NIEUWE
No 1444.
Woensdag 25 September 1889.
14de Jaargang.
De katholieke beweging in
Beieren.
BÜ1TENL A N 1).
De vrek van IJdoorn.
LIME COtlRlIT
ABONNEMENTSPBIJB
Per 3 maanden voor Haarlem0.8ï>
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummer»0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG.
BIJBÏAU: St. Janstraat Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE
PBIJS DBB ADVEBTENTIÉ»
'7an 16 regel»30 Cents.
Elke regel meer 5
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag
en Vrjjdag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers: KüPPEBS LAUEEÏ.
Vervolg en slot.)
Het Beiersche Katholieken-Congres, dat
thans te Muncheu wordt gehouden, zal,
zooals in den uitnoodigingsbrief vermeld
staat, een keerpunt worden in de binnen-
landscbe aangelegenheden van Beieren.
>Katholieken van BeiereD,» zoo luidt de
rondgaande brief, »op het Katholieken-Con
gres zal het katholieke volk van Beiereu
openlijk en op plechtige wijze verkondigen,
dat de zaak van den godsdienst en van de
Kerk voor het volk geene vreemde is ge
worden, maar op bizondere en krachtige
wijze zal behartigd wordeu.
Wjj noodigen u uit, openlijk getuigenis
te geven, dat het katholieke volk met
dankbaarheid is vervuld voor de vele en
groote zorgen, met welke onze Opperher
ders de rechten der Katholieke Kerk in
Beieren verdedigen, de beperkingen dezer
rechten betreuren en werkzaam zijn deze
beletselen uit den weg te ruimen en zoo
voor de Kerk de vrijheid en zelfstandig
heid te verkrijgen, welke haar in alle op
zichten toekomt. Zouder deze vrijheid en
zelfstandigheid kan in onze dagen het
zedelijk godsdienstig leven van het volk,
de gehoorzaamheid aan de wetten en het
bestaan der maatschappelijke orde niet
worden verzekerd.
Wij roepen u op, in het openbaar te
verkondigen, hoezeer het katholieke volk
in Beieren het hoog gewichtigde oordeel
van den Heiligen Vader volgende, de hou
ding der koninklijke Staatsregeering tegen
over het memorandum van de Hoogwaardige
Aartsbisschoppen en Bisschoppen van Bei
eren, in Juni van het vorige jaar gepubli
ceerd, betreurt en beklaagt.
Wij hopen, dat de onderhandelingen
tusschen den H. Stoel en de Beiersche
Regeering, met medewerking van het Hoog
waardig Episcopaat, de zoo lang en vurig
verwachte overeenkomst mogeu tengevolge
hebben en wij koesteren hel vaste vertrouwen
in onze vertegenwoordigers in den Boier-
schen Landdag, dat zij alles in bet werk
zullen stellen, om de hinderpalen uit den
te ruimen, welke de Kerk beletten in den
volsten omvang, op het gebied van het
godsdieustig-staatkundig leven, van de
opvoeding en van de sociale toestanden,
den haar toekomenden zegenrjjkeu invloed
uit te oefenen.
Wij noodigen u uit, in eene openbare
vergadering aan uwe overtuiging uitdruk
king te geven, dat de geest van ongeloof,
die in alle rangen en standen van het volk
FEUILLETON.
16) Vervolg).
Kees komt nog ruim een kwartier te vroeg
aan het logement waar de tram afrijdt; een gek
geval voor iemand die besloten heeft onderweg
geene vertering te maken. Wat zal hij doen;
de stad nog eens ingaan, of een glas bier nemen?
Het laatste is het meest in overeenstemming met
zijue goedgeluimdheid over het aanvankelijk
welslagen der onderneming. Uitgenomen de
juffrouw in het buffet, is er niemand in de
wachtkamer. Kees vraagt een glas bier en zet
zich aan een tafeltje bij een der vensters, kijk,
daar komt een reiziger de stoep op; zeker ook
een passagier voor de tram. De deur van de
wachtkamer gaat open//Hemel, daar heb je
Willend// Kees herkent den neef van baas Sta-
vels bij den eersten oogopslag. Willem is ouder
geworden, maar hij ia nog dezelfde knappe vent
van voorheen.
„Willem Stavels, als ik het wel heb?" roept
Kees verwonderd uit. Hij treedt op hem toe en
begroet hem. De binnentredende drukt Kees
hartelijk de hand. //Neem mij niet kwalijk," zegt
hij, "'t is zooveel jaren geleden! Wacht eens!
