N I E U WE
No, 1378.
Vrijdag 12 April 1889
14da Jaargang.
Verwereldlijkte hospitalen.
De troost des levens.
BUITENLAND.
»H|j wilde liever van armoede bezwijken,
dan langer de martelingen dier vrouwen
te verdragen.
HIM
ABONNEMENTSPBIJC
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Aizonderljjlre Nummers 0,03
Dit blad verschjjnl
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BÜBEAÜ: St. Janstraat Haarlem.
AGIÏK MA NON AGITATE.
?BIJS DEB ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KUPPEES &LAUREY.
Verschillende Fransche nieuwsbladen mel
den vreeselijke, ijzingwekkende gevotgeu
der verwereldlijking van de hospitalen. Zoo
schrijft o. a. de Déjense:
Meermalen reeds heeft de katholieke
pers terecht uitgeroepe i, dat het eene on
zinnige daad is de eerbiedwaardige Klooster
zusters door wereldlijke ziekenverpleegsters
te vervangen, dat nooit eene vrouw, in de
wereld levende, de algeheele opoffering, de
gestadige zelfverloochening kan bezitten
van die Engelen van liefde, welke aan
eene heilige roeping gevolg gevende het
klooster betreden om daar of in een hos
pitaal haar leven te eindigen.»
»Meu behoefde geen profeet te zijn om tevoor-
spelleu, dat de verwereldlijking der hospitalen
de schromeljjkste gevolgen zoude hebben.
Gisteren verhaalde de Petit Moniteur
van een armen man, die in het hospitaal
Cochin zoo onmeuscheljjk door de wereld
lijke ziekenverpleegsters werd behandeld,
dat hij smeekte om thuis in zijne ellendige
zolderkamer te worden teruggebracht om
daar te sterven.
»Van eene andere zijde komen berichten
bij ons in uit het hospitaal Necker, die
wij zullen mededeelen in den vorm van
vragen aan het Bestuur gericht, in de
hoop dat de feiten onderzocht en de schul
digen zullen gestraft worden.
»Is het waar, dat men deu voorraad
wijn en sterke dranken ter vrije beschik
king laat van zekere slechte vrouwelijke
personen?
«Is het waar, dat bij totaal gebrek aan
toezicht, de bevoorrechte personen, ouder
de oogeu van stervenden, zich dronken
mogen drinken?
»IS het waar dat aan eene zieke eerst drie
weken na hare komst in het hospitaal ge
neeskundige hulp werd verleend?
»Is het waar dat de eenige drank, die
aan herstellenden gegeven wordt, enkel
koud water is; dat een patiënt, aan long
ontsteking lijdende, door de vergissing van
een dienstdoend beambte, een koud bad
moest doorstaan, ja, stervende en in be
zwijming naar zijne legerstede terugge
bracht, geen druppel wijn kon bekomen,
die nochtans zoo noodig was
»Is het waar, is het mogelijk, dat zieken
genoodzaakt zijn, hun dorst met enkel koud
water te lesschen?
>Is het waar dat den patiënten zelfs de
nachtrust wordt geweigerd door de onge
hoorde onreinheid en ongbloofelijke wau-
orde, die in de ziekenzalen heerscht? Is
het waar dat bedden en meubelen als met
ongedierte bezaaid zijn en ratten en muizen
vrjj spel hebben in de zalen?
»Is het waar dat men den dood der
FE V ILL E T O N.
Friezentrouw.
Vervolg.)
3)
Terwijl Nies Ipseu en de tweede knecht zich
met het drenken en voederen der krijgsrossen
bezig hielden, waren zijne verloofde en de
andere meiden in de nabijzijnde keuken be
zig om zoo spoedig mogelijk voor de gevreesde
knevelbaardige sabelsleepers het beste gereed te
maken, wat de spijskamer maar kon opleveren.
De wachtmeester trad de schuur binnen, om
er den aanwezigen voorraad in oogentchouw te^
nemen en uit te zoeken, hetgeen hij wenschte
uit te plunderen. Na tien minuten was hjj met
zjjn onderzoek gereed; hjj kwam de schuur uit
om zijne dragonders op te zoeken, die reeds
alleu in huis waren. Op het plein ontmoette hem
Grietje, de sclioone, jonge Friezin, die zich voor
de Zweedsche inkwartiering beseheiden had te
ruggetrokken. De wachtmeester haar ziende,
was met een sprong bij haar. Grietje gilde het
luid uit.
