N I E WE
No. 1403.
Zondag 16 Juni 1889.
14de Jaargang.
Nog een woord aan
f/de Tijd."
BUITENLAND.
8)
Beloonde Moed.
H44RUMS(HÏ OODR4HT.
ABONNEMENTSPBIJB
Per 3 maanden voor Haarlem0,81
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzjuderljjke Nummer»0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BUREAU: St. Janstraat Haarlem.
AG-ITS MA NON AGITATE
PBIJ8 DEB ADVEBTBNTlfiN
Van 16 regel»30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrijdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KüPPERS k LAUREY.
Wegens het feest van den H. SACRA
MENTSDAG sal de Nieuwe Haarlemsche Courant
in plaats van Dinsdag, Woensdag a. s. verschijnen;
het dan volgende nummer verschijnt Zaterdag
22 Juni.
De tactiek van >de Tijdis van een
vreemd «oort, maar alles behalve behendig,
het ab irato bederft alles. De adelaar wil eene
mug vangen. De draagkracht van het ge-
heele vorige artikel van dit blad doelt, we
houden 't vol, op niets anders dan op ver
dachtmaking; met eene simpele ontkenning
maakt men zich van zoo'u bewering niet
af. Weet »de Tijde het anders te noemen?
Men behoeft niet eens tusschen de regels
te lezen, om van dit gevoelen te zjjn.
Verder gelieve »de Tijd* te gelooven, dat
het vooruitzien van mogelgke resultaten
niet potsierlyk is, evenmin als vooraf mid
delen beramen, om ten minste te redden wat
nog te redden is, juist grappig heeten kan.
Maar als meu door groene brilleglazen
tuurt of Daltoui8t is, kau men iets niet
>blauw blauw* zien. Dan, onsparlementee-
reu(?) moest eerBt iu de uiterste noodzake
lijkheid dienst doen, dat wij dit bij voor
baat vaststellen en berinneren, is slechts
voorzichtigheid, waarvan de strategische
gril van »de Tjjd« liefst niet afweet. De
zoogenaamde >verwjjteu< aan onze .mede
standers* toegevoegd, hebben bljjkbaar nie
mand en niets getroffen dan het heel kleine
Achilles-hieltje van »de Tgd*. Waarom dat
teere plekje nu zoo roekeloos blootgeveu?
•sHet Centrumalthaus deelt de onaan
gename gewaarwording niet, want het
heeft nog een gullen, harteljjken lach over
voor ons spiegelgevechtja. Daarbij moet
het ook blijven, al is onze klepper
heusch »niet dravensmoe*. »De beste
paarden staan op stal* en men stelt ze
liefst niet bloot aan een bui straatsteeuen
of andere, zelfs homogenere projectielen
waar de straatbengels soms mee gooien.
Men moet al heel scherpe oogen hebben,
en die heeft de Tjjd, om ons wuivend
groen reeds van zoo ver en zoo duidelijk
en alleen te onderscheiden. Voordat een
parlementair het vjjandeljjk kamp nadert
en voor hij weet, hoe zgne welwillende po-
giug tot bemiddeling wordt opgevat en
ontvangen, is hg nog op alles bedacht en
bereid. Bjj het minste teeken van kwaad
willigheid rjjdt hij spoorslags terug al
vertrouwt hij zjjn wit, het volkeurecht
bleek niet altijd krachtig genoeg, zegt de
geschiedenis, om hem onschendbaar, guand
même te maken. Hg zal ook zgne wapens
niet afleggen, voor njj onloochenbare tee
kenen van welkom ontdekt. Zoo ook wg.
Maar, zie nu eens »de Tgd* moet leeren
lezen: onze toespeling van parlementeeren
FE U1LLE TON.
Vervolg.)
De gevangene zal niet tot haar vader te-
rugkeeren, begon hij eindeljjk. Het opperhoofd
met den witten haard (Dupain) zal haar laten
dooden
Bij deze woorden trachtte don Pedro met
zgne oogen de duisternis te doorboren, om te
zien welken indruk zijn bericht zou maken.
De Indiaan maakte een gebaar, dat duidelijk
zjjne ongeloovigheid te kennen gaf.
Droeg de witte bloem wapenen tegen uwe
krijgslieden? vroeg hij.
Neen, maar zij had groote medicjjn (too-
vermiddelen) om ons te schaden.
De Indiaan antwoordde weder door dezelfde
pautomime.
Het is toch zoo, al begrijpt gij het niet,
zei don Pedro.
