BI i\ E N L A 1), ook andere bezoekers. Zelfs Kardinaal Mertel meest de onbescheidenheid der dienst knechten van Crispi ondervinden. Zijn rij tuig werd geïnspecteerd. Wel werd er e6ne verontschuldiging gemaakt, maar de be doeling was ongetwijfeld om te spioneeren. Dergelijke voorvallen verdrieten den H. Vader. Volgens de Tribuna zullen de onder handelingen tusschen Italië en Zwitserland over het doorboren van den Simplon wel dra worden hervat. De Italiaansche Re geering zou geneigd zijn zich te vereenigen met het door Zwitserland voorgestelde plan, waarbjj van Italië eeue bijdrage van 15 millioen verlangd wordt op 11 kilometer tunnel van de 20 die geboord zullen worden op Italië's grondgebied. Er wordt een levendige strijd gevoerd over de vraag, of het Duitscho leger niet dadelijk nog aanmerkelijk moet worden versterkt om het door de Fransche armee niet te laten overvleugelen. De ICölnische Zeitung heeft den strjjd geopend met een betoog, volgens hetwelk er onverwgld tot nieuwe belangrijke organisatiën zou moe ten overgegaan worden. Brieven uit Bochum. GEMENGDE BERICHTEN?- Bochum, 25 Augustus 1889. Een mijner idealen, aan welks verwezenlijking ilc wel eens twijfelde, is dan in verruiling gegaan. Ik bevind mij te midden van den kerc van Dnitschlands Katholieken, hier bijeen om de 36e algemeeue vergadering (Katholieken-dag) te hou den. Wat dat hier zeggen wil, overtreft reeds na mijne stoutste verwachtingen. In den trein had ik van Emmerich af gezelschap van per sonen, die alleu voor hetzelfdd doel op reis wa ren. //Naar Bochum!" klonk het onophoudelijk. De stations waren alle overvol met reizigers voor Bochum; in Essen, iuj Steele moesteu zelfs reeds velen achter blijven. In Bochum aangekomen overviel mij eene treu- rigo herinnering uit de dagen, die ik er door bracht bij gelegenheid van de werkstakingen. Thans was alles een geest, een zin. Wij werden er door het comité verwelkomd. De stad was in feestdos; geen huis bijna was ongetooid. Alles was met vlaggeD, guirlandes, eerebogen met zinspreuken als „Herzlich willkommeD//, „Wilkommen in unser Mitten" enz. ver sierd. Men gevoelde dat men bij de zijnen kwam. De toevloed van vreemdelingen was buiten aller verwachting. Te 7 uur waren er reeds 1016 Mitgliedkaneu en 284 Eintrittskarten af gegeven. Morgen worden nog de meesteu ver wacht. Alle standen en volken vindt men er vertegenwoordigd. Ik maakte een gedeelte der reis in gezelschap van een Kapelaan uit Luxemburg, een koopman uit Akeu en eeu koop man uit Hamburg. Op de vergadering van dezen avond zag ik twee negerknapen uit Z. Afrika, 't Gaat hier recht broederlijk toe, want allen komen voor een doel; allen zijn kinderen van een en dezelfde Moeder: de Kath. Kerk. Heden-avond te half Degen had de plechtige opening en ontvangst in de zaal op den Schüt- zenhof plaats. Do buitengewone groote zaal wss prachtig versierd, ik mag wel bijna zeggen getooid zonder weerga. Een flink orkest was tegenwoordig, en p. m. 200 jeugdige zangers van 1214 jaar zongen de welkomstliederen. De indruk was overweldigend; 't was alsof een electrische vonk de meoschen in beweging brachl, want aaa de „Hochs" kwam geen einde. Daar verscheen Zijne Excellentie Dr. Wiodthorst inde zaal, en ik zag nu van nabij den edelen man, aan wien Duitschlaod* Katholieken zooveel te daoken hebben. Hoewel men hem op 't eerste gezicht bijna met een zeker medelijden aan schouwt, vermits bij als een oude, strompelende grijsaard geleid moet wotdeD, verdwijnt dit gevoel van medelijden geheel, zoodra hij op den katheder staat en eene taal spreekt waarvan elk woord eeue les is. Zijne redevoeringen ziju doorspekt met kwinkslagen. Nadat de Probst van Bochum alsmede ua tweede spreker, Dr. Lachmann, vice-voorzitter, het welkom hadden