BINNENLAND.
Koloniën.
GEMENGDE BERICHTEN.
gewoue bewapeniug. Zij kosten ruim vier
millioen dollars.
Veertien Staten, waaronder Nederland,
hebben de uituoodiging van de Regeering
der Unie aangeuomen om eeue maritieme
conferentie bij te wonen, welke in den
aanstaanden herfst te Washington zal plaats
hebben.
De Presidenten van de Transvaalsche
Republiek en den Oranje Vrijstaat zullen
op 4 Maart bijeenkomen iu eene grens-
plaats, ten einde te beraadslagen over
de quaestie van het sluiten van een tol
verbond.
Te Hongkong is 7 December de
prachtige katb. kathedraal ingewijd. Het
gebouw, dat 4000 personen kan bevatten
en 120,000 dollars kostte, heeft een hoogen
toren, 18 groote gebrandschilderde ramen,
terwijl boven het kerkportaal het opschrift
prijkt: Anno Jubilei Sacerdotalis Leouis
XIII Papae Regis. Het geheel is opge
trokken vaD blauwen steen, met roodeu
steen afgezet bij de kolommen der cou-
treforteu; het dak is geheel van gegoten
jjzer en te Glasgow gefabriceerd.
De Javalode schrijft: hoewel deJavasche
Courant nog altijd blijft zwijgen, is er
reden te gelooveu, dat ons bericht over
eene gunstige wending der zakeu in Atjeh
niet geheel en al van groud was ontbloot.
Volgens het Bat. Nieuwsblad heeft
de heer De Sturler, eigenaar vanTjiomas,
persoonlijk aan den Gouverneur-Generaal
een request ter hand gesteld, waarin ver
zocht wordt om eeue schadeloosstelling van
3 ton, voor het nadeel hem toegebracht
door het wederrechtelijk en willekeurig in
grijpen in de zaken van het land Tjiomas
door de plaatselijke besturende ambtenaren.
Bijna alle officiereu van het Indische
leger, die er paarden op nahouden, zijn
toegetreden tot de vereeniging, die zich
heeft gevormd om een zeker bedrag uit te
betalen wauneer er een paard vau een der
leden is gestorven. Het bedrag dat hun
wordt uitgekeerd is, zooals men verhaalt,
f 250, terwijl bjj een sterfgeval slechts
f 1,50 betaalt behoeft te worden door ieder
der leden.
Tegen 17 vau da 22 vrggesproke-
neu in de tweede Tjilegousche muiterszaak,
zjjn maatregelen genomen tot politieke
verwijdering.
Vrijdag 4 Januari werd de behandeling
der derde zaak aangevangen. Men berekent
dat alle zaken nog vóór het einde dezer
maand zullen zijn afgedaan.
Toen de mislu-te candidaat voor Schiedam,
de Heer Six (een van die geassureerde lieden
welke, als zij geen Commissaris das KoDings
zijn, Minister zijn en als zij geen lid kunnen
worden van de Tweede, lid zijn van de Eerste
Kamer) er zich over beklaagde, dat er christelijke
leuzen, gelijk b. v. de vrije godsddienstige school,
bij de stembus gebruikt zijn door de partij, die
thans regeert, gaf de Heer Mackay hem ten
antwoord
Het heeft my bjj den verkiezingsstrijd ge
troffen, dat de woordvoerders van liberale zijde
naar het schjjnt het nut of het goede hebben
ingezien van onze beginselen, althans van de
gehechtheid der kiezers aan die beginselen, daar
zjj dikwijls tot de woorden toe, aan onze zijde
gebruikt, van ons overgenomen hebben om
hunne candidaten aan te bevelen.
Doch de Heer Six zeide nog meer, waarop
hem niet is geantwoord. Over 't algemeen zjjn
deze Ministers, ook de Heer Keuchenius, wel
wat al te beleefd. Een weinig parlementaire
brutaliteit kan geen kwaad. Want, het is geen
parlementaire toon, het is geen Kamerwel
sprekendheid, het is een vlegelachtig sociëteits
praatje, wat de Heer Kransen v. d. Putte aan
gaande den //decoratieven en ornementalen// Mi
nister van Buitenlandsche Zaken, wiens caricatuur
hjj schetste, stoud te vertellen en het was eene
kwaadaardige uittarting wat de Heer Six sprak,
toen hjj aan de onzen verweet, dat zjj huichelaars
waren en christelijke leazen gebruikten om ze
ten bato van louter aardsche belangen en voor
deden te doen dienen.
