NIEUWE
buitenland!
No. 1398.
Zondag 2 Juni 1889.
14de Jaargang;
Het defensie-rapport,
Beloonde Moed.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden toor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzanderljjke Nummers0,03
Dit blad verschgnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITB MA NON AGITATE
COURilT.
PRIJS DER ADVEBTENTIÉN
Van 16 regels30 Gents.
Elke regel meer 3
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrjjdag*avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KüPPEHS fe LAURET.
Het rapport der Staatscommissie, be
noemd om eene nieuwe defensie-regeliug
te ontwerpen, is verschenen. De iuhoud
ervan is zeker niet meegevallen, ook al
werd eene scherpe resolutie op het gebied
der militie-hervorming verwacht. Tegen-
gevalleu is het ook niet, meegevallen even
min. Het resultaat van haar o/erleg was
bjjkans vooraf met zekerheid te voorspellen.
Dat de Commissie zich voor den per
soonleken dienstplicht zou verklaren, ieder
nadenkeude kon dat vermoeden.
Behoeft het nog te worden gezegd, dat
wjj ons met de strekking van het bedoelde
rapport volstrekt niet kunnen vereeuigeu?
Onze lezers zullen dit begrijpen, ook zon
der dat wij het opzefctelyk vermelden.
Trouwens wg hebben indertijd onomwon
den onze meening geuit. Wy hebben zelfs
de tgdigbeid van het verzet tegen het be
ginsel van den persoonlgken dienstplicht
met volle overtuiging verdedigd.
Toch spraken wg destgds een verzoenend
woord. Naar ons inzien moet de defensie-
quaestie geene oorzaak worden van onder
linge vervreemding. Over die raadgeving
hebben wij nog geen berouw. Er zou nog
minder succes bij de Statenverkiezing zyn
verkregen (en het was toch al zeer ge
ring wanneer de Katholieken over het
legervraagstuk verdeeld waren gebleven.
Verdeeld schrjjveu wij. Dat woord is
onjuist gekozen. Alle Katholieken waren
het in hoofdzaak eens over de militaire
zaken; het verschil liep alleen over de
vraag: welk is het beste middel vau be
strijding
Gematigdheid, gelooven wg, in deze aan
gelegenheid een eerste plicht te zgn. En
die kalmte moeten wg ook tegenover het
rapport der Defensie-Commissie in acht
nemen.
Velen willen niets goeds /.ien in het
verslag. Dat achten wg zeer onbillijk.
Als Christenen moeten wg ook tegenover
onze tegenstanders trachten rechtvaardig
te zjjn, en dan meeuen wg, dat met er
kentelijkheid mag gewezen worden op de
bepaling in de grondslagen der legerwet,
volgens welke niet alleen de Geestelijken,
maar ook de Geestelgke Ordebroeders van
den dienst zullen zijn vrijgesteld.
Fel anti-papistisch is dus het rapport
niet gekleurd. Let men er nu op, dat de
meeste leden tot de liberale partij behooren,
dan erlangt dat gedeelte van hun voorstel
eene bizondere beteekenis. 't Mag worden
opgevat als eene concessie aan de Ka
tholieken.
Wij gelooven, dat de Katholieken in
Frankrjjk b. v. al bizonder tevreden zouden
FE Ü1LLETON.
3)
Vervolg.)
Don Pedro had zich slechts daarom eenigen
tjjd in het tuinhuis opgehouden, om door zjjn
spoedig binnentreden de vreemden niet hinder
lijk te zjjn. Thans wilde hij juist voorbjj den
met de ontcijfering van het geheimschrift bezig
zjjnden sergeant gaan, toen deze hem tegenhield
met de woorden
Heer luitenant, eene kosteljjke ontdekking!
En hij hield hem het blad papier voor.
Hoe dat? vroeg deze, van het blad papier
naar het triomfantelijk gelaat van Van Zeen
kijkende.
Eene bootschap van Generaal Escobedo.
Daar is zjjne onderteekening in geheimschrift.
Half nieuwsgierig, half ongeloovig, schudde
don Pedro het hoofd.
Hoe komt ge daar aan
Die dame daar, hij wenkte met de oogen
en sprak zoo zacht, dat de muilezeldrijver in
zijne nabjjheii hem niet hooren kon, die dame
daar heeft het verloren.
Waarschijnlijk schaamde hjj zich toch nog,
zjjne gemeene handelwijze te bekennen.
