werkplaatsen waarin de Iudiauen arbeiden. Toen ik in dat gewest reisde, was men juist bezig twee scholen te bouwen; al het werk werd er verricht door de leerlingen van d6 Missie. De tarwe-oogst is daar wegens het klimaat onbeduidend, maar groenten en haver wordt er voldoende geteeld. Iu mijn gansche leven zag ik geen schooner vee, dan in de ge westen waar de Jezuïeten het werk der Missie uitoefenen. Aan de beido scholen zijn hofsteden en konden zoo hun kleinen voorraad besparen. Maar tegen dat zij in Roussillon kwa men, werden de huizen zeldzamer, en vonden zij ook niet meer dezelfde gastvrije ontvangst; het weinige, dat zij hadden, was spoedig uitge put, en nu hadden zij met de grootste ontbe ringen te worstelen. Moïna deed wat zij kon om den armen blinde voor de vermoeinissen en ellende te vrijwaren; zij spaarde het brood uit haar mond om zijn honger te stillen, maar hun toestand, werd met eiken dag wanhopiger, en nog was het doel van hunne reis zoo ver verwijderd. Zoo trokken zij op zekeren dag door eene uitgestrekte heide. De zon blakerde hen onmee- doogend, en nergens was een boom of eenig struikgewas te vinden? Edmond zong niet meer gelijk bij het begin van hun tocht; hij weende en snikte van den honger. Moïna zocht al hare zakken na en vond nog een hard stuk brood, dat zij den kleine toereikte. Zij zelve had reeds in twee dagen niets gegeten; zij voelde hare krachten verminderen en begreep, dat ook het arme kind het zonder voedsel niet lang zou uit houden. Haar hart werd gekweld door hevigen angst, doch haar vertrouwen op God begaf haar geen oogenblik. //Zoo als het U behaagt, mjjn God,// zuchtte zjj herhaaldelijk; „Uw heilige wil geschiede!// Zjj bleven eene wijl aan den kant vau den weg rusten, en gingen toen verder, of liever zij sleepten zich voort. I)e arme Edmond kon bjjna niet meer, doch Moïna zocht hem moed in te boezemen en op te wekken door hem mede vijf Nonnen als onderwijzeressen eu vijf Priesters als onderwijzers werkzaam. Wij woonden er een examen bij, dat twee dagen duurde, en ik durf te beweren, dat dit examen een der beste was, 't welk ik in Vereeuigde Staten, van kinderen, die den zelfden leeftijd hadden, heb bijgewooud. De meisjes krijgen er onderwijs in de hand werken; men kweekt ze op als hulponder wijzeressen, men geeft haar onderricht iu de muziek en in de huishouding. De jonge mannen worden in den akkerbouw en vee teelt onderwezen; men leert hen het sme den, bet timmeren en alle mogelijke andere vakkon. De verschenen, uitvoerige uittreksels uit Mackenzie's brochure stellen te Berlijn eeu ieder sterk te leur, daar zij slechts de reeds vau vroeger bekende antwoorden van Mackenzie behelzen. De Vossische Zeitung meent: zij zijn weinig geschikt om de offi cieuze alarmmakers te bevredigen, die er politiek kapitaal uit willen slaan.* De National Zeitung zegt: het is geheel on verschillig, welke nieuwe zwendelarij de ongelukbrengende charlatan Mackenzie op het touw zet om zijne in gevaar verkee- reude zaak te redden.* Het Berliner Tage- blatt, vroeger eeu warm aanhanger van Mackenzie, deelt thans geen woord uit het geschrift mede, maar noemt het een on verkwikkelijk geneeskundig gekijf in eene nieuwe editie, waardoor de edele Keizer niet weder leveud wordt gemaakt. Mackenzie verklaart dat de uittreksels uit ziju boek, welke de New-York Herald mededeelde, gestolen en bovendien onnauw keurig zjjn. Professor Von Bergmaun heeft tegen Mackenzie ingediend eene aanklacht wegens laster, orndat deze hem beschuldigt, dat hij Keizer Frederik door zijne onhan digheid heeft gedood. De Berlijnsche correspondent van de Köln. Zig. deelt mede dat hem verzekerd is, dat alle berichten in de bladen omtrent de resultaten van het strafrechteljjk onder zoek in zake het dagboek ongegrond zijn, omdat de instructie streng geheim wordt gehouden. Men vermoedt dat Keizer Frede rik als Kroonprins den met hem bevriendeu Professor Geffcken inzage vau het dagboek heeft gegeven eu deze alstoen de uittrek sels heeft gemaakt. Dat Geffcken eene bizon- dere machtiging tot openbaarmaking zou hebben gehad is onaannemelijk. Volgens berichten uit Rome werden bij den tocht des Keizers naar het Vaticaan te deelen, dat zij in de verte een dorp bemerkte. Elk oogenblik moesten zij rusten, want hunne beenen wilden hun niet verder dragen. Eindelijk toen zij eene laatste poging wilde beproeven om te traohten het dorp te bereiken, gleed zij uit en verstuikte haren voet. Het was haar onmo gelijk zich op te richten. „o God!// riep zij weenend uit //dit is de laatste slag; wij zijn verloren!