N I E W E
No, 1364.
Vrijlag 8 Maart 1889
141o Jaargang.
De Zondag.
BUITENLAN l).
ui.
1441LIISC1E
ABORWEMEHT8PHIJ6
Per 3 maanden voor Haarlemf 0,8b
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voorliet Buitenland 1,80
Afziuderljjke Nummer#0,03
Dit blad verschjjut
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATEKDAG.
B URE AU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE.
PRIJS DER ADVERTENTIÉB
7an 16 regel»30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Adverteutiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag- avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever st K UPPERS k LAUREÏ.
Vervolg en slot.)
In zijue verdere beschouwingen over de
Zondagsrust zegt het NieuwsbladVoor
jongelieden beueden achttien jaar zou het
verbod om des Zondags te arbeiden een
weldadige maatregel zijn, die aan de nij
verheid geeuerlei schade zou kunnen toe
brengen. De iudustriëele werkzaamheden,
die des Zondags geen uitstel kunueu lijden,
zullen dan door volwassenen moeten ver
richt worden.
Dit geval daargelaten, aldus gaat het
gemelde blad voort, blijft de Zondagsrust
een dringenden eiscb des tijds. Steeds luider,
eeustemmiger en welsprekender klinkt het
pleidooi van mannen van allerlei richting
daarvoor.
In de eerste plaats van geneeskundigen.
Te Londen drongen indertijd meer dan
600 doctoren bij het Eugelsehe Parlement
erop aan om het kristallen paleis des Zou-
dags niet toegankelijk te stellen, aan welk
verzoek werd voldaan.
Het meest komen echter in aanmerking
de spoorweg-, post- en telegraafbsambteu.
Voor hen toch is de Zondag weinig meer
dan eeu dag van slavernij.
Zou ook niet menige spoorwegramp en
ontsporing te wijten zijn aan de vermoeid
heid, de overspauning der mauueu, die bij
een werk van zoo groote verantwoordelijk
heid, al de frischheid en scherpte van
lichaam en geest behoeven? Vreemd is het
dan ook niet, dat door hen dikwijls een
oogeublikkelijk heulsap gezocht wordt in
een teug sterken drank.
Wanneer er echter sprake is van min
dere bestelliug van brieven op den Zondag,
dan verheffen zich daartegen tal van stem
men.
Iu Engeland heeft men toch de Zondags
rust voor de postbeambten doorgedreven.
De handel vreest er boveiulieu niet voor
schade, als de brieven van Zaterdag-avond
tot Maandag-morgen ongeopend en onbe
zorgd blijven.
En dat in eeu land waar het »tjjd is
geld,« zoo op den voorgrond treedt.
Van de 20,000 beambten werken er te
Londen slechts ongeveer 1500 op den
Zondag.
Met het oog op dien toestand mag men
wel vragen: hoe is het mogelijk, dat zoo-
velen den postdienst iu ons land op den
Zondag onmisbaar achteu?
Wel is de die ist reeds beperkt, maar nog
niet genoeg, indien we althans het groot
getal ambtenaren iu aanmerking neemt,
dat nog steeds werkzaam is.
't Is echter een verblijdend verschijnsel,
F EU ILL ET O N.
Genezen.
De jeugdige advocaat Hector Meddens was,
geljjk hij zelf placht te verzekeren, de meeat
zenuwachtige kerel, die er op de ganscke wereld
te vinden was.
Hoe dat eigenlijk kwam, wist hij zelf niet.
Toen hij nog student was, hadhj qdo it iets
van zenuwachtigheid geweten ook later, in
de eerate jaren zijner praktijk als advocaat niet
Maar daar opeens begon de anders zoo be
minnenswaardige echtgenoot nurksch te worden.
Hij was kitteloorig, kwalijknemend, en stoof
telkens op. Bij tijd en wjjle verklaarde hjj dat
het leven //een beroerde boel// was, brak zonder
eenige reden pennen, potlooden en liniaals stuk,
en smeet in oogenblikken van buitengewone
boosheid zijne boeken tegen het een af ander
meubelstuk, dat volkomen onschuldig aan zijn
toorn was.
In den winter van het jaar 188* had deze
toestand van zenuwachtigheid eene trap bereikt,
die den lijder in oogenblikken van kalmte half
met weemoed, en half met eene zekere ironische
verachting voor zichzelven vervulde.
