NIEUWE
No. 1307.
Vrijdag 10 October 1888.
13de Jaargang.
Drie lofredenen.
BUITENLAND.
Ontdekt.
MiRLEIHSCIO dODftiMT.
ABONNEMENTSPBIJS
Per 3 maanden voor Haarlem t 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzinderljjke Nummers0,06
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BUEB Aïï: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉH
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regei meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KÏJPPEB8 LAUKET.
Vervolg en slot).
Toen ik aan den leider der Missie, den
Eerwaarden Pater Von Gorpsvroeg op
welke wijze bij zulke gunstige resultaten
verkreeg, antwoordde hij mjj, dat hij het
succes toeschreef aan de omstandigheid, dat
niet alleen de jongens maar ook de meis
jes degelijk onderwijs ontvingen. Hij vertelde
mjj, dat, toen men vroeger slechts aan
knapen onderwjjs had verstrekt, dezen, wan
neer zij tot hunne stammen waren terug
gekeerd aan verwijtiugen waren blootgesteld.
Men zeide hun, dat zjj wit bloed in de
aderen hadden, dat zij zich kleedden en dat zij
spraken als de »bleekmuilen« en dat zjj af
valligen waren van hun volk. Het einde
van het lied was dan, dat de Indiaan een
nog erger barbaar werd dan voorheen, om
zoodoende zjjn aanzien onder zijne stam-
genooten te herkrijgen en te behouden. Ik
wil niets van de scholen van Hampton en Car
lisle zeggen, die door niet-katholiebe onder
wijzers worden bestuurd. Ik wilde echter op
een mjjner reizen, een of twee leerlingen dezer
scholen als tolken in dienst nemen. Maar al
hunne vorderingen schenen zich tot de kunst
te bepalen, de paarden in de prairieën op te
vangen. Generaal Sheridan is het met mjj
eens, dat zjj inderdaad de behendigste paar
dendieven, op aarde zijn. Zjj keeren lot de
hunnen terug, maar inplaats vau de India
nen te onderrichten, nemen zjj in negen en
negentig van de honderd gevallen de oude
zeden en gewoonten weder aan.
Ik zelf ben waarljjk niet met voor
liefde 7oor de Jezuïeten bezield. Men
leerde mjj van mijne jeugd af aan de
gansche secte verafschuwen; ik werd inde
school der Presbyteriaausche Kerk opge
voed, die een Jezuïet als een nauw verwant
familielid van den duivel beschouwt. Als
nu de Senator van Massachusets, de Voor
zitter van het comité, mjj een enkelen
stam Indianen van Noord-Amerika kan
noemen ik spreek niet van de zooge
naamde beschaafde stammen van Georgia
en Alabama, die door een langdurig ver
keer met de blanken, ontwikkeld ziju ge
worden, maar van de Indianen der prai
rieën als nu, zeg ik, de Senator een
stam dezer Indianen noemen kan, die ook
slechts ten naasteubjj in beschaving kan
wedijveren met die stammen, welke sinds
50 jaren onder toezicht der Jezuïeten staan,
dan zal ik mjjn beweren eu mjjue meening
prijs geven. Ik constateer, dat ouder elf
stammen, welke ik bezocht, en die onder
de loiding van protestantsche zendelingen
staan en ik moet deze getuigenis af
leggen, ofschoon ik zelf Protestant ben
nog zeer, zeer weinig beschaving of ont
wikkeling valt waar te nementerwjjl
onder die Btammen, waar Jezuïeten ar-
FE Ü1LLETON.
Op een brandend heeten namiddag in Juli
186* kwam de sneltrein van Londen naar Dover
het station London Bridge Terminus snuivend
binnenstoomen.
Onder de reizigers, die op bet perron heen en
weer liepen en bet teeken tot instappen afwacht
ten, bevond zich een heer van gevorderden leef
tijd, met een goedig uiterlijk en eenigszins grijs
wordend haar. Op zijn goedgevuld vest slinger
den in tamelijk verwarde kronkelingen de dikke
schakels eener ketting van massief goud; wij
willen tevens niet verbergen dat aan deze ketting
een zeer kostbare chronometer was bevestigd.
Deze heer dit is niets zeldzaams bij men-
schen, die reeds de grenzen van den manneljjken
leeftijd hebben overschreden scheen in zulk
eene drukke en nieuwsgierige, overigens echter
zeer beminnelijke stemming te zijn, dat hij geen
twee minuten op dezelfde plaats bleef. Zijne eerste
zorg was, het nieuwste nummer van de //Times"
te koopen; daarna begaf hij zich naar het buffet,
om zich tegen de vermoeinissen der reis te ster
ken, en doopte verscheidene beschuiten in een
glas sherry, om ze met een kenners genoegen te
beiden, Christendom en beschaving ta vin
den ziju. Ik houd vol: een ons ervaring
is te allen tjjde meer waard dan een cen
tenaar theorie. Wat ik verhaal nam ik met
eigen oogen waar.*
Aldus de Senator Mr. Best.
