N IE U WE No. 1312. Donderdag 1 November 1888. 13de Jaargang. Paus en Pausdom. BUITENLAND, HAARIÏMSCHÏ ABONNEMENTSFB IJS Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voorliet Buitenland 1,80 Afzmderlgke Nummers0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITE MA NON AGITATE. PRIJS DER ADVEHTENTIÉN Van 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers: KUPPERS LAUREY. Vervolg en slot). De Paus in zijne onfeilbaarheid. Wat wil het eigenlijk zeggen onfeilbaar zijn Opper vlakkig beschouwd, beduidt het, niet te kunnen falen. Falen kan men echter met het verstand en dan heet zulks dwalen; falen kan men ook met den wil en dan heet zulk falen zondigen. Aldus onfeilbaar zjjn met het verstand wil zeggen dat men niet kan dwalen, onfeilbaar zijn met den wil beteekent, dat men niet kan zondigen. Wat bedoelen wij Katholieken nu, als wij zeggen: de Paus is onfeilbaar? Meenen wij, dat hjj niet kan zondigen? O neen, de Paus kan zondigen als wij, hij gaat biechten als wij en doet zulks meer dau wij. Meenen wij, dat de Paus onfeilbaar heet omdat hij niet kan falen met het verstand, omdat bij niet kan dwalen? Ja, maar wij moeten dat nu goed verstaan. Het veld waarop het verstand zich bezig houdt, is het gansche gebied der waarheid, en waarheid is alles, wat bestaat, in den Hemel, op aard6 en ouder de aarde. Met dat alles kan het verstand zich bezig houden, daarover kan het denken en philosopheeren, zooveel het wil. Is dan de Paus in al deze dingen onfeilbaar, kan hij in al die zaken niet dwalen O neen, dit te gelooven wordt ons door niemand voorgehouden. In alle natuurljjke waarheden en wetenschappen, b. v. in de aardrijkskunde, land- en volken kunde, in de natuurgeschiedenis kan de Paus, zoo goed als wij dwalen. Doch waariu bestaat dan 's Pausen onfeil baarheid of beter gezegd waarin kan hij niet dwalen noch anderen in dwaling brengen? Er bestaat in de waarheid tweeërlei ge bied, een natuurlijk en een bovennatuurljjk: waarheden, die wij met ons eigen verstand kunnen vinden en waarheden, die wij slechts door Gods openbaring kunnen weten. In aile natuurlijke waarheden kan de Paus dwalen zoo goed als wij, maar in de boven natuurlijke waarheden, gelijk zij ons door Gods Openbaring zijn medegedeeld, kan hij niet dwalen. Wij verstaan dus onder 's Pau sen onfeilbaarheid, dat de Opperherder, wan neer hij aan de Christenheid eeue leer als eene door God geopenbaarde geloofswaar heid verkondigt, niet dwaalt en niet dwa len kan. De lui van de moderne wetenschap willen ons diets maken, dat de Paus onfeilbaar werd verklaard om de macht te hebben al zijne luimen en invalleu als geloofswaar heden te verkondigen, zoodat hij b. v. eiken dag kan zeggenheden zal ik weer eens een paar dogma's verkondigen. Nu, onder de onfeilbaarheid van den Paus wordt zulk een onzin niet verstaan. De Paus kan geene nieuwe dogma's of geloofswaarheden maken, hjj kan alleen de oude, die God heeft ver kondigd en in de openbaring heeft neder- gelegd, als geloofswaarheden proclameeren en dat heeft hij ook steeds gedaan. De FEUILLETON. Tusschen de bedrijven. Vervolg en slot.) Mjjne verklaring scheen echter niet den minsten indruk te maken, want tot mijne groote verwon dering antwoordde hjj onverstoorbaar kalm: Dat praatje kennen wij al, vrindjel kom, ga jij nou maar rustig mee naar 't bero! De zaak begon er leelijk uit te zien. Ik had nog slechts een kwartier te verliezen en was zeker van mijn ontslag, wanneer ik niet bjjtjjds in mijne rol kon optreden. Ik verzocht den politie-agent zoo beleefd mogelijk met mij naar den schouw burg te gaan, waar alles tot zijn genoegen zou worden opgehelderd, maar hij was koppig en ik moest en zou naar 't //bero." Bemerkende dat hij niet voor overtuiging vat baar scheen, besloot ik als het kon, eene poging te wagen, om uit zijn ijzeren knuisten te ont