U W
No 1365.
Zon to 10 Maart 1889.
1.4de Jaargang.
Frankrijk.
BUIT EN L A N D.
2)
Genezen.
ABONNEMENTSBBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlem f 0,8c
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afziuderljjke Nummers0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
B UB EAU: St. Janstraat Haarlem.
PJBXJS DEE ADVEETÏÏHTlSH
AGiTB MA NON AGITATE.
Van 1—6 regels30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgever 8: KÜPPERS LAUEEï.
Het tooneel van politieke verwarring,
hetwelk het tegenwoordige Frankrijk te
zien geeft, is zeker hoogst leerzaam. De
onmacht der republikeinsche partij om de
orde te handhaver), de vrijheid te waar
borgen en het recht te doen zegevieren, is
zoo duidelijk mogelijk gebleken.
Door het nieuwe Bewind is de oorlog
verklaard aan wat of wieu? Aan Bou-
1 anger.
Die Generaal wordt door de Regeering
gevreesd. Dat dit zoo is, vormt zeker wel
eene groote aauklacht tegen het republi-
keinscn Gouvernement. Het feit immers,
dat iu een man als Boulanger de redder
van Gallië kan gezien wordeu, bewijst wel,
dat de toestand allerjammerlijkst moet
heeteu.
Men heeft zich groote moeite gegeven
om de ware oorzaak op te sporen der
kwalen, waaraan Frankrijk lijdt. Alllerlei
redenen werdeu aangegeven, waaruit de
ellende van het oogeublik te verklaren is.
Vooral ook de financiëele ondergang is
zeer belangrijk. De heereu republikeinen
hebben zich (wij spreken altijd van de
leiders, niet van de misleiden) aan de
schatkist vetgemest.
Den Koningen en Keizers, die over
Fraukrijk het bewind voerden, werd ten
laste gelegd, dat zij misbruik maakten van
de staatskas. Geheel vrjj pleiten willen wij
niemaud; doch zooveel is zeker, dat de
Monarchen (wij spreken nu vau die van
vroegere eeuwen) niet zulk een geldelijk
débacle over hun land brachten als de
hoofden der republiek.
Behalve op die fiuanciëale misgrepen
werd op nog audere oorzaken van de na
tionale misère gewezen.
Wij gelooven, dat vele wortels van het
huidig kwaad zouden zjju aan te wijzen,
maar de bron vau ellende zieu wij in de
miskenning van de beteekeuis en het recht
van den godsdienst.
Voltaire en Rousseau leven nog voort
in de harten vau duizenden volgelingen;
hunne geschriften zijn nog altijd zeer ge
zocht in Fraukrijk. Bovenal is de geest,
welke hen bezielde, bljjveu voort werken iu
zeer veler gemoed. En die geest is de geest
der ontkenning.
Aan alles wordt getwijfeld. Het scepti
cisme; ziedaar het tijdwoord en het tijd-
verdert. De meest gediscrediteerde meusch
vindt bij de omweuteliugsgezindeu geloof,
maar ('tis ontzettend om het uit te spie
keu) aan God gelooft men niet meer. Aan
zijne heilbeloften wordt geene waarde meer
gehecht.
Daarin schuilt dus de oorzaak dei jam
meren, welke over Fraukrijk kwamen; de
strijd wordt tegeu den godsdienst gevoerd.
De Kerk werd vervolgd, ook in de school,
FEUILLETON.
Vervolg.)
En nu begon het lieve leventjeCato
scheen werkelijk bij den dag knorriger te wor
den door dat gejammer over de op den loop
zijnde bretels. Niet zelden gaf zij een snibbig
antwoord, schreide, pruilde en dreef het, helaas!
zoo ver, dat Hector geen woord meer mocht
spreken, zonder er zeker van te zijn, dat hij
eene //scène// verwekte.
Dientengevolge hield hij nu zijne jammer
kreten over den dwang van zijn morgentoilet
voor zich en slikte, zooals hij zich uitdrukte,
zijne boosheid dan maar telkens naar binnen.
Maar des te noodlottiger baande zijne zenuw
achtigheid zch dan later weer een uitweg
dikwijls reeds waaneer hij de eetkamer
binnentrad.