Wat was deze wereld toch jammerlik en
dat de Zondagsrust steeds meer de aan
dacht trekt en eene vraag vau den dag
wordt. Iu woord en geschrift, door bond
en vergadering blijft men er voortdurend
op wijzen.
Eu met goed gevolg.
De Belgische Regeering gaf reeds aan
800 werklieden, in dienst van den Staat,
hun vrijen dag.
Maar ook onze Regeering schijnt het
belang van eeu wekelijkscheu rustdag te
gevoelen en te erkennen. Door de Minis
ters toch is reeds goedgevonden, dat
voortaan des Zondags aan geen der De
partementen meer zal gewerkt worden.
Moge de Regeering verder in dien geest
voortgaan, en wel tot het vaststellen van
wetten, die de Zondagsrust zooveel mogelijk
bevorderen.
Tot zoover het Nieuwsblad. Wi] hebben
ten slotte nog het volgende hieraan toe
te voegen:
Niemand zegge toch, dat hij ook des
Zondags moet werken, omdat hij ook des
Zondags iets te eten moet hebben. Dit
toch is hoogst zelden iets anders dan eeue
uitvlucht, eau nietig voorwendsel. Immers
er kunnen zoo vele millioeueu leven, zonder
den Sabbat door arbeid te schenden en
zoudeu niet allen zulks kunnen, wanneer
zij op de werkdagen al hun best deden,
jjverig voort werkten, zich ordelijk gedroegen
en eene verstandige spaarzaamheid be
oefenden. Where there is a will there is a
way. Waar eeu wil is, daar is een weg,
zegt de Eugelschman, en on peut tout ce
que Ton veut, zegt de Franschmau op zjjne
manier.
Men scheuke toch geen geloof aan die
genen, welke beweren, dat het bij den
vooiuitgang, die in handel en nijverheid
valt waar te nemen, onmogelijk is den
Zondag als eeu rustdag to gebruiken, want
juist iu die landen, men behoeft slechts naar
Engeland te zien, waar de Zondagsrust op
puriteinsche wijze wordt in acht genomen
en waar zij door de wet wordt geboden,
bloeien handel, verkeer en ujjverheid juist
in de hoogste mate.
De nieuw opgetreden President der
Ver. Stateu van Amerika geeft iu de
boodschap, bij de aanvaardiug zijner hoo-
ge waardigheid uitgesproken, zjjn vertrou
wen te kennen iu de doeltreffendheid van
het protectionistische stelsel en iu de ont
wikkeling der Amerikaansche nijverheid,
welke daarvan het gevolg is. Hij houdt
z'ch overtuigd dat de volkomene eenheid
van het geheele volk de vrucht dier
staathuishoudkundige politiek zal ziju. De
ellendig! Wat een ongelukken ondervond men
toch, zelfs in den kleinsten kring! Wat een
kwellingen in oogenschijnlijk zoo nietige kleinig
heden
Hector's ellende begon reeds onmiddellijk wan
neer hij wakker wis geworden.
Nooit vond hjj de meest onontbeerlijke klee-
dingstukken daar waar hij ze den vorigen avond
had gelegd.
De eene of andere booze geest veroorloofde
z'ch bepaald het ongepaste genot om in de
stilte van den nacht Hector's kousen zoo te
verstoppen, dat zij met geene mogeljjkheid meer
te vinden waren.
Met de bretels ging het nog erger.
Op zijn minst om den anderen dag was de
Heer Hector Meddens genoodzaakt formeel op de
jacht van deze kleedingstukken te gaan, en bij
zulk eene gelegenheid vlogen kussens en dek
bedden van stuurboord naar bakboord door de
kamer. Met de armen en beenen bengelde hij
over het ledikant als een bezetene, de wasch-
tafel met de gebloemde kannen werd met een
hevigen ruk op zij geduwd, stoelen en kleeren-
haken werden diie-, ja viermaal nagekeken, en
zoo voorts.