komen. Met een vluggen zwaai wrong ik mjj uit mijn mantel los en liet dit kleedingstuk in de handen mijner verbaasde bewakers achter. Paus heeft dus door de veiklaring der Pauselijke onfeilbaarheid vau den 18 Juli 1870 geene nieuwe macht verkregen, maar de oude, die hij reeds 18 eeuwen lang bezat, werd nu in 't openbaar en plechtig als te recht bestaande erkend. Nu valt nog de vraag te beantwoor den: waarom kan de Paus bij de verkon diging van geloofswaarheden niet dwalen? Heeft hij zulks uit zich zelf of uit God. Het antwoord op deze vraag is gemakkelijk te geven. Volgens de belofton van den Heiland leidt de Heilige Geest den Paus in alle waarheden in, opdat hij niet kan dwalen. Wanneer dus de Paus in zaken des geloofs beveelt, dan moeten wij hem niet wegens zijne persoon gehoorzamen, maar om den Heiligen Geest, Die, krach tens de belofte van Christus, den Paus ter zijde staat en hem in zulke oogenblikken ingeeft, wat hij moet spreken. Dat maakt nu de onfeilbaarheid van den Paus, dunkt ons, duidelijk genoeg. De moderne geleerden, beweren, dat de Katholieke Kerk leert, dat de onfeilbaar heid eene eigenschap is van den Paus, dat zij hem eigen is: als eene deugd en dat, even als men zegt, de Paus is vroom, is geleerd, men ook zeggen kan: de Paus is onfeilbaar. Zoo is de zaak echter niet, de onfeilbaarheid is niet eene eigenschap des Pausen, maar van den Heiligen Geest. Deze geeft, krachtens Goddelijke belofte, zijn bijstand, zoodat de Paus bij de ver kondiging van geloofswaarheden niet dwa len kan. De zaak wordt door het vol gende voorbeeld nog duidelijker. Stellen we ons voor een verbazend groot woud. Ia zulk een woud kan men gemakkelijk verdwalen, maar wanneer men een zekeren gids bij zich heeft, die alle wegen en pa den kent, dan kan men niet verdwalen. Dat wij dan niet van den rechten weg kunnen afwjjken, danken wij niet aan ons zeiven, maar aan onzen gids. De Goddelijke Openbaring is zulk een verbazend groot woud met wonderbloemen maar ook met vele wegen en paden. Om nu veilig door dit wonderbosch te komen, hebben wjj een bekwamen, een zekeren gids noodig, die alle wegen en padeu kent. Zulk een gids nu is den Paus bij zjjne gangen in het woud der Openbaring door de Goddelijke belofte toegezegd; het is de Heilige Geest aan Wiens onfeilbaarheid niet mag getwijfeld worden. De Heilige Geest is derhalve de grondslag der Pause lijke onfeilbaarheid. Wat zou nu in dit leerstuk onverstan digs zjju? Wien zou het kunnen schaden? Niemand, geen Koning, en geen bedelaar. Welk een ijdele humbug was dus al het vertoon, alle beweging, welke er sinds 1870 tegen de onfeilbaarheid des Pausen werd in 't werk gesteld om de Katholieke Kerk en het Pausdom verdacht te maken. Gode zij dank, het is niet gelukt. De Katholieke Kerk erkent Paus Leo XIII Met een sprong was ik op straat en rende den kant van den schouwburg op. Oogenblikkeljjk snelden de brievenbesteller en de politie-agent onder een aanhoudend geroep van //houdt den dief!// mij achterna, gevolgd door eene steeds aangroeiende bende leegloopers en straatjongens. Meer dan eens beproefde een van de tegenovergestelde zijde aankomende, mjj een beentje te lichten, maar ik wist hen allen gelukkig te ontwjjken en aan een nauw steegje gekomen, dat ik voor de gang naar het tooneel van den schouwburg aanzag, stoof ik het in woesten vaart binnen. Tot mijne ontsteltenis bemerkte ik plotseling dat ik verkeerd was gegaan. Het was eene blinde steeg. Ik zag om mjj heen; aan weerskanten hooge muren nergens een uitweg en het was te laat om de straat weer te kunnen bereiken, waar zich reeds eenige van mijne vervolgers begonnen te vertoonen. Ik begreep, dat mij eene vrij on zachte behandeling te wachten stond als de me nigte mij te pakken kreeg en kroop daarop, ten einde raad, in een groot leegstaand hondenhok, waar ik bijna overheen was gestruikeld. De brievenbesteller, gevolgd door zijn maat, den agent en minstens vjjftig mannen, zocht met niet alleen in zijne bestendigheid en in zijne macht, maar ook in zijne onfeilbaarheid, zonder zich te storen aan het gebazel van de moderne wereldwijzen of vau andere lieden, die blijven voortgaan het Pausdom te bestrijden. Voor het Pausdom gelden de woorden van Gamaliel. »Is het een werk van men- schen, dan zal het vergaan, is het van God, dan kan niemand het verwoesten en het zal blijven bestaan.