NIEUWE No. 1347. Zondag 27 Januari 1880 14de Jaargang. Een gevaar. BUIT EN LA N 1). Met den trein van 9 uur 30 min. ABO JS19 E ME JS TBBB IJ 6 0,8ó Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen iu Nederland fr. p. p. 1,10 Voorliet Buitenland 1,80 Afz rnderl jjke Nummers0.08 Dit blad verschijnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. B U REAU: St. Janstraat Haarlem. .1ITM AINTIINOKj r AGITE MA NON AGITATE. ?aiJS DEB ADVMBTENTIÉ» ?au 16 regels.30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentie n worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgever 8: KUPPER8 k l.AUREÏ, Men beweert, dat de invoering van den persoonlijken dienstplicht eme uitgemaakte zaak is. Zij zou reeds om die uitdruk king te bezigen in het hoogste ressort ziju beslist. Onze lezers weten, dat wij tegen de af- schaffiug van de plaatsvervanging ziju ge kant. Bij herhaling hebben wij daaromtrent ons gevoelen ontwikkeld. Naar onze over tuiging bestaat de noodzakelijkheid vol strekt niet om tot die door velen gevreesde hervorming over te gaan. Ook in B-lgië wordt door de militaire party zeer op den persoonlijken dienstplicht aangedrongen, maar tot hiertoe ging de maatregel niet door, ondanks zelfs de Ko- niug voor de afschaffing van de plaatsver vanging is gezind. In bet voorbijgaan merken wij op, dat wij daarvau Koning Leopold geen verwijt maten. Hjj wordt natuurlijk in deze zaak door zijne militaire omgeving beheorscht, terwijl de radicalen, alleen om de behoudenden te hinderen, zich bij de militaristen in deze qaaestie aansluiten. De groote vraag, welke in deze zaak alles beheerscht, is deze: is de invoering van den persoonlijken dienstplicht onafwijs baar uoodig? Met audere woorden, vordert het behoud des vaderlands den gelmteu maatregel Zoolaug vele bekwame oppercfficiereu volhouden, dat die laatste vragen geen toestemmend autwoord eischen, blijveu wij van oordeel, dat tot de afschaffing van de plaatsvervanging niet moet overgegaan worden. Als wij die meening uiten, laten wij ons volstrekt niet absoluut beheerscheu door de quaestie der Geestelijkheid, dat wil zeggen, doot de overweging, hoe wellicht 7iu of later de aanstaande Geestelijken aan de militieplicht zulle.i onderworpen worden. Dat vraagstuk bezit groot belaug; hij, die zich voorbereidt voor het geestelijk ambt, alzoo tot de dingen van het Rijk der Hemelen, moet niet van die hoogte worden neergetrokken in de sfeer van de kazerne, waarin het (dat zullen de mili taristen wel toegeven) alles behalve he- melsch toegaat. Eeue legerwet, welke geeue uitzondering voor de Geesteljjken inhield, zou volstrekt onaanuemeljjk voor ons ziju. Zulk eene wet verwachten wij in geen geval vau den Minister Bergansius. Geheel afgescheiden echter van die con sideratie betrekkelijk de Geestelijkheid, zien wij iu de afschaffiug van de plaatsvervan ging een oogeublikkeljjk gevaar. Noodeloos (wij leggen daar nadruk op) zullen vele jongelieden, wier studiën eu oefening niet kunnen afgebroken worden zonder groot gevaar voor het sociale leven, FE UIL L E T O AT. Op een sckoonen Juni-avond van 't jaar 1875 was ik en passant naar Hasfoks-Grate-Station, tusschen Londen en Brighton als toerist bij den lieer Lyous op bezoek. Dr. Lyons en zijne vrouw waren mij sedert lang bevriend en elk jaar ver toefde ik daar een of twee weken. Ilc verwacht te nog een pakket boeken uit de stad en was daarom genoodzaakt nog eens naar het station te gaan, om te zien, of het niet aangekomen was; toen ik zulks aan miss Lyons medeile 1de, zeide zij belssfd//O, ik verwacht Dr. Lyons, hij is voor zaken naar Brighton en zal met den trein van 9 uur 30 min. terugkomen, als gij den pony wilt aanspannen en hem afhalen, dan zult gij hem cene aangename verrassing bereiden, terwijl gij tevens eene beste gelegenheid hebt om uw pakket boeken hier te krijgen.