NI EU WE Vrij lag 1 November 1889. 144» Jaargang Twee feesten. BUITENLAND No. 1460. Per 3 maanden voor Haarlem0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voorliet Buitenland 1,80 Afzinderlgke Nummer»0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en Z ATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. Van 1—6 regel30 Cents. Elke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie a Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag. avond voor 6 uur ingewacht. Uitge v era: KüPPERS L A U R E Y. Geen jaargetijde oefent zulk een mach tigen en aangrijpenden invloed uit op ,s menschen hart en gemoed als de herfst. Terwjjl nog kort geleden bosch en veld zich in hun heerlijken zomertooi vertoon den en ou8 oog verlustigden, zien we hoe de natuur zich voor haren winterslaap ge reed maakt en het is alsof eene inwendige stem ons toeroept: Deze aan eene besten dige verandering onderworpen aarde is niet uw vaderland, zoek dat hooger, boven den in eeuwige klaarheid schitterenden sterren hemel. Aan deze gedachten van de verander lijkheid van al het aardsche geeft ook de Eerk uitdrukking, wanneer zij in de periode van 's aardrjjks winterslaap, twee feestda gen viert, die ons luider en dringender dan elk ander kerkfeest, de vergankelijkheid van het aardsche leven en het bestaan van een beter vaderlaud aan gene zijde van bet graf voor oogen stellen: Allerheiligen en Allerzielen. Geen feest is beter geschikt dan dit dubbele feest om ons de sterke banden der eenheid, welke de zegepralende, de ljjdende en de strgdende Kerk met el kander verbinden, te loeren kennen, maar ook geen feest predikt ons luider, dat wjj hier op aarde geene vaste woonplaats heb ben, maar dat wjj slechts pelgrims zjjn, die eene andere, eene eeuwige woonplaats moeten zoeken en verkrjjgen. Allerheiligen is de gedenk- en triomf dag der christeljjke geloofshelden. De we reld heeft ook hare groote mannen; zjj teekeut hunne daden in hare jaarboeken, richt monumenten voor hen op en viert op feesteljjke wjjze hunne gedachtenis. Maar welk een groot verschil bestaat er tusscben de helden dezer wereld en de christeljjke heroën. Gene vergaarden in tjjdeljjke zaken roem; hun glans werd echter niet zelden door zelfzucht verduisterd en naast hunne voortreffelijke eigenschap pen des geestes, zien we zoo dikwerf nog grootere zedelijke gebreken; aan hunne roemrjjke gedachtenis knoopt zich tegeljj- kertjjd het Ijjden en de ellende van dui zenden vast. De Heiligen Gods daarentegen zgn helden van de reiuste deugd, alle voor treffelijke eigenschappen, al wat den mensch verheft en adelt, viudeu wij bjj hen vol komen vereenigd; het Christendom vinden wg in hen in zjjne meest verheven ver schijning voor onze oogen. Hun ganmhe leven ging op in het ouvermoeide streven naar deugd en volmaaktheid, in de zelf verloochening, in de toewjjding aan het welzjjn van deu evennaaste. Hunne deugd werd vaak beproefd, in de beproeving ble ken zjj standvastig en zjj werden door God daarvoor beloond. On vergankelijk is thans hunne heerljjkheid, onsterfelijk hun naam; hun roem zal niet vergaan. De volken FEUILLETON. De vrek van IJdoorn. (Vervolg)' 31) Goed Z00, oom Stavels! Over een dag of twee drie tal ik u moeten plagen om die twaalfdui zend gulden, dat, wil zeggen, die honderd gul den of wat, die ik voor en na al gehad heb, gaan er natuurlijk af.// //En dan!begint de baas. „O, jawel, je wilt zeggen dat wij overeenge komen waren dat we elk de helft zouden neb ben? «a, maar, daar kom ik niet in. Daar heb j» geen bewijs van! Neen, ik eiach de volle twaalfduizend!" „Willem, Willem, dat is al te erg!