N I E WE «uitenTTaT^ No. 1464. Zondag iO November 1889. Twee adviezen. 14dc JiirgMg esem HAAMMSM (OrilUT. ABONNEMEWTSPBIJB Per 3 maanden voor Haarlemt 0,86 Voor de overige plaatsen in Nederland tr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 AfzDnderljjke Nummer»0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BUREAU: St. Janstraat Haarlem. AGITB MA NON AGITATE PRIJS ORB ABVHHTKNTIfi» Van 1—6 regels30 Cents. Elke regel meer Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant Advertentiën worden uiterljjk Maandag-, Woensdag- en V r jj d a g-avond voor 6 uur ingewacht. Ui tg ever»; KüPPEBS k MUREÏ. Wanneer mannen, die om hunne be kwaamheden en gaven de algemeene ach ting, ook van hunne tegenpartij, verdienen, zich aangorden om over eene zaak, welke de gemoederen van het grootste deel der Natie bezighoudt, hun oordeel te doen hooren, dan betaamt het zeker een ieder naar hunne woorden te luisteren en ze de welverdiende aandacht te schenken. Zoo hebben twee Hoogleeraren het uoo- dig geacht hunne zieuswjjze overdequaes- tie der al- of niet-aanneming door de Eerste Earner van de aanhangige school wet aan den volke bekend te maken. Het zjjn Professor Fruin, die in het Handelsblad, en Profe jsor Buijs, die in het November-nummer van De Gids hun advies ten beste gaven. Wat zeker niet van hen verwacht kon worden, is toch geschied. Beiden komen in hun betoog tot de slotsom, dat de Eerste Kamer een goedkeurend votum aan de wet behoort te verleeuen. Dat doet ons genoegen, en het zal zeker ook met vreugde worden vernomen door hen, die de poging der Regeering om den schoolstrjjd te beëindigen, van harte toe juichen. Met de conclusie der beide opstellen kun nen wjj ons dan natuurlijk ook vereenigen, hoewel we het niet in alle opzichten eens zjjn met de beweegredenen, waardoor de schrijvers zijn geleid. Zooals men weet, zjjn de Heeren Fruin en Buijs voorstanders van het openbaar onderwijs en zijn zij dus de meening toe gedaan, dat alleen de zoogenaamde neu trale school tot heil der vaderlandsche jeugd kan strekkeu. Zij beschouwen het vrjje onderwijs als eene zaak, die door hen moet worden tegengewerkt. Nochtans ad- viseeren zjj tot het aannemen der School wet. Deze tegenstrijdigheid wordt door de schrijvers in hunne artikelen gemotiveerd. Professor Fruin grondt zjjne gunstige ge zindheid daarop, dat h|j bedoeld ontwerp beschouwt als de uitdrukking van hot ver langen naar een modus vivendi op onder wijsgebied. Volgens hem zal voorloopig een einde worden gemaakt aan den school strijd, hoewel hjj toegeeft, dat deze vrede eigenl|jk niets meer dan een wapenstilstand kan genoemd worden. Met deze ziensw jjze kunnen w|j ons vrij wel vereeuigen. Zeker gelooven wij, dat, wanneer het der Eerste Kamer mocbt be hagen aan de wet-Mackay genade te be wijzen, dan in den eersten t|jd de school- quaestie wat naar den achtergrond mag FEUILLETON. Werkstaking op zee. Vervolg). Buim een kwartier duurde dat gekar, en het schip 't welk ziji e vaart voor een groot deel, maar niet geheel had verloren, gleed al karrende over de kornalklip heen. De roerganger had, laaghartig, zjjn post verlaten en was naar voren gevlucht. Zoodra het gekar ophield, zette stuurman Tjebbes een anderen man aan het roer, liep even naar beneden om een blik te slaan op de kaart, die uitgespreid op de tafel lag in de kajuit, en zeide toen tot zich zelf: //Nu dat is betrekke lijk goed afgeloopen; als het schip nu maar niet lek is." Op dek komende, liep h|j terstond naar de pomp, en den peilstok nemende, peilde h|j haar. ,,'t Kan haast niet zjjn, drie voet water in dien korten tjjdl" En na den peilstok in de asch gestoken te hebben, verge wiste hij zich opnieuw. „Drie voet, drie duim water b|j de pomp"! „Alle man lenspompeu!" riep hij met luide stern, //en hard pompen ook; je hachje is er mee gemoeid!". Dat dit bevel