// Dankbaar nam ik het vriendelijk aanbod aan en weinige minuten later zat ik in een korf wagen met een lustigen grauwen pony er voor. Pe avond was prachtig. De zon was nog niet uit hun kring en van hunne werkzaam heid worden onttrokken. Was er nu geen andere weg om het vaderland te redden, dau de persoonlijke dienstplicht, dan zoudeu w|j moeten be rusten. Dat is echter niet het geval. Gelijk wij reeds zooaveu coustateerden, verklaren zeer bekwame deskundigen, dat het niet noodig is, de plaatsvervanging te doen vervallen. Aan dat oordeel moet te meer nog wor den gehecht, omdat het werd geuit door mannen vergrijsd in den dienst en innig gehecht aan Vaderland eu Oraujv. Een zeer gewichtig motief om de plaats vervanging niet te behouden, wordt out- leeud am de theorie van de gelijkheid voor de wet. Reeds vroeger hebben wij dit argument te licht bevonden. Sedert werden allerlei maatregelen genomen om het den jonge lieden uit den gegoeden stand prettiger in den dienst te maken. Op dien weg zal rneu nog veel verder gaau als de persoonljjke dienst wordt in gevoerd. Doch (zoo vrageu wij) waar blijft dau de gelijkheid voor de wet? Ons duukt, dat de miliciens uit de eenvoudige standen zich door die uitzondering, welke voor de zonen van den gegoeden stand worden gemaakt, zich nog meer en meer gekwetst zullen gevoelen. De beoogde gelijkheid wordt ten slotte in de meest hatelijke ongelijkheid omgezet. Dat is de waarheid. Democratische weuschen worden door deze wijze vau doen, dan ook volstrekt niet vervuld. De zoon uit het volk is vau beter koop, als hij, vr|j loteude of vrjj zijnde voor geld dient voor een auder, dan wanneer ook hjj door de wet wordt belet zich iu dieust te begeven. Iu het kazerne leven is toch werkel|jk zulk eeue welvaart niet voor hem bereikbaar. Volgens onze meening zjjn het illusiën, welke de voorstanders der dienstplichtig heid voor alle lotendeu bezielen of wel zij worden door oppervlakkige sympathieën geleid. Wat ons aangaat, wij zien uit geen enkel oogpunt eeue noodzakelijkheid iu de oplegging van meerdere militaire lasten aan de natie. Zal het volk daar voor wezen? Moest men de liberale woordvoerders ge'ooven, dan snakt de natie naar de verdwijuing vau de plaatsvervanging. Niets is echter minder waar dau dat. De overgroote meer derheid der Natie wil van die algemeeu- making van den dienstplicht niets weten. Trouwens de liberale leiders gelooven zelveu niet aan hun beweren, dat ons volk zoo haakt uaar den persoonlijkeu dienst plicht. De ervariug heeft dit reeds be wezen. Tom de wet-Van Styrum aan de orde was, stemden vele liberalen tegen. In onze provincie zgn er zelfs kiesdistricten lang in 't Westen onder en de wolken kleur den zich in het schoonste avondrood; twee of drie sterren waren reeds aan den hemel zicht baar en schitterden als diamanten. Uit een na- bijzijnd veld, dat met tarwe begroeid was, ver nam ik den schellen toon van de kwartel, over de weiden heen lag de dauw, even doorschijnend eu prachtig wit als een sneeuwmantel; van het grazende hoornvee zag men slechts de koppen en de horena uit den nevel uitsteken, en deze wandelende, gehoornde koppen, gaven een zoo eigenaardig gezicht, dat ik een oogenblik mijn pony staande hield, om te zien, wat het eigen lijk was. Eensklaps vernam ik het gefluit van de locomotief en zag, dat de trein van 9,30 juist de tannel uitstoomde; de roode signaallichten doorschemerden als vurige oogen dei nevel. Ziende, dat ik te Iaat zou komen, gaf ik den pony de zweep en dreef hem op snellen draf vooruit. Op bijna een kwartier afstands van 't statioD ligt een slagboom en dicht er bij in een oud, onaanzienlijk huisje, woont de wisselwacliter, een rare, oude gezel, gewoonlijk