// jammert de baas. //Dacht ik het niet," zegt Willem, „dat je t weer zondt opvatten als ernstig gemeend! Het is immers maar uit malligheid dat ik het zeg, ouwe heer! Hoor eens hier! Ik weet een veel mooier accoordje! Ik ben van plan weldra te gaan trouwen. Ja, ja, zie m|j maar zoo verbaasd niet aan, oom Stavelsl Je neef gaat zich iu het huweljjk begeven, ik heb genoeg van het jong- zullen van hunne wijsheid verhalen en hun lof zal steeds worden verkondigd. Vereeren, loven en prjjzen we daarom de Heiligen Gods. Trachten we echter ook hunne deugden na te volgen. Laten we ons spoeden tot hen, die ons wachten. Zien wegnaar het land der hemelsche klaarheid en van den eeuwigen vrede. Luisteren we naar de woorden, die de Heiligen ons toe roepen. Volgt ons na, zooals wjj Christus hebben nagevolgd!» Van het Allerheiligenfeest slaat de Ka tholiek den blik op het feest van Aller zielen. Zgn oog wordt de graven gewaar, die hem verkondigen, dat het einde van de aardsche loopbaan voor iedereen hetzelfde is, 't zij men vorst of onderdaan, rjjk of arm, heerschar of onderworpene is: zes planken en de kille aarde. En de ziel komt voor geen anderen rechter, 't zjj hier beneden een met fluweel en zjjde of een met lompen bedekt lichaam heeft bewoond. Dat zgn troostende gedachten, lichtstralen, die nedervallen in den droeveu en donkeren tjjd van onzen pelgrimstocht hier op aarde. Doch bjj die „herinnering aan de ver gankelijkheid van al het aardsche laat de Kerk het niet bljjven; zulke gedachten mogen in het lijden, in de ellende en wederwaardigheden van het aardsche leven troostrjjk en verheffend zgn, maar zjj zgn onvruchtbaar, aan schoone bloesems zonder vruchten gelijk, als het gebed voor de afgestorvenen niet daarmede wordt verbon den. De katholieke Christen weet door zgn geloof, dat hjj de zielen der afgestorveuen, die hg zoo schoon en poëtisch »arme zielennoemt, door zjju gebed helpen kan eu hjj weet, dat hij hen helpen moet, want daartoe wordt hg verplicht door het gebod der naastenliefde. De gedachten en vermaningen, geljjk zjj in ons door de beide feesten opgewekt en gevoed worden, zjju niet van individueele, maar met betrekking op den tegenwoor- digen toestand der Katholieke Eerk van eminent politieke beteekenis. Zij moeten ons kracht en moed inboezemen opdat wij de stormen der vervolgingen, welke tegen de Kerk Gods op aarde zgn losgebroken, kunnen trotseeren, opdat wjj met vastbe radenheid optreden eu strjjden, tot dat onze vijanden, het lot van al het aardsche deelende, bezweken zjju onder de kracht Gods, in en door welke wjj strjjden en wjj als overwinnaars opgenomen zgn in die hemelsche scharen, welke Christus, haren machtigen aanvoerder, ten eeuwigen dage zullen verheerljjken. Hjj, die in den geest dezer beide feesten indringt en de gedachten, welke in deze dagen uit eene andere wereld zich in 's menschen ziel zetelen, in zich opneem t, hij vreest de aanslagen der vjjanden niet, want hjj weet, dat God en Zjjne Heiligen, machtiger zgn dan dezen; hg klaagt niet, gezellen-leven!" //Eu met wie?// „Je bent benieuwd, ouwe heer, wie de ge lukkige zal zijn? Een oogenblikje! Ik zal u dat zaakje eens van stukje tot beetje vertellen, want ik heb niet liefst dat je 't van de buiten wacht hoort. Misschien weet je het, en misschien weet je het niet; ik ben indertjjl afgestapt in het Logement //De Witte Leeuw,// hier aan het eind »an het dorp, dat nieuwe, zal 'k maar zeggen, waar de tram stilhoudt, 't Is wel wat duur, maar het bevalt mij perfect. Ik heb daar ook kennis gemaakt met Rika Van der Loo, de zuster van mallen Piet. Om kort te gaan, gisteren heb ik haar ten huweljjk gevraagd. Nu, zooals dat gaat, zij zeggen niet ja, en zjj zeggen niet neen. Als ik iets had, eene vaste betrekking of zoo iets, dan zou zij 't wagen,// „Eene vaste betrekking!// mompelt de baas. //Niet waarl" herneemt Willem, //daar hoor je vreemd van op, ouwe heer! En toch is het niet zoo gek als het ljjkt. Ik heb daar eens ernstig over nagedacht. Dat huis bjj de fabriek, hier aan den overkant, waar de meesterknecht woont, dat ljjkt mij wel aardig toe.» Baas Stavels legt de vlakke hand aan zijn oor, als om goed te luisteren wat er volgen zal. „Als je mjj daar eeus liet wonen!" „En de meesterknecht!