NI EU WE
No. 1453.
Woensfeg 16 October 1889.
14de Jaargang.
Twee eeuwfeesten.
K U1T E N L A i\ b,
De vrek van IJdoorn.
LEMSC
ABONNEMENTSPBIJ8
Per 3 maanden voor Haarlemt 0,85
Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p, p. 1,10
Voor het Buitenland 1,80
Afzonderlijke Nummer»0,03
Dit blad verschijnt
eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG.
BïïBïAÜ: St. Janstraat
Haarlem.
AGITE MA NON AGITATE
I0IILUT.
PBIJS DXB ADVEBTENTIÉW
7an 16 regel» 30 Cents.
Elke regel meer 3
Groote letter» worden berekend naar plaatsruimte.
Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie h Contant
Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag-
en Vrydag-avond voor 6 uur ingewacht.
Uitgevers KiiPPEBS Sc LAUEEÏ.
i.
Een zeldzaam contrast! Iu dit jaar worden
twee gansch van elkander onderscheiden
eeuwfeesten gevierd: in Frankrijk het
eeuwfeest der revolutie van 1789, iu de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika
het eeuwfeest van de stichting der katho
lieke hiërarchie.
Reeds iu de zeventiende eeuw had de
regeering van Koniug Lodewijk XIV den
Staat op zijne grondvesten doen waggelen.
Deonzedelijkolevenswijzevau dezen monarch
werkte hoogst verderfelijk op de zedelijke
grondslagen der menschelijke samenleving,
vermits eerst bij het Hof, den adel, en
eindelijk ook bij den burgerstaud het slechte
voorbeeld door den regeerenden Vorst ge-
gegeven, navolging vond.
Deze toestanden werden nog verderfelijker
onder den roekeloozeu Prins Regent Philip
van Orleans, alsmede onder den verkwis
tenden, zedeloozen Koning Lodewijk XV.
Daarbij kwam ook nog het systematisch
ongeloof, dat onder den naam van philo
sophic in de zeventiende eeuw van Enge
land uitging en allereerst in Frankrijk
ingang voud. De meeste beruchte vertegen
woordigers dier onzalige wijsbegeerte waren
Voltaire, die door zjjne spotternijen het
ware geloof en de goede zeden in gevaar
bracht, Rousseau, die op cynische wijze
zijne eigene slechtheid beschreef en door
zjjn »Emile« even verkeerde grondstellingen
over de opvoeding, als door zijn Contract
socialover de fundamenten van den Staat
in omloop bracht. Aan hunne zjjde stonden
gelijkgezinde vrienden als d'Alembert,
Diderot, Ilelvetius, Baron Holbach en ande
ren. Het voornaamste o-gaan ter versprei
ding hunner denkbeelden was 'de groote
encyclopa6die, welke door hen gemeenschap
pelijk werd uitgegeven als een korte inhoud
van alle menschelijke wetenschap. Deze
zoogenaamde philosophie trad met den
felsten haat tegen het positieve Christen
dom op, bezigde spot en laster als haar
vreeselijk wapen, begunstigde door vuile
roman-lectuur de zedeloosheid en stelde
door haar onzalig materialisme en atheïsme
den mensch met het dier op eene lijn.
Geheime genootschappen werkten met alle
kracht aan de omverwerping van troon en
altaar, die een grooten puinhoop, het fun
dament van een nieuwen philosophischen
Staat, zouden vormen.
Voor de verwezenlijking van dit plan
stond echter de Orde der Jezuïeten, als
het hechte bolwerk der Katholieke Kerk,
stuitend in den weg; daarom werd de eerste
vijandelijke aanval tegen deze Orde gericht;
de katholieke Regeeringen van Fraukrjjk,
Spanje, Portugal en Napels drongen op
FE U1LLETON.
25)
Vervolg
//Ik wed, dat je ze hier wel zult vinden!//
Grietje en dokters-juffrouw kijken erg ver-
rast °P- ,r
//Zie je wel!" zegt dokter Ventel, die uit
gegaan was om zjjne patiënten te bezoeken,
en nu, vergezeld van Kees Hobbels binnen-
treedt
„Kees wou onderweg al trakteeren," gaat de
dokter lachend voort.
„Trakteeren!" roepen Grietje en hare vrien
din te gelijk,
„Heb je dan?vraagt Grietje, wier oogen
schitteren van blijde verrassing.
//Ja, ik heb mijne benoeming// zegt Kees,
met van geluk stralende oogen. De eerstvol
gende tien minuten zjjn gewijd aan gelukwen-
schen en vragen over en weer.
