N- I E I No 1321. VrU'flag 23 November 1888. 13de Jaargang. w I)« middeleeuwen. IIS i E L A i). 7A ABONNEMEWTSFHIJS Per 3 maanden roor Haarlem t 0,8» Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1.10 Voorliet Buitenland 1,80 Afzmderljjke Nummers0,08 Dit blad verschjjut eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BÜH8AÜ: St. Janstraat Haarlem. isxirsmuf '1ÊL 'JlSJ AGUTE MA NON AGITATE. PKI.IS DEK ADVERTENTIE» Van 16 regels .30 Cents. Slke regei meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Adverteutiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgeven: KÜPPER8 LAUKÏÏ. Vervolg en slot). En nu willen wij het aan alle onpartij dige» gevraagd hebben of het Calvinisme, door Dr. Knijper boven de kracht, welke de middeleeuwen beheerschte, geroemd, ook iu de verste verte, in verband tot de kunst, heeft geleverd, wat iu de middeleeuwen werd tot stand gebracht. Wij geveu weder het woord aan den Heer JMargadant. Hooreu wij hoe hij ten slotte zijn oordeel over het Calvinisme iu het bewuste opstel samenvat. »Wij mogen, zoo schrijft hij, «c vdeze vraag stellen: wat is het Calvinisme rechtstreeks en door zich zelf voor de kunst gewea»t? Welk nieuw beginsel heeft het haai ge schonken? En dan vinden wij het antwoord bij Dr. Kuyperhet Calvinisme mist een eigen stijl. Mij dunkt, hiermede is eigenlijk alles gezegd. Geeu eigen stijl, dat w:l zeg gen, geen eigen kunstvorm; en daar op het gebied der kunst vorm en inhoud onaf scheidelijk zijn, ook geene eigene kunstge dachte. Eu ook de reden van dit gemis wordt ons verklaard: iu het Calvinisme kwam het nooit tot een huwelijk van de kuust met de godsvereering. Volkomen juist. Reeds daarom kan, dunkt mij, van eeue eigenlijke bevrijding en herschepping der kunst door het Calvinisme geene sprake zjjn; het stond buiten, om met te zeggen tegenover haar; het liet zich met haar niet in, dan om haar buiten de Kerk te wijzen en de deur achter haar toe te sluiten. Maar daarmede outtrok het haar niet alleen, iu stoffelijkeu zin, een uitgebreid veld van werkzaamheid; het deed meer: het drukte, in eenzijdig puriteinsch spiritualisme, laat het zi]ti, onopzettelijk op haar den stempel van onwaardigheid, van net onge wijde, van iets dat niet tot het heiligdom maar tot de wereld behoorde; het beroofde haar ook van eene kracht, die zoowel de antieke als de middeleeuwsche kunst tot hare hoogste en edelste scheppingen had in staat gesteld. Ik wi! niets afdingen op den roem van onze zeveutiende-eeuwsche schilderschool op hun gebied zijn onze meesters onovertroffen;maar toch mag het worden gevraagd, of behoudens zeer enkele uitzonderingen het gemis van idealiteit en phantasie, de beperktheid van den kring waarin zicb onze kunstenaars bewegen, de afwezigheid van groote monumentale kunst, niet mede een gevolg is van die volstrekte scheiding tusschen cultus en kunst, welke het Calvinisme in het leven riep? Buiten de Kerk gesloten, kwamen onze schilders in verband met de eigenaardig heden van volksaanleg, levenswijze eu kli maat, en zonder dat wij daarbij nu juist aan den invloed van de leer der uitver- FE VIL LET ON. De verborgen schat. James Mitford zat aan een kantoorlessenaar op liet archief met een bevlekt en gescheurd blad oud papier voor zich, dat door den tijd donkerbruin was gekleurd. Hij had het zegevie rend voor zich uitgespreid en tuurde er op met een begeerigen, onderzoekenden blik, terwijl de angst voor eene mogelijke teleurstelling sprak uit elke lijn van zijn doodsbleek gelaat en uit elke onwillekeurige, zenuwachtige trekking van zijne gesloten, loodkleurige lippen. Toch viel er niet langer aan te twijfelen; het stuk gescheurd en vet papier, dat hij eindelijk ontdekt had, was niets meer of minder dan John Cann's ver loren brief. Twee jaar lang had James Mitford al zijn vrijen tijd, dag en nacht besteed om dat verloren fragment van het moeilijk te lezen ztwentiende eeuwsch schrift op