// vraagt de baas. wanneer men hem zjjne aardsche goederen ontneemt, want de graveu op Allerzielen dag tooneu hem, dat de mensch, ook de rijkste en machtigste, de wereld verlaten moet, zooals hg iu het leveu is gekomen; hjj klaagt niet, als men hem uit het vader land verjaagt, uit den kring zjjner bloed verwanten en vrienden verwijdert, want ginds wacht hem een heerlijker vaderland in den kring der Heiligen aan den troon van God, waar hjj degenen, welke hem op aarde dierbaar waren, zal wedervinden en zich met hen in eeuwigheid zal verbljjden. Het leven hier op aarde is een krjjgs- dienst, waaraan wjj ons allen moeten on derwerpen, want slechts hjj, die op deze wereld zich bjj den eeuwigen Veldheer aansluit, slechts hjj, die hier op aarde voor de zaak van God strjjdt, zal in betere ge westen aan dat zegefeest deelnemen, dat alle aardsche triomffeesten in de schaduw stelt ja, als vage droombeelden doet ver- schijnen. Iu den Rijksdag werd de behandeling der staatsbegrooting in eerste lezing aan gevangen. De Staatssecretaris voor finan ciën, Von Maltzahn, deelde mede dat op de loopende begrooting verscheidene hoo- gere uitgaven te verwachten zjjn, voorna- meljjk op de legerbegrooting. De inkomende rechten zullen 30 tot 40 millioen meer op brengen, waartoe voornameljjk de zooge naamde graanrechten bjjdrageu, niettegen staande de graan prjjzen nog altijd lager zgn dan vroeger. Betreffende de groote be hoeften der landsverdediging moet in aan- merkiug genomen worden, dat, bjj alle liefde voor den vrede, de middelen om den vrede te behouden niet verwaarloosd mogen wor den. Het bij den Rjjksdag ingekomen ont werp betreffende eene Duitsche gesubsidi eerde stoomvaart op Oost-Afrika bepaalt, dat de stoomschepen om de vier weken tusscben Hamburg en Delagoa-baai zullen varen, en behalve de Oost-Afrikaansche havens ook Lissabon en eene Hollandscbe of Belgische haven zullen aandoen, ter keuze van den Rjjkskanselier. Als poststa tion zal Port-Said worden gekozen. Het subsidie zal tien jaren duren en jaarljjks 9.000.000 M. bedragen. Io de memorie van toelichting wordt betoogd, dat het grootste deel vau het goederen-verkeer tusschen Duitschland en Oost-Afrika thans over Engelsche havens en ook over België en Holland gaat. Voorts wordt aangetoond dat Duitschland thans de gelegenheid moet aanvatten om tijdig zgn rechtmatig aan deel te verkrjjgen in het handelsverkeer met de Zuid-Afrikaansche Boerenrepublie ken, te meer, daar Duitsch kapitaal reeds bjj de Transvaal is betrokken. „Dien stuur je dood-eenvoudig de laan uit. Neen, laat mjj nu even uitspreken! Voor wat, hoort wat! Je stelt mjj aan tot je meesterknecht; je betaalt mij hetzelfde loon dat je hem betaalt; je laat mjj iu dat huis wonen, en „En?// valt Stavels hem in de rede. „Ën," herneemt Willem, op elk woord een bizonderen nadruk leggende, '„ik geef je quitantie voor de volle twaalfduizend gulden, die je mij schuldig zjjt!" „Quitantie voor de volle twaalfduizend!// her haalt de baas, den blik onwillekeurig op zjjn geldkistje richtende. „De quitantie, zeg je?» „Weet je wat,// zegt Willem, „je moet niet dadeljjk beslissen. Denk er eens rijpelijk over na. Ik kom morgen om dezeu tjjd wel eens hooren wat je besluit is. Ik wensch u welte rusten!" „Schurk!