Don Pedro nam hem het papier uit de hand.
zjju, als zij leefden onder eene legerwet,
samengesteld op den voet van het ont
werp der Commissie. De godsdienstvrijheid,
wordt door haar niet aangetast. Daarop mag
wel nadruk wordeu gelegd. Eu nu hebben
wg wel iD eau katholiek blad gelezen, dat
de vrijstelling der Geestelgke Ordebroeders
zouder eeue nieuwe militie-wet zou kunueu
ingevoerd wordeu, doch wg ziju zoo vrij van
dit te betwgfeleu. De vrijstellingen worden
niet door wetsduidiug aangewezen,zg moeten
met naam in de wet worden genoemd.
Ook de bewering: heden den dienstplicht,
morgeu den algemeeneu dienstplicht, gaat
niet op. De meerderheid der natie is tegen
a'gemeei en dienstplicht gekant, op dien
grond gelooven wij ook niet, dat al de
voorstellen der Commissie ooit tot wet zul
len verheven worden.
Nu komen wij tot eeu zeer gewichtig
puut. Velen bestrijden het rapport alsof
het reeds eeu wetsvoorstel is. Dat is even
wel niet zoo. De Minister heeft het zelf voor
namelijk gepubliceerd om er de openbare
meeuing over te hooren. Het is zjjn weusch
dat de stem der publieke opiuie, allereerst
die der deskuudigeu, zich ovef het rap
port zal verklareu. Vermoedelijk zal het
wetsontwerp des Ministers er geheel anders
uitzien dan het rapport der Commissie.
Vau dezen Minister van oorlog kan niet
worden verwacht, dat hjj zal toegeven aan
den eisch der Commissie om van iederen
Nederlaudschen meusch, bgkaus van de
wieg tot het graf, een militairen mensch
te maken. De Commissie mag hare voor
stellen als een minimum qualificeeren, wg
zien er in eeu ontzettend maximum, eeue
opvatting waarin wjj zeker niet alleen
staan.
Zal de Minister van oorlog niet in alles
medegaau met de Commissie, het staat te
vreezen, dat hjj wèl zal treden in het denk
beeld van den persoonljjkeu dienstplicht.
Geljjk men weet behoorde de Minister
reeds voor zijn optreden als Bewindsman
tot de besliste aauhangers vau dat begiusel,
waarom wij in 't voorbjjgaau opmerken,
dat de Katholieken hem van stonde aau
als Minister hadden moeten wraken, het
geen echter niet is geschied.
Afschaffing der plaatsvervanging zal hjj
dus zeker in zjjn ontwerp opnemen. Zal hg
ook de nummerverwisseling willen doen
vervallen? De Defensie-Commissie wil het
bepaald, maar daarom is het nog niet on
twijfelbaar zeker dat de Minister zich met
dit element in haar voorstel zal vereenigen.
Onze lezers zullen zich herinneren, hoe
wij in het behoud vau de nummerverwis-
seliug vau den aauvaug af een middel tot
verzoening hebben aanbevolen. De wet is
er nog niet, zoodat men al den tyd heeft
Uit dat gekrabbel kan men niet wijs wor
den, sprak hij knorrig.
Jawel, riep de andere zegevierend uit, kom
maar even hier, senjorl
Hij bukte zich voorover en de rustplaats van
don Pedro als tafel gebruikende, haalde hjj
weder zjjn opschrijfboekje voor den dag en
schreef naar den hem bekenden sleutel de letters
in andere volgorde op. Nu toonde hjj zjjn werk.
Don Pedro las
//jHan y Cortilla moet dadelijk opbreken,
„gedekt door het geborgte naar Saltillo
„opmarcheeren, en mij te gemoet komen; de
//oude Hualpa moet mjj antwoord brengen.
Don Pedro's handen beefden. Zijn adem ging
zwaar en moeilijk. Donker als een onweerswolk
staarde hjj op den verraderlijken brief. De mooie
dame was dus een spion, die onder den dek
mantel van eene vreedzame reizigster een vijan
delijke boodschap overbracht. Hij was genood
zaakt, haar te arresteeren, en wel in het bijzijn
van den Belg, die er zeker voor zorgen zou,
den chef rapport te geven, of hij wel met. de
noodige gestrengheid was te werk gegaan. Van
Zeen sloeg hem aandachtig gade. Het weifelen
van den officier scheen hem erg te bevallen.
Verscheidene malen wilde bij iets zeggen, maar
hjj wist niet recht hoe hjj het zou aanleggen
om den superieur aan zjjn plicht te herinneren.