Het ellendigste van het geval was dan nog
wel, dat na dergelijke ontzettende krachtsin
spanningen van hun heer en meester die mise
rabele bretels gemeenlijk dood onschuldig aan
President wekt de ingezetenen dar republiek
op, hun bijstand te verleenen aan hunne
medeburgers van het gekleurde ras, tot het
verkrijgen van plaatseljjke zelfstandigheid,
die de maatschappelijke orde en eeu goed be
stuur verzekeren zal. Hij verklaart zich
niet te kunuen vereenigen met het denk
beeld van eene verschillende soort van uit
voerende macht voor de verschilleude deelen
der natie. De wettelijke bepalingen op de
naturalisatie moeten gewijzigd worden in
dien zin, dat er eeu vollediger onderzoek
zal verkregen worden ten opzichte der ze
delijkheid van degenen, die als Araei ikaausch
burger genaturaliseerd wenscheu te worden
zonder dat echter de laudverhuizing be
lemmerd behoort te worden.
Tot dusver zoo gaat de boodschap
voort hebben wij ons altijd onthouden
van intnengiug met de zaken van Europa
en wij hebben ons bepaald tot het aanbie
den onzer goede diensten, waar die konden
strekkeu tot bewaring van deu vrede.
Nooit hebben wjj getracht ons voordeel te
doen met moeilijkheden, waarin anderen
zich bevonden. Met onze veiligheid is het
echter niet overeeu te brengen dat eeu
kanaal, verbindende de heide kusten van
o s werelddeel, zou staan ouder het gezag
eeuer vreemde Regeering.
Wij vertrouwen dan ook dat geene der
met ons bevriende mogendheden het plau
daartoe koestert. Wjj doeu al wat wij kun
nen om iu goede verstandhouding te bljjveu
met alle «roote mogendheden, doch deze
kunnen niet veronderstellen dat wij goed
moedig zouden berusten in het uitvoeren
vau een plan, waardoor wij aau vijandige
nabuurschap en bemoeiingen blootgesteld
zoudeu kuunen worden. Wij hebben het
recht te verwachten dat geene Europeesche
Regeering zal beproeven koloniale neder
zettingen iu Amerikaausche landen te ver-
krjjgeu. Nimmer zullen wij te kort schieten
iu het eerbiedigen der rechten van de on-
derdaneu van andere Staten, maar ook zul
len wij hetzelfde verlangen voor onze me
deburgers. Kalmte, rechtvaardigheid ea
omzichtigheid zijn de eigenschappen, welke
onze geheele diplomatie kenmerken.
Het zal de taak van het Congres zijn
de wetten op de Staatsinkomsten zoodanig
te wijzigen, dat er geene aanzienlijke over
schotten meer in de schatkist voorkomen.
Kleiue overschotten kunnen gebruikt wor
den tot het terugkoopeu vau echulJ, het
geen beter is dan de outvangRten te doen
daleu beneden het cijfer der noodige uit
gaven. Het is zeer wel doenlijk, de inkom
sten te beperken zonder ons beschermings
tarief te veranderen of onze nijverheid te
benadeelen.
Ten slotte beveelt de President eene ver
sterking der marine aau.
den deurknop hingen of op het nachtafeltje
naast zijn horloge lagen. Ja zelfs gebeurde het
niet zelden, dat zij reeds hunne zwaarwichtige
taak vervulden en strak om de schouders van
hun bezitter sloten.
Het toilet was trouwens eene voortdurende
pijniging voor den zenuwnchtigen advocaat.
Er ging dagelijks een uur, geeue seconde
minder, heen met deze geestdoodende, vervelende
bezigheid
TandenpoetsenJa een fatsoenlijk man
moest dat nu eenmaal dagelijks doen maar
was het, welbeschouwd, niet aderbespottelijkst
Denk maar eens aan de dieren uit het katten
geslacht «felis leo, felis tig ris// enz. Kon
men zich schitterender, blanker tanden voorstel
len, dan die beesten hadden? Nu en waar
bleef dan die bevooroordeelde tandarts met zijn
groot woord//stelselmatig onderhoud der tan
den" Het is waar: dieren zjjn geene men--
schenmaar er waren dan toch ook menschen,
die uitstekend als voorbeeld konden dienen.
Wel vjjftigmaol had Hector Meddens gewezen
op boerinnen uit het dorp, die tanden als pare
len hebben, maar het woord //tandenborstel//
van z'n leven niet hebben gehoord.