Treesje namelijk de tweede meid een
zorgeloos schepsel, zooals er geen tweede in de
heele stad te vinden was, had de onhebbelijke
gewoonte om, als het heel koud was, slechts
éen brandend blok op den haard te leggen,
ja, tot zelfs in de gasthuizeu. De republi
keinen zjju niet minder bang voor het
Kruis dan Satan. Demonische machten zijn
het trouweas welke door de revolutie wor
den ontketend. En nu kunnen die machten
alleen door God zelf worden machteloos
gemaakt.
Daarom zieu wij den strijd in Fraukrijk
tot zekere hoogte met de kalmte der on
verschilligheid aan. Wat geeft het of Ti-
rard optreedt in de plaats van Floquet.
Oud lood om oud ijzer.
Ook tegenover Boulanger staan wij iu
afwachtende houding. Hij maakt ons heet
noch koud. Deze Generaal kan toch niet
wordeu beschouwd als een geloovig man.
En alleen vau geloovige mannen verwach
ten wij heil voor alle landen.
Het geloof adelt en verheft. Waar het
geloof wordt gemist, daar mist een Troon
zijn luister en wordt de toestand van den
bedelaar nog ongelukkiger.
Als wij dus iu den Generaal geen chris
telijk redder van Frankrijk kunnen begroe
ten, dan willen wij daarmee nog niet zeg
gen, dat hij minder is in zedelijk gehalte
dan de tegenwoordige bewindslieden. In
geenen deele. Misschien zou bij metterdaad
(gelijk hij beloofde) geen kerkvervolger zijn.
Maar overigens kunnen wij in hem geen
volkomen vertrouwen stellen. Eu juist daar
om komt ons de positie van Fraukrijk zoo
allerrampzaligst voor.
Iu plaats van te bouweu in den grooten
G idstunapel van het Rijk der Hemelen,
doet men te Parijs eeu reusachtig tentoon
stellingsgebouw en den Eyffel-toreu ver
rijzen. Die beide scheppingen van architec
tonisch vernuft beoogeu het doel om den
meusch te verheerlijken. Aan God, den
Almachtige, wordt niet gedacht.
De omwenteling was trouwens een op-
s:and tegen God. De wettige Koning werd
verjaagd en het gemeen, het fatsoenlijke
zoowel als het lage, werd de baas. Honderd
jaren zijn sedert verloopen. Eu nog altijd
bleef het gemeen den toestand beheerscheu.
Slechts zestien jaren van die honderd zege
vierde weder de wettige tak der Kouingen
en achttien jaren regeerde Orleans, de
Burger-Koning, doch die het den burgers
toch niet naar deu zin kou maken.
Door eeu samenloop van omstandigheden
zou thans de troonsbestijging van ziju zoon,
den Graaf van Parys, geene onwettige daad
meer zijn.
Zal het daartoe spoedig komen?
Wij vreezen, dat Frankrijk nog meer leer
geld zal moeten betalen, wil net tot het
besef geraken, dat van de republiek geen
heil te wachten is.
De verblinding der Franscben is groot;
zij wanen zich goden. De hoogmoed, die
uit het Paradijs iu de wereld overging,
beeft hen vermeesterd, zich te onderwerpen
aan hooger, vooral aan de allerhoogste
terwijl zij, wanneer het zacht weer was, stookte
als ware zij met de zorg voor een stoomketel
belast.
De eerste dier gruwelijke domheden was nu
desnoods nog te vergeven, vooral daar Hector
Meddens veel last van eene congestie had. Als
hij zijn goeden dag had, bromde hij iets van
zoo'n dom uilskuiken, trok nijdig eene dikkere
jas aan, haalde diep adem, en zei dan tot zijne
echtgenoote
//Zie je wel, hoe uitstekend ik mij weet te
beheerscheu? Zoo'n non plus ultra van stom
miteit, die meid... Vijf graden onder nul,
en kijk nu eens naar de kachel!//
Soms gebeurde het wel, dat hij onder deze
lofspraak op zijne zelfbeheersching ongemerkt
in een toestand geraakte, die niet geheel en al
onjuist woede genoemd zou kunnen worden;
doch meestal bleef het bij dergelijke beweringen.
Maar in het tweede geval veranderde de
zaak.
Want zoodra de thermometer, die reeds naast
het buffet hing, meer dan veertien graden Reau
mur aanwees, kon Hector Meddens het niet
langer uithouden.
Ernstig, somber, en nog schijnbaar gelaten,
constateerde hij, dat de temperatuur in het
vertrek hooger was, dan zij volgens zijn voor
macht, daartoe zijn zij moeilijk te bren-
gen.