Hjj noeme éen zoo'n Earizeeuw, en als hij in
gebreke blijft, houden wij hem voor dien eenigen
Farizeeuw, wien het nu spijt, dat hjj zich in
Schiedam vroom aanstelde zonder dat hij er
voordeel bij had. (De Gelderlander.)
Zelfmoord. Onder al de schepselen is slechts
de met rede en verstand begaafde mensch, die
de hand aan zijn eigen bestaan slaat. De drang
tot zelfbehoud is ook bij het nietigste schepsel,
bjj den meest ellendigen mensch zoo diep inge
worteld, dat bij alle volkeren de zelfmoord als
een» hoogst onzedelijke daad wordt beschouwd.
En toch zien wjj in de tegenwoordige maat
schappij, helaas! het getal zelfmoorden met den
dag aangroeien.
De zelfmoord van den keizerljjken PriDs Rudolf
wekte in gansch Europa eene groote sensatie.
Door de anti-katholieke, door de joodsche pers
vooral was hjj om zijne voortreffelijke hoedanig
heden hoog opgehemeld. Hjj toch heette: de op
gewekte, de vriendelijke, de levenslustige, de
voljjverige, de spraakzame, de liberale, de vrjj-
gevige Prins". Daarbij genoot hjj het hooge
voorrecht tol vrienden te hebben vrjjdenkers,
wetenschappelijke mannen, wars van alle ultra-
montanisme, godloochenaars eu logemannen. Hjj
kon bogen op eene statige figuur, een sierljjken,
slanken lichaamsbouw, alles wat noodig is om
de gunsteling, de afgod des volks ie zijn. Bij
bals en sports schitterde hij. Hij genoot van den
beker, die het zingenot biedt, met volle teugen.
Als godsdienstig man, als voorbeeldig echt
genoot, als onderdanige zoon wordt hij nergens
geroemd.
Nog meer zingenot, meer levensweelde wilde
hij hebben. Den band des huweljjks wil hij
breken. De godsdienst, de eer van het keizerlijke
huis, het rechts-, godsdienstig- en billijkheids
gevoel eener gansehe familie verzetten zich tegen
dezen dwazen bespottelijken wensch. Zou hij dit
alles trotseeren? Wie zou het durven bestaan?
Maar wat zal hij doen, die nooit gewoon was,
zijn wil en lusten paal en perk te stellen? Wat
blijft hem over, die in den godsdienst geen kracht
en steun vindt?
Wij willen de beantwoording dezer vraag aan
onze lezers overlaten, en hopen dat, wegens de
onregelmatige vorming van zijne hersenen (zooals
drie hoogleeraren na onderzoek verklaard heb
ben), Rudolf niet verantwoordelijk is aan den
Heer van leven en dood, voor den moord, dien
hjj op eene andere en zich zei ven heeft gepleegd.
Medelijden en troostmiddelen zoeken voor de
verwanten is iets edels. Daarbij behoort de pers
zich te bepalen. Zij zal den volke meer dienst
bewijzen met den zelfmoord als eene hoogst af
schuwelijke en onzedelyke daad te brandmerken,
dan met allerlei verontschuldigingen en vergoe
lijkingen op te disschen van dien gruwelijken
zelfmoord. (P. W.)
De Tijd verneemt dat Mr. Fan Ogtrop,
naar aanleiding van Professor Spruyts opmerking
in de laatste uitgave zijner brochure, gemeend
heeft niet langer het stilzwijgen te moeten be
waren, en dat een autwoord van het katholiek
gemeenteraadslid de volgende week in druk zal
verschjjuen.
Naar hetzelfde blad verneemt, is de Heer
W. P. A. Mutsaers, lid der Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant, door de kiesvereeniging te
Eindhoven voor de verkiezing van een lid der
Tweede Kamer (vacature-Van Baar) tot eandi-
daat benoemd.
Aan de commandanten van d. d. schutte-
rjjen is van regeeringswege verzocht om, voor
zoover bjj hunne schutterjjen des Zondags oefe
ningen worden gehouden, aan de schutters, die
verhindsrd zjjn of gemoedsbezwaren hebben om
daaraan op diep dag deel te nemen, de gelegen
heid te geven tot oefening op een anderen dag.