toegeroepen, werd Ssiue Excellenz (anders hoort men hem niet noemen) ouder een daverend applaus op het spreekgestoelte geleid. Met kalme en zachte stem zeide hij dank aan Bochum voor de hartelijke ontvangst. Vervolgens ging hij de geschiedenis van Bochum na, en zeide dat tot loon voor den godsdienstigen zin in Bochum de vergadering hier werd gehouden. De verlichte Berlijuera kondeu hier nog veel leeren, zoo ging hij voort, vooral wat dan kerkbouw betreft. Naarmate hij zijne rede vervolgde, werd zyn taal krachtiger eu vuriger. Von Bismarck sprak eenmaal, zei Dr. Windthorst, Wir Deutschen fiirchten nur Gott, sonst nichts auf der Welt", aber wir Katholiken fiirchten nur Gott und sonst Niemand, auch keine Grossen oder Kleinen. Wir wollen nicht geduldet werden allein, nein, wir verlangen unsere Rtchten." Satirisch was zyne aanspraak tot de correspondenten der libe rale bladen. Hunne tegenwoordigheid bewees, dat wy toch zoo onbeduidend niet zijn; hij verzocht hun dringend en beleefd om toch nauw keurig alles op te schrijven, vooral de aanvallen tegen de andersdenkenden, en vooral hem niet te sparen. Bewijs mij, dat wij ooit wrevel of haat hebben opgewekt, //schrijft dit ook op", voegde hij er bij. Het geheel was natuurlijk een toespeling op het gebeurde met Domké Thummel te Rhemscheid ten opzichte vau Z. D. H. den Aartsbisschop van Keulen. Nadat hij beloofd had, wanneer de zaak goed onderzocht was, het goed recht der arbeiders in den Rijks dag te zullen verdedigen, eindigde hij voor dezen avond zijne belangrijke rede. Met de uitvoering van eenige zangnummers waren de ontvaagst- feeaten afgeloopen. Morgen begint na de H. Hoogmis van 8 uur de gesloten vergadering, te 5 uur weder de openbare, waariu vier voorname redenaars zullen spreken, waarbij natuurlyk we der de kleioe Excellenz. Voor d»zm avond sluit i'c rast de botniging, i dat ik mij nog nooit zoo verheugd heb, lid der Kath. Kerk te zijn, als op den dag van heden. Bcchüm, 26 Augustus 1889. De werkzaamheden van dezen dag werden heden morgen aangevangen met eene plechtige Hoog mis in de Probsteikirche, waar zich de jeugdige zangers dezer stad weder op voortreffelijke wijze deden hooren. Hun reine zang maakte een die pen indruk. Te half tien had er eene gesloten vergadering plaats, waarin het schrijver: aan den H. Vader en het antwoord van Z. H. werd voorgelezen, het welk, op voorbeeld van de kleine Excellenz, staande werd aangehoord en de Vergadering geheel in begeestering bracht, waaraan door een driemaal //Hoek// uiting werd gegeven. Nog werden vele brieven en telegrammen van instemming voor gelezen, welke getuigden hoe hoog men deze katholieke vergadering schatte. Hierna had de periodieke keuze voor de leden van het bestuur plaats. Tot president werd gekozen Freiherr Von Herrtling uit Muncben. Na afloop dezer verga dering vond ik eene goede gelegenheid nm de tentoonstelling der Christelijke kunst te gaan be zichtigen, waarheen ik mij dan ook onmiddellijk met mijne vrienden begaf. Wat men daar aan schouwt, kan ik niet in enkele woorden uiten. Men staat vol bewondering en ontzag als men ziet wat Christelijke kunst vermag voort te bren gen; deze tentoonstelling alleen is de reis naar Boehum waard. Te 3 uur had men weder ver schillende vergaderingen van: Christelijke kunst, Raphael-vereeniging en ook voor die Römische Frage,welke laatste ik natuurlijk bezocht, ten einde deze gewichtige quaestie door mannen van gezag te hooren bespreken. De tijd verstreek snelte vijf uur ving de General Versammlung op den Scbtilzeuhof weder aan. Toen wij daar aankwamen was de zaal (die 5000 meoschen kan bevatten) reeds tot berstens toe vol ea nog steeds stroomde het publiek toe; ik geloof te kunnen zeggeD, dat zij ten laatate dubbel bezet was; geen