N IE WE
No. 1331.
Zondag 16 December 1888.
13de Ja*1
Socialistische wijsheid.
BU1TEN~LA N I).
i
Wordt vervolgd.)
BAARU»
ABONNEMENTSPB IJS
Per 3 maanden voor Haarlem0,8o
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzjnderljjlre Nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BDSSAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
lsijjcndkaj;
AGITE MA NON AGITATE.
OfJRAIT.
PBIJS DIB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels.30 Cents.
Slke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KLIPPERS LA U REI.
Toen wij niet lang geleden over de so
ciaal-democratie schreven, konden wjj niet
vermoeden (ai hebben de sociaal-democraten
ous aan verrassingen gewend), dat een
nieuw schandaal, waarbij de socialisten
zich van zulk eene schandelijke zijde deden
kennen, voor de deur stond.
Het gebeurde te Amsterdam op jongst
leden Zondag vormt eene treurige blad
zijde in de geschiedenis der hoofdstad, al
kan natuurlijk slechts een zeer klein deel
van hare bevolking voor het schandfeit
worlen aansprakelijk gesteld.
Wij hebben nu de sociaal-democraten
weder aan het werk gezien en ziju daardoor
in de meeuing versterkt, welke wij onlangs
verdedigden, namelijk, dat tegen de socia
listen buitengewoon streng moet worden
opgetreden.
Ouder de weinige verblijdende verschijn
selen van den dag behoort wel dat te wor
den genoemd en geroemd, dat het socia
listisch bedrijf van Zondag eenparig werd
afgekeurd. De liberale pers maakte vol
strekt geene uitzondering. Daarvan dank
baar acte nemende, kunnen wij toch de
vraag niet terughouden, of de dagelijksche
ophitsingen tegen .Priesterheerschappij* en
Pausvergoders* wel in staat zijn om bi)
niet-Katholieken, die daarenboven van an
dere zijde zoo ontevreden met alle gezag
eu geloof worden gemaakt, verdraagzaam
heid jegens de Katholieken in te boezemen?
Voor heden zullen wij het bij deze en
kele vraag laten. Wellicht zullen de ge
beurtenissen van j 1. Zoudag er toe leiden,
dat de liberale pers zich tegenover de
»clericalen« wat matigen zal, eu dat zelfs
hooggeleerde Heeren als Spruijt e i Van
Leeuwen hunne pen wat meer in bedwang
zullen houden.
Voor wij heden op een nieuw staaltje
van socialistische wijsheid de aandacht
vestigen, om dan de moraal uit het mede
gedeelde af te leiden, hebben wij een woord
te richten tot de Arnhemsche Courant.
Dat orgaan maakt op zeer we'.willeuden
toon (wij constateereu zulks gaarne) ge
wag van onze verklaring, dat de kracht
wan het Evangelie grooter is, dan dat van
de wet. De schrijver laat echter de vol
gende woorden volgen:
.Met de Nieuwe llaarlemsche Courant
zjjn wjj het eens, dat, zoo de beginselen
van het Evangelie meer werden erkend
en beter werden toegepast, de maatschappjj
daarvan de heilzaamste gevolgen zou ou
dervinden.
.Ongelukkig echter heeft rueu geleide-
ljjk met het Evaugelie nog zoo vele an
dere beginselen en begrippen trachten in
te voeren en daarom ligt misschien wel
voor een groot deel de oorzaak van veel
kwaad. Daardoor toch werden afgestooten,
FEUILLETON.
De verborgen schat.
11) (Vervolg.)
De eigenaar domkop die hij was had
geen lust het stuk te verkoopen, om het even
wat er hem ook voor geboden werd, omdat het
hoekje beplant was met eene groep hoornen, die
uit zijne eetkamer zulk een fraai gezicht op
leverden. De drommel hale die ramen van zijne
eetkamer! Wat ter wereld kon het iemand schelen,
wanneer bet gebeim van John Cann op het spel
stond, of hij uit zijne ellendige eetkamer iets zag
of niets zag. James was bepaald ontzet over de
koppigheid en bekrompenheid van dien armen,
kleinen squire, ie aan niets anders ter wereld
denken kon dan aan zijne eigene, bespottelijke,
ouderwetsche ramen.
Eindelijk echter, door zijn bod zoo boog mo
gelijk te stellen, kon hij dezen tegenspartelen
den, ouden duitendief overhaleD, afstand te doen
van zijn driehoekig stukje land, aan de bocht
der rivier. Evenzoo was daar nog quaestie van
die naderen zouden en verdeeld, wie een
moesten wezen.*
In de overgenotneu zinsnede uit het
Arnhemsche blad wordt blijkbaar de leer
der Kerü gesteld tegenover het Evangelie.