Hoe diep werden zij niet in 1870 en
1871 vernederd. Toch verootmoedigden zij
zich niet v or den Heer, hun God. Eerst
als zij daartoe weder gekomen zijn, zal
reddirig en behoud voor Frankrijk mogelijk
bljjken.
Het eeuwfeest der revolutie nadert. Zal
het Frankrijk iu openbaren opstand vin
don? Waarschijnlijk niet, want zeer velen
willen veel geld verdienen.
De teutooustellingstijd zal in het beste
geval een betrekkeljjke rusttijd voor Frank
rijk zijn.
Maar dan?
Op die vraag kan geen mensch autwoord
geren. De tijden en gelegenheden ziju iu
Gods hand. Keert Frankrijk echter niet tot
God en tot de Heilige Kerk terug, dan zal
de toestand yau dat land ontzettend zijn.
Iu de proclamatie, waarin Koning Mi
lan eergisteren zijn troonafstand bekend
gemaakt heeft, brengt bij zijn streven in
herinnering, om de belangen des lauds te
behartigen en bet koninkrijk een factor
van orde en vrede in het Bulkangebied te
doen zijn. De Koning neemt geheel de
verantwoordelijkheid op zich voor de te
leurstellingen, welke het eerste deel der
Regeering ouder het nieuwe tijdperk in
het Oosten gebaard heeft, maar hij gevoelt,
de uoodige krachten niet te bezitten om
aan de eischeu vau den liuidigen toestand
te kunneu beantwoorden. Hij zal de eerste
ouderdaan ziju van zijn zoon, wien hij
trouw vraagt aan het Servische volk. Zijne
regeertaak draagt hij over aan de beproefde
vaderlanders, die het Balkaugebied voor
oorlog zullen weten te behoeden en de be
langen des lands te handhaven.
Iu het stuk worden vervolgens de re
genten aangewezen. Te 12 uur heeft de
Koning deu hoofden der buitenlandsche
Gezantschappen zijn besluit medegedeeld.
In den namiddag heeft het leger den eed
afgelegd. Deregenten hebbeu toen aan Tan-
sthanvvitz, het hoofd der radicalen, deu
last opgedragen tot het vormen van een
Kabinet.
De Times noemt deu troonsafstand van
Koning Milan eene daad vau ongelooflijke
lichtzinnigheid. Ruslands invloed zal daar
door ia groote mate toenemen. Da Times
zegt dat in Alexander I niet anders ge
zien kan worden, dan de vertegenwoordi
ging eener familie welke door schandelijke
kibbelarijen haar prestige heeft verspeeld.
Rusland houdt steeds Prins Karageorge-
wit.ch in reserve. Europa staat aau den
vooravond van groote gebeurteuiesen, welke
het werk van den vrede-bond zullen ver
schrift wezen mocht. En dan liet hij zuchtend
d kwijls met een hulpeloos smeekenden blik
ten hemel de vernietigende woorden hooren:
„Bijna twintig graden Zoo'n schepsel hoort in
een krankzinnigengesticht thuis!"
Als een bezetene snelde hij dan naar de deur.
//Therese! Therese! Hier! Kijk met je sclia-
pengezicht eens op straatZie je nu die mod
der daarbuiten voor sneeaw aan? Kan je het
dan maar met geene mogelijkheid in je hersens
krijgen, dat een mensch bij acht graden boven
nul heel anders moet stoken dan bij veertig
graden onder nul Neem als de drommel dat
boeltje uit de kachel! Ik zal hier nog tene
beroerte krijgen in die afschuwelijke atmosfeer!
Kom, wat vlugger, voorden drommel! Zie je dan
niet, dat al mijn bloed naar mijn hoofd stijgt?//
En tegelijk smeet hij de ramen open en keek
toe, hoe de ongelukkige Therese, op wie hij
nog voortdurend allerlei aanmerkingen maakte,
in diep besef 'an hare schuld met gebogen
hoofd de gloeiende kolen, telkens een schopje,
uit de eetkamer naar de keuken loodste. Wan
neer de dienstmaagd zich al te zwaar had be
zondigd tegenover de temperntuurwetten, greep
hij in zijn toorn wel eens de waterkaraf en
smeet haar inhoud met ongelooflijke middel
puntvliedende kracht in de gloeiende massa,
nietigen. Milan doet afstand van den troon,
omdat het hem onmogelijk is, zijne ver
bintenissen tegenover de Regeering te Wee-
neu met de aspiraties van Servië iu over
eenstemming te brengen. Het is eene groote
zegepraal voor Rusland, maar eene bedrei
ging van het Europeesche evenwicht. Met
zorg kon men de toekomst tegemoetzien.