De scherpe oogen van den wilde staarden
don Pedro strak in bet gelaat.
Wat zal mijn blanken broeder doen? Zal
en vrede, die peet is over het liefelijke
beeld des groeueu olijftaks, had, niet waar
lezers? duideljjk betrekking op ons klein
verschil met het verstoorde blad, niet op
het vraagstuk, dat wjj behandelden. Toch
kon het geen kwaad er op te wijzen, dat
men in het kiezen van beelden op zgne
hoede moet zjjn. Volhouden moet men eene
vergelijking,leert de rethoriek, dat heeft men
echter in deze brom-preek niet bewezen.
Wij willen niets liever dan »de Tjjd*
klaar bewjjzen, dat wg ons bij de .een
parige* katholieke pers innig aansluiten.
Ons blad, dat «enkel orgaan*, houdt vol
evengoed in de eerste rijen te hebben mee
gestreden en het te zullen doen iu den
strijd tegen persoonlgkeu dienstplicht als
de audere katholieke bladen, hoe hopeloos
de worsteling ook is. Het is ook ons eene
goede heilige zaak, onze vrijheid en ons recht
te verdedigen.* Daarin hebben wjj ook zoo
iets van de vuurproef doorstaan. We ver
klaren het nog eens dat wjj mede pal etaan
op de geschoten bressen, dat wij niet wjj-
ken, geen vdeel der veste* prijs geren, al
wankelt de groud onder onze voeten, dat
wg nimmer en nooit het verraad zullen
nog kunnen plegen, om »het lot van allen
in gevaar te brengen.» »Het lot rau allen*
is ook het onze en slechts >de Tjjd* is
kleingeestig genoeg het ons te betwisten.
Hg wil ons verkleiuen en is eigenzinnig
genoeg om dit ouloffeljjk streven niet na
te laten. Het uur der capitulatie is er nog
niet, maar er zjjn voorbeelden iu de ge
schiedenis, dat het tot het alleruiterste
verdedigen van eene veroordeelde sterkte
geljjk stond aan zelfmoord. Hiermee be
doelen wij nu niet het opgeven van ons
debatje, waarde Tgd.
»De Tgd* vraagt ons verder als met
het zwaard op de keel het wachtwoord
om ons nader te verklaren omtrent het
»onvermijfleljjke« van het »prjjsgeven der
plaatsvervanging.* Mogen wjj even herin
neren, dat die onvermjjdeljjkheid, als zjj
bestaat, (de vraag is nog of wij 't beweren),
niet door ons is uitgevonden, gesteund of
gecolporteerd. Zjj hangt in de lueht, als eene
fataliteit.
Wjj groeten »de Tgd* haut Vépee, of hg
dit saluut aauneemt of niet, wjj wenschen
het jeu d'escrime toch niet in bloedig spel
van krjjg te doen ontaarden. Ons blazoen
draagt reeds halve rouw, laten wg onzen
minder ridderlgken tegenstander niet iu
verzoeking brengen, verraad te plegen.
Achten wjj hem daartoe zelfs niet in staat.
Spreken is zilver, zmjgen is goud.
De Katholieke bladen van Rome vullen
heele kolommen met de vermelding der
tallooze adressen van protest te Rome bij
hjj de oogen sluiten, als ik binnenga om de
witte bloem te halen?
Dat zou weinig helpen, antwoordde de
officier met een korten lach. Er zijn vele oogen
open om naar de woning van de gevangene
te zien. Wacht hier 1 gebood hij, en ging het
huis in.
De manschappen, die de wacht hadden, lagen
cigaretten te rooken op de lederen banken. Slechts
een hunner liep met een karabijn in den arm
voor de deur van Lueindes kamer heen en weer.
Don Pedro ging naar de tuindeur. Op zijn ge
fluit naderde een soldaat, die voor het venster
van de gevangene op post stond. Don Pedro
zag door de reten van het luik nog licht sche
meren.
Tegelijk kwam een korporaal aan, die de
ronde deed.
Zjjn de wachten op het dak opgesteld?
Alles in orde, senjorl
Een mooie orde, dacht de officier, als
geen der posten de nadering van den Indiaan
heeft bemerkt. Maar ditmaal liet hjj deze on
achtzaamheid onopgemerkt en zei alleen:
Zorg dat er buiten niemand rondzwerft.
Tot uw dienst, luitenant!
