N I E U WE No. 1406. Woensdag 26 Juni 1889. 14de Jaargang. Het ware middel. BUITENLAND. Beloonde Moed. H4IRIEM8CHE «0I1RAIT. ABONNEMBNT8PBIJB Per 3 maanden voor Haarlem Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. Voor het Buitenland AfzDnderlgke Nummer» Dit blad verschgnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. t 0,8b 1,10 1,80 0,03 XLESUfti r AGITE MA NON AGITATE PRIJS OER ADVEBTBNTIÉW Van 16 regel»30 Cent». Elke regel meer 5 Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 2b Cents per advertentie h Contant Advertentiën worden uiterlgk Maandag-, Woensdag en Vrpdag-avond voor 6 uur ingewacht. Uitgevers KüPPEKS k L A U R E Y. Welke is de moeilijkheid, die moet op gelost worden tusschen heu die bezitten en ben, die gedwongen zgu te leven van den arbeid huuuer handen? Ziehier de quaestie: in vrede, in goede verstandhou ding te leven, met de dichte drommen van werklieden, die moeilijk te bevredigen, nog moeilgker in bedwang te houden zijn. Het heidendom heeft de moeilijkheid niet kunnen oplossen. Het heeft ze ten einde willen brengen door geweld, verdrukkiug •n bloed. Het socialisme tracht ze te doen ophouden door moord en brand, door om verwerping van alle orde en gezag. Zijne leer is vol onmogelijkheden, dwaashedeu, gewelddadigheden, welke het vraagstuk niet tot oplossing brengen. Alleen het Christendom kan en zal de oplossing geven. Heeft niet het Christendom alleen de macht om alle vjjandschap te overwinnen, die er heerscht tusschen rijken en armen en zoodoende alle moeiljjkheid uit deu weg te ruimen? Eerst heeft het aan de werk lieden geleerd tevreden te zjjn in hun lot. Nadat dit eerste puut behaald was, is het natuurlijk dat de tweede moeiljjkheid, deu werkmau iu bedwaDg te houden, eveneens zal verdwjjnen. Eu wjj vragen het iedereen in ernst af, is het geen zware taak geweest, de denk beelden, de hoop en de verwachtingen van den mensch op een toekomstig leven te richten? De overtuiging dat ons eene ge lukkige toekomst wacht,rerklaart zoo schoon de scbjjnbare tegenstrijdigheid van 's men- scheu leven. Verlicht zjj niet den last, dien wjj thans torschen, de smarten, die thans het harte grieven? OuderJrukt zjj niet in 's menscheu geest dat verlangen naar aardsuhe goederen, welk uit elk woord der socialistische heethoofden spreekt? O, het toekomstige leven geeft aan de rampen van het tegenwoordige eene bui tengewone waarde. Met afkeer en veront waardiging verwerpt het Christendom het verleidende maar leugenachtige denkbeeld, dat wjj hier op aarde moeten trachten naar onafgebroken geluk. Neen, in de toe komst ligt ons doel, onze haven, ons va derland. Hier op aarde is ons slechts een proeftjjd opgelegd, een soort noviciaat op den weg der volmaaktheid, een strjjdperk, eene worstelplaats, waar de overwinning wordt beslist. En wat meer is, die opvat ting komt overeen met hetgeen wjj in ons zeiven, in anderen bewaarheid zien. De goederen der aarde verliezen in de oogen van den Christen alle volstrekte waarde, maar zjj behouden eene andere, die betrek kelijk, toch niet miuder werkelgk is. De Christen hecht waarde aan de goede ren der aarde, om ze tot zjju heil aan te FE U1LLETON. 