BINNENLAND. Koloniën. GEMENGDE BERICHTEN. gewoue bewapeniug. Zij kosten ruim vier millioen dollars. Veertien Staten, waaronder Nederland, hebben de uituoodiging van de Regeering der Unie aangeuomen om eeue maritieme conferentie bij te wonen, welke in den aanstaanden herfst te Washington zal plaats hebben. De Presidenten van de Transvaalsche Republiek en den Oranje Vrijstaat zullen op 4 Maart bijeenkomen iu eene grens- plaats, ten einde te beraadslagen over de quaestie van het sluiten van een tol verbond. Te Hongkong is 7 December de prachtige katb. kathedraal ingewijd. Het gebouw, dat 4000 personen kan bevatten en 120,000 dollars kostte, heeft een hoogen toren, 18 groote gebrandschilderde ramen, terwijl boven het kerkportaal het opschrift prijkt: Anno Jubilei Sacerdotalis Leouis XIII Papae Regis. Het geheel is opge trokken vaD blauwen steen, met roodeu steen afgezet bij de kolommen der cou- treforteu; het dak is geheel van gegoten jjzer en te Glasgow gefabriceerd. De Javalode schrijft: hoewel deJavasche Courant nog altijd blijft zwijgen, is er reden te gelooveu, dat ons bericht over eene gunstige wending der zakeu in Atjeh niet geheel en al van groud was ontbloot. Volgens het Bat. Nieuwsblad heeft de heer De Sturler, eigenaar vanTjiomas, persoonlijk aan den Gouverneur-Generaal een request ter hand gesteld, waarin ver zocht wordt om eeue schadeloosstelling van 3 ton, voor het nadeel hem toegebracht door het wederrechtelijk en willekeurig in grijpen in de zaken van het land Tjiomas door de plaatselijke besturende ambtenaren. Bijna alle officiereu van het Indische leger, die er paarden op nahouden, zijn toegetreden tot de vereeniging, die zich heeft gevormd om een zeker bedrag uit te betalen wauneer er een paard vau een der leden is gestorven. Het bedrag dat hun wordt uitgekeerd is, zooals men verhaalt, f 250, terwijl bjj een sterfgeval slechts f 1,50 betaalt behoeft te worden door ieder der leden. Tegen 17 vau da 22 vrggesproke- neu in de tweede Tjilegousche muiterszaak, zjjn maatregelen genomen tot politieke verwijdering. Vrijdag 4 Januari werd de behandeling der derde zaak aangevangen. Men berekent dat alle zaken nog vóór het einde dezer maand zullen zijn afgedaan. Toen de mislu-te candidaat voor Schiedam, de Heer Six (een van die geassureerde lieden welke, als zij geen Commissaris das KoDings zijn, Minister zijn en als zij geen lid kunnen worden van de Tweede, lid zijn van de Eerste Kamer) er zich over beklaagde, dat er christelijke leuzen, gelijk b. v. de vrije godsddienstige school, bij de stembus gebruikt zijn door de partij, die thans regeert, gaf de Heer Mackay hem ten antwoord Het heeft my bjj den verkiezingsstrijd ge troffen, dat de woordvoerders van liberale zijde naar het schjjnt het nut of het goede hebben ingezien van onze beginselen, althans van de gehechtheid der kiezers aan die beginselen, daar zjj dikwijls tot de woorden toe, aan onze zijde gebruikt, van ons overgenomen hebben om hunne candidaten aan te bevelen. Doch de Heer Six zeide nog meer, waarop hem niet is geantwoord. Over 't algemeen zjjn deze Ministers, ook de Heer Keuchenius, wel wat al te beleefd. Een weinig parlementaire brutaliteit kan geen kwaad. Want, het is geen parlementaire toon, het is geen Kamerwel sprekendheid, het is een vlegelachtig sociëteits praatje, wat de Heer Kransen v. d. Putte aan gaande den //decoratieven en ornementalen// Mi nister van Buitenlandsche Zaken, wiens caricatuur hjj schetste, stoud te vertellen en het was eene kwaadaardige uittarting wat de Heer Six sprak, toen hjj aan de onzen verweet, dat zjj huichelaars waren en