Toen ging hjj weder naar binnen en klopte
aan Lueindes kamerdeur. Op haar antwoord
trad hjj weder binnen. De gevangene zag hem
denjH. Vader ingekomen tegen het Bruno-
schandaal. De poorten van het Vaticaan
zgu, na drie dagen te zijn gesloten ge
weest, Woeusdag weer geopend.
De Oosteurjjksche Gezant bij den H.
Stoel heeft met zjjn familie Rome verlaten,
voor zoolang de manisfestaties duurden.
Verschillende Romeinsche familiën hebben
eveneens gedaan.
De werkstaking in de brouwerjjeu
te Berlijn is geëindigd, De vereeuigde com
missie van patroons en werklieden is het
eens geworden omtrent de voorwaardeu,
met verwerping van de nader gestelde
eischen der werklieden.
De Berner Bund verklaart, dat Duitsch-
land geeue formeele aanvraag heeft gedaan
tot intrekking van het bevel, krachtens
hetwelk Wohlgemuth uit het laud is gezet
maar dat er uit Berliju wordt aangedron
gen op toelating van Duitsche politiebe
ambten iu Zwitserland om aldaar het oog
te houden op personen, die voor het Duit-
tche Rjjk gevaarljjk kuunen zjjn.
In verscheidene kringen te Berljjn wordt
de toestand in het Oosten ernstiger be
schouwd dan in den laatsten tgd het ge
val was. Men ziet iu menige dingen on
miskenbare verschjjuselen, dat Rusland de
Oostersche quaestie weder op het tapijt
wil brengen. De dikwjjls goed ingelichte
Petersburgsche correspondent van het Ko-
penhaagsche blad Politiken meldt verschei
dene zaken, die het bjjna buiten twjjfel
stellen, dat Rusland zjjne oorlogstoerus
tingen met verdubbelden jjver voortzet.
Het jougste in genoemd blad voorkomende
schrjjven van den bedoelden correspondent,
gedagteekeud den 9 Juni, luidt: Als een
teeken, wel niet dat Rusland voornemens
is den vrede te verbreken, maar dat zjjn
vertrouwen op het behoud van den vrede
verzwakt is, wordt mjj medegedeeld, dat
de Russische Minister van Oorlog in den
loop van twee maanden bevel heeft gege
ven tot levering van vier millioeu paar
laarzen. Verder verneem ik dat buitenge
woon groote inkoopeu van haver en hooi
gedaan worden en dat op alle westeljjke
spoorwegea reusachtigen keukeus met tafels
en banken voor vele duizenden soldaten
worden gereed gemaakt.
Te Berljjn is per telegraaf uit Zanzibar
nader bericht ontvangen omtrent de ver
nieling van Saadani, aan de ooskust van
Afrika. Volgens het bericht hebben de
schepen Leipzig, Möwe, Pfeil eu Schwalbe
daaraan deelgenomen en wordt het verlies
van den vjjand op ongeveer 400 man be
groot. Van de vernielde eigendommen be
hoorde nagenoeg alles aan Britsch-Iudische
kooplieden. De Duitsche Admiraal Deinhard
is door deu Sultan van Zanzibar begiftigd
met de Orde van de Stralende Ster. Er
was ook sprake van eene verwachte capi-
met een bijna onverschilligen, afgematten blik
aan.
Senjora, zei hjj zacht, de oude Indiaan
is gekomen.
Een half gesmoorde vreugdekreet ontsnapte
haar.
Mag ik hem zien?
Don Pedro haalde de schouders op.
Onmogelijk; mijne manschappen hebben
ook oogen.
Teleurgesteld liet zij het hoofd weder op de
borst zinken. Een pijnlijke zucht kwam over
hare bleeke lippen.
Hebt gij geene boodschap voor hem, die
hjj aan uw vader kau overbrengen?
Mijn vader?.... Kent gjj hem? vroeg zij
verschrikt.
Neen, antwoordde hjj, de Indiaan zei
alleen, dat uw vader hem had gezonden.
Mijn vader? O, neen, als die in Mon
terey geweest was, zou hjj ni-.t hebben toege
staan, dat ik.... Wat zal ik hem nu laten zeg
gen? Ik weet zelf niet, wat mjjn lot zal zijn.
Zeg aan den Indiaan, ging zjj met een door
tranen verstikte stem voort, dat hij, iu geval
ik moet sterven, aan mjjn vader mijn laatsten
groet brengt; hij zalmjjmjjne dwaasheid ver
geven en bidden voor zjjn ongelukkig kind.
