NIEUWE No 1310. Vrijdag 26 October 1888. 13de Jaargang. Paus en Pausdom. BUITENLAND. De man, die geen tijd heeft. iaaiieismi mimi ABONNEMENTSPB IJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,86 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzmderlgke Nummers0,03 Dit blad verschgnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. JFMAimiJSDIU AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVERTENTLËN Tan 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KÜPPERS LAUREY. Toen de groote Paus Gregorius VII in het jaar 1085 te Salerno op sterven lag en de bekende en beroemde wooideu sprak: Dïlexi justitiam, ik heb de gerechtigheid lief gehad, et odi iniquitatem, en het onrecht gehaat, daarom sterf ik in verbanning, antwoordde de Bisschop van Salerno: »Neen, Heilige Vader, waar uwe kinderen zijn, daar zijt gij te huis; die van Salerno zjjn even goed uwe kinderen als die van Rome, gjj sterft dus niet in de verbanning, gij sterft temidden uwer kinderen. Zoo iets kan men natuurlijk van geen anderen Vorst zeggen, dan vau den Paus; hij alleen is op de gansche wereld tehuis; hij alleen is overal bij zijn6 kindereu. Het gouden Priesterfeest van den H. Vader heeft zulks genoegzaam bewezen, geen dorpje op den ganschen aardbodem of de Katholieken hebben er bij die gelegenheid een teeken van leven gegeven. Wij Katholieken zijn derhalve niet alleen ultramontaans maar ook »ultramarin«; wij zien niet alleen over de bergen; wjj zien ook over de zee; wij zjju niet alleen tehuis in Nederland, in Frankrijk, in Duitschlaud, in Engeland, maar ook in Amerika en Azië, in Afrika en Australië. Wij zjju kinderen van die groote Moeder, die de Katholieke Kerk heet! Wij hebben éene kleur, een geloof. In de Kerk te leven en te sterven, is ons doel; ons hart eu ons bloed komt haar dus toe. Aan het hoofd der Kerk staat de Paus, de Stedehouder van Christus op aarde. Wat is de Paus? vroeg onlaugs een niet-Katho- liek aan een katholiek geloovige en deze antwoordde: De Paus is de eenheid, welke gij (niet-katholieken) niet bezit; ook dit heeft het jubelfeest van den H. Vader ge toond, want wie zoude alle volken der aarde, zoo onderscheiden in taal, zeden, karakter, aanleg eu vaderland, kunnen bewegen om zulk een gemeenschappelijk feest te vieren, als dit niet den Paus gold. Laten anders denkenden zoo iets ook eens probeeren en zjj zullen spoedig zien, dat de Paus de een heid is, die zjj niet bezitten. Niemand voorzeker werkte in den nieu- wereu tijd ijviger voor deu bloei der pro- testautsche geloofsbelijdenis dan Koning Frederik Willem IV van Pruisen. »Ik leef en handel volgens de overleveringen vau mjju Huis,* zoo schreef hjj aan Radowitz, idaarom treed ik zonder echter mjjne katholieke onderdanen te krenken als beschermer en bevorderaar der Protestant- sche Kerk op. Eu wat getuigt nu deze Koning van de eenheid in zijne Kerk? Ik zie slechts ruïnen voor mjj en het hart doet mij zeer, omdat er geen vaste, houd bare steenen kunnen ingevoegd worden. F EU ILL E TON. De man, die //geen tijd heeft,// is in elk be roep en op elk gebied te vinden en bljjft onder alle omstandigheden een onaangenaam sinjeur. Op straat heeft hij nauwelijks tijd om onzen groet te beantwoorden, en als men hem de hand wil geven, steekt hij haastig een vinger toe, alsof het hem eene zee van tijd zou kosten als hij de volle hand reikte. Het gesprek is, natuurlijk, maar kort, want zegt hjj verontschuldigend „ik heb geen tijd.// In zijne zaken heeft hjj natuurlijk ook geen tjjd, en niet zelden gebeurt het, dat hij commissies en bestellingen, die hij wegens gebrek aan tijd slechts vluchtig behandelde, ver geet, wat, zooals van zelf spreekt, dubbel tijd kost. Daarom heeft hij dan ook „nooit tijd//, komt met allen ijver toch niet vooruit, en dan noemt men den man, die het zoo druk heeft, nog wel een //windmaker// of //bluffer.