Z. M. de Koning bevindt zich, volgens de
laatste berichten, veel beter; men ziet met veel
minder zorg de naaste toekomst tegemoet.
Uit 's-Gravenhage meldt men ons, dat
een ontwerp in bewerking is tot wijziging van
de verdeeling der provinciale kiesdistricten, en
dat waarschjjnljjk spoedig alle Provinciale Staten
volgens art. 4 der Prov. Wet zullen bijeen ge
roepen worden, om daarover te worden gehoord.
Het doel moet zjjn: de wijziging te dóen
werken bij de aanstaande verkiezingen van Mei,
welke desnoods zouden verschoven worden.
De Tweede Kamer komt vermoedeljjk den
26sten Februari bijeen.
De St. Ct. No. 34 bevat de wet van 28
Januari jl., tot vaststelling van de begrooting
van uitgaven ten behoeve van de voltooiing van
het vestingstelsel voor den dienst van 1889.
De Amsterdamsche briefachr ij
ver aan de Goesche Ctsrhrijft het volgende
dat in de vorige week aldaar moet hebben plaats
gehad: /Ergens in het hart van den Jordgau,
de straat doet er niet toe, woont een kruier en
porder. Het is eene oude taak, in eene kelderwo
ning gevestigd, met het bekende opschrift: „Hier
gaat men uit porre." Het gezin bestaat uit den
vader, een stoereu zestiger, zoo'n echten stevigen
kerel, die er drie staat, als 't noodig is; moeder
de vrouw, even kras als haar echtgenoot, en
een ongetrouwden zoon, die toch ook al de veertig
is gepasseerd. De zoon nu is de held of, zoo
men het wil, het slachtoffer van het verhaal. Hij
heeft de gewoonte, reeds jarenlang, eiken avond
voor hij naar huis gaat, eenigen tijd in eene
tapperij te gaan, en beveelt dan met eene grove
stem, half binnensmonds, eenige malen: „Geef
me nog'n halhfie!" Dezer dagen loopt de man
ouder gewoonte in zijn witte kiel de tapperij
binnen, gaat zitten en bekijkt als altijd de ljjst
der Staatsloterij, waarin hjj voortdurend meteen
twintigje is geïnteresseerd. Met zijn dikken rechter
duim langs de cijferkolota wijzende, ziet hij op
eens zijn eigen nummer, het nummer van zijn
briefje, en daarachter de hoofdsom aarigeteekend.
Geen spier op zijn tanig gelaat vertrekt; hij legt
de lijst neer en zegt ala altijd: „Geef me nog '11
halhfie!" Dan neemt hij de trekkingslijst weer
op, loopt weer met zijn dikken duim langs dc
cijfers, kijkt ter sluiks naar het papiertje in zijn
vestjvszakje onder de witte kiel, en zegt dan we
der, wat nog nooit is vertoond, op zijne gewone
manier: ,,Geef me nog 'n heelel- Dit echjjiitzoo
ougewoon, dat de kastelein eu eenige even
trouwe bezoekers als onze kruier, opmerkzaam
worden en vragen wat hem scheelt. Na eenig
aauhouilen komt het er uit, op stroeven toon:
//'k Heb de bomh/ „Wat zeg je, de bom? Wat
heb je toch, Piet?" ,/k Heb da boml De
honderdduizend 1"
Hoho! Dat was een pleizier, en wat in zulke
gevallen als van zelf spreekt, daarop moest duch
tig worden getrakteerdl De tapper bleef maar
voortdurend aan het schenken, want het groote
nieuws was onmiddellijk in de buurt bekend, en
alle kennissen van den kruier kwamen, natuur
lijk, op receptie. De tapperij werd spoedig te
klein, want het stoud daar niet stil van bezoe
kers, die bij zulk eene gelegenheid verbazend
veel kuuneu wegbergen. Het eiude van het feest
was, dat er zes-en-negentig borrel* waren
getapt. «Morregeafrekenen!" zei de
man met de bom, die zich volstrekt niet onbe
tuigd had gelaten en na door eenige vrienden
naar huis werd gebracht. Hij wist niet meer
of het Januari of Augustus was, en had het
gebruik van zjjne beenen geheel verleerd; maar
toen hij aan de kelderwoning kwam, waar geen
enkel licht meet te zien was, begon hij toch
weer iets te vertellen vau den „bom", Da vader
deed open en hielp den zoon naar bed, hetgeen
waarschijnlijk met veel bezwaren gepaard ging.
