BI i\ E N L A 1),
ook andere bezoekers. Zelfs Kardinaal
Mertel meest de onbescheidenheid der dienst
knechten van Crispi ondervinden. Zijn rij
tuig werd geïnspecteerd. Wel werd er e6ne
verontschuldiging gemaakt, maar de be
doeling was ongetwijfeld om te spioneeren.
Dergelijke voorvallen verdrieten den H.
Vader.
Volgens de Tribuna zullen de onder
handelingen tusschen Italië en Zwitserland
over het doorboren van den Simplon wel
dra worden hervat. De Italiaansche Re
geering zou geneigd zijn zich te vereenigen
met het door Zwitserland voorgestelde plan,
waarbjj van Italië eeue bijdrage van 15
millioen verlangd wordt op 11 kilometer
tunnel van de 20 die geboord zullen worden
op Italië's grondgebied.
Er wordt een levendige strijd gevoerd
over de vraag, of het Duitscho leger niet
dadelijk nog aanmerkelijk moet worden
versterkt om het door de Fransche armee
niet te laten overvleugelen. De ICölnische
Zeitung heeft den strjjd geopend met een
betoog, volgens hetwelk er onverwgld tot
nieuwe belangrijke organisatiën zou moe
ten overgegaan worden.
Brieven uit Bochum.
GEMENGDE BERICHTEN?-
Bochum, 25 Augustus 1889.
Een mijner idealen, aan welks verwezenlijking ilc
wel eens twijfelde, is dan in verruiling gegaan.
Ik bevind mij te midden van den kerc van
Dnitschlands Katholieken, hier bijeen om de 36e
algemeeue vergadering (Katholieken-dag) te hou
den. Wat dat hier zeggen wil, overtreft reeds
na mijne stoutste verwachtingen. In den trein
had ik van Emmerich af gezelschap van per
sonen, die alleu voor hetzelfdd doel op reis wa
ren. //Naar Bochum!" klonk het onophoudelijk. De
stations waren alle overvol met reizigers voor
Bochum; in Essen, iuj Steele moesteu zelfs reeds
velen achter blijven.
In Bochum aangekomen overviel mij eene treu-
rigo herinnering uit de dagen, die ik er door
bracht bij gelegenheid van de werkstakingen.
Thans was alles een geest, een zin. Wij werden
er door het comité verwelkomd. De stad was
in feestdos; geen huis bijna was ongetooid. Alles
was met vlaggeD, guirlandes, eerebogen met
zinspreuken als „Herzlich willkommeD//,
„Wilkommen in unser Mitten" enz. ver
sierd. Men gevoelde dat men bij de zijnen
kwam. De toevloed van vreemdelingen was buiten
aller verwachting. Te 7 uur waren er reeds
1016 Mitgliedkaneu en 284 Eintrittskarten af
gegeven. Morgen worden nog de meesteu ver
wacht. Alle standen en volken vindt men
er vertegenwoordigd. Ik maakte een gedeelte
der reis in gezelschap van een Kapelaan uit
Luxemburg, een koopman uit Akeu en eeu koop
man uit Hamburg. Op de vergadering van dezen
avond zag ik twee negerknapen uit Z. Afrika,
't Gaat hier recht broederlijk toe, want allen
komen voor een doel; allen zijn kinderen van
een en dezelfde Moeder: de Kath. Kerk.
Heden-avond te half Degen had de plechtige
opening en ontvangst in de zaal op den Schüt-
zenhof plaats. Do buitengewone groote zaal
wss prachtig versierd, ik mag wel bijna zeggen
getooid zonder weerga. Een flink orkest was
tegenwoordig, en p. m. 200 jeugdige zangers
van 1214 jaar zongen de welkomstliederen.
De indruk was overweldigend; 't was alsof een
electrische vonk de meoschen in beweging brachl,
want aaa de „Hochs" kwam geen einde. Daar
verscheen Zijne Excellentie Dr. Wiodthorst inde
zaal, en ik zag nu van nabij den edelen man,
aan wien Duitschlaod* Katholieken zooveel te
daoken hebben. Hoewel men hem op 't eerste
gezicht bijna met een zeker medelijden aan
schouwt, vermits bij als een oude, strompelende
grijsaard geleid moet wotdeD, verdwijnt dit
gevoel van medelijden geheel, zoodra hij op den
katheder staat en eene taal spreekt waarvan
elk woord eeue les is. Zijne redevoeringen ziju
doorspekt met kwinkslagen. Nadat de Probst
van Bochum alsmede ua tweede spreker, Dr.
