N I E W E
No, 1337.
Donderdag 4 Jannari 1889.
14de Jaargang.
1889.
BUITENLAND.
Koloniën.
HAARLEM
ABONNEMENTSFB IJ 8
Per 3 maanden yoor Haarlemf 9,8b
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BUK EAU: St. Janstraat Haarlem.
QOlAlNTUCNDhlf
[RAMT.
PBIJS DEB ADVEBTENTIÉW
AGITK MA NON AGITATE.
Van 16 regels.30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPER8 LAUREï.
Wanneer deze regelen onder de oogen
onzer geachte lezers komen, zal wederom
een jaar in de peillooze eeuwigheid zijn
verdwenen. 1888 zal tot het verleden be-
hooren eu 1889 zal ons de armen hebben
geopend.
Veel goeds brengt het nieuwe jaar ons
niet. De Kerk wordt bijna overal verguisd,
vervolgd, veracht en haar Opperhoofd, de
Geesteljjke Vader van schier 300 millioen
Katholieken wordt bespot eu nog steeds
gevangen gehouden door eerloozen, die na
hem het erfgoed van Petrus ontroofd te
hebbeu, alle leed aandoen, dat in huune
macht is.
De mogendheden zijn tot op de tanden
gewapend, houden millioeuen soldaten ten
oorlog gereed eu perseu den laatsten pen
ning aan de zwaar gedrukte bevolkingen
af, om maatregelen te nemen ten einde bij
het uitbreken van den overal gevreesden
oorlog te kunnen aanvallen of zich verde
digen.
De volkeren gaan gebukt onder de heer-
schende crisis, die nijverheid, haudel eu
landbouw doet kwijnen. Waar het heen
moet, weten wy niet, maar dit weet en
begrijpt een ieder, dat alles in den tegen-
woordigen gespanuen toestand niet kan
blijven. Eene catastrophe is, om zoo te
zeggen, onvermijdelijk op wereldlijk gebied;
eene verandering op geestelijk gebied^ is
eveneens te voorzien, want God zal Zijne
Kerk niet verlaten.
Wie de roede zal dragen, door welke de
schuldigen gestraft worden is niet te zeg
gen. Wie de eer zal hebbeu aan de Kerk
rust eu vrede terug te geven eu haar te
herstellen in luister en aanzien, is onbekend.
Maar dit is zeker, dat er groote zaken
vroeg of laat zullen gebeuren. Immers in
Gods hand liggen de menschelijke werk
tuigen om de heraelsche besluiten uit
voeren. Kan er niet eene gebeurtenis plaats
hebben, waardoor aan Paus en Kerk de
geschonden rechten worden terug geschon
ken? Heeft de Opperpriester van Rome,
niet reeds nu, iu zjjue gevangenis, eene
plaats ingenomen, die door velen zijner
voorgangers werd gemist? Kan men aan
nemen, dat de roepstem, die dagelijks
nit millioenen borsten opwelt, ten gunste
der Ster, die op het Vaticaan schittert,
onverhoord zal blijven?
Wij willen niet vooruitloopen op de ge
beurtenissen, maar onze overtuiging is, dat
groote voorvallen, groote verauderingen niet
gansch verre zijn en dat het zwaard van
Michaël weldra boven Rome zal verschijueu
om bet kwade te straffen en het goede te
verdedigen.
Hopen en vertrouwen we steeds op Hem,
die de zijnen niet verlaat eu die zelfs te-
FEUILLETON.
De Kroon van Theodolinda.
Vervolg.
2)
//Ik heb,// ging zij voort, //in oorlogstijd het hof
der Frankische Koningen verlaten. De zonen van
den grooten Clovis versmaden de dienaars van
hun vader en de smart hierover heelt mijn echtge
noot gedood. Hij zeids mij stervende: ////Vertrek,
verlaat met uwe kinderen dit hof, dat de recht
matige diensten van christelijke, vrije mannen
niet waardig is. Turijn heeft een trouwen Hertog,
die de zorg op zich zal nemen voor onzen zoon;
Milaan heeft eene edele Koningin, dia zich het
lot onzer dochter zal aantrekken en Lombardije
heeft kloosters voor de weduwen.""
//En hebt gij dit bevel opgevolgd?// vroeg
Theodolinda, terwijl zij aan de weduwe van den
vrijen Frank een teeken gaf zich bij haar op
het o-ras neder te zetten.'
De vrouw aarzelde, doch toen de Koningin
haar bij de hand nam en haar met zacht geweld
dwong te gaan zitten, namen zij beiden naast
elkander plaats.