Een andere hartverheffende getuigenis
vindt men onder den titel: Groote be
schavingsarbeid* in de Staatscourant van
Illinois, een blad, dat alles behalve de katho
lieke richting is toegedaan. »Tot de opvoe
ding der Indianen, zegt dit orgaau, dragen de
katholieke scholen zeer veel bij. Aan het
hoofd van het katholieke Indianen-opvoe
dingswezen staat een bizondor bureau, welks
directeur de wereldljjke Priester J. A. Ste-
phan te Washington is. Hjj is de rechte
man op de rechte plaats. De algemeene
achting, die hij geniet, komt der Missie
zeer ten goede. De militaire en civiele auto
riteiten ondersteunen hem gaarne en zjjn
invloed op het Congres draagt er veel toe
bij om de leden, die voor het meereudeel
niet katholiek zijn, tot vrijgevigheid ten
opzichte der Missiescholen te bewegen. On
geveer 4000 kinderen van Indianen ont
vangen in deze scholen onderwjjs op eene
uitmuntende praktische wjjs. Natuurlijk
heeft de Regeering invloed op deze door
haar goed gesubsidieerde scholen, maar de
eigenljjke schoolbestuurders zjjn de katho
lieke onderwjjzers en onderwijzeressen, die
de beschaving der Indianen zich tot levens
taak hebben gesteld ea in dit beroep een
ook door niet-katholieke deskundigen er
kend meesterschap bezitten.*
Ook door andere niet-katholieke reizi
gers zooals b. v. door Dennitt, LenzJunc-
ker, Wolff en anderen, wordt van den heil-
rjjken arbeid der katholieke Priesters in
Amerika met den grootsten lof gewaagd.
Wjj kunnen ons echter met het hier aan
gevoerde tevreden stellen. Alleen de woor
den, die voor ongeveer elf jaren een Su
perintendent-Generaal heeft uitgesproken,
mogen wjj niet onvermeld laten. »Het
schijnt*, zegt deze Protestant, »aat de
Katholieke Kerk ook op het gebied der
Missie evenals in de geschiedenis van Euro
pa, de bestemming heeft, door haren vari-
gen ijver in het werk der bekeering, door
haar samenhang en verband den tegenstand
te breken, dien men bjj de verkondiging van
het Evangelie, bjj wilde en onbeschaafde
natiën aantreft; zjj maakt de baan voor
de verkondiging van Gods heilig woord.*
Te Keulen is Zondag eene groote partij-
vergadering van het Centrum gehouden,
waarop de Afgevaardigden Lieber, Von
Bachem en de altijd onvermoeide Windt-
horst het woord voorden. De kiezers wer
den niet warmte aangespoord, ditmaal vooral
verorberen. Daarop vervolgde hjj zjjne wandeling
op het perron.
Eensklaps stond bij stil, en vestigde zjjn blik
op een groot biljet, dat, met reusachtige letters
gedrukt, op de deur der wachtkamer was aan
geplakt. De oudachtige heer haalde zijn gouden
knijpbril uit den borstzak, en las de volgende
bekendmaking:
//Vjjf honderd pond belooning zullen van wege
H. M. de Koningin worden uitbetaald aan hem,
die inlichtingen kangeveD, welke de inhechtenis
neming van Charles Wintringham mogelijk ma
ken. Deze wordt beschuldigd op verschillende
spoorbanen van het Vereenigd Koninkrijk onder
scheidene moorden, in verband met diefstal, te
hebben begaan. Genoemde Charles Wintringham
is ongeveer 22 jaar oud en van middelbare ge
stalte. Hij is blond, heeft groote, blauwe oogen
en schoone tanden. Bovendien heeft hij juist onder
de kin een klein zoogenaamd schoonheidsmerk!//
//Ei, ei, wat een Adonis!// fluisterde de heer
bjj zich zeiven, nadat hjj deze beschrijving had
gelezen.
//Hm!", ging hjj bezorgd voort, verscheidene
moorden om te stelen, dat is bedenkeljjk!
Hei, conducteurl//
De aldus toegeroepen beambte beijverde zich
zoo snel mogeljjk naderbjj te komen, want hjj
zag in het verschiet reeds een zilverstuk.