christelijke leazen gebruikten om ze ten bato van louter aardsche belangen en voor deden te doen dienen. Hjj noeme éen zoo'n Earizeeuw, en als hij in gebreke blijft, houden wij hem voor dien eenigen Farizeeuw, wien het nu spijt, dat hjj zich in Schiedam vroom aanstelde zonder dat hij er voordeel bij had. (De Gelderlander.) Zelfmoord. Onder al de schepselen is slechts de met rede en verstand begaafde mensch, die de hand aan zijn eigen bestaan slaat. De drang tot zelfbehoud is ook bij het nietigste schepsel, bjj den meest ellendigen mensch zoo diep inge worteld, dat bij alle volkeren de zelfmoord als een» hoogst onzedelijke daad wordt beschouwd. En toch zien wjj in de tegenwoordige maat schappij, helaas! het getal zelfmoorden met den dag aangroeien. De zelfmoord van den keizerljjken PriDs Rudolf wekte in gansch Europa eene groote sensatie. Door de anti-katholieke, door de joodsche pers vooral was hjj om zijne voortreffelijke hoedanig heden hoog opgehemeld. Hjj toch heette: de op gewekte, de vriendelijke, de levenslustige, de voljjverige, de spraakzame, de liberale, de vrjj- gevige Prins". Daarbij genoot hjj het hooge voorrecht tol vrienden te hebben vrjjdenkers, wetenschappelijke mannen, wars van alle ultra- montanisme, godloochenaars eu logemannen. Hjj kon bogen op eene statige figuur, een sierljjken, slanken lichaamsbouw, alles wat noodig is om de gunsteling, de afgod des volks ie zijn. Bij bals en sports schitterde hij. Hij genoot van den beker, die het zingenot biedt, met volle teugen. Als godsdienstig man, als voorbeeldig echt genoot, als onderdanige zoon wordt hij nergens geroemd. Nog meer zingenot, meer levensweelde wilde hij hebben. Den band des huweljjks wil hij breken. De godsdienst, de eer van het keizerlijke huis, het rechts-, godsdienstig- en billijkheids gevoel eener gansehe familie verzetten zich tegen dezen dwazen bespottelijken wensch. Zou hij dit alles trotseeren? Wie zou het durven bestaan? Maar wat zal hij doen, die nooit gewoon was, zijn wil en lusten paal en perk te stellen? Wat blijft hem over, die in den godsdienst geen kracht en steun vindt? Wij willen de beantwoording dezer vraag aan onze lezers overlaten, en hopen dat, wegens de onregelmatige vorming van zijne hersenen (zooals drie hoogleeraren na onderzoek verklaard heb ben), Rudolf niet verantwoordelijk is aan den Heer van leven en dood, voor den moord, dien hjj op eene andere en zich zei ven heeft gepleegd. Medelijden en troostmiddelen zoeken voor de verwanten is iets edels. Daarbij behoort de pers zich te bepalen. Zij zal den volke meer dienst bewijzen met den zelfmoord als eene hoogst af schuwelijke en onzedelyke daad te brandmerken, dan met allerlei verontschuldigingen en vergoe lijkingen op te disschen van dien gruwelijken zelfmoord. (P. W.) De Tijd verneemt dat Mr. Fan Ogtrop, naar aanleiding van Professor Spruyts opmerking in de laatste uitgave zijner brochure, gemeend heeft niet langer het stilzwijgen te moeten be waren, en dat een autwoord van het katholiek gemeenteraadslid de volgende week in druk zal verschjjuen. Naar hetzelfde blad verneemt, is de Heer W. P. A. Mutsaers, lid der Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, door de kiesvereeniging te Eindhoven voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer (vacature-Van Baar) tot eandi- daat benoemd. Aan de commandanten van d. d. schutte- rjjen is van regeeringswege verzocht om, voor zoover bjj hunne schutterjjen des Zondags oefe ningen worden gehouden, aan de schutters, die verhindsrd zjjn of gemoedsbezwaren hebben om daaraan op diep dag deel te nemen, de gelegen heid