pad was meer door te komen, alles was overvol. Na opening der verg. verkreeg Freiherr Von Wendt uit Gevelicghausen het woord over die Römische Frage. In 't kort meld ik u, dat de rede verplettereud was voor Italië, hoopvol voor de Katholieken. Het non possumus van Pina IX z. g. wordt nog telkens door Leo XIII herhaald, zeide de spreker; op alle verleidelijke aaubtedingen mogen de 220 millioen Katholieken zwijgen, maar hun recht blijven zij te allen tijde eischen. Aan het slot der redevoering klonk een driewerf „Hoch" op den H. Vader. De tweede apreker was Graaf Von Galen, lid van den Rijksdag, die de houding van het Cen trum verdedigde op sociaal gebied. Neen, waar lijk, het Centrum kan niet meer doen, herhaalde ik meermalen bij het aan hooren van de hartver heffende rede. Spreker besloot met algemeene medewerking te vragen. St. Jozefsgezellen, riep hij uit, toont, dat gij wel alleen de aociah quaestie kuut oplossen en belooft mij alleu, allen die hier ziju, op het woord des H. Vaders in October eiken dag den Rozenkrans te bidden, en wacht niet tot uit Berlijn wetten komen. De derde spreker was de trafikant Wiese uit Werden, die de sociale quaestie behandelde. Dui delijker dau deze spreker deed, kau men deze vraag zeker niet uiteenzetten. Als oorzaken noemde hij de losbandigheid, de oabezonnen huwelijken, de uithuizigheid, de drinkgelagen. Deze ondeugdeu moesten bestreden worden, zeide de epreker, en daarvoor waa de vereeniging Ar- beiterwohl opgericht, welke hij op dringende wijze aanbeval. Geeft allen, aldus eindigde de spreker,uwe mede werking. Die vijf talenten heeft, gebruike er vijf, maar ook die er éen heeft, woekere er mede en helpe de sociale vraag oplossen. Na deze redevoering werd de vergadering ge sloten en bijna onmiddellijk begon de feestavond van den Arbeiter-Verein in dezelfde zaal, waar ook de leden recht van toegang hadden. Het feest werd geopend met het zingen van eenige liederen, wederom door het koor der jeugdige knapen, waarbij een „Gruss nach Rom//. Dr. Windthorst nam nu het woord, waarbij aan de //Hoch's" der arbeiders geen einde kwam; hij sprak hen aan als vrienden, want ook hij moest arbeiden, was het dau ook met het hoofd, hij kon verzekeren dat het dikwerf zwaarder was dan met de handeo; hij besprak de werkstaking maar zou geen oordeel vellen en wachten tot de zaak ia den Rijksdag ter behandeling kwam en dan kon men op zijne hulp rekenen; hij waarschuwde voor de socialisten en verklaarde wat echt katholieke arbeiders waren. Hoe zeer men met sprekers woorden ingenomen was, bleek uit de herhaalde uitroepingen: //sehr wahr, aehr richtig;" oorverdoovende bravo's, lieten zich tel kens hooren. De humor verliet Seine Excellenz geen oogenblik; toen bij eeu teugje water naar, zeide hij: „Schauen sie nicht meine Ereunde, es ist nur Wbssst." Krachtig kwam hy op voor de Zondagsrust, tegen den nachtarbeid enz. Is het wonder, dat alle arbeiders als het ware aan zyne lippen hingen, en dat aan het alot zijner rede aan de bravo's sreOD einde scheen te komen. De volgende spreker was Rector Torseh uit Mainz. Hij begon te zeggen, dat hij gevreesd had naar Bochum te komen, omdat hij er zoo veel van gehoord had, maar nu hij hier den echt katholieken geest zag, du verheugde bij zich hier te mogeu spreken. Zijn onderwerp was: //Arbeid in het licht des geloofs." Begrypelijk is het, in welk een heerlijk licht de arbeid, door dezen uitmuntenden redenaar werd gesteld, hoe verheven hy de Zondagsrust voor de arbeiders schetste, en hoe schoon de arbeid was in de Bcbaduw van het Kruis. Ook deze rede werd met luid applaus begroet. Het koor voerde tot slot nog eenige nummers uit, waarna de Ziereerw. Heer Pastoor der Ma- riënkirche, president vau deu Arbeiter-Verein, een woord van