Niet die wanhoop, niet die tranen, aen-
tulatie rau Paugani. In de Engelscbe be
richten was namelijk gezegd, dat tengevolge
der verovering en vernieling van Saadani het
noordelijker gelegen Pangani wilde capi-
tuleeren. Dit schjjnt echter nog niet zeker
te zijn; althaus voor zoover bekend was,
kon de bevolking nog niet besluiten, aan
de Duitsche eischen toe te geven, omdat
hiertoe behoorde, dat de Sultan als suze-
rein moest worden erkend en de tolrechten
door de Duitschers moesten worden gehe
ven, dit laatste echter onder waarborg
dat de vroegere beambten er niet zouden
terugkomen,
Het comité tot verlossing vau Emin
Pacha maakt dépêches uit Zanzibar open
baar, nieuws omtrent Stanley behelzende
tot 2 December. Toen was hg te Oeroeri
aan het zuidoosteinde van het Victoriameer
aangekomen, Emin Pacha verlaten hebbende
te Oenyara aan den noordoostkant van het
Victoriameer. Stanley had vele zieken,
waarvan de meesten sedert overleden waren.
Ook had Stanley gebrek aan voedsel. Het
comité gelooft, dat Stanley zal trachten
Rusalala aan den zuidkant van het Victo
riameer te bereiken, waar een jaar geleden
een groote voorraad levensmiddelen door
hem is gedeponeerd. Het comité acht bo-
venstaauden datum verkeerd overgebracht,
daar Stanley waarscbijulgk te Oeroeri i»
aangekomen den 2en Februari. Alsdan
zoude hg vermoedelijk reeds tot Kagahyi
doorgedrongen zgu, zoodat spoedig nieuws
kan worden verwacht, behalve de brieven
van Stanley, die een bode van Oeroeri naar
Zanzibar overbrengt.
Te Pargs heeft eene werkstaking
plaats van de koetsiers, die eene resolutie
hebben aangenomen waarbjj een vast loon
van 7 frank voor 12 uren arbeid wordt
gevraagd.
Aan de werkstaking wordt door 10,000
koetsiers deelgenomen. Bjj den Are de
Triomphe bjjeen zijnde, spanden zjj de
paarden van de voorbijkomende rgtuigeu
af; maar de politie had krachtige maat
regelen genomen en heeft daarop alle
wanordelijkheden belet. Eene commissie
uit de koetsiers is ontvangen bg den Heer
Goustans, die bereid was hnnne grieven
aan te hooren, maar tevens zeide, dat alle
manifestation op den openbaren weg vér
boden zijn.
Naar de Times uit Constantiuopel
verneemt, zendt de Porte verscheiden ba
taljons van het vijfde legerkorps naar Syrië
eu Creta om de garnizoenen te versterken.
Er wordt weder aangedrongen op het
plaatsen van een geheel legerkorps op
Creta, vanwaar de troepen kunnen worden
overgebracht naar elders.
In de berichten uit Creta wordt de aldaar
heerschende toestand als ongunstig voor
gesteld. Er loopt een gerucht, dat op ver-
jora! Er staan ons nog duizend wegen open
gij zult leven, niemand zal u deren, zoolang ik
bjj u benl
Ik dank u, senjor, sprak ze weemoedig;
ik dank u duizendmaal voor uwe ridderlijkheid,
maar dat kau mij niet baten, gjj zoudt u mede
opofferen wat zou uw vader dan doen?
Hoe, kent gjj mjjn vader? riep hjj thans
verbaasd uiten richtte zich in zjjne volle lengte op.
Zjj schudde het hoofd.
Neen, ik ken hem niet, ik heb hem nooit
gezien, maar al ben ik ook verloren, ik ben
den caballero dankbaar.
De caballero geelt u zjjn woord van eer,
dat gjj niet verloren zjjt, dat hjj u in vrijheid
zal brengen, uit de klauwen van dien bloed-
dorstigen grijsaard, die zich mjju bevelhebber
noemt.
Zijn gelaat nam, terwjjl hij sprak, zulk eene
uitdrukking van vastberadenheid, aan, dat Lu-
cinde wel overtuigd moest zjjn, dat het hem
heilige ernst was.
Meent gjj dan waarlijk, dat ik hoop mag
koesteren? vroeg zij bedeesd.
Ik zal den Indiaan eene plaats aanwijzen,
waar hjj u morgen vinden kan; laat intusschen
niemand bemerken, wat ik u beloofde.
{Wordt vervolgd.)