Kees Dobbels, jawel, je was eigenlijk nog een
jongen, toen ik uit IJdoorn ging...
wNog een glas bier, juffrouw!// roept Keea,
steeds meer en meer ingang vindt, de gods
dienstige opvoeding der jeugd benadeelt
en, in vereeniging der steeds wassende
bandeloosheid van de zeden, het welzijn
van den Staat, van de maatschappjj en van
het individu bedreigt, slechts kan bestreden
worden door de Kerk wanneer deze name
lijk in het bezit is van hare volle vrij
heid en zich in de bescherming van den
Staat mag verheugen.
De kerkelijke aangelegenheden in Beieren
zullen echter niet alleen het onderwerp
uitmaken vau de te houden verhandelingen
en van de te nemen besluiten. Steeds lui
der verheffen zich uit alle deelen der ka
tholieke wereld de klachten nopens den
gedrukteu en gevaarvollen toestand van
onzen Heiligen Vader te Rome; overal
hoort men de kreten van smart en ver
ontwaardiging over de grove beleedigingen,
welke ziju verheven persoon en met dezen
der katholieke Christenheid in de eeuwige
stad bij herhaliug worden aangedaan; steeds
luider wordeu de eiscben vernomen, dat aan
den Paus het wereldlijk erfdeel worde te-
rug gegeven, 't welk, voorzien van de oudste
en meest legitieme rechten der wereld,
voor de waardigheid en het ambt van
Christus' Stedehouder, voor de vrijheid en
zelfstandigheid zjjuer regeeriug niet ban
ontbeerd wordeu.
Het Katholieken-Congres zal aan de
Katholieken van Beieren, die met de grootste
liefde en trouw voor den Vader der Chris
tenheid bezield zijn, de gelegenheid aan
bieden, aan hunne gevoelens en eischen
ook in dit opzicht uitdrukking te geven.»
De uitnoodiging voert eene duidelijke en
nauwkeurige taal. Drie duizend katholieke
mannen hebben de circulaire onderteekeud;
aan hunne spits staat Prins Löwenstein,
de Commissaris van het Duitscbe Katho
lieken-Congres, de steeds energieke en offer
vaardige voorvechter der katholieke zaak.
De namen der voornaamste Katholieken in
Beieren wordeu in de circulaire vermeld,
waaronder ook dien van der. beroemden
vrijheidsstrijder Dr. Jörg te Landshut, die
de leiding der Beiersche Katholieken neer
gelegd en zich uit het openbare leven te
rug getrokken heeft. Ook bijna alle Beier
sche adelljjke personen hebbeu geteekend,
daaronder uatuurljjk Vrijheer Vou Fran
kenstein, de Voorzitter van de Cen
trumsfractie iu den Rjjksdag.
De Bisschoppen van Beieren zullen het
Katholieken-Congres niet bjjwonen. Dat
zij echter deze bijeenkomst goedkeuren
werd in eene vergadering, te Regensburg
gehoaden, door Dr. Leituer, Kanunnik en
bisschoppelijk Secretaris, medegedeeld. Dr.
Leitner was gemachtigd de verklaring af
die geheel vergeet, dat hjj eigenlijk geene ver
tering zou maken. //Je komt regelrecht uit A me-
rika? Het had weinig gescheeld of ik was er
ook heengegaan
„En waarom gebeurt het niet?" vraagt Wil
lem, zijn glas in éene teug ledigende. //Juf
frouw, hoeveel tijd hebben wij nog voor de tram?
Sapperloot, jullie bent hier vooruitgegaan."
„Nog tien minuten? Dan vlug eene flesch
port met een paar glazen, juf!"
//Dus, je hadt naar Amerika willen gaan!
Weet je wat? Blijf maar hier! Daarginds is het
vet van Jen ketel. Kijk, dat doet me toch plei-
zier, dadelijk een ouden bekende te ontmoeten!
Goed zoo, juffie! Daar ga je Kees!Kom, kerel,
haal leeg; wij hebben weinig tijd. NeeD, laat
zitten! Vandaag trakteer ik, een anderen keer
jÜ"
Dit zeggende, haalt Wiilem een rijksdaalder
voor den dag.
„Houd hiervan ook het bier af, juffrouw,//
zegt hij.
Er zjjn intusschen nog een paar mannen uit
IJdoorn, die ook op het vertrek van de tram
wachten, binnengekomen. Willem herkent een
van die personen als een ouden schoolmakker.
„Nog een paar glazen!"