De Morning Post zegt, dat de nieuwe
Servische Regeering eene verzameling van
marionetten zal zijn, welke in beweging
gebracht wordeu bij alle wijsjes, welke te
St. Petersburg worden voorgefloteu. Aan
vredelievende bedoelingen van deu Czaar
kan het blad niet gelooven.
Ook te Berlijn is men vrij algemeen van
oordeel, dat de troouverwisseling in Servië
een zeer groot nadeel is voor de Oosten-
rijksch-Oostersehe politiek en voorloopig uit
sluitend aau Rusland ten goede komt. Naar
het heet, zou Koniug Milan in den laatsten
tijd pogingen tot toenadering tot Rusland
beproefd hebbon, blijkbaar gedreven door
deu fiuanciëleu nood zjjus lands, daar nieuwe
leerlingen te Weeneu niet meer mogelijk
waren. Men spreekt van omstreeks 20 mii-
lioen fr. achterstallige bslasting. Da Czaar
eischte als eerste voorwaarde voor verdere
onderhandelingen eene verzoeuiug van Milan
met Koningin Nathalia; Koning Milan
echter, die een zenawachtigen angst voor
zijne vrouw heoft, wier aanhangers hij be
schuldigt hem naar het leven te staan, zou
daarop oir voorwaardelijk verdere ouder-
htiudelingen geweigerd hebbeu en liever
afstand van deu troon willen doen.
Den bijeengekomeu diplomaten heeft Ko
niug Milan ziju besluit zeer kort medege
deeld; hij zeide uiets anders danMijne
heeren! Ik heb nog veel te doen e r wil
u alleen mededeelen, dat ik besloten heb
afstaud vau den troon te doen. Het heden
vers c li ij u end manifest zal u mijne redeneu
daide!jjk maken.
Na de proclamatie van ziju zoon tot
Koniug heelt Milan nog eene roerende toe
spraak tot zijn 13jarigeu zoon gehouden,
en ongeveer het volgende gezegd: Nog heb
ik hef recht u raad te geveu. Ik hoop,
dat gij steeds met uw volk zult samen
werken; dat gij uwe Regeering steeds kiezen
zult uit de besten des volks, en huichel
achtige of eerzuchtige karakters van u
verwijderd zult houden. Ik weuseh iu een
woord u toe, dat gij steeds door goede
meuscheu zult omringd ziju.
Als de termijn van meerderjarigheid voor
Alexander wordt 14 Augustus 1894 ge
noemd. Eerstdaags zal er eene samenkomst
tusschen den jongen Koning en zijne moe
der Nathalia, naar wie hij zeer verlangt,
waarschijnlijk op Hongaarsch gebied, plaats
hebbeu.
liet nieuwe Servische ministerie is ais
volgt samengesteld: Generaal Graies, voor
zitter van deu Miuisteraad, buitenlandsche
zoodat de rook en de asch bij wjjze van kleine
vulkanische uitbarsting sissend tot aau de zol
dering opsteeg
Na het ontbijt begonnen dc verdrietelijk
heden op het kantoor.
In het begin zijner praktijk had Hector Meddens
een paar geruchtmakende processen gewonnen,
die hem later overvloed van werk bezorgden
een overvloed, die deels zeer aangenaam,
doch tevens zeer bedenkelijk was. Hoewel hij
zich van uitstekende hulp lrad voorzien, was
et juist nu in het hartje van het wintersei
zoen buitengewoon veel te doen. Hector Med
dens, die zelfs bizonder vlug werkte, ergerde
zich dagelijks
ten eerste: over het laatste concept der beide
volontairs, die hem veel te omslachtig stiliseerden;
ten tweede: over den eersten en deu tweeden
klerk, wier overdreven schoonschrift met de
sierlijke krulletjes verknoeiden zij hun tijd maar
hem volmaakt onnoodig scheen, en
ten derde: over Elias Schwenzer, den vijf
tienjarigen adspirant-klerk, die, zooals Hector
beweerde, jaarlij ka voor meer dan tweehonderd
gulden papier verknoeide, het omgooien van den
inktkoker tot eene soort van //sport" maakte
en buitendien nog hardhoorend was.
Wordt vervolgd.)
jlM.MN'Xir.SDBaf