Lachmann, vice-voorzitter, het welkom hadden
toegeroepen, werd Ssiue Excellenz (anders hoort
men hem niet noemen) ouder een daverend
applaus op het spreekgestoelte geleid. Met kalme
en zachte stem zeide hij dank aan Bochum voor
de hartelijke ontvangst. Vervolgens ging hij de
geschiedenis van Bochum na, en zeide dat tot
loon voor den godsdienstigen zin in Bochum de
vergadering hier werd gehouden. De verlichte
Berlijuera kondeu hier nog veel leeren, zoo ging
hij voort, vooral wat dan kerkbouw betreft.
Naarmate hij zijne rede vervolgde, werd zyn
taal krachtiger eu vuriger. Von Bismarck sprak
eenmaal, zei Dr. Windthorst, Wir Deutschen
fiirchten nur Gott, sonst nichts auf der Welt",
aber wir Katholiken fiirchten nur Gott und sonst
Niemand, auch keine Grossen oder Kleinen. Wir
wollen nicht geduldet werden allein, nein, wir
verlangen unsere Rtchten." Satirisch was
zyne aanspraak tot de correspondenten der libe
rale bladen. Hunne tegenwoordigheid bewees,
dat wy toch zoo onbeduidend niet zijn; hij
verzocht hun dringend en beleefd om toch nauw
keurig alles op te schrijven, vooral de aanvallen
tegen de andersdenkenden, en vooral hem niet
te sparen. Bewijs mij, dat wij ooit wrevel
of haat hebben opgewekt, //schrijft dit ook
op", voegde hij er bij. Het geheel was natuurlijk
een toespeling op het gebeurde met Domké
Thummel te Rhemscheid ten opzichte vau Z. D.
H. den Aartsbisschop van Keulen. Nadat hij
beloofd had, wanneer de zaak goed onderzocht
was, het goed recht der arbeiders in den Rijks
dag te zullen verdedigen, eindigde hij voor dezen
avond zijne belangrijke rede. Met de uitvoering
van eenige zangnummers waren de ontvaagst-
feeaten afgeloopen. Morgen begint na de H.
Hoogmis van 8 uur de gesloten vergadering, te
5 uur weder de openbare, waariu vier voorname
redenaars zullen spreken, waarbij natuurlyk we
der de kleioe Excellenz.
Voor d»zm avond sluit i'c rast de botniging, i
dat ik mij nog nooit zoo verheugd heb, lid
der Kath. Kerk te zijn, als op den dag van
heden.
Bcchüm, 26 Augustus 1889.
De werkzaamheden van dezen dag werden heden
morgen aangevangen met eene plechtige Hoog
mis in de Probsteikirche, waar zich de jeugdige
zangers dezer stad weder op voortreffelijke wijze
deden hooren. Hun reine zang maakte een die
pen indruk.
Te half tien had er eene gesloten vergadering
plaats, waarin het schrijver: aan den H. Vader
en het antwoord van Z. H. werd voorgelezen, het
welk, op voorbeeld van de kleine Excellenz, staande
werd aangehoord en de Vergadering geheel in
begeestering bracht, waaraan door een driemaal
//Hoek// uiting werd gegeven. Nog werden vele
brieven en telegrammen van instemming voor
gelezen, welke getuigden hoe hoog men deze
katholieke vergadering schatte. Hierna had de
periodieke keuze voor de leden van het bestuur
plaats. Tot president werd gekozen Freiherr Von
Herrtling uit Muncben. Na afloop dezer verga
dering vond ik eene goede gelegenheid nm de
tentoonstelling der Christelijke kunst te gaan be
zichtigen, waarheen ik mij dan ook onmiddellijk
met mijne vrienden begaf. Wat men daar aan
schouwt, kan ik niet in enkele woorden uiten.
Men staat vol bewondering en ontzag als men
ziet wat Christelijke kunst vermag voort te bren
gen; deze tentoonstelling alleen is de reis naar
Boehum waard. Te 3 uur had men weder ver
schillende vergaderingen van: Christelijke kunst,
Raphael-vereeniging en ook voor die Römische
Frage,welke laatste ik natuurlijk bezocht, ten einde
deze gewichtige quaestie door mannen van gezag
te hooren bespreken.