Dat geschiedt telkens zonder dat men dan
weet te bewijzen, dat de leer der Kerk, met
de Evangelieleer in eenig opzicht afwijkt.
De Arnhemsche Courant verzuimt aau te
toouen (hetgeen iets anders is dan po
seereu) welk beginsel en welk begrip de
Kerk zou hebben ingevoerd, hetwelk .kwaad
op de sameuleving heeft kuunen werken,
eu die verdeeldheid zaaiden, toenadering
beletten.* De Kerk is een; hoe kan zij ver-
deelen? Is de verdeeldheid van haar ge
komen
Daar de Arnhemsche Courant dikwerf
van groote gematigdheid blijk geeft, be-
treureu wij het zeer, dat ook zij vervalt
tot die algemeenheden, met welke men
niet verder komt en die op onkundigen
slechts ophitsend werken.
Thans komen wij tot de nieuwe bijdrage,
welke wij zouden leveren ter kenschetsing
van de socialistische wijsheid.
Domela Nieuwenhuis sprak namelijk in
de zitting der Tweede Kamer van jl. Dins
dag o. a. het volgende.
»Ik meen dat ons rechtswezen op fou
tieve grondslagen rust. Ofschoon wij niet
lang geleden een uieuw Strafwetboek heb
ben gekregen, toch meen ik dat daarin
geene rekening is gehouden met den stand
der wetenschap, gelijk zij op het oogeu-
blik is.
.Het Strafwetboek mist naar mijne over
tuiging een weteuschappeljjkeu grond; het
heeft geene rekening gehoudeu met de phi-
losophische gronden, waarop het gebouw
moet zijn opgetrokken.
.Men heeft zich namelijk geene reken
schap gegeven omtrent het wezen der straf
Wij leven in eene gemeenschap, eene societas
eu nu rijst uatuurljjk de vraag: hoe moe
ten wij doeu met die soort van menscheu,
die als ik het zoo in het algemeen noe
men mag anti-sociale daden verrichten?
Het antwoord van het Strafwetboek luidt
evenals dat, wat gegeven wordt door den
Heer Clercx, mijn buurman rechts: »in
de gevangenis stoppen*. Neem ze eenvou
dig uit de gemeenschap weg. Het komt mij
voor, dat dit geen aanspraak kan maken
op den naam van wetenschappelijken grond,
want a'sdau klimt men op tot de oorzaken,
en als die oorzaken zijn weggenomen, dan
en dan alleen zal het mogelijk ziju om de
gevolgen, datgene wat men ziet, te voor
komen.
.Welke zijn nu de oorzaken van de
anti-sociale daden? Ik zou geneigd zijn ze
te onderscheiden in drie klassen; de physische,
de physiologische en de sociale.
.Onder de jongere criminalisten zijn ve
len, wier werken ik met groote belangstel
ling heb bestudeerd; vooral in Italië ver
schenen schoone werken, bjjv. van Lom-
betalen; hoe belachelijk het schijnen moge, met
al het geld van John Cann bijna in zijne handen,
was James genoodzaakt anderen lastig te vallen,
te kwellen, te liegen en te intrigeeren, weken
achtereen, ten einde dat nietige sommetje in
klinkende munt te krijgen voor zijne betalingen.
Eindelijk toch leende hjj het; hij nam het op,
door Ethel over te halen de rest der effecten van
haar armzalig klein fortuintje te verkoopen en
door tante Èmily net zoo lang te vleien, tot
zij haren naam onder een verkoopbriefje van
hare weinige waardelooze meubelen plaatste.
Eindelijk naar velerlei uitstel en moeite was
James de werkelijke bezitter van bet hoekje land
geworden, waarin de schat vau John Cann ver
borgen lag.
Den allereersten dag, dat Jamei Mitford dat
lang begeerde stukje grond zijn eigendom kou
noemen, kon hij zijn lust niet bedwingen (of
schoon hij wist dat dit gevaarlijk was in een
land, waar tot veler spijt de wet bestaat van
bet teruggeven van een gevonden schat) maar
begon hij onmiddellijk in het geheim te graven
in de schaduw van de drie groote wilgenboo-
men, in de bocht der rivier. Hij had de plaat
selijke ligging reeds zoo goed iu oogenschouw
broso, Garafalo, Colajanni en anderen; zij
hebbeu mij vasten grond onder den voet
gegeven, ai nemen zij niet alle de drie door
mij genoemde oorzaken aan.