Den volgenden morgen, heel vroeg, zat de ge
lukkige kerel reeds op de stoep met zij ie pijp
in den mond en vertelde aan iederen konnis,
die voorbijging, van het groote geluk, dit hem
was te beurt gevallen. Tegen tien uur ein
delijk gingen vader en zoon, heel netjes aange-
daau, naar den Dam, om bij een bekend collec
teur „den bom te gaan halen". Daar stond hij
voor het loket en legde het verfrommelde
twintigtje neer„Da'r! betaal me maar! 'k
Heb de bom!" De collecteur schudde het
hoofd, bekeek even het getal eu zeide op dood-
kalmen toon: „Juist man! Dat nummer is er
gisteren met een niet uitgekomen!"
Wat denkt ge na, dat onmiddellijk daarop
gebeurde? De vader gaf den zoon zulk een
verschrikkelijke muilpeer, dat deze suizenbollend
de gang doortuimclde en op straat terecht
kwam. Ds oude heer deed dat zoo, om lat
Piet zoo slecht de lijst had nagezien. Toch stond
ds t 100,000 "vel degelijk achter het cijfer van
Piets briefje, maar na eenig oudvrzoek kwam
het uit, dat de arme kruier het slachtoffer was
vau eenige grappenmakers, de bedoelde stam
gasten der tapperij, die in overleg met den
kastelein de trekkingslijst hadden vervalscht.
De 96 borreltjes en de schade, die de bedrogene
door verzuim vau werk had geleden, werden
natuurlijk door de deelnemers vergoed. Toen
het zoover was, betuigde de kruier en zijne
geheele familie, dat het een „machtig aardig
mopje" was geweest, want ze hadden er veel
schik mee gehad. Menig ander zou het voor
zeker niet zoo kalm hebben opgeuomen, denk
ik. En dat is nu de ware geschiedenis vau
de man met „de bom".
De Heer C. L. Dudok De Witte
Breukelen zal voor zijne verzameling gravures,
pholographieën en voorwerpen, die hij verleden
jaar ter wille van een goed doel op den huize
Vechtetihof tentoonstelde, een afzonderlijk ge
bouw op zjjn buitengoed Slangevecht doen op
richten.
Te Utrecht is een vreeselijke
moord gepleegd. De geniesoldaat Stavast, die uit
geweest, vervolgens thuis gekomen was en zich
ter ruste brgevec had, werd door den korporaal
Fekke, die eveneens uit geweest was, doch later
was thuis gekomen, Zalerdag-uacht omslrteks 12
uur, aan zijn bed opgezocht; ds korporaal maakte
twist met den soldaat en daagde dezen uit mede
naar buiten te gaan, waraau renoemde genie
soldaat aanvankelijk niet wilde voldoen. Ten
laatste stond hij evenwel op, kleedde zich vluchtig
aan en liep met den korporaal F. de kazerne rond.
Voor den ingang van de soldaten-ointioe geko
men, schijut korporaal F. den verslagene aange
vallen te hebber, wat men opmsakt uit den
bloedplas, die aldaar gevonden werd, en is dezen
met een knipmes (eeD zoogenaamd modelmes, be-
booreude tot de uitrusiing van d«n soldaat) eene
3 cM. groote word iu den hals carolistoege
bracht, welke verwonding kort daarop den dood
ten gevolge had. De schildwacht voor de kazerne,
die op een kreet van den verslagens toeschoot,
trachtte hem naar de wacht te brengen, dcch op
kotten afstand daarvan Zakte hjj, onder den uit
roep: „Heer wees mij genadig!" levenloos ineen.
