NIEUWE
No, 1330.
Vrij lag 14 December 1888.
!3de Jaargang.
Een droevig verslag
BUITENLAND.
De verborgen schat.
fllARLEM
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,8c
Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10
Voorliet Buitenland 1,80
Afzjuderljjke Nummers0,03
Dit blad verscbjjut
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
UXNDJUT.
AGITE STA NON AGITATE.
COERIÏT.
PRIJS DER ADVERTENTIjËH
Van 16 regels,30 Cents.
&lke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlpk Maandag-, Woensdag-
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KIJPPER8 b LAUSEÏ.
levert ons het bureau voor statistiek te
Berlijn bij bet publiceereu van een bericht
omtrent den toestand der gestichten voor
krankzinnigen in het koninkrijk Pruisen.
Immers volgens de mededeelingen van ge
noemd bureau is in den tijd van tien jaren,
namelijk van 1876 tot 1886, het aantal
der Pruisische krankzinnigengestichten van
125 tot 173 gestegen en het getal patiën
ten van 20,115 tot 35,524. Treurige cijfers
voorwaar!
Het toeuemen van het patiëutengetal
der inrichtingen in tien jaren is ontzettend
groot; het bedraagt ruim 76 pereeut. Nu
behoeft men echter niet voetstoots aan te
nemen, dat het getal der geesteskrankeu
in 't algemeen in dezelfde outzetteude mate
is vermeerderd, want het is zeer waar
schijnlijk, dat, tengevolge van de vermeer
dering der kraukziuuigengestickten, in die
inrichtingen aeer vele patiënten worden
aangetroffen, die vroeger thuis weiden ver
pleegd. Maar wanneor wij ook van die 76
percent een groot d<'el aftrekken, toch blij ft
de waarschijnlijkheid bestaan, dat het aan
tal krankzinnigen in Pruisen van het jaar
1876 tot 1886 minstens met de helft is
vermeerderd.
Gaan we te rade bij de sterfte-statistiek,
dan vinden we ook eeue vermeerdering vau
sterfgevallen ten gevolge van hersensziekte.
In het jaar 1881 stierven in Pruisen van
elk millioen inwoners gemiddeld 509 per
sonen aau hersensziekte, in het jaar 1886
echter 541. Hierbij moet echter in aan
merking worden genomen, dat in de sterfte-
statistiek de dronkaardswaauzin eeue af
zonderlijke rubriek heeft; daaraan zijn iu
het jaar 1886 niet minder dan 1334 per
sonen gestorven, welk getal wederom veel
grooter is dan iu het jaar te voren.
De gevallen van dronkaardswaauzin ma
ken in de krankzinnigen-statistiek een be
langrijk cijfer uit. Ouder elk 100tal man
nen, die in 1876 in de krankzinnigenge
stichten werden opgenomen, bevonden er
zich 13, die tot dronkaardswaauzin waien
vervadeu en iu het jaar 1886 bedroeg dit
aantal 20,61 pereeut. Wij zien dus, dat er
naast de sterke vermeerdering der geestes
ziekten hoofdzakelijk eene sterke vermeer
dering van lijders aan delirium tremens
(dronkaardswaauzin) valt waar te nemen.
Zelfs ouder de vrouwelijke patiënten heeft
dit euvel sterk toegenomen.
Zijn er meer mannelijke dan vrouwelijke
krankzinuigeu? Tracht men deze vraag phi-
losopbisch te beantwoorden, dan moet men
aan den eenen kantin aanmerking nemen,
dat bij deD man de hersens in den regel meer
aan inspanning onderhevig zijn, dau bij
de vrouw; aau den anderen kant moet
men echter niet vergeten, dat de man ook
meer verdragen kan dan de vrouw en dat
bij het vrouwelijke geslacht toch ook de
nood, zorg, zware arbeid, schande, kom-
F EU ILL ET O N.
10) (Vervolg.)
Een paar slagen met het houweel, maakten
spoedig de laag aarde los, die de beide graven
scheidde, en verschafte hem toegang, tot een
houten plank aan deze zijde van de kist. Ze
was vermolmd door vocht en ouderdom, zoo dat
ze zacht en buigzaam was geworden; lames kon
ze met de hand doorbreken en zag van binnen
*®rwarde hoop beenderen liggen, die hij
dadelijk voor John Cann's geraamte erkende.