„Dat was het dus,// zegt Grietje, wier lief
gelaat een en al geluk teekent.
//Kees moest van morgen zoo plotseling naar
de stad, ziet u, en ik mocht niet weten
waarom!
/yVrouw, geef eens eene flesch en wijnglazen,//
zwakke en nietige gronden bij Paus Clemens
XIV aan tot opheffing van de Orde der
Sociëteit van Jezus.
Nadat deze voorbereidende werkzaam
heden wareu verricht en het gemeene volk
door de steeds klimmende financiëele nood
behoorlijk was voorbereid, brak eindelijk
de Fransche revolutie in het jaar 1789
uit en zij werd in hooge mate welkom
geheeten door de woedende republikeinen,
menschen zonder godsdienst en zedelijkheid,
die hunne schrikwekkende plannen ten
uitvoer wenschten te brengen. Evenals iu
Engeland, zoo volgde ook in Frankrijk eerst
koningsmoord, dan vestiging der republiek,
ten laatste eene absolute heerschappij. Maar
de godsdienstige zijde nam hier eene andere
wendiug; er openbaarde zich een vooruit
gang ten kwade. In Engeland zegepraalde
ten tijde van de republiek een woest protes-
tantsch fanatisme, in Frankrijk een koud,
bloeddorstig ODgeloof. Iu Eugelaud werd
de suprematie-eed geëischt, in Frankrijk
de eed op de gansche burgerlijke coustitutie,
welke met de leer der Katholieke Kerk iu
volkomen tegenspraak was. De weigering
dezen eed te zweren, omdat hij iu strijd
was met de vrijheid van geweten, had eene
vreeselijk bloedige vervolging van katholieke
Bisschoppen, Priesters en leekeu ten gevolge,
die in vindingrijke wreedheid en in het
grootere aantal offers de meeste vroegere
vervolgiugeu overtrof, maar ook van den
meest verheven heldenmoed der Martelaren
in tal van treffende voorbeelden getuigenis
gaf. Bovendien werd elk heiligdom schaam
teloos outwjjd, alle kerkgoederen geplun
derd, onder de ontzettendste gruwelen de
vrijheid geproclameerd en de »rede» ver
good. Er heerschte in dezen philosophischen
staat, die den oudergang van het Chris
tendom gezworen had, de grootste god
deloosheid en onzedelijkheid, de meest teu-
gellooze bardstochten, de laagste hebzucht,
de meest baudelooze eerzucht, die aan haar
egoïsme alles ten offer bracht. Men kan
ternauwernood een ander tijdperk in de
geschiedenis vinden, in 't welk een chris
telijk Rjjk vreeselijker heeft geleden. Alle
gevoel van eer en gezag was verdwenen;
er heerschte een schrikbewind, dat alle
rechten met voeten trad en stroomeu bloeds
vergoot; verbeurdverklaringen waren aan
de orde van den dag, oorlogen braken aan
alle kanten uit, ten slotte volgde het
staatsbankroet.
Ziedaar een Staat zonder Christendom,
eene schepping van den van God losge-
scheurden meuschelijkeu geest. En zulk
eene schepping waagt het hedeudaagsche
Fraukrjjk door een jubelfeest te verheer
lijken? Men prijst de revolutie, alsof
zjj de menschheid van de lichamelijke
slavernjj heeft bevrijd, terwijl toch, volgens
zegt de dokter. „Wjj moeten daar eens op drin
ken."
Kees moet middelerwijl zijn geheele weder
varen bij de heeren van de directie van de tram
vertellen.
„Als nu uw oom nog toestemming gaf tot
jullie huwelijk, dan was je overgelukkig," zegt
dokters-juffrouw.
Maar Grietje schudt mismoedig het hoofd.
„Weet je, wien ik in de stad heb gezien?"
vraagt Kees.
//Willem! Ik heb hem maar niet aangespro
ken. Men zegt, dat de vent groote verteringen
heeft gemaakt, maar, mij dacht, hij zag er uit
als iemand, die aan lager wal begint t,e gera
ken."
Grietje is niet gewoon veel acht te geven op
malle Piet, den boodschaplooper van de fabriek.
Die Piet kon zoo vreemd doen? Wel drie of
vier maal was hij dien middag langs en om het
huis van baas Stavels geslopen. Eens zelfs heeft
Grietje zich verbeeld, dat Piet bleef staan om
door het zijraam te gluren. Maar hoe zou Grietje
kunnen weten, dat Piet was uitgestuurd, om te
zien of zjj te huis was!
