N I E U W E
No. 1336.
Zon lag 30 December 1888.
13de Jaargang.
Rust een weinig.
BU1TENL A Nl)l
Per 3 maanden voor Haarlem0.80
Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Aizmderljjke Nummers 0,03
Dit blad versehjjnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG
BÏÏSEAÏÏ: St. Janstraat Haarlem.
AGITS MA NON AGITATE.
paus DEK advebtentiEb
VAn 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiëu worden uiterlgk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Wordt vervolgd.)
IAA1LII8ME ('OURAI
ABONNEMENTSFHIJ8
JSMAlMIUNDKAl
Uitgevers: KUPPER8 I, A UR E T.
0^^ Wegens het feest van de Besnijdenis des
Heeren (Nieuwjaarsdag) zal de Nieuwe Haarlemsohe
Courant in plaats van Dinsdag. Woensdag a. s.
verschijnt; het dan volgende nummer verschijnt
Zaterdag 5 Januari e. k.
Het einde nadert.
Nog slechts twee etmalen en wij staan
aan den uitgang vau bet jaar 1888. Voor
dat die ure zal slaan, licht eerst nog een
Zondag voor ons aan.
De laatste Zondag des jaars bezit eene
geheel bizoudere beteekeais. Het is op zulk
eeu dag iu dubbele mate of ous uit den
hooge wordt toegeroepen: Rust een weinig.
Rusten is dan ook voor velen noodig bij
het verwisselen van bet jaar. De beslom
meringen des levens waren voor niet wei
nigen, wij mogen wel schrijven voor de
meesten, afmattend.
De ougunst der tijden rust loodzwaar op
velen. De dagen, welke wij beleven, zijn
zorgwekkend in hooge mate. Veler wel
vaart kwjjut; veler bestaan wordt zelfs ge
heel bedreigd. De mededinging werkt doo-
dend voor de nijverheid en de gedrukte
stemmiug iu Europa, het gevolg van den
toestand van deu gewapenden vrede en van
de onzekerheid in elke richting, werkt al-
lernoodlottigst op den handel. Ook de land
bouw heeft met schier onoverkomelijke be
zwaren te kampen. Hi) wordt te ontzent
althans niet beschermd en deelt bovendien
in do matheid waardoor aller bedrijf in dit
tjjdperk zich zoo treurig keumSrkt.
Wel verrees dan ook het Kerstlicht over
velen, die ic smart en bezorgdheid zjju.
Doch waar de harten zich openstelden om
de stralen op te vangen, die uitgingen van
den lichtglans, welke de Eugelen in de
velden van Bethlehem omgaf, daar vluchtten
voor eene wijle de nevelen van het bezorgde
gemoed, voor den vrede iu God.
Eu na dit Kerstfeest de laatste Zondag
van dit jaar. Voor den laatste alzoo het
geopende graf, waaruit de Godmensch, ze
gevierend over dood en hel, is uitge
stegen
De triumf van den Heiland der wereld
is de levensgroud der hope voor alle ge-
loovigen.
Met Hem staan zij op uit den dood der
zonde; iu Hem verdwjjut voor hen de nacht
der smarten; door Hem worden zij tot eeu
niouw geestelijk leven gewekt.
Op dezen dertigsten December, op dezen
merkwaardigeu christelijken Sabbat is het
ons, alsof de verrezen Heer ons tegemoet
treedt en ons toeroept: Rust een weinig.
Zullen wij weigeren naar die Goddeljjke
liefdestem te luisteren? Voorzeker neen. Eu
als wi) dien Hemelschen Leidsman volgeii,
dan leidt Hij ons veilig niet enkel naar
FEUILLETON.
De Kroon van Theodolinda.
Te allen tjjde is eene kroon het teeken ge
weest van vorstelijke waardigheid. Keizers en
Koningen, Hertogen en Graven, zij allen droegen
en dragen thans nog hunne kronen. De 1'aus
het algeraeene hoofd der Christenheid draagt eene
driedubbele kroon of tiaar, die aanduidt, dat hij
boven alle Keizers en Koningen is verheven.
De kroon, waarvan hier sprake is, was de
kroon eener vorstin, die uitblonk in godsvrucht
en deugd en dat wel te meer, wijl zij zich be
woog in een kring, die zich meestal door ruw
heid en onbeschaafdheid kenmerkte.
Theodolinda l iefde in een tijd van tweespalt
te midden van een land, dat ten prooi was aan
rooverij en afgoderij Zij was eene deugdzame
vorstin, die hare plichten nauwgezet waarnam,
vermits z:j God beminde en Hem oprecht diende.