Onder andere omstandigheden zon zulk een ge
zicht, in t holle van den nacht, met al de angst
verwekkende bijomstandigheden van tijd en plaats,
James Mitford's zenuwachtig bloed hebben doen
verstijven; maar hij dacht er nu niet eens aan;
zijne gansche ziel was op éen punt gevestigd:
het zoeken naar het verloren papier. Hij bukte
zich voorover naar het gat, dat hij in John
Cann's kist had gemaakt, en begon met da
rechterhand op den bodem der doodkist te voe-
mer enz. zeer dikwijls een ontzettenden
invloed hebben, 'tls dus niet zeer gemak
kelijk eene beslissende uitspraak te doen.
De statistiek echter geeft in deze aange
legenheid de volgende uitkomsten:
In het jaar 1876 waren in de krank
zinnigengestichten van Pruisen 10,754
mannelijke eu 9361 vrouwelijke geestes-
itrauken; tieu jaren later bedroegen deze
cijfers respectievelijk 19,245 en 16,279. De
verhouding is dus zeer ten uadeele vau
het sterkegeslacht. Ouder 100 geestes
krankeu, welke in 1886 iu de Pruisische
krankzinnigengestichten werden opgeno
men, bevonden zich 60 mannen en 40
vrouwen tegen 56 mannen en 44 vrouwen
in het jaar 1876.
Deze cijfers verkrijgen een gansch ander
aanzien, wanneer wij de slachtoffers van den
dronkaardswaauzin iu rekening brengen.
Zooals wij zooeveu vermeld hebben, leden
van de in het jaar 1886 opgenomen man
nen 20,61 percent aan delirium tremens,
dus van elk 60 tal mannen 12,37, doch
van de vrouweljjke patiënten slechts 1,50
percent; aldus van elk 40 tal vrouwen
slechts 0.60. Trekken wij nu de slacht
offers der drankzucht af, dau verkrijgen
wij 47,63 mannen eu 39,40 vrouwen. Nu
moet meu nog iu aanmerking nemen, dat
de vrouwelijke patiënten iu de krankzin
nigengestichten veel talrijker, dan de man
nelijke, in de klasse der geesteskrankeu
»in lichtet) graad« zijn opgenomen, terwijl
de mannen veelvuldiger aa i paralytische
geestesziekten onderhevig zijn. Vermits
nu de geestesziekten »iu lichten graad*
veelal te huis worden behandeld, zoo kan
men aannemen, dat er buiten de gestichten
meer krankzinnige vrouwen dan mannen
zijn. Als er echter ouder mannen werke
lijk meer krankzinnigen zijn, dau onder
de vronwen,dan kan men met zekerheid zeg
gen, dat die nadeelige verhouding geheel
en al het gevolg is vau de drankzucht bij
de mannen.
De matigheidsbeweging mag stellig het
feit niet onopgemerkt laten, dat onder de
mannelijke krankzinnigen, welke in 1886
iu de krankzinnigengestichten werden ge
bracht, meer dan een vijfde aau de ge
volgen van dronkenschap lijdende was. De
statistieke mededeelingen bewjjzen zulks en
zeggen: De sterke drank bevolkt de krank
zinnigengestichten. Men heeft er dau ook
reeds over gesproken, de wet zoo te ver-
audereu, dat onverbeterlijke dronkaards
ouder curateele zouden gesteld worden.
Het ontwerpen van zulk eeue wet wordt
door de statistieke cijfers gebillijkt.Iu
het jaar 1886 zijn ongeveer 1200 personen
wegens dronkaardswaauzin iu de krank
zinnigengestichten opgenomen; en in dat
zelfde jaar werd van 1334 overledeu pa
tiënten, delirium tremens als oorzaak van
overlijden aangegeven. Hoeveel slachtoffers
van de dronkenschap had meu kunnen
redden, wanneer men terechter tijd ge
len. Na eenige oogenblikken raakten zijn vingers
aan een klein, roestig metalen voorwerp, dat
klaarblijkelijk door de knokkelige hand van het
geraamte werd vastgehouden. Hij trok het er
gretig uit; het was een stalen snuifdoos. Hij
deed met zijn zakmes het verroeste hengsel
springen en vond er binnen in een klein reepje
droog papier. Zijne vingers beefden toen hij dit
bij het dievenlantaarntje hield. O hemel, victorie,
victorie! het was het was het ver
miste document.
