N IE WE
No 1314.
Woensdag 7 November 1888.
13de Jaargang.
Dc spoorwegramp van Borki.
SI U IT E N L A N lï
Een strijd om levensbehoud.
HllftUHSCHI COCRllT
ABONNNMENTSFK UB
Per 3 maanden voor Haarlem
Voor de overige plaatsen in Nederland Ir. p. p.
Voor het Buitenland
Afzouderljjke Nummers
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BUSBAU: St. Janstraat Haarlem.
0,85
1,10
1,80
0,03
IIANDiGU
AGITiE MA NON" AGITATB.
PBIJS DEB ADVEBTBNTIÉH
Van 16 regel».30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPEKS l.AUEE Y.
Ontzettend zijn de berichten, welke ons
ter oore kwamen omtrent het vreeselijk
ongeval, dat deu trein overkwam, waarin
zich de Czaar en de keizerlijke familie, uit
den Kaukasus terugkeereude, bevonden.
De hooge reizigers werden als 't ware door
een wonder gered. Wat men van deze ramp
verhaalt, is niet alleen vreeselijk wegens
de vele menschenlevens, welke erbij ver
loren gingen, maar ook wegens de sombere
vermoedens ea gevolgtrekkingen, die het
ongeluk verwekt.
Men mag nu in het gebeurde een aan
slag op het leven vau deu Czaar loochenen;
men kan denken aan een gewoon spoor-
wegongeval, toch kan men de gedachte aan
eeue misdadige bedoeling niet geheel en al
op zij zetten. Mei gevoelt diep medelijden
met de arme reizigers, die dood of gewond
uit de puiuhoopen der verbrijzel le waggons
te voorschjjn kwamen en men siddert
bij de gedachte, dat de waggon waarin
de Czaar, die met zijne familie op het
oogenblik der ramp het ontbijt gebruikte,
had kunneu vermorseld worden en dat uit
een ingesteld onderzoek had kuuuen blijken,
dat eene misdadige hand het ontzettende
ongeluk kou veroorzaakt hebben.
De Czaar kwam uit den Kaukasus; bij
bracht vriendelijke indrukken mede uit dit
wonderbare laud, waarvau de met sneeuw
bedekte bergtoppen op heerlijke, door wilde
strooinen doorsneden dalen nederzien. Overal
werd hij met ouderscheiding ontvangen en
het volk toonde zich onderdanig. Maar er
waren ook onder dit eertijds zoo ontembare,
thans zoo kalme volk onheilspellende ge
stalten geslopen en te Koetais was zelfs
eeD persoon in Kozakken-uniform gearres
teerd, bij wieu men dynamiet-bommeu en
met vergift gevulde capsules vond. De
spookgestalte van eeue Zuid-Russische re-
volutionnaire vereeniging vertoonde zich en
het te Koetais gearresteerde individu bleek
een student te zijn, die als werktuig der
nihilistische propaganda diensten deed.
De Czaar trok huiswaarts en men weet
welke angstige voorzichtigheid hein op zijne
reizen omgeeft. De voorzorgsmaatregelen
welke genomen worden, wanneer de Rus
sische Keizer per spoor reist, zijn van dien
aard, dat een ongeluk schier ondenkbaar
is. Slechts een geraffineerd misdadiger kau
het gelukken, ondanks alle genomen maat
regelen, het leven des Keizers in gevaar
te brengen. Maar de nihilisten spotten met
de waakzaamheid der politie, en der sol
daten. Zij zijn in het eetsalon van het
winterpaleis binnen gediongen en hebben,
onder het oog der politie, in hutten en
aardholen hunne aanslagen voorbereid. Men
kan niet nalaten daaraan te denkeu, wan
neer men de berichten leest van de spoor
wegramp van Borki.
Van het nihilisme en de revolutionnaire
propaganda heeft men in langen tijd niet
meer gehoord, maar men zou al een on
verbeterlijke optimist moeten zijn, wan-
F EU ILL E. T O N.
(2)
(Vervolg.)