Zij was gehuwd met Antharis, Koning der Lom
barden en wist hem eerbied en liefde af te
dwingen minder door haren rang dan wel door
den adel van haar beminnelijk karakter.
In die periode, waarin vorstinnen haar tijd door
brachten in de vermaken van een wereldsch
hof, gaf Theodolinda er de voorkeur aan, een
nuttig en werkzaam leven te leiden, Terwijl zij
den uitgang van elk jaar, maar ook naar
dien van ous leven. Hi) verlicht onze oogeu,
opdat wjj de werken Zijns Vaders zouden
zien, ook die de Almachtige wrocht in ous
eigen lot en leveu.
Terugblikkende op den afgelegden le
vensweg ontwaren wij allereerst een tal
van afgewentelde steenen. Hoe zagen wij
tegen veel op in den loop des jaars, ook
in dien van 1888 en boe werd ouze vrees
vaak verrassend beschaamd
Het leven is zeker allerminst een feest
getij; dat zou trouwens allernoodlotffigst
wezen voor onze geestelijke ontwikkeling,
maar toch strooide Gods hand ook op het
eenzaamst en dooruigst pad soms eene
bloem der vreugde. Op den donkersten
lijdensweg viel nu en dan een lieflijke
lichtstraal; als de gebedstoon maar niet ver
stomde op de lippen en in het hart, kon
de zwaarst beproefde nog jubelend zingen
iu den nacht zijner smarte.
Zoo werden wij voor wanhoop bewaard,
waarde ougeloovigen vertwijfelden. Daarvan
kan de minste ouder ons getuigen. Of was
het niet als of aan de outberiug nog eeu
bizoudere zegen Gods verbonden bleek.
De krachten van den behoeftige nemen
dikwerk nog toe, ouder het gebruik van
het afgepaste voedsel, terwijl de r j)kbedeelde
aan den keurigsteu disch zich steeds zwak
gevoelt en de heerlijkste gerechten hem
niet kunnen smaken. Het harde brood in
gezondheid genoten, verkwikt nog meer dan
de meest gekruide spijze eu als het hart
door liefde is verwarrad, is het niet al te
warm gestookt vertrek eeu Eden, vergele
ken bij de woning van den rijke waar
in de verkoeling tussehen de ledoii des
gezius hare d:oevige uitwerking doet ge
voelen. De aandoenlijke dichterlijke schets
door Tollens in »De gevels der huizenge
leverd, bljjft waar voor alle geslachten eu
tijden.
Het waarachtig geluk hangt niet altijd
af van uitwendige levensomstandigheden.
De groote vraag is maar, of de Heiland
der wereld, Die werd geboren in de kribbe,
Die stierf aau een kruis, doch Die herrezen
en heerscht iu deu Hemel, eene wouing
heeft gemaakt iu ous hart. Hij, de Al
machtige, redde de zielen; Hij komt tot ons
iu de Geheimen eu Genademiddeleu der
Kerk. Hij versterkt en troost ous door Zijn
Geest.
Rust eeu weinig zoo roept Hij, ge
lijk wij reads hoorden, ons toe eu als wij
ons nederzetten aan Zijne voeten, dan zullen
wjj werkelijk verademing vinden. Wij heb
ben die noodig nu wij staan als tussehen
twee jaren. Het jaar dat verging, bracht
veel in de wereld, dat de gemoedsrust der
volken verstoorde eu aan de natiën een
bedeukelijken toestand voorspelt.
de ijdele vermaken versmaa !de, legde zij er zich
op toe de smarten en wonden barer medemen-
schen te heelen en in de verzorging der armen,
meende zij terecht ook een middel te zien om
eene plaats in den Hemel te verwerven.
Met een klein gevolg verliet zij dikwijls de
groote stad Milaan, dan eens om de beslomme
ringen van het koningschap van zich af te
schudden, dan weer om de heerlijüheden der
Schepping te bewonderen, doch zelde,n zonder
een nuttig oogmerk voor hare onderdanen, met
wier geluk hare gedachten zich altijd bezig
hielden.
Het was in het begin der maand Mei. De
dag verhief zich prachtig en helder; het land
schap bood aan de verrukte blikken der Koningin
al de verlokkelijkhedcn aan, waarmede de natuur
Italië zoo kwistig heeft bedeeld. Uitgestrekt in
haren draagstoel, zag Theodolinda met verwon
dering eene vrouw van zeldzame schoonheid aan
den oever eener kleine rivier gezeten, geheel in
gepeins en als 't ware ten prooi aan ernstige over
denkingen. In de schaduw van een lommer
rijk hosch van honderdjarige eiken sliepen, een
lief, klein meisje en een vreeselijk groote, ruig
harige hond met lange, witte tanden. Zijne
pooten schenen het kind, dat tegen zijne breede
borst leunde, nog in zijn slaap te beschermen.