in een wit linnen kiel gekleed, waarop zijn witte baard neerhing. De oude man had zich in zijne ledige uren ve/poosd met levensgroote hoofdfiguren te snijden en had deze op eene rij op het dak waarin voorstauders vau de afschaffing der plaatsvervanging geen kans hebben te worden gekozen. Eu dat iu het liberale Noord-Holland 1 Het is voor ons dan ook zeer de vraag of de liberalen thans den moed zouden hebben, om een partij-votum van de leger wet te maken als deze de plaatsvervanging afschaft. Stemt de linkerzijde als een man voor die wet, dan zouden vele liberale kiezers er ernstig aau gaan denken om hun Afgevaardigde een plaatsvervanger te geven. Wij hopen dau, dat het dreigeud ge vaar nog zal worden atgeweud, eu dat de wet-Bergausius niet absoluut deu persoon lijken dienstplicht zal inhouden. Bedriegen wjj ons niet, dau bestaat er nog wel een uitweg om dv plaatsvervanging te doen vervallen en toch lotelingen in de gelegenheid te stelleu zelf geen dieust te presteeren. Uit dien hoofde zullen wjj afwachten, wat de komende wet zal bepalen; het rapport der Staatscommissie bindt niemaud en niets. Hebben wjj reeds nadruk gelegd op het dadelijk gevaar dat de wet, waarbij de per soonlijke dienstplicht op volstrekte wjjze zou worden ingevoerd, nood weudig zal op leveren, er is uog een zeer verwijderd ge vaar, hetwelk niet minder bedeuKeljjk moet heeten. Gesteld de wet zou de Geestelijken vrij stellen vau deu dieust, wie geeft dau oen waarborg dat niet later, als de liberalen weer de overhand krijgen, die uitzondering zou opgeheveu worden? Eenmaal de plaatsvervanging afgeschaft, zal men zich zeer gemakkelijk verder op dien uoodlottigen weg begeven. Het is der halve plicht Regeeriug en Kamers toe te roepen: wacht u voor den eersten stap! Er ziju theorieën, welke zoo fraai kinken maar die in depraktgk veel kwaad stichten. Tborbecke heeft eenmaal met recht ge waarschuwd tegen deu volkswaan van deu dag. Zulk een waan zien wjj in de bewe ging tegen de plaatsvervanging. Als onze legermacht behoorlijk wordt versterkt en onze schutterijen meer worden geoefend, dan zien wij de toekomst vol strekt niet douker in. Men verzinue eer meu begiut. Telaat berouw zou hier ver schrikkelijk zjju. De commissie van rapporteurs iu deu Rijksdag over het wetsontwerp betreffeude verzekering ter zake van ouderdom, heeft besloten, eeue wijziging voor te stelleu iu de bepaling, dat een verzekerde op zgn zeventigste jaar, onverschillig of bij op dien leeftjjd al dau niet nog in staat is om geld te verdienen, recht heeft op uitkeering wegens ouderdom. De commissie is van zijner woning geplaat t. Voorwaar, een zeld zame aanblik voor de voorbijgangers! Hier blikt u het roode, opgezwollen gelaat eens dronkaards tegen, daar de afstekende physiognomie eens gierigaards met doordringende oogeD, ginds de wilde en angstverwekkende trekken eens waan zinnigen en de strakke onverschillige gebaren van een idioot. Ik riep den oude toe, dat hij mij deu slagboom zou openen, want ik had haast om het station nog voor de aankomst van Dr. Lyons te hereiken. Overigens hielp mij mijn ongeduld njet veel, want de wacht '.r, die op zijn gemak uit het huis kwam, liet er zich niet door bewegen om iets spoediger te gaan. Eindelijk ging de slagboom naar omhoog, ik dreef mijn pony op een draf en reed den straat weg op. Nog een paar honderd stappen en het station was bereikt, doch plotseling bleef de pony staan, plaatste de kleine pooten recht op den grond, wierp den kop in d n nek, snoof vol angst en was in 't geheel biet meer te bewegen nog een s ap verder te gaan. Ik sprak hem vriendelijk toe, trok aan den teugel, gaf hem de zweep, doeh alles te vergeefs; de kleine //spring in 't veld// was niet van de plaats te krijgen. Hij was zoo bang, dat hij rilde in al