Nadat men de bron bereikt had, hield de knaap
«en oogenblik stil, terwjjl zijne moeder een emmer
vulde, toen het sterk geluid van een half dozijn
geweren, in de richting waar Kingsbury aan
"t werk was, hun in de ooren klonk. Terstond
daarop ragen zij hem met groote snelheid de
plek naderen waar zij stonden, en toen kwamen
uit het bosch, waar zij zich schuil gehouden
hadden, een tiental wilden voor den dag, die
hem achterna renden. Door een onbegrijpelijk
geluk was de volksplanter ongedeerd gebleven,
terwijl de kogels boven en langs hem voorbij
floten; en zijn bijl in de hand houdende was
hij zoo snel mogelijk voortgerend naar zijne hut,
terwijl zijne vervolgers, die een vervaarlijk ge
schreeuw aanhieven, hem achter de hielen zaten.
neer men meende, dat de nihilisten en re
volutiemannen uit het Czarenrijk zijn ver
dwenen. Het gist en broeit nog in den
Noordschen kolossus. Wellicht meent de
Russische politie, dat zij het nihilisme
heeft uitgeroeid, omdat het niet van zich
deed spreken en zich in zijne schuilhoeken
terug trok. Maar zij vergist zich schro
melijk. Het nihilisme is niet verdwenen,
want tot dusver werd geen enkele eisch,
aan bet absolutisme van deu Russische»
Czaar gesteld, bevredigd.
Merkwaardig is het, dat op denzelfden
dag, waarop de spoorwegramp van Borki
geschiedde, het Journal de St. Petersbourg
de reis van den Czaar beschouwde als deu
aanvang eener nieuwe aera, die zou aan
gewezen zijn, de macht, de welvaart
en het aanzien van Rusland niet door den
ouvruchtbaren roem van deu oorlog, maar
door het vruchtbare werk van den vrede
te bevestigen. Zekerals Rusland zou
willen ophouden zijne oogen te vestigen
op den Balkan, als het de energie bezat
aan zijne biunenlandsche ontwikkeling te
arbeiden inplaats vau de onafhankelijkheid
van vreemde volken te bedreigen, die zich
aan zijn invloed hebben onttrokken eu
niets meer met het Czarenrijk willen te
doen hebben, dan zouden rampen ais die
van Borki zich niet herhalen, in elk geval
zou men aan dergelijke ongevallen niet
die onheilspellende beteekenis hechten, welke
men, krachtens vroegere ervaringen, on
willekeurig geneigd is er aan te geven.
Dan zou ook de mogelijkheid niet uitge
sloten zijn, dat het nihilisme langzamer
hand verdween.
Vooralsnog zijn de profetiën van het
Journal de St. Petersbourg slechts utopiën.
De scboone woorden van dit orgaan wor
den schrikwekkend overgalmd door het
gejammer en de doodskreten der slacht
offers, die op den hoftrein van deu Czaar
werden verpletterd.
De Russische Keizer keerde naar zijue
hoofdstad terug met vriendelijke herinne
ringen aan de door hem bezochte Kauka-
sische bergen maar ook met eeue vreese-
lijke, angstvolle herinnering aan de spoor
wegramp van Borki.
Het noodlot spreekt somwijlen iu teekeus,
aan welker werking ook de machtigste»
der aarde niet vermogen zich te ont
trekken.
Zaterdag-namiddag te 1 uur werd bet
stoffelijk overschot van H. D. H. Vorstin
Helena van Waldeck en Pyrmont in het
familiegraf te Rhoden bij Arolsen bijgezet.
Aan de plechtigheid namen deel de Vorst
Georg Victor, de Erfprins Friedrich, de
Hertogin-weduwe van Albany Prinses Eliza
beth van Waldeck, Prins Wilhelm van
Wurtemberg, de Erfprins van Bentheim-
Steinfurt, Graaf en Gravin Stolberg-Stol
berg, de Vice-Admiraal Van Capellen als
buitengewoon Afgezaüfc van HH. MM. deu
Hij zag zijne vrouw en zijn kind bij de bron en
riep hun toe, dat zij zich uit de voeten moesten
maken, waarop de vrouw Willie bij de hand
vatte en met hem, zoo snel dit slechts mogelijk
was, de hut trachtte te bereiken. Binnen eenige
oogenblikken waren zij beiden in veiligheid daar
binnen. Toen nam zij het geweer van haar man
en ging bij de deur staan om die terstond te
kunnen sluiten wanneer haar man zou binnen
getreden zijn, en den eersten den besten wilde
neer te schieten, dien zij onder schot mocht
krijgen.
Onder een ijzingwekkend gegil en g&chreeuw
kwamen de roodhuiden nader en wonnen ge
durig veld op den volksplanter, ondanks de uiterste
pogingen, die hij aanwendde om hen te ontkomen.