Piet had die opdracht van Willem. Het zoo
gemakkelijk verkregen geld was Willem reeds,
op enkele guldens na, weer door de vingers
gegleden. Het werd hoog tijd, eene nieuwe poging
te doen tot aanvulling zjjner slecht voorziene
het bloedige getuigenis der geschiedenis,
de groote revolutie tegen God en Chris
tendom niets anders deed dan verwoesten.
Zij verdelgde alle recht en elke vrijheid
en stelde daarvoor in de plaats het brutaal
geweld en de willekeurige verdrukking; zjj
verstoorde alle orde en vreedzame samen
leving der burgers en gaf daarvoor den
oorlog van allen tegen allen, de heerschappij
van den schrik; zjj vernietigde alle zede-
ljjkheid en humaniteit en schonk daarvoor
schaamtelooze zedeloosheid en beestachtige
wreedheid; zjj verwoestte alle materiëele en
iutellectuëeele beschaving en bracht niets
anders dan barbaarschheid en vandalisme aan.
Den 4de u December 1874 verkondigde
Mgr. Dupanloup in d6 Fransche Kamer,
dat Fraukrjjk voor de revolutie 24 vrjje
universiteiten en op eene toenmalige be
volking van 24 millioen meer studenten
telde dan thans nu het land 36 millioen in
woners had en voegde hij er bij: »De
revolutie heeft al deze heerlijke instellingen
verwoest. En wat is er van Fraukrjjk ge
worden? Frankrijk, eertjjds een voorbeeld
van onderwijs en beschaving, werd eene
woestenjj. Godsdienst en vrjjheid hadden
alles tot stand gebracht; revolutionnaire
tiraunie en ongeloof hebben alles verwoest.
Wordt vervolgd.)
De arbeidstakiug der havenwerkers te
Flensburg is geëindigd, en wel, gelijk uit
Sleeswjjk aan de Duitsche bladen woidt
geseind: met eene nederlaag der werksta-
keudeu.
De National Zeitung bevat een brief van
Graaf Walclerse (chef van den geueralen
staf) naar aanleiding van een artikel van
10 dezer, waarin het genoemde blad
hem aanraadt, zich voortaan van alle open
lijke politieke beschouwingen te onthouden.
Hij verklaart, dezen raad als hoogst onge
past ten stelligste te verwerpen, terwjjl
juist de National Zeitung er toe heeft bjj-
gedragen om hem zonder eenigeu grond
iu opeu'jjke politieke beschouwingen te
betrekken. Hij zegt: ik dien mijn Keizer
als soldaat en ben geen partjjman.
Zooals men weet zijn in Duitschland de
vrouwen uitgesloten van de lessen aan de
hoogescholen. De Duitscbe Vrouwenbond
had in het begin van dit jaar een adres
gericht tot verschillende Duitsche Bonds-
regeeriugen om voor dames toelating tot
de examens te verzoeken, ten einde zjj in
de geneeskunde en bjj andere faculteiten
zouden kunneu studeeren. Reeds hebben
Pruisen, Wurtemberg, Saksen, Hessen en
Saksen-Weimar afwijzend op het verzoek
beschikt; maar de Bond heeft thans be-
kas. Met dit doel heeft Willem den weg naar
IJdoorn ingeslagen.Het toeval deed hem mallen
Piet ontmoeten, wiens diensten hem op dat
oogenblik uitstekend van pas kwamen. Piet was,
tegen belofte van een kwartje voor het volbren
gen der boodschap, gemakkelijk te bewegen ge
weest om op verkenning uit te gaan. De arme
jongen was toch reeds blij, Willem dien hij nu
eenmaal als zijn toekomstigen weldoener be
schouwde en dien hij langen tijd had gemist,
te hebben weergevonden. Hij behoefde Willem's
geduld op geen te lange proef te stellen. Bin
nen een kwartier was Piet terug met de wel
kome tijding, dat Grietje was uitgegaan. Willem
heelt eenige moeite gehad om Piet te beduideu,
dat hij het verder buiten zjjne hulp wel zou
kunneu stellen.
//'t Is wat te zeggen, zoolang als jij me heht
laten wachten!" Met die woorden, op scherp-
verwijtenden toon gesproken, ontvangt baas Sta
vels zijn bezoeker.
//Wat zal ik u zeggen, oom! De laatste maal
dat ik de eer had u te ontmoeten, was de ont
vangst niet zoo prettig en joviaal, om iemand
met verlangen naar eene volgende bijeenkomst te
doen uitzien."
„Krijg ik nu de beloofde quitautie?" vraagt de
baas, zonder acht te staau op Willem's woorden.