te geven tot oefening op een anderen dag. Z. M. de Koning bevindt zich, volgens de laatste berichten, veel beter; men ziet met veel minder zorg de naaste toekomst tegemoet. Uit 's-Gravenhage meldt men ons, dat een ontwerp in bewerking is tot wijziging van de verdeeling der provinciale kiesdistricten, en dat waarschjjnljjk spoedig alle Provinciale Staten volgens art. 4 der Prov. Wet zullen bijeen ge roepen worden, om daarover te worden gehoord. Het doel moet zjjn: de wijziging te dóen werken bij de aanstaande verkiezingen van Mei, welke desnoods zouden verschoven worden. De Tweede Kamer komt vermoedeljjk den 26sten Februari bijeen. De St. Ct. No. 34 bevat de wet van 28 Januari jl., tot vaststelling van de begrooting van uitgaven ten behoeve van de voltooiing van het vestingstelsel voor den dienst van 1889. De Amsterdamsche briefachr ij ver aan de Goesche Ctsrhrijft het volgende dat in de vorige week aldaar moet hebben plaats gehad: /Ergens in het hart van den Jordgau, de straat doet er niet toe, woont een kruier en porder. Het is eene oude taak, in eene kelderwo ning gevestigd, met het bekende opschrift: „Hier gaat men uit porre." Het gezin bestaat uit den vader, een stoereu zestiger, zoo'n echten stevigen kerel, die er drie staat, als 't noodig is; moeder de vrouw, even kras als haar echtgenoot, en een ongetrouwden zoon, die toch ook al de veertig is gepasseerd. De zoon nu is de held of, zoo men het wil, het slachtoffer van het verhaal. Hij heeft de gewoonte, reeds jarenlang, eiken avond voor hij naar huis gaat, eenigen tijd in eene tapperij te gaan, en beveelt dan met eene grove stem, half binnensmonds, eenige malen: „Geef me nog'n halhfie!" Dezer dagen loopt de man ouder gewoonte in zijn witte kiel de tapperij binnen, gaat zitten en bekijkt als altijd de ljjst der Staatsloterij, waarin hjj voortdurend meteen twintigje is geïnteresseerd. Met zijn dikken rechter duim langs de cijferkolota wijzende, ziet hij op eens zijn eigen nummer, het nummer van zijn briefje, en daarachter de hoofdsom aarigeteekend. Geen spier op zijn tanig gelaat vertrekt; hij legt de lijst neer en zegt ala altijd: „Geef me nog '11 halhfie!" Dan neemt hij de trekkingslijst weer op, loopt weer met zijn dikken duim langs dc cijfers, kijkt ter sluiks naar het papiertje in zijn vestjvszakje onder de witte kiel, en zegt dan we der, wat nog nooit is vertoond, op zijne gewone manier: ,,Geef me nog 'n heelel- Dit echjjiitzoo ougewoon, dat de kastelein eu eenige even trouwe bezoekers als onze kruier, opmerkzaam worden en vragen wat hem scheelt. Na eenig aauhouilen komt het er uit, op stroeven toon: //'k Heb de bomh/ „Wat zeg je, de bom? Wat heb je toch, Piet?" ,/k Heb da boml De honderdduizend 1" Hoho! Dat was een pleizier, en wat in zulke gevallen als van zelf spreekt, daarop moest duch tig worden getrakteerdl De tapper bleef maar voortdurend aan het schenken, want het groote nieuws was onmiddellijk in de buurt bekend, en alle kennissen van den kruier kwamen, natuur lijk, op receptie. De tapperij werd spoedig te klein, want het stoud daar niet stil van bezoe kers, die bij zulk eene gelegenheid verbazend veel kuuneu wegbergen. Het eiude van het feest was, dat er zes-en-negentig borrel* waren getapt. «Morregeafrekenen!" zei de man met de bom, die zich volstrekt niet onbe tuigd had gelaten en na door eenige vrienden naar huis werd gebracht. Hij wist niet meer of het Januari of Augustus was, en had het gebruik van zjjne beenen geheel verleerd; maar toen hij aan de kelderwoning kwam, waar geen enkel licht meet te zien was, begon hij toch weer iets te vertellen vau