Aarzelend maakte hjj eene beweging met de
hand, als om het papier weder terug te nemen.
Don Pedro werd hierdoor uit zijn gepein» op-
ora op den Minister te werken. Zou er nu
geene aauleiding bestaan voor de vereenigde
Rechterzijde bij den Minister stappen te
doen, ten eiude de handhaviug der num-
ver wisseling te verkrijgeu.
De auti-revolutionuairen, 't is waar, zgn
voorstauders van den persoonlgken dienst
plicht; zg zouden zich dus waarschijnlijk
bjj de afschaffing vau de nummerverwisse
ling kunnen nederleggeo. Maar moet dan
bjj de tegeuwoordige alliautie tusscheu de
auti-revolutiouuairen en de Katholieken
alles van een kant, en wel van den ka
tholieken komen?
Wg hebbeu zooveel rechtmatige grieven
tegeu de anti-revolutionnaire bondgenooten,
dat zij ons in de militaire quaestie wel
ter wille mogen zgn. Op onze trouw, bjj
zooveel outrouw van de zjjde van vele
anti-revolutiouuairen, kan altijd rekening
worden gemaakt.Laten zjj nu bjj betdefeusie-
vraagstnk toouen, ook wat voor ons over
te hebben.
Wordt door de Ter aeuigde Rechterzijde pres
sie,in den door ons geweuschten zin,geoefend,
dan vertrouwen wjj, dat de zaak ten slotte
nog bevredigend kan afloopen. De plaats
vervanging vervalle dan en de nummer-
verwisseling bljjve behouden. Moge op dien
grondslag eeu compromis tusscheu de Re
geering en de Recbterzgde worden gesloten.
Hartelijk zouden wjj ons over die uit
komst verbljjden; komt toch geen vergeljjk
tot stand, dan vreezen wg een conflict eu
daarover zullen zich de liberalen het meest
verheugen.
De quaestie der uatiouale verdediging
moet door eene meest mogelyk eendrachtige
volksvertegenwoordiging tot oplossing wor
den gebracht.
De Osservatore Romano publiceert het
decreet, waarbjj de U. Vader, Paus Leo
XIII, de processtukken van het te Parjjs
gehouden onderzoek over den roep van
den heiligen levenwandel over de deugden
en de wonderen der eerbiedwaardige die
nares Magdaleua Sophia Bavat, stichteres
der Congregatie van de Zusters van het
A. Hart van Jezus, heett goedgekeurd.
In d6 Belgische Kamer van Afge
vaardigden heeft de Heer Beernaert, hoofd
van het Kabiuet, op welsprekende wjjze
geheel en al de beschuldiging weerlegd
dat bjj met politie-spionneu heeft samen
gesmeed tegeu de burgerij. »Had ik dat
ge laan*, zeide hg, »dan zoude ik eerloos
zjju: maar wat eerloos is, dat zjjn tegen
de mjj ingebrachte beschuldigingen zonder
bewijs* toejuichingen van de rechterzijde).
De Heer Beernaert gaf vervolgens een ver-
gewekt. Een trotsche blik deed de hand van
Van Zeen terugdeinzen.
Wij moeten haar dadelijk in hechtenis
nemen, riep hjj haa9tig uit.
Ik ken mijn plicht zeer goed, sergeant,
ook zonder dat gij mij dien leert.
Hiermede keerde hij hem den rug toe. De
sergeant volgde hem op de hielen om toch niet»
van de interessante ontwikkeling der zaak te
verlieten. De reizigers bevonden zich in de
groote zaal. De aanvoerder van de karavaan
bood der jonge dame eenige verfrissching aan,
zonder dat zij er op scheen te letten. Toen de
beide mannen binnentraden, schrikte zij en
staarde angstig naar den officier, die weifelend
nader trad. De oude Indiaan verdween juist
door de tegenoverliggende deur. Waarschijnlijk
had hij haar de geschiedenis van het papier
medegedeeld eu vandaar hare aandoening, welke
zij te vergeefs trachtte te verbergen.