11) Vervolg Voorwaarts, wij zullen dat gespuis nog wel kunnen inhalen 1 brulde bij met woedend op elkaar gedrukte tanden. In razenden galop ging het weder vooruit. Eindelijk kwamen zjj aan een smallen weg. Bij de woeste vaart viel aan voorzichtigheid niet te denken. Hier en daar viel een ruiter, maar niemand lette er op. Ook Van Zeen, die dicht achter Dupain reed, trof dat ongeluk. Zijn paard struikelde en viel met ruiter en al op den grond; degeen die achter hem aankwam, kon zjju paard niet spoedig genoeg ter zijde trekken. Onzacht raakte de vluchtige hoef den enkel van den op den grond liggende aan; deze stiet een kreet van smart uit. Donderend en bruisend rende de wilde stoet hem voorbjj. Eer hjj recht tot bezinning was gekomen, was alles verdwenen. Het paard deed vergeef8che pogingen pogingen om weder op de been te komen. Van Zeen nam zijn mes uit den zak, sneed de laars open en verkoelde het gekwetste been met water, dat hij vlak bij zich wenden, bjj werkt er voor, hjj gebruikt ze om tjjdeljjk in zjjne behoeften te kun nen voorzien, maar njj denkt er niet aan daarin eene zaligheid te zoeken, welke men er niet in gevonden heeft sedert de zestig eeuwen van het bestaan der wereld. En zulk eene leer is in staat de hevigste harts tochten te beteugelen, om den mensch te doen besluiten zich in zijn lot te schikken, al is dat lot ook het lot van een arbeider. Zon het dus niet beter zijn, den werkman deze leer te verkondigen dan hem socia listische geschriften in de handeu te spelen of hem de ontzettende stellingen van sociale leiders ie doen vernemen? Veronderstelt eens iets wat helaas! niet zeldzaam is in onze eeuw dat zich aan de armoede nog benauwdheden en ellende in eiken vorm komen voegen, dat voortdurende tegenspoed de karige bulp- brounen van den arme hebben uitgeput, dat ziekten en ongelukkeu van elkeu aard hem hebbeu getroffen, wat doet dan het huichelachtig natuurgeloof voor hem? Het werpt deu ongelukkige eenige geldstukken toe en draait het hoofd om, ten einde niets te zien. Maar het Christendom heeft balsem voor alle smarten. Achttien eeuwen zjjn er om te getuigen van den troost en de redding, die het bracht. Het zegt den arme waarom hg tegenspoed verduurt. Zoo ge lijdt, zegt het geloof, is er een God, Die uwe zuch- teu hoort, uwe trauen telt eu ze aanneemt als boete uwer schuld. God zal uw ljjden veranderen in vreugde, gjj zult dat vader land binnen gaan, waar noch tranen, noch rouw, waar eukel geluk zal heerscheu. Het ongeloof zal ons zeggen, dat dit slechts jjdele, hersenschimmige stellingen zjjn. Hoe zeer vergissen zg zicb, die dwaze materialistenVerre van o.>s holle theo rieën te verkondigen, schenkt ons het Chris tendom lessen, gesteund door de kracht vau het voorbeeld van ben, die ze hebben beoefend. In ierdaad, de kerkeljjke geschiedenis heeft niets dan woorden van lof voor de nederige, arbeidzame armoede, die jaren lang Ijjdt te middeu van smart en ontbe ringen. De kunsten iu eindelooze afwisse ling herhalen de taal der historie, de chris telijke welsprekendheid verheft ze. O, welk eene kracht moet die leer niet hebben op het gemoed van christenvolken, eene kracht om den hoogmoed te verplet teren, om den onleschbaren dorst naar stoffelijke genietingen te stillen Welk eene kracht ook om tevredenheid te brengen of ten minste berusting aan onze arme, misdeelde medebroeders. Zie daar dan het ware middel, dat de gods dienst bezit tot oplossing der sociale qaaestie. vond in een kuil. Brommend, nu en dan ook vloekend, zat hjj alleen te midden der duis ternis, die hem omgaf en zocht hij «en uitweg uit zjjn niet zeer benjjdenswaardigen toestand. Opeen vijftien schreden afstands zag hij een man, die bezig was zich zeli en zjjn paard weder op te helpen. De man scheen blijkbaar gelukkiger geweest te zjjn en maakte zich reeds weder gereed om in den zadel te springen, Hola, kameraad! riep hjj zoo luid moge- ljjk, hierheen. Zoo, zijt gjj dat sergeant? zei de andere en kwam, zijn paard bjj den teugel houdende, dichterbjj. Wat scheelt u? vroeg hjj, zich over hem heenbnigende. Ik geloof, dat ik mjjn voet gebroken heb.. Zoo erg? Laat eens zien. Ondanks de hulp kon Van Zeen echter niet op de beenen blijven staan en viel weder op het paard terug. Kan het paard ook niet op? vroeg de soldaat wat