dadelijk gehoorzaamd werd, is nauwelijks noodig te zeggen. Die het hardst meepompte was de schuldige Andries. Hij was een groote bullebak, maar hij was vreeselijk bang voor verdrinken. Daarb|j kwam het verwjjt van zjjn eigen geweten en de verweuschingen, om niet te zeggen bedreigingen, van zijne makkers. worden geschoven. Er zjjn meer zaken van groot gewicht, waarover de Regeering en de Volksvertegenwoordiging van gedachten moeten wisselen. Het kan niet worden ont kend, dat het onderwijsvraagstuk nu en dan de aandacht heeft afgeleid van belang rijke onderwerpen, die reeds lang aan de orde moesten zijn gekomen. Maar dat het onderwijs niet geheel van het tooneel zal verdwjjnen, en dat vroeger of later dat vraagstuk nogmaals onderhanden zal ge nomen worden, hiervan hebben wjj de zekerheid. Reeds meermalen stelden wjj in 't licht, dat de indiening der wet-Mackay een stap op den goeden weg was, maar als nu de Regeeriug mocht meenen hiermede het eind doel van hare werkzaamheden te dezen op zichte te hebben bereikt, dan zou zij slechts half werk hebben verricht en dus uiet aan hare beloften hebben voldaan. Hoewel aaa het bizonder onderwjjs en kele voordeelen zjjn gewaarborgd, en dit ontwerp dus gunstig afsteekt bjj de tegen woordige wet, bljjven wjj toch van oor deel, dat slechts een duurzame vrede zal zjjn bereikt, wanneer voor beide soorten van onderwjjs algeheele gelijkheid is tot stand gekomen. Daarom beschouwen wjj, evenals Profes sor Fruin, het regeeringsvoorstel als eeu middel, waardoor een wapenstilstand kau worden bereikt. Zjjne verwachtingen over den later te hervatten strjjd verschillen ech ter hemelsbreed van de onze. De Heer F\uin hoopt dat later de wet weer in libera- listischeu geest zal worden gewjjzigd; wij weuschen het tegendeel. Het opstel van Professor Buijs voldoet ons minder. Hij tracht in den aanvang de beteekeuis van de aangebrachte wjjzigingen te verkleinen en betoogt, dat de openbare school ongekrenkt uit de vuurproef is te voorschjjn gekomen, waaraan eg is bloot gesteld geweest. Hiemede wil hij de tegen standers van het voorstel overhalen om zich vóór de wet te verklaren. Dit noemen wij zijn lezers zand in de oogen willen werpen. Want al zgn er nu bjjna geene bepalingen in de nieuwe wet opgenomen, belemmerend voor de openbare school, toch is haar feiteljjk het monopolie ontnomen, dat haar zoovele jaren weder rechtelijk heeft toebehoord. Het bizonder onderwjjs heeft nu werkeljjk eene plaats verkregen naast het openbare, en al is niet in allen deele (gelijk wij zoo even reeds zeiden) rechtsgelijkheid tot stand gekomen, de ondergeschikte rol van het vrjje onder wgs is un vervangen door eene, welke met die van het openbare geljjke waarde heeft. Na eenige uren pompen», bemerkte men, tot aller groote vreugde, dat men op het water won; met andere woorden, dat men meer uitpompte dan er b|j kwam, en dat men dus het schip en z|jne lichte maar kostbare lading: specerijen, paarlmoer en schildpad, zou kunnen behouden. Er moet echter dikwjjls en lang gepompt worden, en in de Java zee, waar het in de Oost Moeson nog al warm kan zijn, is dat zeer vermoeiend. 't Scheen of de Oost-Moeson, die soms zoo flink kan //doorslaan//, ook vermoeid was, uiterlijk twin tig of vier-en-twintig mjjlen daags was al wat het logboek vermeldde, en het lek scheen niet dicht te willen trekken, zooals het scheepsvolk had gehoopt. De „Oude// werd er ook niet beter op. Soms lag h|j zelfs te jjlen, en de geringe lafenis, die stuurman Tjebbes hem geven kon, was niet vol doende om hem van het ziekbed te doen opstaan. Met bezorgdheid zag Tjebbes dus dikwjjls naar loefvaart of er niet een aanwakkerend briesje te bespeuren was. Onder het scheepsvolk was die bezorgheid niet groot. Zoolang de stuurman en de schipper het hoofd niet verliezen of zoolang zjj hunne be zorgdheid voor de oogen van