Door de adjudanten-onderofficieren K. en De V.,
bijgestaaau door een paar ardere onderofficieren,
werd hij onmiddellijk geholpen en afgewassehen;
het gestolde bloed werd uit deu mond verwjjderd;
doch die diensten waren reeds een doode
bewezen. In het hospitaal, werwaarts de versla-
gene werd overgebracht, bleek deu officier van
gezondheid, Dr. Sasse, die inmiddels geroepenen
aangekomen was, dat de ongelukkige overleden
was tengevolge van doodslag, door verwonding
van den linker carotis. Na het plegen van
de daad, heeft de verdachte korporaal zich
te bed begeven. Toen men een onderzoek bij
hem kwam instellen, hield hij zich alsof hij sliep
en niet begreep waarom men hem wekte. Zelf
was bij met bloed bevlekt, eu door den sergeant
Van R. werd het met bloed bevlekte mes onder
zijne krib weggehaald. Op grond dat de schild
wacht achter de kazerne den korporaal F.
met Stavast op het tijdstip van den moord om
de kaZtroe heeft zieu loopen in ds richting van
de cantine, met het oog op den twist daaraan
voorafgaande op de kamer, het onder zijae krib
gevonden met bloed bevlekte mes en meer an
dere aanwijzingen, heeft men deu korporaal F.
als den vermoedeljjken dader in strenge be
waking gesteld.
Later voor de commissie vau onderzoek ge
bracht, dead hij onder een vloed van tranen be
kentenis vau zijne misdaad daarbij op de daartoe
strekkende vragen te kennen gevende, dat het
niet bepaald zijn plan was S. te dooden, dat noch
wrok over vroegere voorvallen of iets anders hem
er toe gebracht hebben, deze misdaad te plegen,
en dat hij de d.,ad Z'ch alleen kan verklaren als
het gevolg van deu sterken drank, waarvan het
bovenmatig gebruik steeds eeu gevaarlijken invloed
op hem uitoefende.
Naar men verneemt, moet eene kleine oorzaak,
namelijk dat Stavast geweigerd had dien avond
met F. mee uit te gaan, aanleiding tot den twist
hebben gegeven, die zoo noodlottig eindigde.
De genie-soldaat Stavast was een oppassend
jongmensch.
^D e H*er Groen te Noord wykrond
in zijn tuin een jjzeren kisije, gevuld met meer
dan 500 zilveren Zeeuwsche, Geldersche en Hol-
landsche munten, alle uit het leatst der vorige
eeuw. Het zyn meest schellingen, en zij schijnen
in den revolutietijd daar verbjrgsn te zijn. Het
gewicht aan zilver bedraagt pl. «s. 2Vs KG.
Wie na veelvuldige ii. spanning
van hoofd of lichaam 's avonds s-.cedig d ior eeue
onwederstaanbare behoefte aan s anp wordt over
vallen, mag dit verschijnsel niet als een lijden
beschouwen, maar heeft den zich aanmeldtuden
slaap, als een aan de natuur verschuldigde belas
ting te aanvaarden. HA zou dwaas zij i, om dien
slaap door opwekkende middelen, zooals tbee,
koffis of chocolade, die altijd eens uadeelige verslap
ping nalaten, te willen verdrijven, veel beter is
het om het werk te laten liggen, de h-rsenen
door een rustigen slaap te versterken en daarna
weder aan deu arbeid te gaan.
De pokken beginnen in ons land
weder uit Bdgië ingevoerd te worden. Nu ziju
weder te Vlissingen 2 gevallen van echte en 1
geval van gewijzigde pokken in éen gezin aan
gebracht uit Ostende.
Eenigen tijd werd gemeld hoe een
criticus te Wiesbadsn de directie vau het hof-
th-ater had bij den neus geuomeu, die hem den
toegang tof den schouwburg wilde outzaggeu.
D^ criticus biacht de zaak voor den rechter
en deze besliste, dat hij moest worden toegelaten
op bo»te van 100 mark (f 60) voor elke voor
stelling, waarbij hij werd geweigerd.
Door een gerechtsdienaar in uniform word de
gestrenge kunstrechter bij de eerstvolgende voor
stelling naarzijue plaats gebracht, ouder uitbun
dige vroolijkheid van het publiek.
In de photographic is weer iets
nieuws bedacht, namelijk platina-photographieën,
afbeeldingen dadelijk op platina gebracht. Hoe deze
worden bewerkt, is het geheim van den uitviuder-
fahrikant. Zij hebben dit voor bij gewone photo-
graphitën, dat ze alles veel scherper teruggeven,
fijner bewerkt zijn en, evenals staalgravures, on
vergankelijk zijn.