scheelt het dan? Dat weet ik niet, zuchtte de sergeant kjjk gjj er eens naar. Hm, sprak de soldaat op medelijdenden toon, het arme beest beeft een voorbeen ge broken. Wel verduiveldl bromde de sergeant, als mjjn been nn maar gezond was; zoo kan ik De rechterzijde der Fransche Kamer heeft een manifest aan het land uitgevaardigd. Zij verklaart zeer terecht dat de partij, die sedert elf jaren aan het bestuur is, veroor deeld is. De republikeinsche meerderheid, die het gezag exploiteert, is veroordeeld. Da revolutiounaire staatkunde, die de Gees telijke Orden, de rechters, den Godsdienst en de Prinsen verdreven heeft, is veroor deeld. Het oogenblik is gekomen, waarop het bedrogene land de wouden peilt, die geslagen zijn aan zjjue eer en fortuiu. Kiezers, wie gij ook zijn moogt, hetzij gij aan de zijde staat der royalisten, imperia listen of oprechte republikeinenwelden kende lieden van allerlei richting, vormt gjj thans het eenige leger, gij, die morgen de eenige partij, die van Frankrjjk zult zijn. Gij zult naar het parlement eeue meer derheid vau eerljjke lieden afvaardigen, die het gezag aanvaarden en het land verlos sen zal van de parlementaire feodaliteit, welke het ten gronde richt. Geeft op die wjjze aan Frankrijk eeu waarborg van den binnen- en buitenlandschen vrede. De Senaat heeft eergisteren, na dagen lang beraadslageus, het wetsontwerp betreffende de kosten vau het openbaar ouderwijs, dat tevens strekt tot lotsverbetering der ouder- wjjzers en onderwjjzeresseu, met 185 stem men tegen 78 aangenomen. De Kamer van Afgevaardigden heeft reeds vroeger zijne goedkeuring er aan geschonken. Op het gewone budget van oorlog in Oostenrijk, voor 1890, is een krediet van 441,000 florjjnen gebracht voor het aan schaffen van 14 batterjjen, groot kaliber. Het buitengewoon budget bevat een kre diet van 693,000 tot aanvulling van het effectief van 27 regimenten infanterie. De Miuister van Oorlog vraagt voorts een supplement-krediet van 2,674,000 voor het maken van barakken in Galicië. In de zitting der Oosteurjjksche dele gatie is Prins Wendischgratz met eenparige Btenmeu tot voorzitter gekozen. Hg hield eene korte rede, waarin hg van de liefde en trouw van Oostenrgk aan de dynastie getuigde en de hoop uitsprak, dat de Keizer door zjjue wijsheid, en dank zjj de mede werking zijner getrouwe bondgenooteu, er iu slageu zou deu vrede van Europa te behouden. Deze rede werd door de verga dering met levendige toejuichingen be groet. Vervolgens werden 21 leden van de commissie voor de begtooting benoemd. De Hoogaarscbe delegatie koos Zily tot voorzitter. Deze hield eene toespraak, die geen staatkundig karakter bad. Op eene vraag van Nikata zeide de President, dat het Servische regentschap hier niet vandaan komen. Nu, wacht maar, wij willen eens zien, zoo erg zal het wel niet zjjn, sprak de soldaat, dien meer medelijden voor het paard dan voor zjjn chef scheen te gevoelen. Hier kunt ge zeker niet blijven, ging hjj nadenkend voort; men kan nooit weten hoe men hier overvallen wordt. Help mij hier uit die spleet, misschien vinden wij bij deu rotswand eene betere schuil- Het ging moeilijk genoeg. De soldaat moest den gekwetste bijna dragen; deze kneep de lippen stijf op elkaar, om niet door een of anderen luiden kreet van pijn de aandacht tot zich, te trekken van rondsluipende Indianen, wier bezoek hem lang niet gewenscht voorkwam. Eindeljjk vond hjj op een rotsblok een tameljjk gemakkeljjke zitplaats. Zjjn metgezel maakte zijn paard aan een grooten steen vast en ging naast hem zitten. Wjj zullen hier wel moeten bljjven, tot het dag wordt, meende de soldaat, als onze manschappen hier nu maar weer voorbjj kwamen. Natuurljjk gebeurt dat, bromde Van Zeen, zij keeren naar het