Nog had hij ongeveer een zestal roeden af te
leggen en zijne vrouw, die in de hevigste span
ning dat alles aanzag, meende reeds, dat hij de
hut zoa kunnen bereiken alvorens de roodhuiden
hem hadden ingehaald. Daarvoor was dan ook
wel eenige hoop, maar zij zag tevens een meer
dreigend gevaar. Twee der wilden namelijk laad-
Koning en de Koningin der Nedeilanden,
de Hertog van Nassau en de Erfprins Ni-
colaus van Nassau.
De plechtigheid werd met gezang ge
opend, waarop na eene rede eu een gebed
van den plaatseiijkeu predikant de kist in
het graf werd neergelaten.
Nadat de plechtigheid was afgeloopen,
keerden allen, die daaraan hadden deel
genomen, naar Pyrmont terug.
De President der Fransche Republiek
is door den Koning der Belgen benoemd
tot Ridder Grootkruis der Leopoldsorde.
Uit Havre wordt gemeld, dat het weg
genomen wapeubord van deu Duitschen
Consul aldaar weer op zijne plaats zou
worden gebracht iu tegenwoordigheid vau
de stedelijke autoriteiten. Daarmede kan
dus die zaak als vereffend wordeu beschouwd.
De Raadkamer van het hof van appèl
te Nim63 heeft op aanklacht van den Af
gevaardigde Audrieux uitgemaakt, dat het
geen diens ambtgenoot Numa Gilly gezegd
heeft, namelijk dat er wel twintig Wiisous's
zitting hebben in de begrotingscommissie
(waarvan Audrieux lid is), beschouwd moet
worden als laster, indien hij niet het bewijs
levert vau hetgeen hij verklaard heeft, eu
hij is mitsdien voor het hof van assises
van het departement Gard gedaagd, hetzij
om dat bewijs te leveren, hetzij om te
wordeu veroordeeld.
De commissie voor de herziening der
constitutie heeft met zes stemmen tegen 1
beslist, dat er reden bestaat om de grond
wet te herzien. Eén lid hield zich buiten
stemming en drie leden warea afwezig
toen de beslissing werd genomeu.
Uit Straatsburg wordt gemeld, dat aldaar
twee geestelijken plotseling voor deu 3-
jarigeu krijgsdienst zijn opgeroepen. Daar
dit het eerste geval van dien aard is,
verwekt het veel opzien.
Het katholieke Congres in Oosten
rijk za! van 26 tot 29 November te Wee-
nen worden gehouden. De katholieke or
ganen van het volk bevatten eene oproeping
aan alle Katholieken, door de namen van
een groot aantal aanzienlijke mannen on
derteekend. Daarin wordt meegedeeld, dat
de meest brandende quaestie van het oogen
blik, bet sociale vraagstuk, met den mees
ten ernst en zorg zal behandeld worden.
Ook de schoolquaestie zal een voornaam
punt van behandeling uitmaken.
Eindelijk is er eenig bericht oui-
vangeu omtrent Stanley. Het is wel haast
een jaar oud, maar toch beter dan niets.
Het bericht is te Zanzibar aangebracht
door koeriers uit Tabora, eene plaats, die
ongeveer 200 Eng. mijlen ter zuiden van
het Victoria-meer en ongeveer even ver
ten oosten van het Taganyika-meer moet
gelegen zijn. Deze koeriers melden, dat ze
kere Arabieren, handeldrijvende tusschen
Tabora eu de landstreek tusscheu het
Albert-meer en het meer Mutu Nzige, in
November van het vorige jaar de achter
hoede van Stanley's expeditie ontmoet heb
ben op een punt bewesten het Albert-meer,
den, onder het voortgaan, op nieuw hunne ge
weren en zij wist dat, zoodra hun dit gelukt
was, het levensgevaar van haar man tienvoudig
vergroot zou worden, tenzij het blijken mocht
dat de roodhuiden evenmin als de eerste maal
hun doel raakten, toen haar man als door een
wonder den dood was ontkomen. Zij legde haar
geweer aan op den wilde, die blijkbaar al gereed
was met het laden van zijn wapen, schoot het
geweer af en het schot was goed gemikt, want
de Indiaan deed een vervaarlijke sprong in de
hoogte en viel toen levenloos ter aardede kogel
had hem den schedel verbrijzeld.
Nu greep zij den kruithoorn en den kogelzak,
die gelukkig iu de nabijheid op een plank lagen,
en zij laadde haar geweer op nieuw. Haar man
was nu niet meer dan een paar roeden van de
hut verwijderd en hare hoop op redding werd
weder verlevendigd, want, nog slechts eenige
oogenblikken, en hij zou achter de sterke mureu
der hut voor zijne vervolgers zijn beveiligd. In
allerijl laadde zij nu het geweer met kruit, eu
juist wilde zij deu kogel in den loop doen, toen
aan de grens vau het land der Monboetoe.