// De toestand was inderdaad verschrikkelijk. Zij zouden daar van uitputting en gebrek moeten ontkomen, zoo God hun geen hulp zond. Moïna beproefde verscheidene malen op te staan, doch haar been weigerde allen dienst, en het was natuurljjk onmogelijk den kleinen Edmond op verkenning uit te zenden het arme blinde kind moest zelf worden geleid. Toen Moïna hem ver haalde wat ongeval haar overkomen was, wilde hij het niet gelooven, maar riep schreiend, dat zij hem naar het dorp moest brengen, want dat hij zoo'n honger had. Eindelijk was hij moê ge weend, en viel op haren schoot in slaap. De avond begon reeds te vallen, de weg was een zaam en verlaten, en het arme meisje vreesde daar den ganschen nacht te moeten doorbren gen. Haar voet was geweldig opgezwollen en deed haar vreeselijk pijn, terwijl zij uitge-pnt was van honger en vermoeinis. In dien uittersten nood nam zij hare toevlucht tot het gebed, en smeekte God om hulp en bijstand. Eindelijk, na twee bange uren, zag zij in de verte een licht naderen en hoorde zij het ratelen van een rijtuig. Zjj hief zich op de knieën en riep met luider stem om hulp. Het rijtuig hield stil, en een op do Engelenbrug weder roode papieren met beschimpingen van de triple-alliautie en uitroepen ter eere van Frankrijk en Elzas-Lotharïngen in het rijtuig geworpen. De Romeiusche politie nam tot hiertoe 17 personen als de vermoedelijke daders in hechtenis, meest jongelieden, die zich le den van eene revolutionnaire club noemden. Graaf Herbert Von Bismarck heeft, na het bezoek in het Vaticaan, met deu Heer Crispi eene bijeenkomst gehad, die twee uur heeft geduurd. De 'Tribune meldt, dat de Koning vau Italië aan Keizer Wilhelm het grootkruis der mili taire orde van Savooie heeft verleend. Volgen 8 de Osservatore heeft de Keizer zelf aan Kardinaal Rampolla een prachtig rectoraatskruis, met edelgesteenten versierd, ter hand gesteld. Eergisteren had te Parijs in eene zaal in de Avenue la Bourdonuais eene door anti-Boulangisten belegde vergadering plaats. Men scheen die zaal, waar vóór tien a twaalf dagen eene Boulangistische bijeen komst gehouden was, gekozen te hebben om haar vau de Boulangistische lucht te zuiveren. Lieve Hemel! wat ging het er woest toe. De Boulangisten hadden zich voorgenomen den boel in het honderd te sturen en waren iu grooten getale in de zaal verschenen. Zoodra een anti-Boulangist aan het woord kwam, maakten zij een helsch rumoer, zoodat geen jota verstaan kon worden. De anti-Boulangisten wreekten zich op hunne beurt eu weerden zich dapper. De Boulangistische Afgevaardigde Laur, die niet weg had willen blijven, hoorde bulde rend zingen: t>Laur est une chimère, mèmè- mèmère.z Men begrijpt nu waarop het uit liep. De stokken en vuisten moesten over en weer dienst doen; glazen, stoelen en banken werden gegrepen en elkander naar het hoofd geworpen. Menigeen kreeg dan ook een bebloeden kop, en eeuige vrouwen waren in zwijm gevallen. Ten slotte kregen de anti-Boulangisten de overhand en dreven zij eene motie in hun zin door. Het hof van assises der Seine heeft uit spraak gedaan in de zaak van Allmayer. Hij is schuldig verklaard op alle punten der aanklacht en, zonder aanneming van verzachtende omstandigheden, veroordeeld tot twaalf jaren dwangarbeid. Bovendien is hem na het verstrijken van dien straftijd gedurende tien jaren het verblijf in de Frausche plaatsen ontzegd, die door den Prefect van politie nader zullen worden aan gewezen. Zooals gemeld is, heeft de Italiaansche Regeering verklaard geen genoegen te ne men met het, ongetwijfeld door Frankrijk lieer boog zich uit het portier. Toen hjj die on gelukkige groep zag, werd hij door medelijden bewogen, sprong uit den wagen en vroeg haar deelnemend wat haar deerde. Moïna verhaalde welke ramp haar getroffen had, en verheelde hem huil ellendigen toestand niet. Tot eenig antwoord hief de heer haar op, en deed hen alle drie in het rijtuig plaats nemen. Onder het voort- rjjden ondervroeg hij haar, en zij vertelde hem openhartig al hare lotgevallen. Terwijl zij de ontvoering van den kleinen Edmond verhaalde, ontstelde hij, maar toen zij den naam van hare meter noemde, riep hij uit: //Mejuffrouw, hier is de ringer Gods, die op een oogenblik een einde aan uwe rampen heeft willen maken, en eene gansche familie vertroosten. Uwe meter is mijne tante; zij heeft uwe brieven niet ontvangen, wijl zij Spanje ver laten heeft en naar Frankrijk is teruggekeerd. Zij heeft dit gedaan om mjjne zuster te komen troostendie half zinneloos is van droefheid over de verdwijning van haar eenig kind. Al onze nasporingen zijn tot nog toe vruchteloos geweest, en juist keerde ik met diepe smart van eene laatste poging terug, die al even on gelukkig was afgelooopen, toen de Voorzienig heid mij u deed ontmoeten, en tevens den klei nen Edmond vinden, dien wjj tot nog toe door geheel Frankrijk te vergeefs hebben gezocht. Binnen een uur zijn wij op het kasteel mijner tante, en dan zult gij uwe meter, en het kind zjjne moeder wedervinden. Ja waarljjk hier is de vinger Gods!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1