De tijd verstreek snelte vijf uur ving de
General Versammlung op den Scbtilzeuhof weder
aan. Toen wij daar aankwamen was de zaal (die
5000 meoschen kan bevatten) reeds tot berstens
toe vol ea nog steeds stroomde het publiek toe;
ik geloof te kunnen zeggeD, dat zij ten laatate
dubbel bezet was; geen pad was meer door te
komen, alles was overvol. Na opening der verg.
verkreeg Freiherr Von Wendt uit Gevelicghausen
het woord over die Römische Frage. In 't kort
meld ik u, dat de rede verplettereud was voor
Italië, hoopvol voor de Katholieken. Het non
possumus van Pina IX z. g. wordt nog telkens
door Leo XIII herhaald, zeide de spreker; op
alle verleidelijke aaubtedingen mogen de 220
millioen Katholieken zwijgen, maar hun recht
blijven zij te allen tijde eischen. Aan het slot
der redevoering klonk een driewerf „Hoch" op
den H. Vader.
De tweede apreker was Graaf Von Galen, lid
van den Rijksdag, die de houding van het Cen
trum verdedigde op sociaal gebied. Neen, waar
lijk, het Centrum kan niet meer doen, herhaalde
ik meermalen bij het aan hooren van de hartver
heffende rede. Spreker besloot met algemeene
medewerking te vragen. St. Jozefsgezellen, riep
hij uit, toont, dat gij wel alleen de aociah quaestie
kuut oplossen en belooft mij alleu, allen die hier
ziju, op het woord des H. Vaders in October
eiken dag den Rozenkrans te bidden, en wacht
niet tot uit Berlijn wetten komen.
De derde spreker was de trafikant Wiese uit
Werden, die de sociale quaestie behandelde. Dui
delijker dau deze spreker deed, kau men deze
vraag zeker niet uiteenzetten. Als oorzaken
noemde hij de losbandigheid, de oabezonnen
huwelijken, de uithuizigheid, de drinkgelagen.
Deze ondeugdeu moesten bestreden worden, zeide
de epreker, en daarvoor waa de vereeniging Ar-
beiterwohl opgericht, welke hij op dringende wijze
aanbeval.
Geeft allen, aldus eindigde de spreker,uwe mede
werking. Die vijf talenten heeft, gebruike er vijf,
maar ook die er éen heeft, woekere er mede en
helpe de sociale vraag oplossen.
Na deze redevoering werd de vergadering ge
sloten en bijna onmiddellijk begon de feestavond
van den Arbeiter-Verein in dezelfde zaal, waar
ook de leden recht van toegang hadden. Het
feest werd geopend met het zingen van eenige
liederen, wederom door het koor der jeugdige
knapen, waarbij een „Gruss nach Rom//.
Dr. Windthorst nam nu het woord, waarbij
aan de //Hoch's" der arbeiders geen einde kwam;
hij sprak hen aan als vrienden, want ook hij
moest arbeiden, was het dau ook met het hoofd,
hij kon verzekeren dat het dikwerf zwaarder was
dan met de handeo; hij besprak de werkstaking
maar zou geen oordeel vellen en wachten tot
de zaak ia den Rijksdag ter behandeling kwam
en dan kon men op zijne hulp rekenen; hij
waarschuwde voor de socialisten en verklaarde
wat echt katholieke arbeiders waren. Hoe zeer
men met sprekers woorden ingenomen was, bleek
uit de herhaalde uitroepingen: //sehr wahr, aehr
richtig;" oorverdoovende bravo's, lieten zich tel
kens hooren. De humor verliet Seine Excellenz
geen oogenblik; toen bij eeu teugje water naar,
zeide hij: „Schauen sie nicht meine Ereunde,
es ist nur Wbssst." Krachtig kwam hy op voor
de Zondagsrust, tegen den nachtarbeid enz. Is
het wonder, dat alle arbeiders als het ware
aan zyne lippen hingen, en dat aan het alot
zijner rede aan de bravo's sreOD einde scheen te
komen.
De volgende spreker was Rector Torseh uit
Mainz. Hij begon te zeggen, dat hij gevreesd
had naar Bochum te komen, omdat hij er zoo
veel van gehoord had, maar nu hij hier den
echt katholieken geest zag, du verheugde bij
zich hier te mogeu spreken. Zijn onderwerp was:
//Arbeid in het licht des geloofs." Begrypelijk
is het, in welk een heerlijk licht de arbeid, door
dezen uitmuntenden redenaar werd gesteld, hoe
verheven hy de Zondagsrust voor de arbeiders
schetste, en hoe schoon de arbeid was in de
Bcbaduw van het Kruis. Ook deze rede werd met
luid applaus begroet.