Hij wist dit dadelijk door het schrift en de
cijfers. Hjj kon niet wachten tot hjj weer in
het sterfhuis was teruggekeerd, daarom hurkte
hij to rzichtig in Charles Barclay's gedolven
graf en begon het gekrabbelde manuscript zoo
goed en kwaad het ging bij het flikkerende
licht van het lantaarntje te ontcijferen. Ja, ja,
het was in orde, het behelsde tot in de kleinste
bizonderkeden de duidelijke aanwijzing van de
plaats in de Boveyvallei, waar John Cann's
schat veilig lag verborgen. Niet op de John
Cann's rotsen, boven op den heuvel, zooals de
plaatselijke legende leugenachtig vertelde John
Cann was niet zulk een onvoorzichtige dwaas
geweest om der babbelaarster vau Bovey de
paste maatregelen had genomen om de
lijders aan het vergift der sterke dranken
te ontwennen.
De vermeerdering van het aantal krank
zinnigengestichten mag nog betrekkelijk
kleiu worden geheeten. Trouwens men moet
wel in aanmerking nemen, dat er in 1886
iu Pruisen 65 bizoudere inrichtingen wa-
reu, waar geesteskrankeu wordeu verpleeg!.
Vermits de opneming van patiënten iu
zulke inrichtingen zeer kostbaar is, kan
men veilig constateeren, dat in dergelijke
inrichtingen slechts gefortuueerden wordeu
verpleegd. Bovendien telt men iu Pruisen
nog 31 weldadigheidsiurichtingeu, welke iu
het bezit zijn van verschillende Geestelijke
Orden en Vereeuigingen, die, volgens de
Berlijnsche statistiek bij voorkeur idioten
aannemen.
Ziedaar eene droevige statistiek op het
gebied der krankzinnigheid van een der
meest beschaafde* landen van Europa.
En vraagt men naar de oorzaken van de
toeneming der geesteskraukeu, dan zal voor
zeker het antwoord luiden: behalve de
dronkenschap, zijn de overlading des gees-
tes, het ongeloof, de twijfelzucht, de uit
spattingen, de ouverzadelijke zucht naar
genot eu rijkdom, maar ook de strijd om
het bestaan, de redenen van dit betreurens
waardige ver-ichijusel.
Welke vreeselijke verhouding zal de krauk-
zinnigenstatistiek iu Pruisen eu elders gaan
aannemen, wanneer het aantal geesteskran
keu iu dezelfde mate blijft toenemen als
in het deceunium van 18761886 is ge
schied
Iu eene zitting der begrotingscommissie
van den Rijksdag heeft Graaf Herbert Von
Bismarck eeue reeks inliehtingeu gegeven
omtrent Duitschlauds voorgenomen politiek
iu Oo-t-Afrika. Ingevolge besluit der com
missie zullen die mededeelingen streng ge
heim wordeu gehouden. Er kan echter wor
deu medegedeeldat zij verder gaan dau
de stukken iu het Witto Boek eu onder
anderen blijkt er uit, dat de Rjjksrcgeer'ng
besloten i», den Duitsclien staat van bezit
iu Oöst-Afrika ten stelligste te handhaven.
Daaromtrent zal er reeds spoedig bij den
Rijksdag een voorstel worden ingediend.
Het bleek, dat de geheimhouding omtrent
al het overige noodig werd geacht met het
oog op de internationale betrekkingen, in
zonderheid met Frankrijk.
In dezelfde zitting werd ook de post voor
het vice-cousulaat te Rotterdam bewilligd.
Daarbij deed echter de Heer Hammacher
omtrent het Rijii-Maas-kauaal eu de uit
dieping van den Rijn op Nederlundsch ge
bied eenige vragen, waarop de Staatssecre
taris Graat Voo Bismarck antwoordde,dat er
steeds moeite werd gedaan om de Duitscbe
belangen te doen gelden, maar tot dusver
met, zoo wel éenig, dau toch niet veel gevolg.
plek in het oor te fluisteren waar hij werkelijk
de kostbare dubloenen had'begraven, maar
daar beneden, in de vallei bij de bocht der
rivier op een punt, dat James Mitford van zijne
prille jeugd zeer bekend was. Hoera! hoera!
eindelijk was het geheim dan toch voor den
dag gekomen en had hij niets meer te doen dan
naar Engeland terug te keeren en John Cann's
schat op te delven.
Hij vulde nu de ruimte tusschen de beide
graven weer zorgvuldig met losse aarde, eu
wandelde terug, maar nu met opgewekte hou
ding en met zijne dievenlantaarn open en bloot
(want nu kwam het er niet meer op aan, wie
hem gade sloeg of volgde) naar de eenzame
planterswoning van wijlen Charles Barclay. De
zwarte dienstboden weeklaagden bjj het lijk huns
meesters en niemand sloeg acht op den blanken
bezoeker. Al hadden ze dit ook gedaan, dan
zou James Mitford er nog weinig om gegeven
hebben, zoolang bij John Cann's uiterste beschik
kingen veilig opgevouwen in zijn lederen zak
boekje bij zich droeg.