Theodolinda was nog jong; zij had eene sier
lijke en buigzame gestalte, hare lange, loshangende
gen alle menschelijke iuzichten in, het goede
uit het kwade kan voortbrengen.
Wi] kunii6u deze regeleu niet eindigen
dan na een heilgroet te hebben gebracht
aan onze geachte lezers. Eu wij doen dat
gaarne. Niet hoogdravend of zeer bespie
gelend echter willen wij onzen weusch by
den aanvang van '89 maken. Eöue zake
lijke uiteenzetting van wat wij onzen lezers
in 't bizouder en al onzen medeburgers iu
't algemeen toeweuschen, vinde hier hare
plaats.
Wie is er niet, die bij een terugblik op
het afgeloopeu jaar bemerkt, dat dit jaar
hem niet juist alles heeft gebracht, wat hij
bij den aanvang daarvau zich weusebte?
Hoevelen hebbeu ondervonden, dat, inplaats
van iets aan te brengen, dat hun geluk
kig zou gemaakt hebben, het verdweneu
jaar er juist getuige van was, boe zij ge
troffen werden door eenig verlies, waar
door zij iu hunne genegenheid werden ge
troffen of waardoor hoopvolle verwachtin
gen werden vernietigd. Voor de aldus ge
troffenen kan slechts eeu troostwoord baten
en dat heenwijst op eene verre toekomst,
onbereikbaar voor ons sterflijk oog, maar
dat den geloovige moed geeft en kracht om
zijn verlies gelaten te dragen.
Wat hen betreft, die teleurgesteld wer-
deu iu huune verwachtingen, voor dezen
is de wensch gepast, dat het nieuwbegou-
ueu jaar alsuog de vervulling moge bren
gen van alles wat zij verhoopten. Of dit
mogelijk is? Het zal wellicht dikwijls van
den aard der wenschen afhangen. Want
het is bijua zeker, dat veleu huune ver
wachtingen wat al te hoog spannen, dat
zij te veel eischen van hun goed geluk.
Hunne verlangens zijn soms niet recht
matig. Yoor dezen uu zijn misschien uieuwe
teleurstellingen weggelegd. Maar voor de
overigen, voor hen, die slechts redelijke
wenschen koestereu, biedt het nieuwe jaar
wellicht weer nieuwe kansen. Wij hopen
het althaus.
Niet velen verwijlen lang bij het ver-
ledeue. De meesten vestigen den blik op
de toekomst, welke met hare uieuwe be
hoeften vanzelf weer nieuwe wenschen rae-
debreugt. De oprechte weusch, dat de
Hemel die toekomst moge zegenen, dat
het nieuw ingetreden jaar ons allen dat
gene moge brengen, wat iu de eerste
plaats nuttig en heilzaam is voor ons,
zij hier dus uitgesproken. Moge Gods zegen
rusteu op den arbeid, die ons wacht, op
de oudernemingen, welke zullen opgezet
worden; moge God ous sterkeu en ons
alles geven, wat ons goed en heilzaam is.
Dat Hij ous kracht scheuke iu tegenspoed
eu lijden, dat Hij ons behoede voor over
moed en onverschilligheid jegens Hem, als
voorspoed en geluk ons deel worden
Het zal ounoodig zijn, aan te dringen
haren hingen in golvende lokken naar beneden
en waren versierd met natuurlijke bloemen. De
groote, zwarte oogen der vorstin waren zacht en
liefelijk, om hare lippen speelde een glimlach
terwijl liaar sierlijke hals zich even vorstelijk;
bewoog als die eener zwaan. Hare kleine handen
kwamen uit de plooien van de zijden tunica
te voorschijn, die, behalve haar azuren kleuren
hare oostersche stof, in snede niets verschilde van
die der overige vrouwen van het hof.
//Ik heb gehoorzaamd, Mevrouw,// hernam de
weduwe. „Nadat ik den Hertog van Turijn had
bezocht, heb ik de reis naar de Koningin der
Lombarden voortgezet.//
„En heeft de Hertog van Turijn uwe wenschen
verhoord!" vroeg de Koningin, zonder hare vraag
duidelijker te omschreven.
//Ik heb mjj bij den Hertog aangemeld met
mjjne heide kinderen; ik heb hem de redenen
mjjner komst ontvouwd en hij heeft de erfenis
van mijn overleden echtgenoot aanvaard.//
„En dat alleen, zonder geleide?// vroeg
Theodolinda verder.