// schreeuwt baas Stavels zjju neef achterna, terwijl hij met een dreigend gebaar de vermagerde handen uitstrekt in de richting van de kamerdeur, waardoor Willem daareven is ver trokken. Als het waar was wat deze zeidel Als hjj Willem kon gelooven op zijn woord!Zijn woord! Het woord van een deugniet, een kwel duivel als Willem!.... Niet dat Stavels het minste bezwaar zou hebben om zjjn meesterknecht, al heeft die hem jarenlang eerlijk gediend, met Iu Poseu hebben weder overstroo mingen plaats gebad, die groote schade aan de eigendommen hebben toegebracht. Een vijftigtal landbouw-oudernemin- geu in Saksen hebben zich tot de Regeering gewend met verzoek om den invoer van hennep uit den vreemde te belasten, ten einde daarmede de nationale landbouw en njjverheid te beschermen. De Beiersche wevers hebben eveueens aan de Regeering gevraagd om de rechten op de~geweven hennep te verdubbelen,om dat alleen daardoor aan de concurrentie met Oostenrijk eu België het hoofd te bie den is. Zaterdag vierde Veldmaarschalk Graaf Moltke in welstand zijn 90sten verjaardag. De Boulangisten zijn aan het werk geweest om eene manifestatie aau deu dag te leggen. Zekere Arthur Griffith, eeu oom van Boulanger, is Vrjjdag overleden, en de Boulaugiatische comités maanden nu de vrienden aan, in massa bij de be grafenis, die eergisteren te Parijs plaats had, te verschijnen, ten einde getuigenis te geveu vau hunne trouw aau deu Generaal, wien het niet vergund is bjj de plechtig heid tegenwoordig te zgn. Er zjjn inder daad eeu 1000 Boulangisten in den Ijjk- stoet verschenen, onder dezen bjjua alle leden vau het comité der zoogenaamde* nationale partij.Toen de stoet bjj de kerk Saint-Franjois Xavier, op den Boule vard des Invalides, was gekomen, werd er geroepen: »Leve Boulanger!* Dadeljjk kwam de politie tusschenbeide, en het kwam tot eene botsing, waarbjj de Boulan gisten acht der huuneu als gevangenen in handen der politie moesten achter laten. Boulangor had een krans gezonden, die het opschrift droeg: »Miju oom, Jersey. Er zou in Frankrijk sprake van zgn, de algemeene betaalmeesters af te schaffen, wat eene besparing van 26 millioen op de begrooting zou uitmaken. Te Dublin is op deu feestdag van den H. Rozenkrans in de kapel der Domi- nikaner Nonnen de zuster van den Ierschen 8ollicitor-general (rijksadvocaat) Madden, plechtig in de Katholieke Kerk opgenomen. Miss Madden behoorde, vóór bare bekee ring, tot het genootschap van protestant- sche diaconessen of pleegzusters, in het district vaD Dublin. II Massaggero weet te melden, dat op de begrooting van het Ministerie van Oorlog in Italië voor 189091 17 mil lioen lire uitgetrokken zijn voor bet maken van kruit zonder rook. Er loopt een gerucht, in Rusland weldra eene binnenlaudsche premieleening zal worden uitgegeven, rentende 4 pet. Het nominale bedrag zou zgn 100 millioen roebel, en de koers van uitgifte 200 roe bel per lot van 100 roebel. De leening vrouw en kinderen aan den djjk te zetten! In dien Willem werkelijk de quitantie gaf!.... Maar h|j zal het niet doen! Willem zal hem met die quitantie paaien, telkens ah er kans is geld van hem, Stavels, los te krijgen. Willem heeft hem heden geen geld afgeperst. Hjj kwam anders in den laatsten tjjd eiken dag om handje te plak ken, zooals hij zei; om mij tot den bedelstaf te brengen geljjk Stavels, getergd en mishandeld uitroept. Zelfs de nieuwe huishoudster had er erg in, dat die dagelijkache bezoeker den ouden man het leven komt verbitteren. „U moet hem niet ontvangen,// heeft zij ge zegd. Hem niet ontvangen! Alsof Willem iemand ware, die zich zoo maar bjj de deur laat afwij zen! Morgen zal hij terugkomen! Stavels zal moeten besluiten! Wee bem, zoo hij weigeren durft! Mor gen zal Willem daar weer tegenover hem gaan zitten, gelijk hij altijd doet. Met tergende be daardheid zal hij den baas den rook van zjjne sigaar in het aangezicht blazen. O, God, dat Stavels de macht niet heeft dien duivel iu men- scheng. daante, die hem ziju hartebloed, neen, iets wat den ouden woekeraar nog dierbaarder is, die hem zjjn gold komt afpersen, de keel toe te knijpen! Is er dan geen middel om van dien schurk ontslagen te raken! Het is om krankzin nig te worden! Wordt vervolgd,) R44RMCHÏ COfR41T. ABONHBMEWTSFHIJ8 AGITB MA HON AGITATE PRIJS DER ADVERTENTIÉBT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 1