//Halt!// klonk er eene van toorn bevende
zieken eerst dan bemerkt als de lichamen
reeds ijskoud zijn?
»Is het waar, dat de ziekenverpleegsters
geen beter middel kennen om de kreten
der stervenden te doen ophouden, dan die
arme lijders en lijderessen te beleedigen
en te bedreigen?
>Is het waar, dat de eerste geneesheer
zijn plicht verzaakt en slechts zelden in
de zalen verschjjut, dat het dageljjkseh
bezoek slechts door studenten wordt gedaan?
»Is het waar, dat de dienstdoende ge
neesheer des nachts dikwerf afwezig is,
zoodat in vele gevallen de zieken door ge
mis aau geneeskundigen bjjstand sterven?
»Indien al deze vragen bovestigend kun
nen beantwoord worden en wij hebben
daarvoor gegronde redenen dan begrijpen
wjj zeer goed, dat, volgens een gelootwaar-
dige getuige, alle zieken vooitdureud roe
pen: »Ach! waren de engelachtige Liefde
zusters nog hier!»
De metiscb, met zijn lichaam gehecht
aan de aarde geljjk een slaaf aau zijne
keten, heeft zijn leven lief en beschouwt
deu dood als zijn ergsten en ouverbidde-
ljjksten vijand. En nochtans staat hij
willens en wetens somt|jds stil om het aard-
sebe te vergeten en om aan een hooger doel
te denken; hij luistert naar de stem zijner
ziel, die naar hooger streeft; hij houdt aau
den tijd vast en nochtans leeft hij met de
toekomst; als hij gelukkig is, meent hij
het gedroomde voorwerp te bezitten; de
hoop, als eene Veronica, die hij op zijn
kruisweg ontmoet, droogt zijue tranen af;
en die hoop vindt hij in zija heiligen
godsdienst,
Godsdieust heeft de mensch noodig als
brood.
Niettegenstaande deze onomstootelijke
waarheid, zijn er mannen opgestaan, zoo
genaamde wereldwjjzeD, die gezegd hebben;
wij willen deu godsdienst vernietigen, de
hoop geheel en al wegnemen. Zij zijn aau het
werk gegaan, ieder in zijn vak. Zij hebben
gezocht en gekorven, gecijferd en ontleed
en deu uitslag van hun werk hebben zjj
hoovaardig naar de vier windstreken uit
gebazuind. De mensch zoo riepen zjj, heeft
geeue ziel, daar is geen ander leveH; als
het lichaam dood is, dan is alles dood.
Kan er wel onzinniger en onredelijker
taal worden gesproken?
De wereldwjjzeu van onze dagen gunnen
aan het menscheljjk geslacht geene plaats
waar het kan rusten, geene schaduw voor
de brandende hoofden, geen druppel water
voor de dorstige lippen, geene rust voor de
vermoeide harten.
Die waanwijzen, zij begrijpen niet, dat
zjj droomen eu dat zij door hunne onza
lige theorieën te verspreiden, medewerken
aan deu ondergang van menschdom en
stem en de Zweed voelde zich ras aan beide
armen vastgegrepen. Zeker, het waren twee
krachtige handen, die den snoodaard zjjn buit
onttrokken, hem optilden en tien passen ach
teruit wierpen.
Met een van woede vuurrood-ontstoken gelaat
stond Nies Ipsen beschermend voor zijne ver
loofde en nam zijn tegenstander van top tot
teen op.
//Hond! brulde de wachtmeester in de heigste
woede. //Hondl dat is uw dood! Vlegel, hebt
ge lust met het Zweedsche ijzer kennis te maken
Let er op, deugniet, uw uur is geslagen
Hierop trok hjj schetterend zijn langen degen
uit de scheede.
//Bjj een lang mes behoort ook eene lange
gaffel,// zei de knecht spottend en zonder angst.
Deze deed een stap achterwaarts, greep in den
hoop schooven, zoo pas binnen gebracht, en
trok er eene lange, zware gaffel uit.
//Dragonders, hier!// riep de Zweed met hee-
sche stem, doch zonder de hulptroepen afte-
wachten stormde hij reeds op Nies Ipsen los,
die met zijne hooigaffel den degenstoot pareerde
en bij een tweeden zijn tegenstander op den
grond vastklampte, want met zulk eene kracht
sliet hij hem de drie tanden iu de borst, dat
maatschappij. Wat zou het leven zjjn als
er geene hoop meer is, als den mensch het
uitzicht op een leven hiernamaals werd
ontnomen.