dank uitsprak, vooral uit naam der arbeiders tot de beide sprekers. Toen ik mij huiswaarts spoedde, kwam onwillekeurig de ge dachte bij mij op: Wat zoa op deu duurrbeter zijn voor de leiding der arbeiders, de strenge wetten uit Berlijn, de Ulanen, wier paarden mij dit voorjaar, bij gelegenheid der werkstakingen, bijna hadden vertrapt, of zulk een katholiek congres. De conclusie wss voor mij niet moeilijk. (Slot volgt De „Middelburgsche Courant// schryft naar aanleiding van het debat over de schoolwet zon der blikken of blozen het volgende: //Er valt eene sterke conciliante strooming waar te nemen onder onze liberale partij; maar alles heeft zijne grenzen. Wanneer nu de meerderheid volhardt bij haar pogen, om, tegen over de toegevende houding, van onze liberale kamerleden, hetzelfde nonpossumustedoen hooren, waarop eenmaal eene herziening van dezelfde schoolwet afstuitte, dan is het weer hare schuld als ook deze nieuwe poging mislukte." Men weet van de overzijde de zaken wel heel vernuftig voor te stellen, 't Moge loopen zooals 't wil, de Rechterzijde is altijd de schuldige en de Linkerzijde speelt immer „le beau róle.// Volgens de „Middelburgsche" maken de anti liberalen thans „misbruik van macht//. Zij stelt hen bijna voor als tirannen. Waarom ook niet? Wanneer men iemand toch zwart wil maken, moet men bet roet niet sparen, denkt de liberale pers zeker. Op een woordje meer of minder komt het niet aan: We hebben er ons op voorbereid, dat de „clericalen/r over het ontwerp-Mackay (hoe gematigd dan ook!) heel wat zouden moeten hooren van liberale zijde. Men kon niet anders verwachten. En welke verwachtingen de liberalen ook mogen hebben beschaamd, deze wil zij blijkbaar tot allen prijs verwezenlijken! (Centrum.) De St. Ct. No. 201 bevat een kon. besl. van 7 Augustus jl.tot onteigening van perceelen en perceelsgedeelten in de Haarlemmermeer, welker bezit, ten behoeve van den vestingbouw, vereischt wordt tot het maken van werken in den Haarlemmermeerpolder. De Staatscommissie voor het maritiem vraagstuk van Indië, onder voorzitterschap van den Heer I. D. Fransen Van de Putte, heeft hare werkzaamheden begonnen. In de jl. Dinsdag gehouden zitting van de Tweede Kamer werden twee verzoenende rede voeringen gehouden, eene door den Heer Farn- combe Sanders, die verklaarde dat hij de vrees, dat het subsidiestelsel de openbare school zal doen ondergaan door hem niet wordt gedeeld, Hy zal voor stemmen terwille van de pacificatie en de billijkheid en ziet niet op tegen kosten terwyl hij vertrouwen stelt in de verklaringen der Regeering. De Heer Zaaijer is eveneens conciliant. Hij wil den schoolvrede onder waarborg van de Rechterzijde, dat zij met de Regeering geene maatregelen zal voorstellen, welke gevaarlijk zouden kunnen zijn voor het karakter der open bare school. Beiden wenschen leerplicht. De Heer Dijckmeester verlangde nadere ver klaring van de Regeering en de hoofden der tegenpartij, hoewel hij, ofschoon voorstander der openbare school, die zoo veel kwaad niet slicht als de tegenstanders beweren en de eendracht bevordert, het subsidiestelsel aanvaardt tot zui vering der binnenlandsche politiek bij de ver kiezingen. De Heer De Meyier trachtte te betoogen, dat het subsidiestelsel strijdt met den geest der grondwet. Hij meende, dat er weinig verloren zoude zijn bij eene verwerping van deze wet, daar zoowel de rechter als de linker toch niet tevreden zijn met hetgeen wordt voorgesteld. De Heer Mees wil de bevrediging van het bizonder onderwijs noch onderschatten noch overdrijven. Hij wil toonen, dat het hem ernst is om tot conciliatie mede te werken. De strijd duurt reeds 40 jaar en kan er een einde aan komen, dan zal dit zeker in het algemeen belang zijn. De Heer Van der Kaaij heeft in