„Geheel alleen en onder Gods hoede, want
naarmate mijne hulpbronnen verminderden ont
sloegen mijne dienaren zich meer en meer vau
den eed van gehoorzaamheid. Ie Turijn bleef
er éeu en thans heb ik er nog een over,// en
de weduwe toonde aan de Koningin den hond,
op de welgemeendheid dezer wenschen of
op de uitgebreidheid der strekking, welke
wij daaraau wenschen te geven.
Behalve voor onze lezers wij zeiden
het reeds uiten wij onze heilweuschen
ook voor al onze mede-ingezetenen, voor
de geheele 9tad, onzer inwoning, ja voor
geheel Nederland. Als het den Hemel be
haagt Zijn mildeu zegen uit te storten
over allen, opdat allen deelen in de wel
vaart eu den voorspoed, dan komt dit ook
aan de Spaaruestad, aan gansch Neder-
laud, ten goede. Dat welzijn toch gaat
ous allen ter harte en geene wenschen
van algemeene strekking, zooals wij die
hier thans uiten, zouden den voorspoed
van onze gemeente, van ons land, mogen
uitsluiten. Daaraau willen we ons dan niet
schuldig maken, maar wij eindigen met
den hartelijken wensch: Het ga in het
uieuwe jaar de inwoners van Haarlem,
ja van geheel ons vaderlaud wèl.
Jl. Zaterdag verscheen te Rome eene
encycliek, waarin Z. H. de Paus de Bis
schoppen eu de geloovigen bedankt voor
hunne kinderlijke deelneming in den loop
van 'sPausen jubilé-jaar.
Met 38 stemmen tegen 8, terwjjl de
Heer Brouckère buiten stemming bleef, is
door den Belgischen Senaat het weteout-
worp aangenomen, omtrent het gebruik van
bet Vlaamseh by de strafrechtspleging in
Vlaamsch België.
Uit Hamburg wordt gemeld, dat het
voorloopig onderzoek iu de zaak van Dr.
Geffckeu (dagboek van Keizer Frederik)
is afgeloopen, waarna de stukken iu han
den zijn gesteld van den Oher-Reichsanwcilt
tot het opmaken der acte van aanklacht,
die vermoedelijk reeds eerstdaags bij het
Rijksgerechtshof zal worden ingediend. Te
vens verneemt men, dat Geffckeu in strenge
afzondering wordt gehouden en er dus geen
vooruitzicht bestaat dat hij inmiddels uit de
voorloopige hechtenis zou kunnen ontsla
gen worden.
De Fransche Senaat heeft met 208
stemmen tegen 21 het crediet van 200,000 fr.
goedgekeurd voor het inrichten van eene
groote feestzaal in het paleis vau bet Elysée.
De Senaat heeft t9vens de begrootiug
onveranderd aangenomen. Floquetlas daarop
het besluit van deu President voor, waarbij
de zitting wordt gesloten.
De Kerstdagen hebben in Oostenrijk
eene verrassing gebracht, en wel de ver
loving van 's Keizers jongste dochter Ma
ria Valeria met baar neef Franz Salvator
van Toscane. De Prinses, die thaus 21 jaren
telt., is te Post geboren, en heeft mis
schien wel om die reden meer eeuo Hon-
die zijn grooten muil opende om de vochtige,
frissche lucht in te ademen.
//Heeft de andere u dan verlaten?"
//Hij is bij mijn zoon Lotharius gebleven. Hij
is evenmin als deze vatbaar voor verleiding en
ondankbaarheid. Deze blijft bij rajjne lieve Ber-
trade in afwachting dat de Koningin der Lom
barden het verzoek van Eudoxie, weduwe van
den vrijheer Sigismund, afslaat of gunstig ver
hoort.//
//Ik dank den Hemel, edele vrouw,// zeide
Theodolinda, //dat Hij mij heeft uitgekozen om
uwe hoop te vervullen. Ook ik aanvaard het
deel der erfenis van Sigismund, vrijheer van
den grooten Frankischen Koning en verzoek u
uw intrek te willen nemen in het paleis van
Milaan.//
„Edelmoedige vorstin! de paleizen hebben ons
voor altjjd zien vluchten, overigens heb ik nog
eene laatste order uit te voeren, nadat ik een
weinig in uwe staten heb uitgerust.
//Voor gij vrij zijt over uzeive te beschikken,
edele vrouw,// hernam de Koningin, //blijtt u
nog over Bertrade aan het hof voor te stellen en
misschien om haar, die gij als uwe dochter hebt
opgevoed, van dienst te zijn."