Den volgenden dag stond James Mitford ten
tweeden male, maar nu als hoofd van den lijk
stoet, naast het graf, waarin hij dien naoht zoo
De Rijksdag heeft na uitvoerige beraad
slaging in eerste eu tweede lezing het
tractaat houdende aanvullingen van het
handelsverdrag met Zwitserland goedge
keurd, nadat de Ministers Lucius en Böt-
ticher, de laatste zelfs herhaalde malen, ten
gunste daarvan hadden gesproken.
De Kieler Zta. heeft eene beslissing open
baar gemaakt van het Landesgericht van
5 December, waarbij rechtsingaug wordt
verleend tegen haren redacteur Niepa, na
dat de Keizer de opdracht tot vervolging
van genoemd blad, wegens nadruk van het
artikel over den slag van Königgratz uit
het Dagboek van Keizer Frederik van het
jaar 1866, bij besluit van 3 dezer had te
ruggenomen.
Het huwelijk van Prinses Sophie van
Pruisen met den Kroonprins van Grieken
land zal ten vroegste in October worden
gesloten. De Prinses zet in Eugelaml hare
studiën iu de Grieksche taal voort, in ge-
ze'schap van eene Hofdame, die eveneens
die taal aanleert en haar later naar Atheue
zal volgen.
Het Berliner Tageblatt'\i\&W.dat Prinses
Frederik Karei incognito te Rome is aan
gekomen eu door Z. H. den Paus iu par
ticulier gehoor is outvangeu.
De Heer Von Schlözer woonde deze
audiëntie bij.
Het wetsontwerp, betreffende de voorbe
reidende werkzaamheden tot het stichten
van een nationaal gedenkteekeu ter eere
van Keizer Wilhelm I, is in den Rijksdag
bij tweede lezing aaugeuomen met alge-
meene stemmen op die der socialisten na.
De Nieuw-Guiuea-compagiiie te Berljju
ontving de eerste monsters van hare eigen
geplante tabak uit Sumatrazaad. Volgens
vakmannen levert deze goede dekbladen
op. Daarom zullen wederom 600 hectaren
met tabak worden beplaut. Een der reizi
gers, door de Compagnie op onderzoek
uitgezonden, sluit zjju bericht met de ver
klaring, dat noordoostelijk Nieuw-Guiuea
een tweede Java kan worden.
De Fransche Kamer heeft met 545
tegen 9 stemmen de geheele buitengewone
begrooting van oorlog aangenomen.
Nadat in het Lagerhuis het debat
over de politie zes uren had geduurd, ver
langde Balfour de sluiting, die met 166
tegen 90 stemmen werd toegestaan. De
Parneliieten protesteerden. Het geheele
hoofdstuk werd met 182 tegeu 110 stem
men goedgekeurd.
De Times meldt uit Zanzibar, dat de
Britsch-Iudische haudelaars te Bagamcyo
schadevergoeding eischen vau de Duitsche
Oost-Alrikaansche Maatschappij, op groad
dat zij door hare iulaudsche huurlingen
zjju geplunderd.
(Jit Napels wordt gemeld, dat twee
jongelieden, leden van de republikeiusche
vereeniging, Zaterdag-avond door de politie
betrapt werden op het oogeublik, dat zij
de lout van eeue bom, die bjj de deur
zonderling alleen had gezeten, en eer de week
voorbij was, liad hij reeds zijne passage naar
Engeland genomen op de Royal Mail Steamer
Tagns en liet de kokosnotenboschjes van Port-
Royal aan den harenkant achter zich. Voor hem
lag de open zee en daarachter Engeland, Ethel
en John Cann's schat.
Het was toch nog een heel lang karweitje
geweest, om de noodzakelijke voorloopige stap
pen te doen voor het aanstaande zoeken naar
John Cann's bigraven dubloenen. Allereerst
moest hij aan Ethel de interest betalen en eene
afschuwelijke geschiedenis bedenken waarvan
natuurlijk geen woord waar was hoe hjj ge
daan had om haar arme driehonderd pond op
het voordeeligst te beleggen. Dan moest er nog
een ander verhaal verdicht worden om de drie
maanden buitengewoon verlof voor het ministe
rie van koloniën goed te maken. Vervolgens
kwam de vraag hoe het land te koopen, waar
John Cann's sehat verborgen lag, en dat was
werkelijk nog eene buitengewone en bizondere
zaak geweest.
Wordt vervolgd