De godsdienstige mensch hecht aan de
gedachte van het eeuwige leveu meer dau
aau ziju tij lel ijk bestaan.
De godsdienst is ons hoogste goed, om
dat hij ons gelukkig maakt en ons den
sleutel geeft van het bestaan op aarde. De
mensch hoopt na dit leveu een geluk te
viuden, dat hij na niet begrijpt, maar
waarin hij al zjjn troost stelt te midden
van zijne rampeu en tegeuspoeden. God
heeft het hem beloofd en Hij is getrouw
in zijne beloften.
Dat die waanwijzen, die God in niets
willen erkennen en de hoop des Hemels uit
de harten willen bannen, hunne onzinnige
leeringen voor zich houden. Zij hebben wel
de deuren der kloosters kunnen openbre
ken, de Priesters uit kerk eu school kuuuen
jagen eu de Zusters van liefde van de
sponde der stervenden verwijderen, maar
nooit zullen zjj uit de harten der geloo-
vigen den godsdienst kuuuen verbannen
en aan de Christenen de hoop eu den troost
des levens kunuen wegnemen. Daartoe
ziju ze niet in staat.
Het college van Burgemeester en Sche
penen van Luxemburg noodigt iu eene
proclamatie de bevolking uit tot het uit
steken der vlaggeu vau Luxemburg, van
Oranje en van Nassau. Hoewel eeue luid
ruchtige betooging thans minder gepast
wordt geacht, wordt toch van particuliere
zijde een fakkeloptocht op heden (Donder
dag)-avond voorbereid.
De Fransche Kamer van Afgevaar
digden heeft het wetsontwerp betreffende
de procedure van den Senaat als hof van
justitie spoedvereischend verklaard. Na eeue
wjjle beraadslagens werd de vraag in stem
ming gebracht, of de algemeene discussie
zal gesloten worden. Hierbjj had een ge
weldig rumoer plaats, te midden waarvan
men de kreten: »Het is schande! Leve de
commune!» onderscheidde. Met 253 stem
men tegen 242 werd beslist, dat de alge
meene beraadslaging geëindigd zou zjjn.
Audrieux verklaarde, dat hij de eer van
zjjn naam niet aan dit votum wilde ver
binden. Met 321 stemmen tegen 222 besloot
nu de Kamer tot behandeling der afzou-
derljjke artikelen over te gaan.
Na achtereenvolgende goedkeuring van
al de artikelen werd het geheele ontwerp
met 318 tegen 205 stemmen aaugeuomen.
De zitting werd om tien uur opgeheven.
Men gelooft dat de Kamer heden (Donder
dag) zal uiteengaan.
Boulanger bestelde7000 visitekaartjes te
Brussel. Een daarvan zond hjj naar het
»Mai8on du Peuple», waar de Belgische
de punten ervan aan den achterkant door den
rng boorden en een duim diep in den grond
staken.
Onder een vreeseljjken schreeuw, was de wacht
meester gevallen en binnen eene minuut een
lijk.
Grietje slaakte een kreet van ontzetting.
„Vlucht Nies!// gilde zij uit vau angst. „Naar
het strand! naar het strand daar ligt de boot!//
//Ja, Grietje!" sprak de knecht vastberaden.
„Maar gjj moet mee naar Romoë. Kom
Hij greep haar bij de hand en beiden ijlden
naar het strand, sprongen in de eenige zich
daar bevindende boot, die de koene Fries aan
stonds door forsche riemslagen van het land dreef
en roeide op Eomoë aan.
Inmiddels waren de dragonders door het
rumoer van tafel opgesprongen en naar buiten
geijld. Zij vonden hun aanvoerder badend in
zijn bloed. De tweede knecht, die den strijd uit
de verte had aangezien, naderde bevend en
verhaalde het voorgevallene. Daarop renden de
Zweden naar het strand, en ofschoon de boot
reeds meer dan drie duizend passen van het strand
verwijderd was, zondeD zij de vluchtelingen toch
nog uit hunne korte karabijnen eenige kogels
achterna, welke het vaartuig echter niet bereik-
socialisten vergaderen.