Het kind kon ongeveer tien jaar oud zijn; hare
blonde lokken vielen in lange tressen op de
Het ergst van alles is wel, dat de kruis
banier door zeer velen niet langer als de
banier des geestelijken behouds wordt be
groet. In den hoogmoed des harten spreekt
menigeen: Ik wil des Heilauds kind niet
meer zijn!
Welk eene verblinding spreekt zich uit
in die taal. De reddende liefde wordt daarin
jammerlijk miskend en de vrede der ziel
door den vermetele verbeurd.
Toch blijft de Heilaud het verloren schaap
ook nog op dezeu laatsten rustdag opzoeken.
Hij zal niet ïusteu voor Hij het heeft terug
gebracht iu den stal, waar Hij al de zjjneu
vereenigt.
Men outkent in dezeu tijd het wonder,
maar is het niet reeds eeu wonder vau ge
nade en liefde, dat deze goidelooze wereld
nog wordt gespaard? God kau den ouge-
loovige dadelijk verderven, d< ch Hij wil
juist ziju behoud. Dat hebben de Engelen
in den Kerstnacht verkondigd: Vrede moet
heerscheu op aarde.
Die vrede kan echter alleen wonen in
de harten van heu, die van goeden wille
zjjn. Niet met geweld breekt de Heer de
harten open. Wij moeten naar Hem boo-
reu, Hem volgen, Hem aanbidden, om Ham
leven en sterven.
Deden wij dat niet tot heden, dan kan
op dezeu rustdag het ernstige besluit daar
toe worden genomen. De Kerk, welke Hij
stichtte, opent iu Zjjn naam en in Zijne
kracht de liefde-armeu om allen te omvat
ten. Slechts hij wordt uitgesloten, die zich
zelveu buitensluit.
Er zou groote bljjdschap zjju iu deu
Hemel als op den drempel van het nieuwe
jaar velen zich tot God zouden bekeeren,
die nog verre van Hem bleven. Het is nooit
te laat om, a's de verloren zoon tot deu
Vader te gaan en met oprecht berouw iu
vreJe en genade iu de vaderlijke woning
te wor !eu opgenomen. Allen, die met het
oude j.iar hun zondig verleden van zieh
wierpen in deu stroom des tijds, zij zullen
een Nieuwjaar beleven, waarover de Engelen
zich verheugen zulleu.
Zoo moge voor den geloovige en voor hem,
die, helaas! nog uiit voor den Heilaud zich
liet winnen, deze laatste Sabbat van 1888
rijk gezegend wezen.
Deze Zondag, liggende tussehen de kribbe
van Bethlehem en het graf van den tijd,
zij een rustdag, een dag van dank, een
dag van voorbereiding voor deu laatsten
levenslag bovenal.
Het rustuur dat hij biedt, worde gewijd
aau het peinzen van de volgeude levens
taak eu die worde straks hervat iu's Hee
ren kracht, dan zal 's Heeren gunst ons
niet worden outhouden eu tot het einde
onzes levens zai er vre ie ziju, want verzoeud
met God zullen wij deze wereld verlaten.
zwarte ooren van het trouwe dier en golfden
om den grooten kop van den hond. Het lieve
en blozende gelaat van het kind glimlachte bij
de kalmte en frisehheid, toen de zachte zcfir
haar voorhoofd teederlijk streelde.
Dit tooneel, aangrijpend door zijne eenvoudig
heid, moest meer de belangstelling dan de nieuws
gierigheid bij de goede vorstin opwekken. Zij gaf
bevel, dat men haar naar de vreemdelinge zou
brengen, terwijl zjj met het oog op den el-
lendigen toestand der onbekende, niet wilde laten
blijken, dat hare afzondering haar bedenkelijk
voorkwam. De rjoverijen en strooperijen van
allerlei soort, die eiken dag in dit tijdperk plaats
grepen, veroorloofden zelden aan eene vrouw
zich alleen in de streken te wagen, die buiten
de versterkte kasteelen, slechts eenige verstrooide
woningen aanboden, waar eenzame reizigers eene
schuilplaats konden vinden.