Het is eene beweging en eene drukte! Kees
moet volstrekt nog een glas port uitdrinken.
„Een zeker-iemand is er goed voor,// roept
Willem. Er ia in zijn lachen en in heak zijne
manier van doen iets wat Kees niet bevalt. Hjj
vat terstond, wie er bedoeld wordt met dien
te leggen: »De Bisschoppen zullen aan het
Katholieken-Congres geen deel nemen. Dit
ligt in den aard der zaak; zjj hebben hnune
voorstellen en eischen reeds voor den troon
en het geheele land uitgesproken, en thans
staat het aan de Katholieken, voor het
gansche land te verklaren: wij doen de
zelfde voorstellen als de Bisschoppen; wjj
eischen hetzelfde.*
Moge dit Katholieken-Congres tot heil
van Beieren en ten bate der katholieke zaak
werkzaam zijn, opdat in Beiereu Kerk en
School eindeljjk eens die positie innemen,
welke haar rechtmatig toekomt en die de
tjjdsomstaadighedeu dringender dan ooit
vereischeu.
Uit de omstandigheid, dat de Rijkskan
selier op het einde dezer week voor eenige
weken naar Berljjn wil komen, wordt op
gemaakt, dat nu het bezoek van den Czaar
omstreeks deozelfden tjjd met grooter
zekerheid dan tot heden mag verwacht
worden. Men beweert, dat Prins Von
Bismarck op bizonder verlangen van Kei
zer Wilhelm naar Berljjn komt.
In diplomatieke kringen is men van
oordeel, dat de vraag of Keizer Wilhelm
na zjjne reis naar Athene ook persoonljjk
een bezoek zal brengen aan den Sultan,
afhangt van hetgeen de komst van den
Czaar te Berljjn zal opleveren.
Als verzamelpunt voor de naar Athene
bestemde Duitsche Oostzee- en Noordzee-
eskaders is Terschelling bepaald, waar de
Duitsche schepen den 28 dezer zullen bij
eenkomen.
Dat de reis van deu Duitschen Keizer
naar Atheue eene politieke beteekenis heeft,
blijkt hieruit, dat Graaf Herbert Von Bis
marck den Keizer zal begeleiden.
De Belgische liberalen hebben weer
een leeljjke streep door hunne rekeuing
gekregen. Zooals men zich herinneren zal
heeft men langen tjjd de katholieke Re
geeriug beschuldigd met agents provoca
teurs* te hebben gewerkt en werd zekere
Pourbaix aangewezen als de man, die
namens bet Ministerie de onlusten iu de
mjju districten zon aangestookt hebben.
Pourbaix is nu Woensdag 11., in de klee
ding van een mijnwerker gestoken, met
elf getuigeu in het kabinet van den rech
ter vau instructie te Bergen geconfron
teerd, maar geen dezer heeft stellig dur
ven verklaren, dat zjj hem als een der
aanvoerders van de brandstichters en plun
deraars herkenden. Slechts twee der elf
getuigen verklaarden, dat hjj wel dezelfde
//zeker-iemand." [Het is of Willem aan Kees'
gelaats-uitdrukking ziet, dat de weinig eerbie
dige toon, waarop hij van een //zeker-iemand"
spreekt, den ander wel naar den zin is.
„De oude-duitendief leeft immers nog?
„Instappen heeren!// ro-pt de conducteur van
de tram.
Kees zou thans gelegenheid hebben gehad om,
door achter op den tramwagen te blijven staan,
zich vooreerst te onttrekken aan het min of
meer luidruchtige gezelschap van Willem, daar
deze zich haast eene plaats binnen in te zoeken.
Kees doet dit niet. Hij volgt Willem naar bin
nen en neemt tegenover hem plaats. Willem
heeft daareven eeue snaar aangeroerd, die, onder
den indruk van de jongste gebeurtenissen
en wellicht als uitwerksel van het bier en den
portwijn de sluimerende verbittering jegens
baas Stavels klaar wakker schudt. Kees haakt
naar eene gelegenheid om dienaangaande eens
te zeggen wat hem op het hart ligt.
„Ik meende u juist te vragen, hoe mijn oom
het maakt,// herneemt Willem, nu de tram zich
in beweging zet//Zeg eens!// zoo valt hjj zich
zeiven op gedempten toon in de rede, //wie is
die dame, die daar in den hoek zit? Hoort die
soms te IJdoorn thuis?
Kees wendt den blik naar de aangeduide
plaats.
Dat is Biekje Van Loo,// zegt Kees fluisterend.