zijn leden; de ooren had hij diep in den nek oordeel, dat dit recht voor deu verzekerde behoort in te gaan op zjjn 65ste jaar. Het bericht dat er te Berlijn uit Londen eu Washiugton nota's waren ontvangen, waarin Engeland eu Amerika zich verklaren tegen Duitsch'auds overwegeuden invloed op de Samoa-eilandeu eu tegen de haude- liugen van Duitschlands agenten aldaar, wordt door de Norddeutsche Allgemeine Zeitnng tegengesproken. Tusschen Duitsch- land en Amerika bestaat er geen verdrag aangaande onafhankelijkheid en neutraliteit vau Samoa, doch hierdoor zal Dnitschland zich niet lateu weerhouden iu eerbiediging van de rechten, die audere staten bij trac- taat met Samoa hebben verkregen. Thans wordt te Parjjs opnieuw ver zekerd dat het besluit, waarbij de Hertog vau Aumale verbauuen is, ingetrokken zal worden, zoodra de verkiezing van 27 dezer zal af'geloopeu zijn. De Standard bepleit eene toenadering tusschen Engeland en Ruslaud. Indien de Czaar (zegt het blad) zgn belang goed be greep, dan zou hg inzien, dat een verbond met Engeland het natuurlijkst op zjjn weg ligt; doch liet zou conservatief en vredelievend moeten ziju. Beide lauden hebben gelijkelijk belang bij het handhaven van het Europeesche evenwicht; en Enge land zal het voortdringen van Ruslaud iu Azië niet met leede oogen aanzien, indien het weet, dat dit voortdringeu niet de ver wezenlijking van eerzuchtige plannen ten doel heeft. Mocht eeue mogendheid (zoo eindigt het artikel) bet even wicht trachten te verstoren als teu tijde van Napoleou I, dan zou men het streven van den rust verstoorder weten te verijdelen. Een dyamietpatroon is gesprongen in het waterdepöt van deu tramwagen te Bilbao. De schade is onbelangrijk. Niemaud werd getioffen; maar de personen, die den aanslag pleegden, zjju in heclileuis genomen. De verbazing over dit laatste, zoo zeld zame feit is groot iu geheel Spanje. Uit St. Petersburg wordt gemeld, dat alarmeerende geruchten iu omloop zjju omtrent deu gezondheidstoestand van den Minister van biuueulaudsche zaken. Naar bet heet ljjdt hij aan eene levensgevaarlijke hartkwaal. Do toestand iu Bulgarije boezemt te Weeneu iu officiëele kringen, ernstige be zorgdheid in. Uit Rome wordt gemeld, dat de Re geeriug, naar aanleiding van de Russische expeditie van kozakkeu naar Abessynië, besloten heeft de vloot iu de Roode Zee te versterken. Uit Con8tautinopel wordt gemeld, dat de Porte het voornemen te kennen heeft gegeven, met Maart de pateutwet op de handeldrijvende vreemdelingen te gaau toe passen. De buitenlaudsche handelskamers protesteeren daartegen. Berichten uit Athene makeu melding getrokken. Ik wilde zoo even den wagen uit springen, doch plotseling sprong hij op z|jde over het talud, de wagen bei wam een hevigen schok en ik lag op straat. Ik stond weder op van mijn onvrijwillig leger, greep den kop van het paard en trachtte het tot bedaren te brengen. Nergens kon ik iets bespeureu en het bleef mij een raadsel waarom zich Tassy zoo zeer had beangstig i. Slechts eene kleine stofwolk, door den wind opgezweept, vloog door de straat en het rammelen v*n een wagen, die zich rechts van den slagboom deu weg op bewoog, liet zich hooren om langzamerhand in de verte te verdwijnen. Nu weigerde Tassy ook niet langer om verder te stappen en na enkele minuten bereikten wij het st.tion. Tassy sidderde en rilde nog hevig en was geheel met schuim be - dekt. Dr. Lyons trof ik aan en hij was blikbaar verrast toen hij mij zagnadat de hartelijke verwelkoming voorbij was en wij arm in arm uaar ons rijtuig slenterden, bemerkte hij lachend: //nu, gij moet Tassy nog al wel aangezet heb ben, dat hij er zoo verhit uitziet; schaden kan het hem niet, de kleine heeft goede dagen genoeg.// Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 1