te sporen, en nu eindelijk na talloos vele teleurstellingen en vruch teloos, angstig zoeken, lag de sleutel tot het ge heim van John Cann's schat daar ontwijfelbaar voor hem. De hand van den jongen man trilde hevig, toen hij het nog ongeopende document koortsachtig vasthield en op de achterzijde het eigenhandig geschreven endossement van den kiezing behoeven te denken; er van zelve toe om aS hunne aandacht te wijden aan hunne dagelijksclie omgeving, om zich op te sluiten binnen den kriug van het gewone burgerlijke leven, hunne groote gaveu te stellen iu dienst van het kleine, van het kleine iu meer dan een zin. Heeft ook niet deze scheiding de opkomst en ontwikkeling iu de hand gewerkt van die steeds verder voortwoekerende richting, die geen hooger doel voor de kunst kent, dan het kopiëeren der natuur; die onder den schijn van der waarheid getrouw te blijven, alleen op de uiterlijke verschijning, den vorm der dingen let, en de gedachte voor niets rekent; die richting, die de kunst iu haar levensbeginsel dreigt te treffen Let schijnt ous toe, dat de oude richting, welke echter steeds, onder andere vormen blijkt voort te leven, en dat ook moet doen, omdat zij de ware, de eenige aan de kunst- voorwaarde beantwoordende is, rechtvaardig, onpartijdig en billijk door den Heer J. Mar gadant beoordeeld werd, terwijl hij het Cal vinisme in al zijn kuustarmoede ten toon stelt. Waartoe het breken met de beginselen, die de middeleeuwen een zoo verheven standpunt deden innemen noodwendig voeren inoetook dat doet de Heer Mar gadant treffend uitkomen. Eeue kunst, die alleen vormen toont en geen inhoud, geeue leideude gedachten bezit, is veroordeeld; zij bezit geene levenskracht, maar is ten dood gedoemd. Eu wat is nu de moraal van dat alles? Dat wij niet terug moeten naar de middel eeuwen, maar dat de beginselen, waaraan die merkwaardige periode iu de wereld geschiedenis haar licht en glorie outleende, weder algemeen in eere moeten komen. Bij die beginseleu alleen is redding voor den rneusch en de inensChbeid te vinden. Dan zal alles weder relief ontvangen, ook de kunst, welke opnieuw eeu der door God verzekerde middelen zal worden om den mensch den weg naar boveu te doen be wandelen. De Duitsche Keizer blijft voortgaan de Duitsch vrijzinnige (radicale) partij op de scherpste wijze te bestrijden, De Freisin- nige Zeiltuighet blad van Eugen Richter, den leider dier partij, deelde eergisteren avond mede, dat tegen haar eene rechts vervolging, wegens het overdrukken van gedeelten uit Keizer Frederik's dagboek, is ingesteld op persoonlijk verlangen van Keizer Wilhelm II. Naar het schijut geschiedt deze vervolging teu einde een reeds vroeger vanwege de politie gedane inbeslagneming der Ireisinnige Zeitung te handhaven, toen staatssecretaris van Karei den Tweeden las. //Brief in cijferschrift van J. Cann, den beruchten boe kanier aan zijn broeder AA illiam onderschept te Port-Royal op koninklijk bevel, en aan mij H. Nieolas gezonden door Ed. D'Oyley, Zijner Majesteits Kapitein-Generaal en Gouverneur- Generaal van het eiland Jamaico.// Dat was het stellig, en ofschoon James Mitford nu nog op het cijferschrift den sleutel van John Cann moest loepassen en de meerdere of mindere belangrijk heid van de aanwijzingen, die deze brief bevatte, moest onderzoeken, gevoelde hij op dat oogen- blik, dat het geheim nn eindelijk ontdekt was en John Cann's schat, die ontelbare duizenden be droeg, nu mogelijk zijn eigendom was. liij, James Mitford, was slechts klerk bij de koloniale afdeeling op een armzalig salaris van honderd tachtig pd. per jaar hoe weinig scheen dit nu, terwijl John Canu's geld reeds voor zijn blik schitterde maar hij had een goed hoofd en was vlijtig en ondernemend op zijne eigenaardige, grillige, avontuurlijke wijze: echter had hij zich jaren geleden in het hoo'd gezet, dat hij het geheim van John Cann's be graven schat zou ontdekken,j al moest