Het koor voerde tot slot nog eenige nummers
uit, waarna de Ziereerw. Heer Pastoor der Ma-
riënkirche, president vau deu Arbeiter-Verein,
een woord van dank uitsprak, vooral uit naam
der arbeiders tot de beide sprekers. Toen ik mij
huiswaarts spoedde, kwam onwillekeurig de ge
dachte bij mij op: Wat zoa op deu duurrbeter
zijn voor de leiding der arbeiders, de strenge
wetten uit Berlijn, de Ulanen, wier paarden mij
dit voorjaar, bij gelegenheid der werkstakingen,
bijna hadden vertrapt, of zulk een katholiek
congres. De conclusie wss voor mij niet moeilijk.
(Slot volgt
De „Middelburgsche Courant// schryft naar
aanleiding van het debat over de schoolwet zon
der blikken of blozen het volgende:
//Er valt eene sterke conciliante strooming
waar te nemen onder onze liberale partij; maar
alles heeft zijne grenzen. Wanneer nu de
meerderheid volhardt bij haar pogen, om, tegen
over de toegevende houding, van onze liberale
kamerleden, hetzelfde nonpossumustedoen hooren,
waarop eenmaal eene herziening van dezelfde
schoolwet afstuitte, dan is het weer hare schuld
als ook deze nieuwe poging mislukte."
Men weet van de overzijde de zaken wel heel
vernuftig voor te stellen, 't Moge loopen zooals
't wil, de Rechterzijde is altijd de schuldige en
de Linkerzijde speelt immer „le beau róle.//
Volgens de „Middelburgsche" maken de anti
liberalen thans „misbruik van macht//. Zij stelt
hen bijna voor als tirannen. Waarom ook niet?
Wanneer men iemand toch zwart wil maken,
moet men bet roet niet sparen, denkt de liberale
pers zeker.
Op een woordje meer of minder komt het
niet aan: We hebben er ons op voorbereid, dat
de „clericalen/r over het ontwerp-Mackay (hoe
gematigd dan ook!) heel wat zouden moeten
hooren van liberale zijde.
Men kon niet anders verwachten.
En welke verwachtingen de liberalen ook
mogen hebben beschaamd, deze wil zij blijkbaar
tot allen prijs verwezenlijken! (Centrum.)
De St. Ct. No. 201 bevat een kon. besl.
van 7 Augustus jl.tot onteigening van perceelen
en perceelsgedeelten in de Haarlemmermeer,
welker bezit, ten behoeve van den vestingbouw,
vereischt wordt tot het maken van werken in
den Haarlemmermeerpolder.
De Staatscommissie voor het maritiem
vraagstuk van Indië, onder voorzitterschap van
den Heer I. D. Fransen Van de Putte, heeft
hare werkzaamheden begonnen.
In de jl. Dinsdag gehouden zitting van de
Tweede Kamer werden twee verzoenende rede
voeringen gehouden, eene door den Heer Farn-
combe Sanders, die verklaarde dat hij de vrees,
dat het subsidiestelsel de openbare school zal
doen ondergaan door hem niet wordt gedeeld,
Hy zal voor stemmen terwille van de pacificatie
en de billijkheid en ziet niet op tegen kosten
terwyl hij vertrouwen stelt in de verklaringen
der Regeering.
De Heer Zaaijer is eveneens conciliant. Hij
wil den schoolvrede onder waarborg van de
Rechterzijde, dat zij met de Regeering geene
maatregelen zal voorstellen, welke gevaarlijk
zouden kunnen zijn voor het karakter der open
bare school. Beiden wenschen leerplicht.
De Heer Dijckmeester verlangde nadere ver
klaring van de Regeering en de hoofden der
tegenpartij, hoewel hij, ofschoon voorstander der
openbare school, die zoo veel kwaad niet slicht
als de tegenstanders beweren en de eendracht
bevordert, het subsidiestelsel aanvaardt tot zui
vering der binnenlandsche politiek bij de ver
kiezingen.
De Heer De Meyier trachtte te betoogen, dat
het subsidiestelsel strijdt met den geest der
grondwet. Hij meende, dat er weinig verloren
zoude zijn bij eene verwerping van deze wet,
daar zoowel de rechter als de linker toch niet
tevreden zijn met hetgeen wordt voorgesteld.
De Heer Mees wil de bevrediging van het
bizonder onderwijs noch onderschatten noch
overdrijven. Hij wil toonen, dat het hem ernst
is om tot conciliatie mede te werken. De strijd
duurt reeds 40 jaar en kan er een einde aan komen,
dan zal dit zeker in het algemeen belang zijn.