den „bom", Da vader deed open en hielp den zoon naar bed, hetgeen waarschijnlijk met veel bezwaren gepaard ging. Den volgenden morgen, heel vroeg, zat de ge lukkige kerel reeds op de stoep met zij ie pijp in den mond en vertelde aan iederen konnis, die voorbijging, van het groote geluk, dit hem was te beurt gevallen. Tegen tien uur ein delijk gingen vader en zoon, heel netjes aange- daau, naar den Dam, om bij een bekend collec teur „den bom te gaan halen". Daar stond hij voor het loket en legde het verfrommelde twintigtje neer„Da'r! betaal me maar! 'k Heb de bom!" De collecteur schudde het hoofd, bekeek even het getal eu zeide op dood- kalmen toon: „Juist man! Dat nummer is er gisteren met een niet uitgekomen!" Wat denkt ge na, dat onmiddellijk daarop gebeurde? De vader gaf den zoon zulk een verschrikkelijke muilpeer, dat deze suizenbollend de gang doortuimclde en op straat terecht kwam. Ds oude heer deed dat zoo, om lat Piet zoo slecht de lijst had nagezien. Toch stond ds t 100,000 "vel degelijk achter het cijfer van Piets briefje, maar na eenig oudvrzoek kwam het uit, dat de arme kruier het slachtoffer was vau eenige grappenmakers, de bedoelde stam gasten der tapperij, die in overleg met den kastelein de trekkingslijst hadden vervalscht. De 96 borreltjes en de schade, die de bedrogene door verzuim vau werk had geleden, werden natuurlijk door de deelnemers vergoed. Toen het zoover was, betuigde de kruier en zijne geheele familie, dat het een „machtig aardig mopje" was geweest, want ze hadden er veel schik mee gehad. Menig ander zou het voor zeker niet zoo kalm hebben opgeuomen, denk ik. En dat is nu de ware geschiedenis vau de man met „de bom". De Heer C. L. Dudok De Witte Breukelen zal voor zijne verzameling gravures, pholographieën en voorwerpen, die hij verleden jaar ter wille van een goed doel op den huize Vechtetihof tentoonstelde, een afzonderlijk ge bouw op zjjn buitengoed Slangevecht doen op richten. Te Utrecht is een vreeselijke moord gepleegd. De geniesoldaat Stavast, die uit geweest, vervolgens thuis gekomen was en zich ter ruste brgevec had, werd door den korporaal Fekke, die eveneens uit geweest was, doch later was thuis gekomen, Zalerdag-uacht omslrteks 12 uur, aan zijn bed opgezocht; ds korporaal maakte twist met den soldaat en daagde dezen uit mede naar buiten te gaan, waraau renoemde genie soldaat aanvankelijk niet wilde voldoen. Ten laatste stond hij evenwel op, kleedde zich vluchtig aan en liep met den korporaal F. de kazerne rond. Voor den ingang van de soldaten-ointioe geko men, schijut korporaal F. den verslagene aange vallen te hebber, wat men opmsakt uit den bloedplas, die aldaar gevonden werd, en is dezen met een knipmes (eeD zoogenaamd modelmes, be- booreude tot de uitrusiing van d«n soldaat) eene 3 cM. groote word iu den hals carolistoege bracht, welke verwonding kort daarop den dood ten gevolge had. De schildwacht voor de kazerne, die op een kreet van den verslagens toeschoot, trachtte hem naar de wacht te brengen, dcch op kotten afstand daarvan Zakte hjj, onder den uit roep: „Heer wees mij genadig!" levenloos ineen. Door de adjudanten-onderofficieren K. en De V., bijgestaaau door een paar ardere onderofficieren, werd hij onmiddellijk geholpen en afgewassehen; het gestolde bloed werd uit deu mond verwjjderd; doch die diensten waren reeds een doode bewezen. In het hospitaal, werwaarts de versla- gene werd overgebracht, bleek deu officier van gezondheid, Dr. Sasse, die inmiddels geroepenen aangekomen was, dat de ongelukkige overleden was tengevolge van doodslag, door verwonding van den linker