// Als hij er den tijd maar toe kon nemen, zou hjj het dien schimpers wel anders toonen! Maar dat is het nu juist, hij heeft geen tijd. Komt een vriend hem na eene jarenlange scheiding opzoeken, dan verwjjst hij dien naar Eu omtrent de stichting van eene protes- tantsche Missie in China schrijft hij: Wil men het door 100 secteu begonuen werk, bij gebrek aau elk verband, iu 1000 secteu doen splitsen Deze vraag is ernstig en zij kon wel eens tot oneer der Protestan ten worden beantwoord. Ik weet wel, dat ik, bjj den organiseerenden toestand der hoofd- en staartlooze Duitsch-Evangelische Kerk, niets kan doen, dan raad geveD, bid den, smeeken, waarschuwenIk zie, door de ondervinding geleerd, dat er weer dingen zullen geschieden, zooals die, welke den Emir Bescliirtusschen Amerikaansche Baptisten eu Engelsche Missionarissen* ge steld, deden besluiten Roomsch-Katholiek te worden. Rome zal gemakkelijk zegepralen als het zendingswerk van alle Kerken der Evangelische belijdenis zonder behoorlijk plan geschiedt, met de bekende liefelijkheid der Lutherschen jegens de Gereformeerden, der Presbyterianen tegen de Episcopaten, der Duitscheu tegen de Eugelscheu en Fran- schen. Inderdaad men komt er toe Katho liek te worden.* In het jaar 1855 schreef bij aau Bunsen Mijne meeuiug omtrent de Kerk is sinds 25 jaar dezelfde gebleven, niet uit eigen zinnigheid maar omdat meu mijne raad gevingen in den wind heeft gedagen Het Protestantisme is verloren zonder de Apostolische vormen, d. w. z. zonder het wederinvoeren van de door Christus en de Apostelen gestichte en ingestelde waardig heden.* Geen wonder alzoo, dat de twee dracht iu de Protestautsche Kerk aan het hart van den Vorst knaagde, die de wereld en het leven slechts van een christelijk standpunt beschouwde. Niets is zoo waar dan deze woordende Paus is voor de Katholieken de eenheid, welke andersgezinden niet bezitten. Het was de triomf van het Pauselijk jubilé zulks aan de gansche wereld te hebben bewezen. Voor alle menschen is en blijft het Paus dom eene wereldhistorische vraag, voor ons Katholieken is het eene religieuze, conles- sioneele, katholieke vraag en daarom kan het zjjn nut hebben op duidelijke wijze te verklaren wat de Paus eigenlijk is. Eu wanneer wij daartoe thans overgaan, dan weuschen wij den Paus op drieërlei wijzen te beschouwen, namelijk de Paus in zijne bestendigheid, in zijne macht eu in zijne onfeilbaarheid. Wil men deu Paus en het Pausdom a fond leeren kennen dan moet men beide op deze drie wjjzeu met aan dacht beschouwen. De Paus in zijne bestendigheid. Toen Paus Pius VI te Valence, waarheen lig op bevel der Fransche revolutie-Regeering op een leeftijd van 80 jaren was heengezonden, zijne familie, want zelf heeft hij nu geen tijd; en als hij wil dat zijne kinderen eens een prettig dagje zullen hebben en hij beloofd heeft met hen naar buiten, in de groene pracht van bosch en weide te gaan, draagt hij dit zjjne vrouw en de gouvernante op, want zelf heeft hij, dat weet men wel, „geen tijd//. Hij vindt natuurlijk ook geen tijd om een boek te lezen, en onder zijns gelijken zijn zelfs zulke rare klanten, dat men de vraag van hen hoort: „Wat is er voor nieuws? Gij moet weten dat ik geen tjjd heb om kranten te iezen.//Onder deze categorie behooren sommige kamergeleerden en al te jjverige kooplieden, wier bestaan men in onzen tijd bijna zou betwjjfelen. En toch zijn er zulke menschen, beschaafde menschen, die in den waan verkeeren geen tjjd te hebben om een nieuwsblad te lezen, en zich in een haastig ge sprek op de hoogte willen laten brengen van wat er zoo al in de wereld gebeurt. Zulk eene bekentenis getuigt van niet geringe geestelijke armoede, maar dat bemerken zjj zeiven niet, daartoe hebben zij geen tjjd. Als de man, die geen tijd heeft, eens op reis moet gaan, is hij voor zijne medereizigers in dezelfde coupé onuitstaanbaar, want aan de sta tions schimpt hjj gedurig over het tijdverlies, zonder te bedenken dat andere menschen toch ook instappen en mederjjden moeten. Vooral wanneer de trein aan een hoofdstation vijf-en- stterf, schreef de cipier op zjjne lijkkist: ■»De laatste Paus.