beginsel geen bezwaar tegen het geven van subsidie aan de bizondere school, mits de 'Staat hierin geheel onzijdig te werk ga. Hij acht het subsidiestelsel niet in strijd met de Grondwet, maar hij meent wel, dat het in de toepassing tot moeilijkheden ral aanleiding geven. De Heer W. K. Van Dedem treedt in tal van bizonderheden omtrent de finantiëele positie van tal van gemeenten en zegt de groote druk door vele harer niet wordt opgewogen door het Rijkssubsidie. Hy vraagt: welke beteekenis wil de Regeering, in verband met haar beginsel, hech ten aan art. 49 (de buitengewone subsidiën). De Heer Rooijaards heeft zich zeer verheugd in het aanwenden van eene ernstige poging om een einde aan den schoolstrijd te maken. Zal die nu beëindigd worden? Hij durft die vraag niet te beantwoorden. Hij zal niet voor het ont werp stemmen op het motief van rechtsgelijkheid, wel op gronden van billijkheid, ten eerste omdat door het bizonder ouderwijs de Staat financiëel wordt ontlast, ten tweede omdat hij een einde wil aan den schoolstrijd, hetgeen door het Staats belang wordt geëischt. In de zitting van gisteren werd het schoolwet debat voortgezet. De Heer Meldt wil ook conciliant zijn, voor namelijk ter wille van voldoend onderwijs voor de bizondere scholen. In tusschen wil hij waar borgen voor het gehalte van het onderwijs o. a. éen oxderwijzer op 40 leerlingen. Hij bestrijdt verplichte schoolgeldheffing en dringt sterk aan op leerplicht waarvan hij zyne stem afhankelijk maakt. De Heer De Ruiter Zijlker bestrijdt het sub sidie-stelsel, als strijdende met den geest der Grondwet. Dit maakt voor hem de wet onaan nemelijk. Daardoor zal Staatsgeld gegeven wor den voor propaganda van bizondere godsdien stige leerstellingen. De Heer Gildemeester is bereid mede te wer ken en spoort de Rechterzijde aan toe te geven en gemeen overleg te plegen, opdat de eind stemming geene partijstemming worde. Dé Minister van Binnenl. Zaken verdedigde het ontwerp, dat alleen in het algemeen belang is voorgesteld, als een middel tot pacificatie en beëindiging van den nadeeligen schoolstrijd. Vele zaken zijn niet herzien omdat zij geene aanleiding gaven tot strijd op dit oogenblik. Leerplicht past niet in het kader dezer wet: Als beginsel alleen het op te nemen zonder de uitvoering ervan tc verzekeren, baat niet. En uitvoering hangt samen met tal van andere regelingen. Ook zou men buiten de wet schoolverzuim kunnen beperken door meerdere aanraking der onderwijzers met de gezinnen. Met genoegen vernam de Regeering dat velen tot pacificatie gezind zijn, maar ook vele leden hebben daaraan voorwaarden verbonden. Er zijn echter eischen, waaraan de Regeering niet kan voldoen. De Reg. kan geene nieuwe bepa lingen opnemen, waaruit nieuwe bronnen van twist zouden ontstaan. De Heer Van der Kaay, repliceerende, beweert, dat de Kamer het beginsel van subsidiëering oversohrijdende, zich onvoorwaardelijk tot meer verbindt, dan de wet bevat. Met die consequentie kan de liberale partij niet transigeeren. De Heer Goeman Borgesius hecht meer aan de bepalingen det wet, dan aan geruststellende verklaringen. Wil de Minister pacificatie bevor deren, dan zal hij welwillend de verbeteringen dezerzijds gewenseht, overwegen. Hij acht echter leerplicht noodzakelijk. De Heer Rutgers wijst er op, dat terwijl de linkerzijde met ernst pacificatie zoekt, de meer derheid kracht zoekt in haar stemgeweld on slechts enkelen aanwijst om de bezwaren dei- minderheid geluid te geven (gelach). Hij is conciliant, maar geeft zich niet over op genade of ongenade. Wil de rechterzijde den strijd, er zijn nog genoeg liberalen, die hem willen aan vaarden op leven en dood. (Heden voortzetting.) De Heeren De Beaufort c. s. hebben amende ment op het schoolwetsontwerp voorgesteld geene Rijks-bijdragen te geven voor de opleiding van onderwijzers door hoofden van scholen. Voor de verkiezing van een lid der Prov. Staten van Noord-Holland, in het district Nieu- wer-Amstel, zijn 2096 stemmen uitgebracht; geldige 2085. Hiervan verkregen: de Heer P. J. Raaymakers (kath.) 748, P. Ledeboer (lib.) 710, en J. Van Zijverden (antir.) 