verlaten kaïnp terug en een betere weg is er niet. Waar ging de reis eigenljjk heen? De oude wil een troep guerilla's overval- zal vertegenwoordigd zjjn bg het huwelgk van Prinses Militza. De Oosteurjjksche Keizer ontving eer gisteren deHoogaarsche en de Oosteurjjksche delegatie. Het antwoord des Keizers op de toespraken der Presidenten bevatte de vol gende passages: Noch onze betrekkingen tot de vreemde mogendheden, noch de al gemeens richting onzer buiteulandiche po litiek onderging eenige veranderiug. In volkomen eensgezindheid met ouze bond genooteu staat mjjne Regeering in voor de vreedzame outwikke'iug van den voort durend onzekeren toestand van Europa. Zij houdt vast aau de hoop, dat ook verder de zegeningen van deu vrede voor ons zul len kunnen behouden bljjveu, ondanks de allerwege voortgezette vermeerdering der krijgsmacht, die ook ons dwingt niet achter te bljjveu in de volmaking onzer weerbaarheid. Het betreurenswaardige besluit van Ko ning Milau van Servië om afstand te doen vau den troon, heeft gedurende de minder jarigheid vau Koning Alexander de macht gelegd in handen van een Regeutschap, dat mg op de vormlgkste wjjze de ver zekering heeft gegeven, dat het de tot hiertoe bestaande vriendschappelijke be trekkingen tot Oostenrjjk-Hongarjje wil voortzetten en onderhouden. Van welwil lende gevoelens vervuld voor het naburige koninkrjjk, weusch ik dit ook mjjnerzgds, en ik hoop, dat het gezoud verstand en de vaderlandsliefde der Serviërs het land voor ernstige gevaren zullen behoeden. In Bulgarije heerscheu orde eu ruet, en het is verbljjdend den gestadigen vooruitgang waar te nemen, welke in dit land ondanks zjjn tuoeiljjkeu toestand plaats heeft. Daarna overgaande tot de aanvragen voor het leger en de oorlogsmarine, ver klaart de Keizer, dat, tengevolge van de buitengewone eischeu, in de eerste plaats ouvermjjdeljjk is de voortzetting van die voorzichtigheidsmaatregelen, voor welke in het voorjaar buitengewone kredieten zjjn toegestaan, en verder zulke voor geen uit stel vatbare maatregelen, welke tot ver- aterkiug en verhoogiug vau de bruikbaar heid van het leger voor den oorlog noodig zjjn. Vervolgens wordt in de keizerlijke toe spraak geconstateerd, dai de oeconomische ontwikkeling vau Bosnië en Herzegowina gestadig vorderingen maakt. De Spaansche Regeering heeft in de Kamer, in antwoord op de vraag van een der leden betreffende een voorstel van Amerika tot aankoop van Cuba, verklaard dat de wereld niet rjjk genoeg is om de eer van Spanje te koopen. Men meldt uit Constantinopel, dat de Porte een antwoord heeft ontvangen van de mogendheden op de circulaire be ien; zij zouden hier voorbjj zijn gekomen, maar scbjjnen een anderen weg te zjjn uitgegaan. Misschien brengt het opperhoofd der Comanchen onzen ouden op het dwaalspoor, sprak de andere, na een oogenblik gezwegen te hebben; die roode rakkers zjju niet te vertrouwen. Ook mogeljjk bromde Van Zeen, hjj of een ander. Onder dergeljjke op- en aanmerkingen ging de tijd voorbjj. De schemering begon reeds te vallen. De soldaat had zich in zjjn mantel gewikkeld en was op zijn steen in slaap gevallen. Van Zeen trachtte zijn voorbeeld te volgen, maar de stekende pjjn aan zjjn voet verhinderde hem den slaap te vatten. Om een aangenamer on derhoud te hebben, dan het snorken »an den slapende, wekte hij zijn metgezel. Ik heb honger, sprak deze bedaard. Ik ook, antwoordde Van Zeen. En wjj hebben niets anders te eten dan paardenvleesch; och hemel, dat arme dier is altjjd nog in leven, daar richt het den kop weder op. Daar be'Ienk ik mjj, d*t in mijn zadel- zak wat proviand moet zitteu. Dan zal ik het halen en het arme dier uit zijn ljjden helpen. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 1