* Maar de man vergiste zich, want er was nog geen jaar verloopen of Pius VI werd door Pius VII opgevolgd. De cipier was dus eeu valsch profeet ge worden. Eu valsche profeten zullen allen zijn, die bij den dood van den Paus uitroepen: »dat was de laatste Paus.* En op den dag, waarop men in waarheid op de lijkkist van eeu Paus de woorden kan schrjjven; »dat is de laatste Paus,* moet men er ook bijvoegen dit is de laatste dag.* Want is het met den Paus gedaan, dan gaat ook de wereld te gronde. In het jaar 1873 stierf in Italië de Mi nister Ratazsi, die deu H. Vader, Paus Pius IX, heel wat leeds heeft berokkend. Hij had iu 't openbaar bekend gemaakt, dat hij 600 franks zou schenken aan den- gene, die hem het bericht kwam brengen van 's Pausen overlijden. Hij heeft het ge noegen niet gehad die premie uit te be talen niemand kwam hem verhalen, dat de Paus was gestorven, wel echter brachten velen aan Pius IX het bericht dat Ratazzi was overleden. Doch gesteld, dat hg den dood van Pius IX had vernomen, hij zou echter niet hebben beleefd, hetgeen hij had geweuscht en gehoopt, dat de Paus was gestorven. Pius IX is gestorven, Leo XIII zal sterven, maar de Paus zal nim mer sterven. De Goddelijke belofte is geen ijdele klank en Hij, die deze belofte gaf, is almachtig en zal Zijn woord gestand doen. De groet waarmede de oude heidenen te Rome een nieuwan Keizer welkom heetten, luidde telkens: »Ab aevo vincesHeil zij u, iu eeuwigheid zult gij overwinnaar zijn. Met deze eeuwigheid dar oude heidensche Keizers was het echter bjjster treurig ge steld; zij hing niet zelden van de veran derlijke volks- eu soldatengunst, dikwijls zelfs van den dolk des sluipmoordenaars af en duurde dikwerf slechts eenige maanden, laat staan eenige jaren. De Keizers zelveu hadden dan ook niet veel fiducie in die hoog geprezen eeuwigheid en Heliogabalus liet den grond om deu toren van zijn pa leis met verguld hout beleggen en met edel gesteente bestrooien, opdat, gelijk hij zeide, zijn keizerlijk lichaam niet in het gewoue slijk of zaud zou vallen, als hij genoodzaakt zou worden zich van den toren te storten. Maar hetgeen nu bij de heidensche Kei zers niet gebeurde, zulks geschiedt wel de gelijk bij deu Paus: tab aevo vincens heii u, in eeuwigheid zult gij overwinnaar zijn. Door de gansche christelijke oudheid klinkt als eene profetie het woord: Petrus non moritur, Petrus sterft niet. Simon de meusch iu Petrus, is gestorven, maar de rots iu Petrus, de Paus sterft niet, hij leeft nog en zal blijven leven. {Wordt vervolgd). twintig minuten op een anderen trein moet wachten, wordt onze man, die geen tijd heeft, erg zenuwachtig en bejammert dit tjjdverlies ten zeerste. Als hij zoo het leven door holt en voor niets tjjd heeft, is hij eigenlijk eene even kluchtige als betreurenswaardige figuur. Hij doet denken aan den Berlijnschen barbier, die met veel ver toon van drukte door de straten loopt, totdat iemand hem uit het venster toeroept: „Pst! zeg eens, barbier, heb je den tijd.// //O, jawel!// //Waarom loop je dau zoo hard?// Evenzeer is de man, die nooit tijd heeft, betreurenswaardig, omdat hij van het leven zooveel als niets geniet en het in den regel toch niet verder brengt, omdat hjj het geheim van een verstandige en voordeelbrengeude tijdverdeeling niet kent. Hij weet niets van dat nuttig gebruik maken van den tjjd, dat de mate van den arbeid met die van de verpoozing in verhouding brengt en waar men veel beter bij vaart, omdat de mensch in dien aan verpoozing gewjjden [tijd zjjne werk kracht bewaart en versterkt, zoodat hjj in de uren aan den arbeid gewjjd veel flinker is dan de man, die //nooit tjjd heeft.