Iu de nabjjheid zag men een wit rijpaard
grazen, dat met eene purperkleurige schabrak was
bedekt. Deze bewees de qualiteit van haar, die
het paard bereed, en uit de bewerking kon meu
opmaken, dat het toebehoorde aan eene voorname
dame der noordelijke landen. Men kon deze
opmerking gerust maken, vermits de Galliërs en
meer nog de Franken reeds van hun ouden
oorsprong af, toen zij nog slechts den krijgs
mantel droegen, zich door verschillende teekens
onderscheidden.
Op ouze groeve zal men het Kruis kun-
neu planten als symbool van het teeken
waarin ook wij zijn gered en gezaligd.
Z. H. de Paus heeft Maandag bij de
ontvangst van het H. College, dat Hem
zjjn e geluk wenschen ter gelegenheid van het
Kerstfeest kwam aanbieden, een belangrijke
allocutie gehouden in antwoord op het adres
der Kardinalen.
De Moniteur de Romeeen blad, dat
voeling heeft met het Vaticaan, zegt naar
aanleiding vau de groote protest-meeting
te Utrecht gehouden: »Men kan deze edele
kampioenen voor de Romeinsche quaestie
niet genoeg gelukwenscheu met hunne eens
gezindheid eu hunne energie bij de verdedi
ging der pauseljjke vrjjheid. Holland heeft
in de eerste rjjen postgevat bij dezeu kruis
tocht. God zal het er voor zegenen.
Naar men verneemt, heeft dezer dagen
de raad van bestuur der Duitsche Nieuw-
Guinea-compagnie eene vergaderiug gehou
den, waarin besloten is de Rjjksregeeriug
te verzoeken subsidie beschikbaar te stellen
voor eene stoomvaartlijn van Hamburg of
Bremen naar de Nederlandsche Oost-Iudi-
scbe bezittingen, met eene zijlijn naar
Nieu w-Guiuea. Te Hamburg schijnen reeds
vertrouwelijke inlichtingen te zijn inge
wonnen bij reederjjeu aldaar, die lot het
aanvaarden dezer stoomvaart-verbindiug be
reid zouden ziju. Terwijl de Regeering zelve,
zooals reeds vroeger werd gemeld, zich
zeer geresorveerd toont, moet door enkele
Katnets van Koophandel eene stoomvaart-
verbinding met Nederlandsch-Iudië reeds
zjju aanbevolen.
Van verschillende zijden wordt gemeld,
dat Prins Von Bismarck tegen half Januari
te Berljju zal komeu, om aan de werkzaam
heden vau den Rijksdag deel te nemen.
Dat parlementair optreden van den Rijks
kanselier kan slechts op koloniaal-politieke
voorstellen betrekking hebben en meer spe
ciaal ook op de aangevraagde credieteu voor
de Marine. Andere vragen van belang, waarbij
de medewerking van Prins You Bismarck
zou noodig zjjn, komen niet in behandeling.
Door de Frausche Kamer is het wets
ontwerp aangenomen, houdende goedkeu
ring der tussehen Frankrjjk en Nederland
gesloten overeenkomst omtrent de grens
scheiding tussehen beider West-Indische
koloniën.
De Heer Boulauger is candidaat voor de
Kamer te Parjjs.
Te Asnières en te Rouaau hebben Zon
dag twee belaugrjjke royalistische bijeen
komsten plaats gehad.
Op nieuw bleek de toenemende gehecht
heid aau het koningschap.
Toen later de beschaving meer doordrong en
zachtere zeden voor ruwe gewoonten in de plaa's
kwamen, moesten ook deze ruwe onderscheidin
gen plaats maken voor bevallige deviezen en
geslachtswapenen, waarmede de ridders zich ver
sierden.
De eenzaamheid der vreemdelinge diende der
Koningin tot inleiding van een gesprek. De
vrouw stond op. Hare houding was indrukwek
kend; zij had even als het kind, lange, blonde
lokken, terwijl hare groote blauwe oogen eene
treffende vastheid van karakter uitdrukten. Hare
stevige armen kwamen uit de zwarte mouwen
van haar ruw overkleed te voorschijn, een kleed,
dat de gewone dracht der Galliërs was. Het onder
kleed of tunica was van het fijnste linnen en
ten teeken van rouw was haar hoofd met asch
bestrooid. De riemen barer sandalen waren van
geitenleer en haar zwarte sluier hing tot op hare
bloote voeten.
„Koningin!// sprak zij in de Latijnsche taal,
die toeu in de meeste beschaafde landen gespro
ken werd, //Koningin, ik ben de hooge bergen
overgetrokken en heb de uitgestrekte vlakten
doorreisd om mij aan u te vertrouwen.// De
vreemdeling begreep uit de kleeding en uit het
gevolg, dat de Koningin vergezelde, welken rang
hare ondervraagster bekleedde.