Ook haar reisgenoot had alle mogelijke moeite
om zjjne bezorgdheid te verbergen. Werktuigelijk
nam hij een paar vruchten in de hand, zonder
ze evenwel naar den mond te brengen. De rol
van Hiajordoutus, welke hij vervulde, dwong hem,
zich op eerbiedigen afstand van de jo. ge dame
te houden. Zijn juist niet leeljjk gelaat was
doodsbleek, zjjne lippen beefden en zijne oogen
hield hij angstig op den grond gericht. De ont
dekking van het verlies was zoo onverwacht
gekomen, dat zjj hunne zelfbeheerscking bjj na
geheel hadden verloren.
slag van het bezoek, door Pourbaix aan
het ministerie gebracht. Deze laatste, zeide
de Minister, had mg geheimhouding ge
vraagd, omdat anders zgn leven op het
spel zou staan. De Minister beriep zich
voorts op de liberale bladen, die in 1887
het ministerie hadden geluk gewenscht
met zijne krachtige houding.
Ten slotte wierp de Minister den libe
ralen voor den voet, deze geheele aange
legenheid te gebruiken voor eene verkie-
zings-campague langdurige toejuichingen van
de rechterzijde.)
Nadat de Heer Beernaert gesproken had,
hernieuwde de oud-Minister Bara de tot
het ministerie gerichte beschuldiging, dat
het de geheele samenzwering met Pourbaix,
den stillen verklikker, op het touw heeft
gezet. Bara eischte eene parlementaire en
quête, eu eindigde met te vorklaren, dat
het geweten des volks het Kabinet ver
oordeelt.
De Heer Jacobs, van de recbterzgde,
stelde voor tot de orde van den dag over
te gaan door middel eener motie van ver
trouwen, eu eischte tevens de afzetting van
den administrateur der Sureté publique.
De Heer Frère Orban, lid van de linker
zijde, noemde het aannemen van eene wel
willende houding tegenover dit ministerie,
zich schuldig maken aan medeplichtigheid.
Door den Heer Bara werd eene motie
van afkeuring voorgesteld, doch de Kamer
heeft met 78 tegen 32 stemmen de door
den Heer Jacobs voorgestelde motie van
volledig vertrouwen in het Kabinet aange
nomen. De Heereu Le Jeune, Beernaert en
De Volder onthielden zich bij de stemming,
welker uitslag door de recbterzgde met
toejuichiugen werd begroet.
Toen de zittiug geëiudigd was, stonden
verscheidene duizeuden voor het gebouw
der Kamer. Eeuige Miuisters en katholieke
Afgevaardigden werden, toen zij op straat
kwamen, uitgefloten en uitgejouwd. Een
peloton politiedienaren en gendarmen kwam
tusscbenbeide. Nadat verscheidene personen
in verzekerde bowaring waren genomen,
slaagde de gewapende macht er in de
mauifesteerenden uiteen te drjjven, die
heengaande riepen: Ontslag van het mi
nisterie!*
De besluiten der conferentie betref
fende de Samoa-ei!auden zullen geheim
worden gehouden totdat de Amerikaansche
Senaat en de President daaraan hunne
goedkeuriug zullen gegeven hebben.
De Oberpresident der provincie Westfa-
leu treedt af. Als reden daarvoor wordt
opgegeven, dat hg niet gehandeld heeft over
eenkomstig de maatregelen ten aanzien
van het comité der werkstakende mguar-
beiders.
Dit alles was don Pedro niet ontgaan.
Zijn blik ging van den majordomus weder
naar de dame. Zij verschikte zenuwachtig haar
sluier en liet den angstigen blik, als om hulp
te zoeken, in de zaal rondwaren.
Senjora, begon de officier na eene ook voor
hem pijnljjke pauze, en hield het papier in de
hoogte, waarschijnlijk weet gjj reed9.
O ja, senjor, ik heb iets verloren, dat
weet ik maar ik bid u, geef mjj het papier
terug 1
Don Pedro haalde de schouders op en zag
de smeekende dame, met een somberen blik
aan.
De zaak is te ernstig voor ons en voor
den vjjand, senjora; zulke boodschappen in oor
logstijd zjjn gevaarljjk, het allergevaarlijkst voor
den bode.
O Godsmeekte zjj, de gevouwsn handen
naar den officier opheffende; het zjjn slechts
berichten, mjjne familie betreffende; ik zou niet
willen, dat.
Het baat u niets, senjora; geef u geene
moeite mjj voor te liegen; het schrift is reeds
outcjjferd.
De majordomus stond bevend en met moeite op.
Dat moet een misverstand zjjn, senjor; wjj
zjjn vreedzame reizigers, de dame is aan mijne
zorg toevertrouwd; met militaire boodschappen
hebben wij niets te maken.
{Wordt vervolgd