hij ook zijn halve leven besteden met er vruchteloos naar te zoeken. Als jongen was James Mitford groot gebracht in zijns vaders huis aan de hel ling van den Dartmoor, en daar ha 1 hij vau zijne prilste jeugd gespeeld tusschen de ruwe dat blad op den 19 October, den geboor tedag van Frederik III in een afzonderlijk bijvoegsel, behalve andere opstellen, ook stukken uit 's Keizers dagboek openbaar maakte, waarin over eeue vrijzinnige ont wikkeling van het Duitsche rijk gesproken werd. Riohter's blad geeft thans te kennen, dat bij dit rechtsgeding ook de vraag ter sprake zal komen, of de tegenwoordige Keizer krachtens erfrecht eigenaar van het dagboek geworden is, dan wel de eigen dom daarvan aan de Keizerin-weduwe Fre derik toekomt, het laatste bepaaldelijk op grond eecer vóór den dood van haar ge maal gebeurde overdracht van dit recht. Het schijut dat Richter deze vraag laugs rechterlijken weg wil doen beslissen, al thans zijn blad schrijft dat de beteekeuis van dit rechtsgeding veel verder reikt dan het belang, dat de Freisinnige Zeitung er bij heeft. Met Dr. Latapiéb, correspondent van het Parijsche blad La Franceheeft nog een ander Frauseh journalist, de Heer d'Oriot, van de open bale autoriteit te Ber- liju bev6l ontvangen om binnen 48 uren de stad te verlaten. Volgens de Post zou een van beiden voorloopig te Dresden gaan wonen en van daar zjjue correspondentie met Parijs voortzetten. Ter versterking der Duitsche zeemacht aan de kust van Zanzibar gaan ook de Schwalbe en de Pfeil daarheen. Het eerst genoemde schip is gewapeud met acht stuks 10 c.m. geschut en vier revolverka nonnen; het andere met acht stukken. Wanneer beide schepen ter bestemde plaatse zijn aangekomen, telt het Duitsch eskader aldaar onder bevel van Admiraal Dein hardt zes schepen, bezet met 1300 mar. en ge wapend met 56 stukkeu zwaar geschut. Naar hetgeen uit Berliju wordt gemeld, schijnt het waar te zijn, dat er bij den Rijksdag weder aanvraag zal worden ge daan om verhooging vau militaire uit gaven, doch Diet- tot zulk een hoog be drag als ter Beurze werd beweerd, aldaar werd gesproken van 360 millioen. Even wel, al moge dit cijfer overdreven worden bevonden, er schijnt toch nog eene aan zienlijke som voor versterking der artil lerie eu ten behoeve der marine noodig te zijn. De monarchalen zetten door geheel Frankrijk hun vruchtbaren veldtocht vau de monarchale propagauda voort. Eeu door meer dan duizend personen bijgewoonde vergadering beeft eergisteren plaats gehad. De Heer Calla, die als spreker optrad, schetste iu korte trekken den er- barmelijken toestand der Republiek eu deed een beroep op den goeden wil van de con servatieven op het gebied der nationale monarchie. De naam van den Graaf van blokken graniet van de John Cann's rotsen. Hij had èn van de daglooners èn van de kinderen, daar uit de buurt, de romantische maar echt historische legende vernomen van den schat van John Cann. Ongelooflijke sommen, Mexicaan- sclie dubloenen en Spaansche dollars, waarvan men zelfs het juiste bedrag niet kende, lagen in eene stevige eikenhouten kist in eene grot op den heuveltop, die sedert lang gevuld was met steen- brokken en aarde van de naburige heuvelkruinen. In deze veilige schuilplaats had de beruchte boekanier den buit geborgen, dien hij op zijne ontelbare strooptochten had vergaard, en alles te zamen begraven in de schaduw van een on beduidend porphierachtig uitstek, dat over de groene vallei van Bovey Tracy hangt. Naast de naakte rotsen, die het plekje aanwijzen, is een duidelijk te onderkennen voetpad uitgesleten in het granieten vlak, daar beneden: en dat pad vertelde weu den kleinen James Mitford, die er met kin uerljjk ontzag en verbazing naar luis terde, was in de rots gevormd door het op en afklimmen van den onilen John Cann zelf, die in duisternis en eenzaamheid de wacht hield over zijn onmetelijken schat, dien hij verborgen had in de spleten van het