het volk weten te verbergen, zoolang zjjn de meeste matrozen ge rust. Maar een ander, een grooter kwaad, dreigde van die zijde. Er werd gemopperd. Wie weet wat //mopperen" is, hoe onmogelijk het is een antwoord te geven op elke gemop perde, niet uitgesproken klacht, weet ook hoe Professor Buijs kau dus niet zeggen, dat de neutrale school gebleven is, die zjj was; hare positie van alleenheerscberes is gewjjzigd. Maar wel stemmen wjj het toe, wanneer de schrjjver verder beweert, dat nu niet meer de wet, maar de maatschappij zelve ook beter kan beslissen, welke in richting van onderwgs haar het best voegt. Zoo hadden de liberalen vroeger moeten spreken. Dat zij bet tbans doen, nu zjj eigeuljjk gedwongen zgn tot toegeven, re kenen wjj hun uiet tot lof. Zjj hadden reeds vele jaren geleden, reeds vóór 1857, aaa de Natie de keus behooren te laten van de school, die haar lief was. Dan zou er op dit oogeublik misschien weinig vau eene openbare school te zien zjjn; dan zou den velen, ja, bet meerendeel der Natie, bet vrjje onderwjjs boven het opeubaar hebbeu verkozen en zou er van eeu faefti- gen schoolstrjjd misschien nimmer sprake zgn geweest. Ook over de beteekeuis van de Eerste Kamer wordt in bedoeld artikel van den lieer Buijs, naar aauleiding van de School wet, gesproken. Hij zegt, dat, waar het Lagerhuis, de Yolkskamer, de sterkte van de politieke partgen afspiegelt, het Hoo- gerhuis bestemd is om de bewaarder en kweeker te zgn van de staatkundige tra- ditiëu van het volk, en voorts dat het nooit de roeping zjjn kan van het Hoogerhuis aan de meerderheid van de Yolkskamer haar regeeringsrecht te betwisten, maar enkel om die meerderheid te dwingen ge matigd te zjjn en de rechten van de min derheid te eerbiedigen. Ook uit dit oogpunt beschouwd, meent hg, dat de Eerste Ka mer genoodzaakt is de wet aan te nemen. Wat het wjjzen op den toestand in België betreft, waar het beginsel van vrij onder wgs consequeuter wordt toegepast dan bjj ons te lande, daarin heelt de Heer Buijs onrecht. Wel zgn de meerderheid van Se naat en Kamer van Afgevaardigden anti liberaal en had de Regeeriug bjj de be- haudeling van hare ouderwjjswet meer steun van de vertegenwoordiging, maar al ware ook hier te lande de Eerste Kamer overwegend anti-liberaal, dan nog zou onze Regeeriug met groote gematigdheid op den goeden weg zgn voortgetreden. Noodelooze verbittering bjj hare tegenpartjj te ver wekken, ligt niet in hare bedoelingen. Langzaam, maar zeker stelt zjj zich voor het einddoel, de wezeuljjke vrgmaking van het onderwjjs, te bereiken. De voorstanders van het Christeljjk on derwijs zjju zeker van hunne zaak. Zjj haasten zich niet om stormenderhand den vijand nit zijne veste te verdrgven, maar zg geven hem ridderljjk de keuze om zich dikwjjls dat gemopper uitloopt op iets ergers. Eeu t|jdlang had stuurman Tjebbes dat mop peren opgemerkt, doch gedaan alsof hjj niets had bemerkt. Op den ochtend echter van den vierden dag na het stooten van het schip, kwam de uitbarsting. Toen het bevel van lenspompen gegeven was, verroerde zich geen der scheeps gezellen. Nadat het bevel herhaald was, kwam een der oud sten naar den stuurman toe en zeide: „wjj hebben besloten niet weer te werken:// //Is dat jullie aller besluit? „willen jelui niet lens pompen?" //Neen, wjj zullen eens zieu wat jjj doen zult zonder ons, groote knecht," zei Andries, die eerst had gezwegen. //Nog eenmaal vraag ik u, willen jelui pompen of niet?// „Neen, neen, neen!// //Welnu, dan zül je ook niet pompen, maar jelui zult allemaal met mij en deu Patroon ver zuipen!