® Het Pausdom is blijven bestaan, tegen alle machten der aarde, te gen alle krachten der hel, het bestaat en zal ook blijven bestaaD, en de poorten der hel zullen het nimmer overweldigen. Het gemeentebestuur van Brussel heeft aan alle werklieden, in dienst der stedelijke gasfabriek, verboden eene herberg te hou den, hetzij op hun eigen naam hetzij op dien hunner vrouw. Deze maatregel is voorna melijk gericht tegen de bazen en meester knechts en heeft ten doel het uitoefenen van dwang op de ondergeschikte arbeiders, tot het maken van verteringen in de be doelde herbergen, te voorkomen. Bij de herstemming is Poivis, de katho lieke candidaat, gekozen tot Afgevaardigde voor Brussel, met 8047 stemmen, tegen 7843 op den liberalen candidaat Graux. De koele ontvangst der stedelijke depu tatie door Keizer Wilhelm maakt te Berlijn het uitsluitende onderwerp der gesprekken van den dag uit, vooral omdat het de eerste maal was, dat de Keizer officiëele personen van de hoofdstad zijns Rjjks ontving. De deputatie bestond uit den Opper- Burgemeester Forckenbeck, den Burgemees ter Dancker, vier leden van den stedelijken raad en vjjftien stadsafgevaardigden, voor het meerendeel, overeenkomstig de samen stelling van het gemeentelijk bestuur, libe rale mannen. De Heer Forckenbeck las het adres voor, waarin den Keizer werd gelukge- wenscht met zijn terugkeer, en het verzoek werd gedaan, dat hij als een geschenk van hulde zou willen aannemen het besluit van de stad, dat ter herinnering aan 's Keizers glorierijke reis vóór bet koninklijk slot de monumentale fontein zal worden opge richt, waarvan het door Reinhold Begas ontworpen model zóózeer 's Keizers goed keuring had weggedragen, dat hij zelf den wensch uitte het in artistieke voltooiing te Berlijn te zien uitgevoerd. De Keizer, die de deputatie met eene stilzwijgende en ernstige beweging gegroet bad, antwoordde ongeveer het volgende: Mijne heereu, ik dank u, dat uwe vrien delijke wenschen mij overal op mijne rei zen hebben begeleid. De mij door de stad zoo onverwacht bereide verrassing verblijdt mij. Ik kom zooeven terug van de fees telijke inwijding van een Godshuis, welke feestelijkheid ik nog dikwijls tot mijne bi- zijn lantaarntje in alle hoeken, maar ik was nergens te zien. In de overtuiging dat zij zich hadden vergist en ik mjj elders verstopt moest hebben, maakte de troep aanstalten om heen te gaan, toen een verwenscht mormel aan den ingang van mijne schuilplaats kwam rondsnuffelen en een verwoed geblaf aanhief. Nu was natuurlijk alle kans verkeken, ik werd ontdekt en na eene korte onderhandeling met den agent, die mij verzekerde, dat ik geene mishandeling had te vreezen, als ik gewillig met hem meê wilde gaan, kroop ik diep vernederd uit het hondenhok te voorschijn, onder het honend gelach der omstanders en werd in optocht naar het dichtbijzjjnd politie bureau gevoerd. De geheele zaak had slechts enkele minuten geduurd en eene blik op de klok in de wacht kamer overtuigde mij, dat ik nog juist bjjtjjds op de planken zou kunnen invallen, als ik maar dadelijk eene verklaring kon geven en in vrijheid werd gesteld. Zoodra de commissaris mj] ondervroeg, kon ik hem natuurlijk zonder veel moeite overtuigen, dat ik het onschuldig slachtoffer wa3 van eene trouwens zeer vergeeflijke dwaling. Ik trokmjjn zoudere voldoening hoop te mogen bij wonen. Smarteljjk heeft het mjj aange daan, toen ik in verre landen vertoefde waar ik voor het welzijn des Rijks werk zaam was, dat een deel der vaderlandsche pers mijne intiemste familie-omstandighe den ter sprake heeft gebracht op eene wijze, die geen particulier man zich zou laten welgevallen. Mijne heeren, ik kies mijn verblijf binnen de muren dezer stad, en daarom hoop ik, dat gij het uwe er toe zult bijdragen, dat dergelijke dingen niet meer voorkomen.