„Je herinnert je misschien die kinderen, die in
dertijd aan den overkant waren uitbesteed?
„Aau deu overkant? Op de steenplaats, be-
oogeu en hetzelfde gezicht had als de bel
hamel, dien zij zich herinnerden, maar
deze was grooter en dikker.*
De liberalen zijn natuurljjk in zak en
asch. Al meer en meer bljjkt hoe valsch
hunne beschuldigingen jegens de Regeering
ziju geweest.
Donderdag heeft de Antwerpsche
rechtbank de voorloopige hechtenis ran
de Heeren Corvilain en Delaunay bevestigd.
Onmiddellijk is door hen tegen deze be
slissing hooger beroep aangeteekend.
Volgens Le XlXe Siecle heeft de
Britscbe Regeering na het overlijden van
den regeereuden Vorst van Monaco eene
onderhandeling geopend over het sluiten
van de speelbank te Monaco, en wordt
hierover met andere Regeeringen, voor
namelijk met de Fransche. van gedachten
gewisseld. De opvolger van den overleden
Prins moet zich bereid verklaard hebben
iu de opheffing toe te stemmen, tegen het
genot van eeu jaargeld van twee millioen
frank en onzijdigverklariug van zijn vor
stendom, gewaarborgd door alle mogend
heden.
De Priester-vervolging in Frankrjjk be
gint. De Prefekt van het Gironde-departe-
ment heeft aan den Abt Faucher te Fon-
tet (arrondissement Réole) diens tracte-
meut ontnomen, omdat hjj op den kansel
de Regeering aangevallen en bjj zjjne
parochianen propaganda gemaakt had
voor de 'anti-republikeinsche candidatuur.
Andere Geesteljjken, die van hun burger
recht gebruik maken om geene anti-gods
dienstige candidaten aan te bevelen, zul
len wel aau de beurt komen.
Onder dagteekening van 11 September
schrjjft Dr. Gabuzzi te Constantinopel
aan het Journal d'hygiène, dat de cholera
zich voortdurend iu Mesopotamië bljjft
uitbreiden.
Zich voortplautende langs Diala, heeft
de cholera de sanitaire wachtposten van
Selanie tot Zehrit doorgebroken en 2 Sep
tember Zissyne aangetast, 4 September
Selanie, 7 Sept. Bomadi en 8 Sept. Ker-
bouk. De epidemie woedt het hevigst onder
de Arabische stammen. De sanitaire wacht
posten zijn thans noordeljjk verplaatst.
De eerste langs Tiger en Euphraat, de
tweede in de provincie Mossoul om de
stad Yan te beschermen. De officiëele
bulletins vermelden ongeveer 4000 sterf
gevallen, maar de sterfte is bepaald grooter.
De republikeinsche vrjjdenker Raoul
Fravy heeft in de radicale France mede
een lofrede gehouden op den grooten Kar
dinaal-Primaat van Engeland. Hjj brengt
in heriunering, hoe vóór nog geen veer
tig jaar de bevolking van het land zich
doel je? Komaan, je wilt me toch niet vertellen
dat die elegante jongejuffer het zusje ia van dien
hals, dien half dwazen jongen, wat drommel,
hoe noemden wij hem ook?
„Precies, de zuster van malle Piet
//Heb ik van mijn leven! En wat doet ze voor
den kost?
//Ik wi et niet beter of zij dient als buffet
juffrouw in de Witte Leeuw."
//De Witte Leeuw? Waar is dat ergens?"
„De tram houd er stil. Je weet waar vroeger
de oude school was? Daar is een logement ge
bouwd, „Dj Witte Leeuw// genaamd. Van dat
stuk land achter de speelp'aats is een tuin ge
maakt. In dien tuin wordt des zomers nu en dan
muziek gemaakt, ik geloof tegen een kwartje
entree de persoon. En er wordt nog al gebruik
van gemaakt ook, vooral van de lui uit de stad
en zoo
//Jongens,// zegt Willem „het werd tijd dat ik
uit dat mooie land daarginds terugkwam. Als ik
nog gewacht had, zou ik ons dooie IJdoorn
straks niet meer herkennen. En onze goeie vrind,
mjjn waarde oom, is nog altijd dezelfde? Steeds
nog loerende op de duiten van zijn evenmensch?
Onkruid vergaat niet; dat zie je weer aan zulk
een schraperd. Onder ons gezeid, ik mag lijden
dat ik nog eens de gelegenheid krijg om dien
ouden vrek van een oom het leven zuur te
maken....//
Wordt vervolgd.)