De Heer Van der Kaaij heeft in beginsel
geen bezwaar tegen het geven van subsidie aan
de bizondere school, mits de 'Staat hierin geheel
onzijdig te werk ga. Hij acht het subsidiestelsel
niet in strijd met de Grondwet, maar hij meent
wel, dat het in de toepassing tot moeilijkheden
ral aanleiding geven.
De Heer W. K. Van Dedem treedt in tal
van bizonderheden omtrent de finantiëele positie
van tal van gemeenten en zegt de groote druk
door vele harer niet wordt opgewogen door het
Rijkssubsidie. Hy vraagt: welke beteekenis wil de
Regeering, in verband met haar beginsel, hech
ten aan art. 49 (de buitengewone subsidiën).
De Heer Rooijaards heeft zich zeer verheugd
in het aanwenden van eene ernstige poging om
een einde aan den schoolstrijd te maken. Zal
die nu beëindigd worden? Hij durft die vraag
niet te beantwoorden. Hij zal niet voor het ont
werp stemmen op het motief van rechtsgelijkheid,
wel op gronden van billijkheid, ten eerste omdat
door het bizonder ouderwijs de Staat financiëel
wordt ontlast, ten tweede omdat hij een einde
wil aan den schoolstrijd, hetgeen door het Staats
belang wordt geëischt.
In de zitting van gisteren werd het schoolwet
debat voortgezet.
De Heer Meldt wil ook conciliant zijn, voor
namelijk ter wille van voldoend onderwijs voor
de bizondere scholen. In tusschen wil hij waar
borgen voor het gehalte van het onderwijs o. a.
éen oxderwijzer op 40 leerlingen. Hij bestrijdt
verplichte schoolgeldheffing en dringt sterk aan
op leerplicht waarvan hij zyne stem afhankelijk
maakt.
De Heer De Ruiter Zijlker bestrijdt het sub
sidie-stelsel, als strijdende met den geest der
Grondwet. Dit maakt voor hem de wet onaan
nemelijk. Daardoor zal Staatsgeld gegeven wor
den voor propaganda van bizondere godsdien
stige leerstellingen.
De Heer Gildemeester is bereid mede te wer
ken en spoort de Rechterzijde aan toe te geven
en gemeen overleg te plegen, opdat de eind
stemming geene partijstemming worde.
Dé Minister van Binnenl. Zaken verdedigde
het ontwerp, dat alleen in het algemeen belang
is voorgesteld, als een middel tot pacificatie en
beëindiging van den nadeeligen schoolstrijd.
Vele zaken zijn niet herzien omdat zij geene
aanleiding gaven tot strijd op dit oogenblik.
Leerplicht past niet in het kader dezer wet:
Als beginsel alleen het op te nemen zonder
de uitvoering ervan tc verzekeren, baat niet.
En uitvoering hangt samen met tal van andere
regelingen.
Ook zou men buiten de wet schoolverzuim
kunnen beperken door meerdere aanraking der
onderwijzers met de gezinnen.
Met genoegen vernam de Regeering dat velen
tot pacificatie gezind zijn, maar ook vele leden
hebben daaraan voorwaarden verbonden. Er
zijn echter eischen, waaraan de Regeering niet
kan voldoen. De Reg. kan geene nieuwe bepa
lingen opnemen, waaruit nieuwe bronnen van
twist zouden ontstaan.
De Heer Van der Kaay, repliceerende, beweert,
dat de Kamer het beginsel van subsidiëering
oversohrijdende, zich onvoorwaardelijk tot meer
verbindt, dan de wet bevat. Met die consequentie
kan de liberale partij niet transigeeren.
De Heer Goeman Borgesius hecht meer aan
de bepalingen det wet, dan aan geruststellende
verklaringen. Wil de Minister pacificatie bevor
deren, dan zal hij welwillend de verbeteringen
dezerzijds gewenseht, overwegen. Hij acht echter
leerplicht noodzakelijk.
De Heer Rutgers wijst er op, dat terwijl de
linkerzijde met ernst pacificatie zoekt, de meer
derheid kracht zoekt in haar stemgeweld on
slechts enkelen aanwijst om de bezwaren dei-
minderheid geluid te geven (gelach). Hij is
conciliant, maar geeft zich niet over op genade
of ongenade. Wil de rechterzijde den strijd, er
zijn nog genoeg liberalen, die hem willen aan
vaarden op leven en dood. (Heden voortzetting.)