kompashuisje daar beneden. Toen de jonge Mitford een mau was geworden, liet dit verhaal van John Cann's schat zijne le vendige verbeelding jaren lang geene rust, maar Parijs, zijn programma, liet beeld dat spreker te zien gaf van hetgeen het modern ko ningschap zal zijn, deed hem herhaaldelijk den bijval der groote meerderheid iuoogsten. Vurtrouweu eu willen, zeide de Heer Calla, niets meer hebben xyij noodig om ous het succes te verzekeren op den dag, dat het woord aan het laud zal teruggegeven zijn. Spreker herinnerde ten slotte aan de woorden, door den Heer Edouard Hervé te Libourne gesproken bij de verkiezings- veldtochteu behoort, evenals op de slag velden, de overwinning aan de legers, welke van te voren het best zijn georganiseerd Aan eeu banket van 240 couverts wer den toosten uitgebracht op deu Graaf vau Parijs en de koninklijke familie, welke met geestdriftvolle toejuichingen en den kreet »!eve de Koningwerden begroet. In eeue schitterende improvisatie deed de Heer Aubry-Vivet e6n beroep op da een heid van alle conservatieven, op de mede- werkiug eu de toewijding van allen om de monarchale propaganda uit te breiden en vergaderingen te houden overal iu de O O provincies. Door da kracht der omstandigheden zelve, zeide spreker, door de gebiedeude zorg voor hun gevoel van orde, wettigheidware vrijheid, zullen do couservatieven gaau tot den Graaf van Parijs, tot den Koning Salvo van toejuichingen.) Voor de Heeren uiteengingen werd per telegraaf aan deu Graaf van Parijs gericht »dö uitdrukking vau de toewijding eu van de vaderlandslievende verwachtingen Vim het arrondissement Meaux.« Heb verbranden van de Rijks wapen fabriek te Chatellerault wordt aan kwaad willigheid toegeschreven. Twee persoueu van vreemde afkomst, die te Chatellerault gezien waren, zijn sedert deu brand ver dwenen. De Kamer vau Afgevaardigden heeft een krediet van 60,000 franks toegestaan ten behoeve van de aanschaffing van ijsma chines, welke in de vestingen zullen dienen om de verpleging te vergemakkelijken. De Oosteurijksebe leger-commissie heeft eenstemmig het nieuwe wetsontwerp betreffende den eenjarigen vrijwilligersdienst aangenomen. Do Italiaansche Kamer verwierp eer gisteren, met 174 tegen 39 stemmen, eeu door 29 leden gedaan voorstel, waarbij de Kamer verklaren zou, hare goedkeuring niet te hechten aan het toezicht, dat door de politie over landloopers wordt geoefend. Iu het Hoogèrhuis zeide Salisbury, dat de Regeeriug zich aan Afrika's oost kust enkel tot zekere operatiëu ter zee verbonden heeft, maar niet voornemeus is deel te nemen aan krijgsverrichtingen. Een telegram uit Tientsin aan de Times prikkelde die hoe langer hoe meer. Toen hij, na den dood zijns vaders voor het eerst te Londen Kwam en zijn armzalig postje van kanioorbe- dieiule in hot koloniale departement aanvaardde, wat haatte hij dat baantje van eentonig, zwaar werk, terwijl de rijkdom van John Cann daar maar voor het nemen lag en zichtbaar aan zijn zienersoog voorbij ging -begon de geschie denis wat op den achtergrond te geraken door de harde werkelijkheid van fatsoenlijke armoede en een onbeduidende gouvernementsbetrekking. Hij was niet lang iu het departement van den Westindischen handel geweest (hij zat daar in een klein kamertje op de derde verdieping en kon Downingstreet overzien) toen eene toeval lige ontdekking, die hij deed, terwijl hij de archieven van het departement opnieuw nazag, op eens den jongensdroom deed terugkeeren, met al de koele berekening van den rijpen leeftijd. Hij kreeg een brief in handen van John Cann zelf, aan den protector Olivier Cromwell, waarin hij de bizonderlieden meedeelde van een hevig gevecht met een Spaanschen kaper. De Spanjaard was gevangen genomen, men had een rijken buit behaald, en zijn seliip was behoorlijk ver kocht aan den meestbiedende iu de haven te Port-Royal. Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1888 | | pagina 1