//Conducteur, kunt ge mjj in den waggon een
hun best bjj de verkiezingen te doeö, en
aldus, op het woord van den Aartsbisschop,
datgene te verwerven, wat voor het land
noodig is en de nog geschonden rechten
der Kerk ten volle hersteld te zien. De
Cultarkampf is nog niet geheel geweken eu
het Centrum eischt op de eerste plaats
terugkeer van alle Orden, afschaffing of
wijziging der Auzeigepflicht* en van het
»Êinspruchsrecht«, waardoor de Regeering
het in de macht heeft inbreuk te maken
op de benoeming der Geesteljj'ken door de
Bisschoppen. Ook de inmenging van den
Staat in het beheer van de Kerkelijke goe
deren moet ophouden. Eindeljjk ,vraagt het
Centrum voor de Geestelijkheid een nauw
gezet en krachtdadig toezicht op het on
derwijs. De vergadering te Keulen was uit
muntend bezocht en er heerschte groote
geestdrift.
Ook van kath. zjjde zjjn* de berichten
over het onderhoud tusschen Paus Leo en
Keizer Wilhelm uit den aard der zaak zeer
beperkt. Wel heeft de Paus, terstond na
het vertrek des Keizers, door de Kamer-
heeren Mariui en Bisisti het geheele ge
sprek doen opschreven, maar dit dicté was
bestemd voor het archief eu niet voor het
publiek. Men heeft alleen opgemerkt, dat
na het onderhoud, de Paus en de Keizer
er beiden zeer vergenoegd uitzagen en leidt
daaruit af, dat beiden over het gevoerde
gesprek tevreden waren. Aan de »Germa-
nia* wordt dan ook geseind, dat de Keizer
verdere concessiën voor de Katholieken van
Pruisen in het verschiet heeft gesteld, na
dat de Paus, beginnende met eene herinne
ring aan het bezoek van 's Keizers vader
in 1883, den wensch had uitgesproken, dat
met den zoon dezelfde vriendschappelijke
betrekkingen zouden onderhouden blijven
als met den vader en dat het in Pruisen
begonnen werk des vredes verder zou vol
tooid worden. Ook sprak de Paus in al
gemeene bewoordingen over de noodzake
lijkheid van vrijheid voor de Kerk, niet
enkel in haar eigen belang, maar ook in
dat der maatschappjj. Leo vertolkte korte-
lijk de groote beteekenis van het Pausschap
voor de wereld, en wees ten slotte op het
onhoudbare van zjjn tegenwoordigeu toe
stand te Rome. Aldus de »Germauia.«
Wat dit laatste punt betreft, zoo ver
neemt een ander katholiek orgaaude
Köln. Volksz.* nl., dat wèl over den toe
stand der Katholieken in Duitschland maar
niet over den Romeinsche quaestie ge
sproken is. Dat was trouwens overbodig,
wijl de Keizer vooraf reeds den waarborg
had gegeven, dat zjjn bezoek aau Umberto
deze geheele quaestie vongeprejudiciëerd*
liet.
De Duitsche Keizer is te Napels met nog
meer opgewondenheid ontvangen dan te
Rome. Het was nauweljjks doenlijk, de af-
coupé voor mij alleen geven?//
//Er zjjn veel reizigers, mijnheer!// antwoordde
de ioegeaprokene. //Waarheen reist u?//
//Naar Sandwich!//
«In den Minstertrein een wisselwaggon voor
Sandwich en Deal!// riep de conducteur, alsof hjj
een signaal gaf.
„Ja, allemaal goed en wel", zeide de oude
heer ongeduldig, //maar ik vraag u nogmaals,
of ge mij een coupé kunt geven, waarin ik al
leen kan bljjven?// en te gelijker tjjdvoorde
oogen des conducteurs een goudstuk latende
blinken, maakte hjj een veelbelovend gebaar.
//Wil u mij maar volgen?// was het antwoord op
het metalen argument, en den mensclienhatenden
reiziger werd eene gereserveerde coupé aange
wezen, die hjj met welbehagen in bezit nam, zich
op de belofte van den beambte en bet geschonken
goudstuk verlatend. Zjjn dagblad ontvouwende,
zocht hjj de rubriek //Wisselkoersen// op, en was
weldra geheel in zijne lectuur verdiept.
Nauweljjks echter had hjj van het opwek
kend artikel de eerste voor hem belangrijke
aanteekeningen gelezen, toen de conducteur zich
aan het portier vertoonde en met een half ver
legen, half onderdanig glimlachje zeide: //Duizend
maal verschooning, mjjnheer, hier is eene
dame, geheel alleen, die den trein zou
moeten missen. Zou mjjnheer zoo buitenge
woon goed willen zjjn.
sluiting van het koniukljjk paleis voor het
publiek te handhaven. Alles ging nog veel
onstuimiger toe. Ontelbare menschen droe
gen Duitsche vlaggetjes.