De Reichsanzeiger maakt een Regee-
ringsbesluit bekend, waarbij de Minister
van Oorlog, Generaal Bronsard Yon Schel-
leudorff, op verzoek, is ontslagen en Ge
neraal Verdy Duvernois in zjjue plaats is
benoemd.
De nieuwe Minister van Oorlog, was
onder den vroegeren Minister Kamecke
ïeeds directeur vau het algemeene Oorlogs
departement, later commandeerend Gene
raal iu de gewichtige grensvestingen Kö-
nigsberg eu Strassburg. Hij wordt voor
eene der bekwaamste Hoofdofficieren ge
houden. De vorige Miuister, Bronsart Yon
Schellendorf, moet iu den laatsteu tijd, naar
het gerucht wil, niet altoos met het hoofd
van den Generalen staf, Graaf Waldersee,
op alle punten van millitair beleid eens
gezind z|ju geweest.
Dr. Vou Lauer, de oude ljjfarts van wjj-
len Keizer Wilhelm I, is te Berljju over
leden.
De liberale Perseveranza van Milaau
zegt in eeue karakterteekeuing vau den Heer
Crispi, dat de Miuister als intimus vau deu
grootmeester der vrijmetselarij het Katholi
cisme haat met deu haat der vrijmetselaars.
Ziju speldeprikken tegen het Pausschap
hebben den Paus enkel zeer gedaan, maar
de glorie der Kerk niet verminderd. Hij
heeft eenige onnutte artikelen voor de
strafwet gemaakt, welke overal zelfs buiten
Italië protest uitlokkeu; hij heeft een dwazen
strijd begonueu tegen de vereeniging van
de katholieke Italiaausche Missies in het
buitenland enz. Zjjn gedrag is een voort
durend vijandelijk optreden, een onrecht
tegen de Kerk, dat deu Staat volstrekt geen
diensten bewijst. De Jacobjjuen-natuur,
gelijk Taine die heeft gekenschetst, open
baart zich in den Italiaauscbeu premier op
geweldige wjjze. De Perseveranza gebruikt
het woord onrecht» om het leed aau te
geven, dat Crispi der Kerk berokkent. De
Osservatore neemt bizondere akte van het
woord.
Naar hetgeen uit Bucharest wordt
gemeld, beoogt het nieuwe coalitie-miui-
sterie Lascar-Catargi voornamelijir wraak
oefening tegen de partjj van Bratiano,
alsook wijziging van Rumenië's buiten-
landsche politiek in een voor Rusland
guustigen zin. Tot het nieuwe Kabiuet
behooren eenige verklaarde vjjanden van
de regeerende dynastie.
In overeenstemming met de beslissing
van deu Nationalen Raad in de Lichten-
steiger schoolquaestie heeft de Zwitsersche
Stendenraad met 23 tegen 19 stemmen een
verdeeling van openbare scholeu naar de
geloofsbelijdenissen verklaard te zjjn ou-
vereenigbaar met de bondsgrondwet.
Uit Madrid wordt gemeld, dat de
Spaauscbe Regeering afwijzend heeft be
schikt op de aanvraag van China, betref
fende benoeming van Chiueesc'ne consuls
ten maar doelloos in het water vielen.
Aan eene vervolging viel voorloopig niet te
denken, wjjl er geen tweede boot aan het strand
lag.
De Zweden keerden naar de woning terug
en hieiden onder elkander raad. Eenigen
sloegen voor om tot straf voor den moord aan
stonds de geheele boer.'erjj in brand te steken;
doch gelukkigerwijze werd dit plan door een
ouden, tamelijk verstaudigen ruiter verijdeld en
men stelde voor den bezitter te straffen met
eene geldboete van 10000 mark. De arme land
man bracht zijn geheelen schat, zijnde 150
mark, en zwoer bij hjog eu laag en onder tra
nen, dat hij niets meer bezat. De dragonders
stelden zich nu, wijl er niets meer te bekomen
was, daarmee tevreden, maar verklaarden aan
stonds onder allerlei vloeken en bedreigingen
dat zij na acht dagen zouden wederkomen om
de rest der opgelegde som aftehalen en zjj dan
den rooden haan over liet gebouw zouden
laten kraaien, in geval de geëischte som nog
niet ter hand werd gesteld.
Daarop bonden zij het lijk van den wacht
meester op zijn paard en trokken afzonder nog
verder aan hun eigenlijken last, de requisitie,
te denken. Wordt vervolgd,