.Échter hoe uitlokkend het moge zijn
daarover eene verhandeling te houden, ik
stip alleen aau hoe onjuist de grondslagen
zijn van onze strafwetten, die geen reke
ning houden met de oorzaken, maar alleen
vragen naar de daden, als hadden de be
weegredenen, die daartoe dreven, er niets
mede te maken.
.Ik behoor tot hen, die met Quetelet,
den vader der statistiek genoemd, meenen
dat »de ondervinding klaarblijkelijk, bewijst
het feit, wat iu het eerst wonderlijk voor
komt: hel is de maatschappij, die de misdaad
voorbereidt, en de schuldige is slechts het werk
tuig dat haar uitvoert. Elke sociale staat
onderstelt een zeker aantal en een zekere orde
in de misdrijven, die een noodzakelijk gevolg
zijn van zijne organisatie
.Wanneer dit waar is, Mijne Heeren,
dan zijn de schuldigen, die onze gevange
nissen bevolken de sterkste bewijzen van
de slechte organisatie vau den Staat; zij
zijn eigenlijk niet de schuldigen, maar een
voudig de slachtoffers der maatschappij. Ouze
gevangenissen ziju men heeft slechts te
letten op hare bevolking feitelijk groote
armhuizen; immers 9/10 zijn arme drom
mels, wier misdaad daarin bestaat, dat zij
zich hebbeu vergrepen aan het .heilig*
eigendomsrecht. Maar wie bepaalde de hei
ligheid van dat recht? Dat waren de be
zitters, zoodat de misdaad is: het opkomen
tegen de orde door die bezitters gemaakt;
omdat zij het recht, gelijk zij beweren,
omdat zij de macht, gelijk ik beweer, daar
toe hebben.
.Wanneer wij die beschouwing, die toch
den grond van alles uitmaakt, aanvaarden,
ziedaar ons dan op rechtsgebied te midden
dei sociale quaestie.
.Wij komen dan tot de overtuiging dat
er twee klassen bestaan, bezitteudeu eu niet
bezitteuden, en het zoogenaamde recht wordt
gemaakt en gehandhaafd door de bezitten-
den. Dat recht is dus niet anders te noe
men dan een klassenrecht. De probf op de
som van deze redeueeriug is voor mij de
bevolking der gevangenissen zelve.
.Buitendien is het merkwaardig, dat ik
voor deze meenicg steun viud bij een man,
van wien men het geeuszins verwachten
zou, van Adam Smith, den vader der libe
rale staathuishoudkunde.
.Hij zeide: »de burgerlijke Regeering, voor
zooverre zij is ingericht voor de veiligheid
van het eigendom, is in waarheid slechts
eene iurichtiug ter verdediging van de
KIJKEN TEGEN DE ARMEN OF TER VERDEDIGING
VAN HEN, DIE IETS BEZITTEN TEGEN HEN DIE
NIETS HEBBEN*.
.Precies dus hetzelfde wat daar even door
mij werd betoogd. Het is zeker merkwaar
dig, dat ik juist steun moet vinden bij
dien man.
genomen en gemeten, dat hij tot op een haartje
de juiste plek wist te vinden, waar John Cann's
schat werkelijk was verborgen. Hij begon met
een klein houweel den arbeid, zoo vol vertrou
wen, al had hij reeds de groote dubloenen in
de stevige kist zien liggen, waar binnen zij be
sloten waren, zooals hij wist. Hij groef vier voet
diep, zooals John Cann's aanwijzingen bevalen;
en toen, het was precies zoo, stiet zijn houweel
tegen eene stevige eikenhouten kist, goed voorzien
van ijzeren klampen. James ruimde al het vuil
van het deksel weg en deed zulks zorgvuldig
maar niet haastig, en trachtte toen de kist er
uit te tillen, maar dat was 1e vergeefs. Zij was
natuurlijk veel te zwaar voor zijne armer.; dat
gewicht aan zilver en goud moest immers veel
meer zijn dan een enkel paar armen konden
optillen. Hij moest maar beproeven het deksel
te openen, zoodat hij het goud beetje bij beetje
er uit kon halen en naar huis brengen, wan
neer hij dit ongemerkt doen kon en dan de
plek telkens weder zorgvuldig bedekken, uit
vrees voor de schatkist en den eigenaar van
het heerenhuis. Hoe afschuwelijk onrechtvaardig
scheen hem nu de wettige aanspraak van die
twee trage vijandelijke machten en dan te moe-
Een paar voorbeeldou, hoe de bestaande
verhoudingen misdadigers doen ontstaan.