De Keizer, de Koning en de Kroonprins
verschenen tweemaal op het balkon van
het paleis, waar zjj begroet werden met het
Heil dir im Siegerkranzuitgevoerd door
de muziekkorpsen van al de vereenigingen.
De schepen in de haven waren met rjjken
vlaggeutooi, en de huizen aan het Konings
plein met palmtakken versierd.
De Nordd. Allg. Ztg. bevat de officieuze
mededeeling dat, folgens de jongste be
richten, de korvet Sophie in Bagamayo en
de kruiser Meeuw in Dar-es-Salam ziju aan
gekomen. In beide plaatsen was alles rus
tig. De Consul-Generaal begaf zich met het
fregat Leipzig naar Bagamayo, waar on
derhandelingen gevoerd werden over het
dempen van den opstand.
Veldmaarschalk Von Moltke is ziek. Zoo
mogelijk zal men hem van Creisenau, zijn
verblijf, naar Wiesbaden laten reizen, om
daar den winter door te brengen. Hg is
89 jaren oud.
De Afgevaardigde Rïbotdie in de
Fransche Kamer de denkbeelden van het
linker centrum vertegenwoordigt, heefteen
voorstel ingediend om de wet van 1875,
volgens welke de Kamerleden gekozen wer
den in enkelvoudige districten, weder van
kracht te verklaren, en alzoo het stelsel
der departementsgewjjee verkiezingen scru-
tin de liste) al te schaffen.
Op de kaden en op den Pont de la
Concordete Parjjswaren eergisteren-
ochtend kleine biljetten aangeplakt, waarop
te lezen stond: »Weg met de dieven!* en
daaronder: sDrukkerjj van la Cocarde, rue
Mout-martre*.
De Timesdie eene breedvoerige cri-
tiek heeft opgenomen zoowel over de
brochure vau Mackenzie als over het rap
port der Duitsche geneeskundigen, bevat
tevens een hoofdartikel, waarin zij verklaart,
de onoordeelkundige inbeslagneming dier
brochure in Duitschland diep te betreuren.
De Standard verneemt uit Madrid, dat
de Britsche Regeering aau de Enropeesche
Mogendheden en aau de Amerikaansche
Unie heeft voorgesteld, den geheelen handel
in ontplofbare stoffenden uitvoer van
spiritualiën en wapenen naar Polynesië te
verbieden. Spanje verklaarde zich bereid
mee te werken, ais de andere Mogend
heden meedoenmaar de staten der Unie
weigerden.
Keizer Frans Jozef heeft aan het
SleeswijkHolsteinsche huzaren-regiment
No. 16, waarvan hij chef is, als gaia-uni-
fortn eene volledige pelskleedinggeschoukeu.
Zoodanige uitrusting hebben in Pruisen het
ljjfgarde huzaren-regiment, de Ziethen-hu-
zareu, die haar vau Prins Frederik Karei
//Neen, neen, ik wil den gentleman geenszins
lastig vallen! Ik zal wel wachten, tot morgen de
trein vertrekt," zeide een liefljjke stem, den con
ducteur in de rede vallend.
i/Maar toch niet, Mylady! Ik zal mjj zeer ver
eerd achten//, riep de heer, op den welluidcnden
klank der stem afgaande; //open vlug, conducteur,
en laat de dame binnen!//
De beambte was ten hoogste verheugd en
opende, niet zonder dat hjj eene tweede beeltenis
van Victoria in den zak liet gljjden, de deur
vau de coupé. Eene jonge dame trad binnen,
terwijl zjj met schuchtere bekoorlijkheid dengeen
begroette, die zich jegens baar zoo ridderljjk had
betoond.
Een oogenblik daarna vertrok de trein met
vollen spoed naar Dover.
Achter zjjne courant verborgen, wierp de oud
achtige heer van tjjd tot tjjd een vluchtigen blik
op zjjne reisgezellin. Zij was even elegant als
smaakvol gekleed; haar rijk toilet verhoogde nog
den opvallenden glans barer schoonheid, en deed
tevens de sierljjke vormen van hare slanke en
toch indrukmakende gestalte raden. Hare trekken
waren fijn en regelmatig, en de volheid van haar
douker haar maakte eene eigenaardige tegenstel
ling met de doorzichtig tintelende gelaatskleur
en de blauwe oogen.
Wordt vervolgd).