De Heeren De Beaufort c. s. hebben amende
ment op het schoolwetsontwerp voorgesteld geene
Rijks-bijdragen te geven voor de opleiding van
onderwijzers door hoofden van scholen.
Voor de verkiezing van een lid der Prov.
Staten van Noord-Holland, in het district Nieu-
wer-Amstel, zijn 2096 stemmen uitgebracht;
geldige 2085. Hiervan verkregen: de Heer P. J.
Raaymakers (kath.) 748, P. Ledeboer (lib.) 710,
en J. Van Zijverden (antir.) 629, zoodat her
stemd moet worden tusschen de Heeren Raay
makers en Ledeboer.
ZANDVOORT. 28 Aug. Naar men verneemt
is de Aartshertogin Stefanie van Oostenrijk voor
nemens haar verblijf alhier nog eenige dagen
te verlengen en al oo tot ongeveer 15 September
e. k. hier te verblijven.
Men schrijft aan het „Dagblad
van Nederland// uit Haarlem:
Bij den brand op de Bakenessergracht is
weder voor de zooveelate maal glashelder ge
bleken, hoe slecht ondanks de bij alle ver
kiezingen door //Vooruitgang// herhaalde be
wering, dat al de „heeren" zoo goed hun plicht
doen door den Raad onzer gemeente voor
de belangen der burgerij wordt gezorgd. Is er
een request noodig om aan de Hooge Regeoring
te bewijzeD, dat Haarlem waarachtig geen cent
meer voor het lager onderwijs kan bijspijkeren
waarbij echter over het hoofd wordt gezieD,
dat bij evenredige schoolgeldheffing de kosten
vaD ons middelbaar- en hopger (gymnasiaal)
onderwijs, die nu feitelijk een cadeau zyn van
alle belastingbetalende burgers aan de uit den
aard der zaak voor het grootste gedeelte ge
goede burgerij, wier kinderen Hoogere Burger-
School en gymnasium bezoeken en die in het
algemeen genomen best alle kosten van dat
onderwijs zelve zouden kunnen betalen, is zulk
een request noodig, dan is onze geheele Raad
op een drie- of viettal stemmen na be
reid dat op te zenden, maar aan iets, dat in
derdaad allen raakt, aan eene betere organisatie
onzer bandweer b. v., wordt niet gedacht.
't ls nu de derde keer ia betrekkelijk korten
tyd, dat een perceel door brand wordt aange
tast eenmaal zelfs op klaarlichten dag en
totaal uitbrandt, dank zij de inderdaad grappige
iurichting onzer brandweer 't Is of het er
op toegelegd is, geen enkele brand in zjn
aanvang krachtig te bestrjjden, wat toch het
eerste, het hoofddoel van elke brandweer moet
zijn. Wat toch doet men hier? Er wordt brand
gealarmeerd. Fluks wordt aan alle spuitcom-
mandanten-neen, fluks trekt een corps
politie-agenten met eene spuit naar de plaats des
onheils, doet daar zijn best om den brand te
bedwingen, scharrelt daar zóu lang tot men ziet
het niet alleen af te kunnen, om dan als
de boel in lichte laaie staat aan de brand
klok te gaan hangeo ten einde de overige spuiten
bij elkaar te krijgen, die dan in den regel aan
komen als de brand het geheele perceel van
kelder tot zolder beeft aangetast om een groot
half uur later te worden gevolgd door de
schutterij, die verschijnt als de brand geëindigd
is door gebrek aan voedsel. Weder een half
uur later geniet men het komieke verschijnsel,
in de buitenwijken bij tromgeroffel de daar
wonende schutters te hooren waarschuwen om
zich te spoeden naar een brand, die sinds een
uur of wat geheel is gebluscht.
Kom, heereu van den Raad, die pas geleden
om uwen onvermoeiden ijver voor de belangen
der gemeente eu omdat //Vooruitgang" u recom
mandeerde, opnieuw in den Raad zijt gebracht,
toont dien ijver nu ook eens, niet met zeuren
over //dat dure iager onderwij»," maar door
een voorstel in te dienen tot reorganisatie onzer
allerellendigste brandweer.
Door de Belgische Regeering is
dezer dagen het burgerkruis, eerste klasse, toe
gekend aan deu Antwerper slagersknecht Assel-
berghs, wegenB het redden van een kind onder
de volgende omstandigheden.
Hij bemerkte een tienjarig kind, dat aan den
overweg van de spoorbaan nabij de Schijnpoort