629, zoodat her stemd moet worden tusschen de Heeren Raay makers en Ledeboer. ZANDVOORT. 28 Aug. Naar men verneemt is de Aartshertogin Stefanie van Oostenrijk voor nemens haar verblijf alhier nog eenige dagen te verlengen en al oo tot ongeveer 15 September e. k. hier te verblijven. Men schrijft aan het „Dagblad van Nederland// uit Haarlem: Bij den brand op de Bakenessergracht is weder voor de zooveelate maal glashelder ge bleken, hoe slecht ondanks de bij alle ver kiezingen door //Vooruitgang// herhaalde be wering, dat al de „heeren" zoo goed hun plicht doen door den Raad onzer gemeente voor de belangen der burgerij wordt gezorgd. Is er een request noodig om aan de Hooge Regeoring te bewijzeD, dat Haarlem waarachtig geen cent meer voor het lager onderwijs kan bijspijkeren waarbij echter over het hoofd wordt gezieD, dat bij evenredige schoolgeldheffing de kosten vaD ons middelbaar- en hopger (gymnasiaal) onderwijs, die nu feitelijk een cadeau zyn van alle belastingbetalende burgers aan de uit den aard der zaak voor het grootste gedeelte ge goede burgerij, wier kinderen Hoogere Burger- School en gymnasium bezoeken en die in het algemeen genomen best alle kosten van dat onderwijs zelve zouden kunnen betalen, is zulk een request noodig, dan is onze geheele Raad op een drie- of viettal stemmen na be reid dat op te zenden, maar aan iets, dat in derdaad allen raakt, aan eene betere organisatie onzer bandweer b. v., wordt niet gedacht. 't ls nu de derde keer ia betrekkelijk korten tyd, dat een perceel door brand wordt aange tast eenmaal zelfs op klaarlichten dag en totaal uitbrandt, dank zij de inderdaad grappige iurichting onzer brandweer 't Is of het er op toegelegd is, geen enkele brand in zjn aanvang krachtig te bestrjjden, wat toch het eerste, het hoofddoel van elke brandweer moet zijn. Wat toch doet men hier? Er wordt brand gealarmeerd. Fluks wordt aan alle spuitcom- mandanten-neen, fluks trekt een corps politie-agenten met eene spuit naar de plaats des onheils, doet daar zijn best om den brand te bedwingen, scharrelt daar zóu lang tot men ziet het niet alleen af te kunnen, om dan als de boel in lichte laaie staat aan de brand klok te gaan hangeo ten einde de overige spuiten bij elkaar te krijgen, die dan in den regel aan komen als de brand het geheele perceel van kelder tot zolder beeft aangetast om een groot half uur later te worden gevolgd door de schutterij, die verschijnt als de brand geëindigd is door gebrek aan voedsel. Weder een half uur later geniet men het komieke verschijnsel, in de buitenwijken bij tromgeroffel de daar wonende schutters te hooren waarschuwen om zich te spoeden naar een brand, die sinds een uur of wat geheel is gebluscht. Kom, heereu van den Raad, die pas geleden om uwen onvermoeiden ijver voor de belangen der gemeente eu omdat //Vooruitgang" u recom mandeerde, opnieuw in den Raad zijt gebracht, toont dien ijver nu ook eens, niet met zeuren over //dat dure iager onderwij»," maar door een voorstel in te dienen tot reorganisatie onzer allerellendigste brandweer. Door de Belgische Regeering is dezer dagen het burgerkruis, eerste klasse, toe gekend aan deu Antwerper slagersknecht Assel- berghs, wegenB het redden van een kind onder de volgende omstandigheden. Hij bemerkte een tienjarig kind, dat aan den overweg van de spoorbaan nabij de Schijnpoort

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 2