® Toen de Keizer geëindigd had, liet hij met eene lichte buiging van het hoofd de deputatie vertrekken, zonder zich, zooals anders bij dergelijke gelegenheden gebruike lijk is, de heeren te laten voorstellen en enkelen de hand te reiken. Zelfs Forcken beck gaf hij de hand niet. Over deze ongenadige ontvangst wordt veel gesproken, vooral omdat niemand be paald weet, waarop de Keizer zinspeelde. Zooals reeds gemeld is, vermoeden som migen, dat de Keizer het oog had op het huwelijksplan van den Prins vau Batten- berg, waarover onlangs weder druk in de pers van gedachte werd gewisseld. Anderen meenen, dat de Keizer alleen den hatelgken partijstrijd over Keizer Frederik's dagboek heeft willen veroordeelen. Nog anderen ge looven, dat hij heeft gezinspeeld op de mede- deelingen der dagbladen over de meenings- verschillen tusschen hem en Keizerin Fre- derik. Met zekerheid valt daarover op dit oogenblik nog niets te zeggen. Men verwacht, dat de Rijksdag tegen 20 November zal worden bjjeengeroepen. De quaestie der verzekering van oud en gebrekkig geworden werklieden is allereerst aan de orde. De Müuchener Neueste Nachrichten zullen, wegens hun bekend artikel over den Koning van Wurtemberg en diens spiritistische liefhebberijen, gerechtelijk worden vervolgd. Het Hoofd van het Frausche Gemeene- best heeft verordend, dat de termijn van inschrijving voor vreemdelingen tot 1 Ja nuari 1889 zal worden verlengd. In de me morie van toelichting wordt hulde gebracht aan den jjver en spoed, waarmede de ver ordening door de meeste vreemden is nage leefd en de beambten hen hebben voortge holpen. Maar wegens het groot aantal vreemdelingen konden niet allen worden ingeschreven. Zaterdag-avond werd ter eere van Bou- langer een feestmaal gegeven. De Generaal hield bij die gelegenheid eene toespraak, waarin hij het grondwetsherzienings-ont- werp van Floquet afkeurde en nogmaals zijne denkbeelden daaromtrent ontwikkelde. Bij zijn komen en gaan werd Boulauger door velen toegejuicht maar tusschen de toejuichiugen door ook uitgefloten en na zijne tehuiskomst moest hij, als een Koning, op zijn balkou verschijnen en de juichende menigte groeten. buis uit en toonde hem de zijden binnenvoering en den naam van den maker, een welbekend Amsterdamsch costumier. Dat was voldoende. De commissaris vroeg beleefd voor de vergissing van zijn ondergeschikten om excuus en liet mij gaan. Hijgend en bezweet betrad ik den schouw burg, juist op het oogenblik dat het scherm voor het derde bedrjjf omhoog werd gehaald. Men had mij gelukkig nog niet gemist, en onder stormachtigen bijval werd de cipier door mij van zijn bloeddorstigen aanvaller bevrijd. Na den volgenden morgen mijn mantel van het politiebureau te hebben afgehaald, ging ik naar het postkantoor om de postzegels te betalen. Op weg daarheen passeerde ik mijn vriend van den vorigen avond, den politie-agent, die, toen hjj mjj zag aankomen, plotseling al zjjne op merkzaamheid voor eene voorbijdrijvende wolk scheen noodig te hebben en op het postkantoor ontmoette ik den brievenbesteller, die verbazend nuchter keek. Een paar vrjjkaartjes voor dien avond gaven echter beiden spoedig de zekerheid, dat ik niet meer boos op hen was, voor de be lachelijke rol, die zij mjj den avond te voren tusschen de bedrijven hadden laten spelen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1