carotis. Na het plegen van de daad, heeft de verdachte korporaal zich te bed begeven. Toen men een onderzoek bij hem kwam instellen, hield hij zich alsof hij sliep en niet begreep waarom men hem wekte. Zelf was bij met bloed bevlekt, eu door den sergeant Van R. werd het met bloed bevlekte mes onder zijne krib weggehaald. Op grond dat de schild wacht achter de kazerne den korporaal F. met Stavast op het tijdstip van den moord om de kaZtroe heeft zieu loopen in ds richting van de cantine, met het oog op den twist daaraan voorafgaande op de kamer, het onder zijae krib gevonden met bloed bevlekte mes en meer an dere aanwijzingen, heeft men deu korporaal F. als den vermoedeljjken dader in strenge be waking gesteld. Later voor de commissie vau onderzoek ge bracht, dead hij onder een vloed van tranen be kentenis vau zijne misdaad daarbij op de daartoe strekkende vragen te kennen gevende, dat het niet bepaald zijn plan was S. te dooden, dat noch wrok over vroegere voorvallen of iets anders hem er toe gebracht hebben, deze misdaad te plegen, en dat hij de d.,ad Z'ch alleen kan verklaren als het gevolg van deu sterken drank, waarvan het bovenmatig gebruik steeds eeu gevaarlijken invloed op hem uitoefende. Naar men verneemt, moet eene kleine oorzaak, namelijk dat Stavast geweigerd had dien avond met F. mee uit te gaan, aanleiding tot den twist hebben gegeven, die zoo noodlottig eindigde. De genie-soldaat Stavast was een oppassend jongmensch. ^D e H*er Groen te Noord wykrond in zijn tuin een jjzeren kisije, gevuld met meer dan 500 zilveren Zeeuwsche, Geldersche en Hol- landsche munten, alle uit het leatst der vorige eeuw. Het zyn meest schellingen, en zij schijnen in den revolutietijd daar verbjrgsn te zijn. Het gewicht aan zilver bedraagt pl. «s. 2Vs KG. Wie na veelvuldige ii. spanning van hoofd of lichaam 's avonds s-.cedig d ior eeue onwederstaanbare behoefte aan s anp wordt over vallen, mag dit verschijnsel niet als een lijden beschouwen, maar heeft den zich aanmeldtuden slaap, als een aan de natuur verschuldigde belas ting te aanvaarden. HA zou dwaas zij i, om dien slaap door opwekkende middelen, zooals tbee, koffis of chocolade, die altijd eens uadeelige verslap ping nalaten, te willen verdrijven, veel beter is het om het werk te laten liggen, de h-rsenen door een rustigen slaap te versterken en daarna weder aan deu arbeid te gaan. De pokken beginnen in ons land weder uit Bdgië ingevoerd te worden. Nu ziju weder te Vlissingen 2 gevallen van echte en 1 geval van gewijzigde pokken in éen gezin aan gebracht uit Ostende. Eenigen tijd werd gemeld hoe een criticus te Wiesbadsn de directie vau het hof- th-ater had bij den neus geuomeu, die hem den toegang tof den schouwburg wilde outzaggeu. D^ criticus biacht de zaak voor den rechter en deze besliste, dat hij moest worden toegelaten op bo»te van 100 mark (f 60) voor elke voor stelling, waarbij hij werd geweigerd. Door een gerechtsdienaar in uniform word de gestrenge kunstrechter bij de eerstvolgende voor stelling naarzijue plaats gebracht, ouder uitbun dige vroolijkheid van het publiek. In de photographic is weer iets nieuws bedacht, namelijk platina-photographieën, afbeeldingen dadelijk op platina gebracht. Hoe deze worden bewerkt, is het geheim van den uitviuder- fahrikant. Zij hebben dit voor bij gewone photo- graphitën, dat ze alles veel scherper teruggeven, fijner bewerkt zijn en, evenals staalgravures, on vergankelijk zijn. De storm vanjl. Zaterdag richtte allerwege groote verwoestingen aan. Te Amster dam ziju vele telephoonpalen neergeploft en draden afgewaaid, waardoor dikwijls de