^Spreek, beveel mijneaedele weldoenster, wat
moet ik doen om u te bewijzen, dat Eudoxie
de grootheid uwer goedheid waardeert!"
gaarsehe dan eene Duitsche opvoeding ge
had. Bisschop Ronay was als haar leer
meester aangesteld en gaf haar eene voor
treffelijke opleiding. De Aartshertogin heeft
dichterlijke gaven, en hare gedichten, voor
zoover zij bekeud zijn, getuigen van fijn
gevoel.
Aartshertog Franz Salvator van Toscane
is een neef vau den Groothertog van Tos
cane, zooals bekend ook tot het huis Habs-
burg behoorende, die iu 1859 uit zjjn laud
is verdreven. Sedert woont de Groothertog
te Sal/,burg. De aanstaande schoonzoon des
Keizers is 22 jaar oud 9n eerste luitenant
der cavalerie.
De Oostenrijksche militaire autoriteiten
hebbeu besloten tot bet vormen eencr oor-
logsflotille op deu Douau.
Het Agentsehap-Stefani meldt, dat de
Koning van Italië bet ontslag van Mag-
liaui heeft aangenomen, nadat deze zich
had beroepen op den slechten staat van
zijne gezondheid. Bij besluit van jl. Zaterdag
is Grimaldi, thans Minister van Landbouw,
benoemd tot Minister van Financiën, Peragi
tot Minister van de schatkist en Micelli
tot Minister van Landbouw.
Naar uit San Fraucisco aan de
Neie-York Herald gemeld wordt, heeft
de Minister van Binuenlaudsche Zaken van
Houoloeloe op de meest barsche wyZe den
Engelschen Consul beantwoord, toen deze
kwam klagen over de behandeling, den
Eugelscheu aangedaan die bezig ziju eeu
spoorweg aan te leggen.
Uit Athene wordt gemeld: Naar
aanleiding van een wetsontwerp tot re
geling eener vordering ten laste van den
Staat, groot 300,000 frank, van den ge
wezen Griekschen Consul-Generaal te Lon
den, Spartali, past de oppositie in de
Kauier bet stelsel vau obstructie toe, zoo
dat alle andere zaken blijven liggen. Som
mige ministeriëele bladen verlangeu dat
de Kaïuer zal ontbonden worden.
Uit Askhabad wordt gemeld, dat,
blijkens aldaar uit Teheran ontvangen be
richten, eene bende Perzische kwaadwilligen
eeu passagierstrein in brand gestoken heeft,
in welke zich ook vele vrouwen bevonden.
Eene schadeloossteling van frs. 100,000
moet door de Perzische Regeering aan deu
vertegenwoordiger der Belgische spoorweg-
ondernemers zijn betaald. De woede van
het publiek tegen de misdadigers was zoo
groot, dat men eeu algemeeneu opstand
vreesde. Aanleiding tot de misdaad was het
overrijden van een Pers door een der treinen.
Uit Atjeh wordt dd. 11 Nov. aan het
Nieuioe Pad. Iland. geschreven: In den
nacht van 3 op 4 dezer omstreeks half
twee ziju twee Europeesche militairon uit
„Het uitstapje, dat ik vandaag gedaan heb,
is geen ijdele gang geweest; ik heb er een lof
waardig doel mede gehad en God heeft mij op
den weg geleid, waarop ik u heb ontmoet of
schoon gij daardoor van Milaan verwijderd bleeft.
„Mijne vorstin, uwe woorden schijnen eene
vraag te veroorlooven.//
„Sedert lang,// ging Theodolinda voort, //heb
ik den II. Johannes beloofd, hem ter eere eene
kerk te bouwen. Hij heeft mij doen kennen,
dat mijn wensch hem aangenaam was, terwjjl
hij mij beval daar te bouwen, waar de H. Geest
zich zoude verwaardigen aan mij te verschijnen
onder de gedaante eener blanke duif.//
//Het is alleen voor Zijne uitverkorenen,//her
nam de weduwe, terwjjl zij eerbiedig opstond
en de vorstin godvruchtig aanstaarde, //het is
voor Zijne uitverkorenen alleen,// herhaalde zij
met aan< oening '/dat God zich verwaardigt eene
tastbare gedaante aan te nemen." De Koningin
gaf hierop geen rechtstreeksch antwoord, maar
zeide, laat ons in plaats naar de stad terug te
kceren onze bedevaart volbrengen. Ik heb daartoe
den zegen van den II. Yader ontvangen, dien ik
met alles in kennis heb gesteld.
//Veroorloof mij, mijne Koningin,// hervatte
Eudoxie, //u het kind voor te stellen, dat nog
niet weet, hoeveel onrust haar leven mij heeft
veroorzaakt. (Wordt vervolgd.)