// En mee ging hjj naar de pompen, haalde zuiger eu emmer uit beide, sloot die zorgvuldig in zijne hut weg, en kwam met eene brandende sigaar iu den mond, terug op dek. Tot den lichtmatroos, die aan het roer stond, zeide hjj: „Heb jij ook geen lust meer om te sturen, dan moet je 't. maar zeggen." De aangesprokene, een jongmensch van goeden huize, gaf zachtjes sprekende ten antwoord. „Net-n stuurman, daartoe heb ik niet alleen geen orders, maar als ik niet zoo bang was voor dien valschen mof, dan zou ik u wel helpen pompen ook." „Geen nood dat ik pompen zal, mjjn jongen", was de» stuurmans antwoord. terug te trekken van het terrein, waarop bij zich als alleenheerscher heeft geprocla meerd. Langzamerhand wint dan ook hier te lande de overtuiging veld, dat opvoeding iu den waren zin des woords aan de kin deren van het volk door de openbare school niet kan worden geschonken, zoodat wjj vertrouwen, dat zonder het misbruik maken van macht en zonder het beoefenen van de praktijken, door de vrienden van het openbaar onderwgs zoovele jareu ge bezigd, onze Natie langs zoo meer de bizondere school zal liefkrggen en haar alleen voor haar kroost zal begeeren. De beraadslaging over de socialistenwet is in eerste lezing gesloten, en de Rjjks- dag heeft eene commissie van 28 leden be noemd, in wier handen het ontwerp is ge steld. De laatste spreker was de socialisti sche leider Bebel, die eene zoer uitvoerige rede hield, maar ook een buitengewoon bezadigden toon aansloeg. Yóor Bebel voerden het woord, namens de kleine groep der Welfen, Baron Von Decken, die zich tegen de wet verklaarde, en de natiouaal-liberaal Kulemann, die eenige weuschen zguer partjj ontwikkelde, iu het bizonder ten aanzien van een juri disch nauwkeuriger formuleering van enke le bepalingen. Bij de behandeling der wet in de com missie zal de strjjd waarschjjnljjk het hef tigst zgn over de quaestie der uitwjjzing door de politie, daar zoowel de vrjj- conservatieven als de nationaal-liberalen niet langer hunne toestemming willen ge ven, dat aan de politie de macht geschon ken wordt, sociaal-democraten uit hunne woonplaats weg te jagen. De Wurtembergsche Regeering be reidt een wetsontwerp voor betreffende het verschaffen van geldmiddelen voor den aan leg van spoorwegen. Daartoe behoort het aanmaken van nieuwe ljjnen, het leggen van dubbel spoor op bestaande ljjnen en het uitbreiden van het rjjtuig- en wagen park. De nieuwe werkstaking der lichterr schepen van de Theems duurt voort naar aanleiding van de verschillende uitleggin gen, door de eigenaars der lichtschepen en rivierbarges en door hunne onderhoorigen gegeven aan Lord Brassey's scheidsrechter lijke uitspraak betreffende de beteekenis aan nachtwerk te geven. Deze werkstaking benevens die onder sommige wervenarbeiders verlamt gedeelte lijk de stoomvaart op de Theems. De sche- Zoo verliepen twee, drie uren. Het «cheen of de kleine koelte nog meer verflauwen wilde, of wel dat het schip zwaarder en zwaarder werd, want de vaart verminderde schjjnbaar. Daar bemerkt de stuurman, dat een der gasten, die daar strak» zooveel te zeggen hadden, naar de pomp gaat, den peilstok neemt, en peilt. Hjj veinst evenwel niets te zien. //Vier en een half voet water in het schip", rapporteert de peilgaat. Een half uur later pjjlt hjj weer. //Vijf voet water." Nog een, en nog een half uur later wordt er telkens en telkens weer gepeild, steeds met dezelfde vermeerdering van water b|j de pomp. De stuurman steekt doodbedaard eene nieuwe sigaar op. Tegen het vallen van den avond komt de timmerman b|j den stuurman staan. „Stuurman#, begint hij op stotterenden toon, //willen wjj de //pomp maar eens toezetten? Het schip gaat al //dieper en dieper en over nog een paar uren „zal het water het tusschendek bereiken.// //Welnu, dat kan wel wezen; we zullen //nog wel dieper zinken; en reken er maar op, //timmerman, dat ik deu eerste, die de boot //durfi aanraken, met dit tweeloops pistool een //kogel door den kop jaag, en de tweede kogel „gaat door de boot! Als ik verdrink, verdrinken „jelui allemaal met mjj." Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 1