passage werd gestremd. Aan den hoek van deu Vjjgendam werd een uithangbord afgerukt, waardoor eeu voorbijganger ernstig gewond werd en naar 't gasthuis moest vervoerd worden. Van den Westertoren is de groote minuutwijzer afge slagen. Een kind is in da Baangracht gewaaid, doch gelukkig gered. Het getal afgewaaide dak pannen, zinken platen, schoorsteenen is on noemelijk. De kettingboot op het IJ is onklaar geraakt. Tallooza ledige tonnen eu kisten waaiden van de steigers eu drijven iu het IJ. Geen enkele boot is Zaterdag vertrokken. Overigens ziju nog geene ernstige persoonlijke ongelukken vernomen. Te Rotterdam was h:t hooge water gestegen tot 3 centimeter hoven den vloed vau 1825. De tram moest in het overstroomde gedeelte der 6tad reeds te half 10 uur den dienst staken. Nieuwehaven, Leuvehaven, Blaak, Steiger waren eene watermssss, welke doorploegd werd door schuitjes, eleeperswageus en audere middvleu van vervoer. Het verkeer had plaats p«r rij uig of per schuit en groot is de schade voor winkeliers cn andere neringdoenden, daar de kelders eu winkelhuizen geheel onderliepen. Ook het naburige Delftshaven werd door den hoogen vloed geteisterd. Met zekerheid wordt onsmede- gedeeld, dat het bericht, als zou het beroemde Christusbeeld vau Oudtubosch in handen van een kunstliefhebber uit Engeland ziju overge gaan, onjuist is. Wel is nog onlangs weder door iemand uit het buiuulaud eene aanzienlijke som geboden, doch dit bod werd afgewezen. Het kunststuk behoort nog altyd in eigendom aan deztlfde afstammelingen der familie, die het reeds meer dan twee eeuwen in bezit heeft gehad. Een brutale diefstal. Een heer in eene orerjas kwam eeu dumesconfectiewinkel binnen op een oogenblik, dat de eigenaar alleen iu den winkel was. De heer verzocht hem eenige dames mantels te lateu zien, daar hij zijne vrouw eene kleine verrassing had toegedacht. Toen hij zijne keus gedaan had, vroeg hij den winkelier „Hebt ge hier niet eene jonge dame, die den mantel eens kan omdoen, om te zien hoe hij staat De eigenaar antwoordde, dat tot zijn spytgsen enkele van de dames op dat oogeublik thuis was. «Misschien wilt gij wel zoo goed zijn hem zelf eens om te doen De niets kwaads vermoedende winkelier sloeg den manui om, kuoopte hem vast en draaide zich in alle richtingen. „Prachtig!" riep de kooper in verrukking, eu meteen deed hij eeue greep in de geldlede, stak het geld iu den zak vau zijue jas en liep den winkel uit. De verschrikte eigenaar snelde ham op straat na, maar werd door da voorbijgangers, die meen den dat de arme vent gek was, gegrepen en naar den winkel teruggetrokken, eu voordat hij de zaak kon uitleggen, was de schelm verdwenen. Er ziju in de Vereenigde Staten reeds niet minder dan 14,465 vrouwen, die het vak van handelsreiziger uitoefenen. Een merkwaardig zakmes. I n Erlachhoj, r o- man vau Ossip Schubin, uit het Duitsch vertaald, dezer dagen bij Macdonald te Nijmegen versche nen, leest meu op pag. 80 (beschrijving eener buiten-partij), nadat gezegd is hoe gastheer en gastvrouw kibbelen wegens het vergeten van den proppeschieter: «De Generaal herinnert zich gelukkig, dat hij in zijn zakmss een proppeschu ter heeft." Wjj wisten niet, dat zulk een instrument op eene buitenpartij zoo noodig was, wel, dat het Duitsche Propfenzieher iu het Hollandsch „kiir- ketrekker" heet. Wij maakten onlangs melding vau den postiljon te Berlijn, die deu Keizer in den vroegen morgen van drens geboortedag hulde bracht door op zijn hoorn het lied Schier dreissig Jahre bist du alt ouder de vensters der keizerlijke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 2