Stanley zelf werd door deze handelaars
niet gezien, daar hij zjjne achterhoede
twee dagmarschen vooruit was; doch het
heette, dat hij gezond was, hoewel hij veel
geleden had aan koorts. Door ziekte en
onheilen was zijne troep tot 250 geslonken.
Veertig zijner mannen waren verdronken
bij het oversteken van eeue groote rivier.
Met groote moeilijkheden had men te kam
pen gehad, zoowel van den kaut der in
boorlingen als door het moerassige eu on
gezonde karakter van het land. Toch hoopte
Stanley biuuen veertig of vijftig dagen
zijne reis te kunnen volbrengen, eu de
Arabieren schijnen het zeer wel mogelijk
te hebben geachtdat hij daarin zou
slagen.
Ziedaar het bericht, dat inderdaad niet
alleen zeer oud, maar ook zeer vaag is.
Toch vindt de Times er eeuigeu grond in
om het beste nog te hopen. Tabora ligt
ongeveer 400 Eng. mijlen in eeue rechte
lijn van de kust tegenover Zanzibar. In
dien nu dit bericht (zegt het blad) een
jaar heeft noodig gehad om die kust te
bereiken, dan is het zoo bevreemdeud niet,
dat latere tijdingen vooralsnog ontbreken.
Immers ook bet jongste directe nieuws van
Eoiin Pasba zeiven is meer dan een jaar
oud, eu de troebelen in bet tusscbenliggende
land moeten het overbrengen van berichten
niet weinig hebben bemoeilijkt. Dit nieuws
uit Tabora is (meent de Times) volkomen
te rijmen met de mededeelingeu, die door
deseiteurs van Stanley's expeditie iu April jl.
in Majoor Barttelot's kamp te Yambunga
werden aangebracht. Indien het waar is,
dat handelaars iu de jongstverloopen twaalf
maanden tusschen Tabora en het Albert-
meer geweest en sedert te Zanzibar terug
gekeerd zijn, dan moeten zij Stanley's weg
gekruist hebben, eu dan is het haast ou-
denkbaar (meent de limes), dat, ware Stan
ley dood geweest, zij daarvan niet gehoord
zoude hebben.
Het Russische officiëele regeeringsblad
meldt
Bij bet spoorwegongeluk heeft de Czaar
zijne voeten en de Keizerin hare band licht
gewond, hetgeen Hunne Majesteiten niet
verhinderd heeft, terstond voor de ver
ongelukten te zorgen.
Generaal Scheremetiew is een deel van
een vinger afgescheurd eu de borst inge
drukt, terwijl de hofdame Marie Golenit-
schew beide beeuen zwaar gewond heeft,
eu de Generaals Woroutzow-Daschko en
Wauuowskieu de Adjudanten-Generaal
Danilowitsch en Tscberewiu zwaar gekneusd
zijn. De ingenieur Stiernwal had zijne
beenen zoo zwaar gewond, dat hij op eene
baar naar den bospitaal-wagen moest ge
dragen worden. Van het personeel der be
dienden zijn 21 personen gedood en 37
gewond.
Omtrent de oorzaak der ontsporing meldt
het offiiëele blad, dat ter plaatse zelf da
Czaar in persoon aan een gendarme-officier
een stuk van een half vergane rail heeft
zjj andermaal een geweerschot hoorde, gevolgd
door een kreet van smart: dit was de stem van
haar man en zonder te denken aan het gevaar
waaraan zij zich ging blootstellen, wierp zij het
half geladen geweer op den grond en snelde
naar de plek waar hij lag; de kogel had zijn
rechterbeen verbrijzeld, zoodat het hera onmoge
lijk was op te staan.
De naastbij zijnde wilden waren nog slechts
weinige roeden van daar verwijderd, en de moe
dige vrouw wist, dat hetgeen zij te doen had,
met den uitersten spoed gedaan moest worden.
Yan nature had zij een teeder gestel, maar het
was alsof het verschrikkelijk gevaar haar nooit
gekende krachten verleende: zjj nam haar man
in hare armen en met dien last beladen ging
zjj naar de hut terug. Willie, die haar gevolgd
was, had de tegenwoordigheid van geest om de
bijl op te nemen, die zijn vader had laten staan
bij de deur, die hij terstond sloot nadat zijne
moeder, met haren last beladen, mede was bin
nengetreden. s
Wordt vervolgd