// Wie met ijver, bedaard en geregeld zjjne zaken afdoet, vindt altijd nog tjjd genoeg om naar omstandigheden een goed. huisvader of een aangenaam mensch in de samenleving te zjjn, kranten en boeken Ie lezen, op zjjn pas te eten en op zjjn pas te drinken. In Zuidduitsche bladen wordt een treurig tafereel opgehangen van den staat van za ken aan het Würtemburgsche hof. Koning Karei, die, zooals men weet, een borstlijder is, moet zich meer en meer iu de eenzaamheid terugtrekken en zich van zijn volk en zijne hoofdstad vervreemden. De aanleiding daar toe moet minder nog in zijn ongunstigen gezondheidstoestand liggen dan iu deu in vloed van eenige Amerikanen. Sinds jaren genoot eeu jong, knap eu intelligent Ame rikaan, die vroeger tot het Amerikaansche gezantschap behoorde, 's Konings gunst zóózeer, dat hij de oudste en meest beproefde vrienden van den Vorst verdrong. Hij ont ving wel is waar rijke geschenken, doch moet overigens geen verkeerden invloed geoefend hebben, daar hij eene verstandige discretie wist in acht te nemen. Erger werd het, toen twee zijner landslieden zich mede in de gunst des Konings wisten iu te dringen. Pezen toch misbruiken hun in vloed om zich geld en eereteekenen te verschaffen. Het gelukte hun, ridderor den te verkrijgen van alle landen en ho ven, waarmede de Koning persoonlijk iii betrekking staat; alleen bij het Pruisische hof zjjn zij daarin niet kunnen slagen. Een dezer avonturiers werd onlangs in den adelstand verheven, evenwel zonder dat het Würtemburger offfciëele blad of een der andere Stuttgarter bladen (eene democra tische courant uitgezonderd) daarvan notitie heeft genomen. Verbazende dingen worden er voorts verteld van degeldeljjke voordeeleu, met welke deze individuen zijn gaau strijken. De Koning moet voor deze gunstelingen een prachtig huis hebben lateu inrichten, waarvoor hij het geld bjj eene uitgevers firma te Stuttgart heeft moeten leeneu. In dit huis hebben nu do spiritische vertoonin- geu plaats, op welke de invloed der Ame rikanen gtootendeels schijnt te berusten. De Koning inmiddels moet zich zoodoende in geldelijke moeilijkheden ges.oken heb ben, die hem dwingen zich zeer te bekrim pen, eu die het land met lastige verwik kelingen van fiuanciëelen aard bedreigen. Onder het volk laat het eeu en ander zich te bedeukeljjker aanzien, omdat ook de ver moedelijke opvolger des Konings (die geen directeu erfgenaam van deu troon achter laat) al meer eu meer eene neiging tot een zaamheid en teruggetrokkenheid aau den dag legt. Daar bovendien het tweede hu- weljjk van dien Prins tot dusver zonder man- nelijkeu spruit gebleven is, zoo vreezeu de Protestanten in Würtemberg (welks bevol king voor verreweg de meerderheid protes- tantsch is) dat de uaastrechthebbende ka tholieke zjjlinie nog op den troon zal ge raken. Onze zenuwachtige menschen, die //nooit tjjd hebben,// moesten dat van hem leeren, en dat is volstrekt niet moeilijk, want het geheele geheim ligt slechts in de juiste verdeeling van den kost baren tijd. Wat de man, //die nooit tjjd heeft// wel zegt van de socialistische stelling: //Acht uren arbeid, acht uren verpoozing en acht uren slaap,// weet ik niet; jnaar 't is gerust aan te nemen dat hjj ten minste voor de acht uren verpoozing geen tijd zou vinden. Zooals de ondervinding leert, heeft hij dikwijls niet eens den tijd om zijne schuldeischers tevreden te stellen, en het sieraad van dit gild is voorzeker wel die kantoorbediende, die per overzeesche post zijn patroon berichtte, dat hij hem voor eene aanmerkelijke som had bestolen, maar dat hij geen tjjd had om twee of drie jaar in het tuchthuis te zitten en daarom naar Amerika was gevlucht. Zoo hebben vele menschen hun leven lang voor niets tjjd, totdat zij eenmaal toch den tijd moeten nemen om het tijdelijke met het eeuwige te verwisselen, als de oude spreuk bewaarheid wordt: //De tjjd vervliegt, daar naakt de dood, Bedenk dit, mensch, in vreugde en nood.//

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1