„Daar wilde ik u juist over spreken, zegt
Willem, een stoel bjj de tafel schuivende en
tegenover Stavels plaats nemende.
sloten, het adres tot de Kamers der Bonds
staten te richten en, zoo noodig, ook tot
den Rjjksdag; om, als ook dit niet helpt,
een groot petitionnement op touw te
zetteu.
Mgr. Steichele, Aartsbisschop van Mun-
chen, is overleden. De Germania zegt van
hem, dat bjj bizonder ijverig heeft deel
genomen aan de nieuwe kerkeljjk-poütieke
wending in Beieren eu vooral ook heeft
medegewerkt om het bekende bisschoppe
lijk memorandum tot stand te doen komen.
Op het gebied van historische nasporingeu
heeft bij zich onderscheiden door zjjne
Beschrijving van het bisdom Augsburg,»
waaraan hij ruim 40 jaar heeft gearbeid.
Het dagblad Wremja zegt, dat de
ontmoeting der Keizers van Ruslaud en
van Duitschland in de eerste plaats eene
beleefdheid is geweest, en hoopt dat zij
dienen mag om deu toestand op te klaren.
De Grashdanin meent dat het iu poli tie-
ken zin meer beteekeuen zou indien Von
Bismarck niet verschijnt, dan wanneer hjj
wel komt bij den Czaar, omdat reeds twee
geslachten van het Russisch keizershuis hem
vriendschappelijk bejegenden. De Wowosti
uit den weusch dat de gesprekken der
Keizers een weldadigen invloed oefenen
op de verstandhouding tusschen hunne
Staten.
De gewezen-Koning van Servië, is
te Parijs aaugekomen. Hij reist incognito.
De Servische Minister van Binuen-
landsche Zaken heeft groote verzendingen
van wapenen bevolen naar alle plaatsen
van centralisatie der reserve-troepen, wier
oefeningen op het punt staan aan te vaugeu.
Het Regentschap zou, handelende op
aansporing van den ex-Koning Milan, aau
het Ministerie hebben bevolen, Koningin
Nathalie aau te zeggen, dat zjj Belgrado
moet verlaten, doch de Regeering zou dit
hebben geweigerd.
Tengevolge van de tusschenkomst van
het Regentschap en het Ministerie bjj den
ex-Koning Milan, heeft deze bjj depêche
toegestaan dat Koningin Nathalie een
onderhoud zou hebbeu met haar zoon.
Onmiddelljjk nadat het telegram ontvangen
was, heeft de jeugdige Koning, vergezeld
door zjjn gouverneur, zich naar zjjne moeder
begeven.
De Zweedsche Regeeriug heeft zich
niet kunnen vereenigeu met het voorstel
van den Rjjksdag om een verbod op de
vervaardiging van margarineboter in het
leven te roepen. Bjj hare afwjjzende be
schikking heeft zjj echter een wetsoutwerp
aangekondigd, ten doel hebbende de invoe
ring van toezicht op de vervaardiging dezer
boter.
Een bericht uit Sonora (Mexico)
meldt, dat twee compagnieën Mexicaansche
//Mjjn rechtsgeleerde raadgever ontraadt mjj
ten sterkste de afgifte van eenig bewjjs, hoe dan
ook, alvorens het bedrag, waaromtrent wjj zjjn
overeengekomen, mij ten volle is uitgekeerd".
//Schurk!" schreeuwt Stavels, met de gebalde
vuist op de ta'el slaande. //Je zult die quitautie
geven, ofof it zalO, God, o God!
Maar je zult mjj die vjjfhonderd gulden terug
geven!...."
Zijne lippen trillen van woede en spjjt,
„Willem, hoe kan je een oud man als mij
zoo behandelen!Ja, ik zal mijn brood moeten.
gaan bedelen langs de huizen!"
„Kom kom, zoo erg zal het wel niet wezen,"
meent Willem. „Wat ik daar zei van een rechts
geleerd raadsman, was maar gekheid. Ik ben
gewoon, mjjne zaken zelf te doen. Ik was bang,
oom, dat je mjj naar mijn geld zaudt laten
fluiten, als ik zoo onvoorzichtig was reeds nu
eene quitantie voor die twaalfduizend gulden te
geven."
//Mjjn geld, mijne vijfhonderd gulden, geef
mij die terug!" snauwt de baas hem toe.
„Als ik kon, met pleizier. Ik deuk dat er
nog zoowat een rijksdaalder var. over is. Neen,
ik zal u wat anders zeggen Ik wou juist nog
vijfhonderd gulden op afbetaling hebbeu. Mij
dunkt je moest mij dankbaar zijn, dat ik de
betaling zoo gemakkelijk maak."
Wordt vervolgd.)