Iemand steelt een brood, omdat hij geen
arbeid ban vinden eu geen arbeid, geen
brood. Die man wordt gepakt en veroor
deeld tot gevangenisstraf. Ik wil eerlijk be
kennen, dat ik niet g.iarue de rechter zoude
zijn, die het vonnis over dien man zoude
moeten uitspreken, want hij deed de na
tuurlijkste daad van de wereld, eene daad
van zelfbehoud, e i zulk eene daad ligt nu
eenmaal in de menschelijke uatuur. Die man
doet, iudieu de omstandigheden weder zoo
zijn, weer hetzelfde. Zorgt men dus niet
voor veranderde omstaudighedeu, dan is het
veel cons quenter om, iu plaats vau hem
weder achter slot te zetten, dien man een
voudig op te hangen, dan is men vau hem
af. Hei, laten voortbestaan van die omstan
digheden en het opsluiten van dien man
in de gevangenis maken de zaak niet beter.
De v9rhoudiugeu in de wet uitgedrukt, zijn
dus alleen de schuld daarvan.
.Een tweede voorbeeld. Een fabrikant
wordt vermoord, omdat hij zijn honger
lijdenden arbeiders geen hooger loon wil
geven en huu nog durft toevoegen: daar
buiten groeit gras genoegvreet jullie dat maar.
De dader wordt gepakt en natuurlijk voor
jaren opgesloten. Alweder vraag ik: is de
zaak daarmede verholpen?*
Tegen die verheerlijking van den diefstal
in een volgend nummer ons protest.
Het hof van appel te Brussel heeft, bjj
gemotiveerd arrest, overeenkomstig het
requisitoir van den Procureur-Generaal, den
Heer Verschoor, het verzoek van Mej.
Marie Popelin, doctores iu de beide rech
ten, om als advocaat bjj het bof te worden
ingeschreven eu beëedigd, van de hand
gewezen.
De Kölnisehe Volkszeitung meldt: Het
Oosteurijksch Episcopaat maakt zich ge
reed een adres op te zenden aau Z. H.
deu Paus, waarin de Bisschoppen zich
uitspreken voor het herstel der tjjdelijke
macht.
Uit Parijs wordt gemeld, dat Bou-
langer zijne vordering tot echtscheiding
ingetrokken beeft, omdat zij geen kans
van slagen aanbood.
Tu het Lagerhuis heeft Labouchère
de vraag gesteld of het Parlement geraad
pleegd zal worden over de maatregelen
ten aanzien vau Soeakin, en of in het
geval daarheen troepeu gezonden worden,
de kosteu gedragen zullen worden door
Engeland of door Egypte. Stanhope heeft
daarop te keuueu gegeven ten aanzien
van het eerste punt niets te kunnen be
loven, eu over het andere zich een ant
woord te moeten voorbehouden.
De gemeenteraad van Genua heeft
op het beticht van het overlijden der Her
togin De Galliera besloten voor drie dagen
ten denken, dat hij, James Mitford, zich de
moeite van den arbeid en het avontuurlijke vol
gen van het gansche spoor zou hebben getroost,
opdat ten slotte twee luie, onverantwoordelijke
deelhebbers zouden komen, ten einde, zoo mo
gelijk, al het voordeel van zijne scherpzinnigheid
en moeite te trekken.
Eindelijk deed hij door eene krachtige poging
het roestige slot openspringen en keek met be-
geerige blikken in de sterke, eikenhouten kist.
Wat sloeg zijn hart met langzame, zware slagen
op dat gewichtige oogenblik; niet van verwach
ting, want hij wist, dat hij het geld vinden zou,
maar door de eiudeljjke verwezenlijking van eene
lang uitgestelde, veel omvattende hoop.
Ja waarlijk, daar lagen ze voor hem groote,
glinsterende muntstukken van oud Spaansch
goud, goud, goud, niets dan goud, geschikt
in lange rijen, netjes naait elkaar, over de ge-
heele oppervlakte van de breede, eiken kist. Hij
had het gevonden, werkelijk gevonden. Na zooveel
moeitevol zoeken, na zoovele vergeefsche pogingen,
na zoovele hartbrekende teleurstellingen lag daar
John Cann's schat in werkelijkheid open voor hem.