De storm vanjl. Zaterdag richtte
allerwege groote verwoestingen aan. Te Amster
dam ziju vele telephoonpalen neergeploft en draden
afgewaaid, waardoor dikwijls de passage werd
gestremd. Aan den hoek van deu Vjjgendam
werd een uithangbord afgerukt, waardoor eeu
voorbijganger ernstig gewond werd en naar 't
gasthuis moest vervoerd worden. Van den
Westertoren is de groote minuutwijzer afge
slagen. Een kind is in da Baangracht gewaaid,
doch gelukkig gered. Het getal afgewaaide dak
pannen, zinken platen, schoorsteenen is on
noemelijk. De kettingboot op het IJ is onklaar
geraakt. Tallooza ledige tonnen eu kisten waaiden
van de steigers eu drijven iu het IJ. Geen enkele
boot is Zaterdag vertrokken. Overigens ziju nog
geene ernstige persoonlijke ongelukken vernomen.
Te Rotterdam was h:t hooge water gestegen tot
3 centimeter hoven den vloed vau 1825. De
tram moest in het overstroomde gedeelte der
6tad reeds te half 10 uur den dienst staken.
Nieuwehaven, Leuvehaven, Blaak, Steiger waren
eene watermssss, welke doorploegd werd door
schuitjes, eleeperswageus en audere middvleu
van vervoer.
Het verkeer had plaats p«r rij uig of per
schuit en groot is de schade voor winkeliers
cn andere neringdoenden, daar de kelders eu
winkelhuizen geheel onderliepen.
Ook het naburige Delftshaven werd door den
hoogen vloed geteisterd.
Met zekerheid wordt onsmede-
gedeeld, dat het bericht, als zou het beroemde
Christusbeeld vau Oudtubosch in handen van
een kunstliefhebber uit Engeland ziju overge
gaan, onjuist is. Wel is nog onlangs weder door
iemand uit het buiuulaud eene aanzienlijke som
geboden, doch dit bod werd afgewezen. Het
kunststuk behoort nog altyd in eigendom aan
deztlfde afstammelingen der familie, die het reeds
meer dan twee eeuwen in bezit heeft gehad.
Een brutale diefstal. Een heer in eene
orerjas kwam eeu dumesconfectiewinkel binnen
op een oogenblik, dat de eigenaar alleen iu den
winkel was. De heer verzocht hem eenige dames
mantels te lateu zien, daar hij zijne vrouw eene
kleine verrassing had toegedacht. Toen hij zijne
keus gedaan had, vroeg hij den winkelier
„Hebt ge hier niet eene jonge dame, die den
mantel eens kan omdoen, om te zien hoe hij
staat
De eigenaar antwoordde, dat tot zijn spytgsen
enkele van de dames op dat oogeublik thuis
was.
«Misschien wilt gij wel zoo goed zijn hem
zelf eens om te doen
De niets kwaads vermoedende winkelier sloeg
den manui om, kuoopte hem vast en draaide
zich in alle richtingen.
„Prachtig!" riep de kooper in verrukking,
eu meteen deed hij eeue greep in de geldlede,
stak het geld iu den zak vau zijue jas en liep
den winkel uit.
De verschrikte eigenaar snelde ham op straat
na, maar werd door da voorbijgangers, die meen
den dat de arme vent gek was, gegrepen en
naar den winkel teruggetrokken, eu voordat hij
de zaak kon uitleggen, was de schelm verdwenen.
Er ziju in de Vereenigde Staten
reeds niet minder dan 14,465 vrouwen, die het
vak van handelsreiziger uitoefenen.
Een merkwaardig zakmes. I n Erlachhoj, r o-
man vau Ossip Schubin, uit het Duitsch vertaald,
dezer dagen bij Macdonald te Nijmegen versche
nen, leest meu op pag. 80 (beschrijving eener
buiten-partij), nadat gezegd is hoe gastheer en
gastvrouw kibbelen wegens het vergeten van den
proppeschieter:
«De Generaal herinnert zich gelukkig, dat hij
in zijn zakmss een proppeschu ter heeft."
Wjj wisten niet, dat zulk een instrument op
eene buitenpartij zoo noodig was, wel, dat het
Duitsche Propfenzieher iu het Hollandsch „kiir-
ketrekker" heet.
Wij maakten onlangs melding
vau den postiljon te Berlijn, die deu Keizer in
den vroegen morgen van drens geboortedag hulde
bracht door op zijn hoorn het lied Schier dreissig
Jahre bist du alt ouder de vensters der keizerlijke