Cato, zijne ega, die in den beginne niet veel
notitie had gencmen van de zenuwachtigheid
kaars echtgenoots, daar hun huisdokter haar
aan een diner in den loop van het gesprek had
De taai-vervolging iu Polen wordt rus
teloos voortgezet. De Rus-ische Regeering
verbiedt niet alleen aan winkeliers, maar
aan allen op zware straf het spreken
vau de Poolsche taal. Dienstboden, koet
siers en ambachtslieden worden bij de
Russische beambten geroepen, om hun
ne meesters te verklappen. Wanneer
iemand een ander verraadt, ontvangt hjj
eeue belooniug en wordt de door hem be
schuldigde onmiddellijk gestraft. Voor en
kele dagen knielde eeu armoedig gekleed
vrouwtje op de straat in het openbaar
voor een kapelletje van O. L. V. van
Ostrobam en begon hardop in het Poolsch
te bidden. Zij werd dadelijk naar het po-
litie-bureau gevoerd, door een inspecteur
duchtig berispt en eerst daar >p naar huis
gezonden. Oude menschen, die altijd ge
woon waren in de kerk iu het Poolsch te
bidden, moeten voortaan de Russische
taal bezigen. Eeu eeuvoudige sehuoljou-
geu, die zijn naam in 't Poolsch in een
schoolboek had geschreven, werd eeuvou-
dig van school gejaagd.
Een aautal Duitsche dichters en schrij
vers, geleerden en kanselredenaars heeft zich
gemeenschappelijk en openlijk verzet tegen
de door de Regeering uitgevaardigde voor
schriften tot het vvereu van vreemde woorden
uit de school. De onderteekeuaars tot
welken o. a. Gustav Freitag, Jordaau,
Spielhage-, Paul Heyse, Wildeubrucb, Fon-
taue eu de Pcofessoreu Treitschke, Haeckel,
Virchow eu Sybel behooren bepleiten
vrijheid tot het behouden eu samensmelten
van werkelijk nuttige, vreemde woorden
met de moedertaal.
De Duitsche Keizer ontving jongstleden
Vrijdag eene uit acht leden bestaande
deputatie van het vereenigde Duitsche gilde-
wezen, om Z. M. een in eeu prachtig album
gebonden aires aan te bieden. Iu de korte
rede, waarmede de Keizer dank zegde voor
het aangebodene, heriuuerde hij uog aau
het verlies van zijn vader eu van ziju
grootva Ier, eu gaf hij te keuuen, dat hjj
als jeugdig man niet die aanspraak op het
vertrouwen des volks mocht maken, dat
zijn grootvader zich gedurende zijn lang,
roemvol en werkzaam leven had verworven.
Toch zou hjj al het mogelijke doeu om
den vrede iu het land te bewaren, opdat
ook het Duitsche handwerk ouder de ze
geningen des vredes rijke vruchten zou
kuuueu afwerpen. De Keizer gaf verder te
kennen, dat hij de verbroedering der am
bachten, iu liefde eu vriendschap tot weder-
keerigeu steun en hulp, zeer hoog schatte
eu dat hjj hoopte dat haar ook eeu gods
dienstig en zedelijk gevoel mocht bezielen.
Daarop deed de Keizer zich de leden
der deputatie voorstellen eu drukte bjj hun
bij het vertrek allen de hand.
verteld, dat zulk een overspannen toestand al-
tjjd het gevolg was wanneer men zich overwerkt
had, begon toch tameljjk uit haar humeur te
geraken, wanneer dat zoeken naar de verdwenen
bretels wat al te rumoerig in zijn werk ging.
„Kjjk dan toch goed uit je oogen!" had zij
meermalen gezegd op een toon, die niet bijster
geschikt was om den toorn van haar heer ge
maal te temperen.
„Je bent allemachtig vriendelijkhad hjj
met een woedenden blik geantwoord.
//Wel, je stelt je werkelijk al te gek aan.
Een gezond mensch zou het op den duur zoo
ook niet uithouden."
„Zoo! Dus, dat ik zenuwachtig ben, dat ik
daardoor wel eens wat ongeduldig, misschien
wel eens wat heftig schijn dat geeft je dus
het recht om je ook te verbeelden, dat je zenuw
achtig zjjt
//Ik verbeeld mij niets, maar ik voel heel
duidelijk, dat als het nog langer op die manier
voortgaat
„Het schijnt dat je met bedreigingen begint?
Wil je mij soms het reeht betwisten om mjjne
bretels te zoeken en uit mijn humeur te raken,
als jij ze, zooals gewoonlijk, ergens gestopt hebt
waar ik ze niet kan vinden?//
Wordt vervolgd.)