NIEUWE No. 1479. Zontag 15 December 1889. 144# Jaargang. De vrede van Europa. BUITENLAND. De éenoogige. H44M1SCIIÏ C0VR41T. ABONÏÏEMEHTBFBIJB Per 3 maanden roor Haarlem t 0,85 Voor de overige plaatsen in Nederland fr. p. p. 1,10 Voor het Buitenland 1,80 Afzsnderlyke Nummer»0,03 Dit blad verschjjnt eiken DINSDAG, DONDERDAG en ZATERDAG. BÜBSAU: St. Janstraat Haarlem. AGITS MA NOW AGITATE PBIJS OBB ADVBBTHWTlfiW Van l6 regel#30 Cents. Blke regel meer 5 Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dienstaanbiedingen 25 Cents per advertentie k Contant Advertentiën worden uiterlijk Maandag-, Woensdag en Vrjjdag- avond voor 6 uur ingewacht. Uitgever»; KüPPEBS k LAUREY. Twee merkwaardige artikelen over den staatkundigen toestand van Europa hebben onlangs het licht gezien. Het eerste van een algemeen bekenden schrijver, nl. van den Belgischen Hoogleeraar De Laveley, die zjjne beschouwingen in het te New- York verschijnend tjjdschrift Forum deed opnemen; het tweede van een onbekenden schryver, die zich »eeu oud staatsman* noemt, werd gepubliceerd door de Lon- densche Pall Mall Gazette en men ver onderstelt, dat dit schrjjven van de hand is van Gladstone, den beroemden Eugel- schen politicus. De toon van beide artikelen is onrust wekkend. Zoowel De Laveleye als de »oude staatsman* is overtuigd, dat Europa voort durend bedreigd wordt door een oorlog, aoo vreeselyk als er tot nog toe geen werd gevoerd. Dat die oorlog zal uitbreken, is roor beiden eene uitgemaakte zaak; de vraag is doodeenvoudig: wanneer en onder welke omstandigheden? Europa, zegt De Laveleye, en dit is een der oorzaken, waarom het op den duur op staathuis- boudelyk gebied by Amerika moet ten achter gerakeu gevoelt dien toestand, doch vindt geen middel om zich daaraan te onttrekken. Er bestaan twee twistpunten in ons werelddeel, die iedereen bezig houden, waarover dag aan dag door de diplomaten wordt gesproken en die maken, dat men zich eiken dag moet afvragen: »Z<il de Oorlog morgen uitbarsten?* Men leeft op een vulkaan, men drjjft er zaken op en de gang dier zaken ondervindt de gevol gen van dien gemoedstaud. Die twee twistpunten nu zyn in het oosten de Balkan Staten. Wat Elzas Lotharingen betreft, had men in 1871 het gevaar voor latere oor logen kunnen vermjjden, indien men het tegenwoordige Rykslaud tot onzydig ge bied had verklaard,onder de bescherming der gezamenlyk6n Europeesche mogendheden. Op die mauier zou men tnsschen Frankryk en Duitscbland een hreede strook onzydig ge bied verkregen hebben, gevormd door Be'gië, Blzas Lotharingen en Zwitserland en de aanleiding tot verdere oorlogen tusschen Frankryk en Duitschland zou daardoor zijn weggenomen. De bepalingen van den vrede van Frankfort echter ten opzichte van EUas Lotharingen zyn van dien aard, dat zy tusschen Frankryk en Duitschland geen toestand van eigenlyk gezegden vrede, maar slechts een wapenstilstand deden ontstaan. Onmiddellijk gevaar echter dreigt, volgens De Laveleye in het Westen van Europa niet. Frankryk huivert voooralsnog voor den oorlog, terwyl Duitschland er volstrekt geen belang by heeft, dien zynerzyds uit te lokken. In het Oosten is het iets anders. Daar wordt feitelijk reeds oorlog gevoerd tusschen FEUILLETON. 3 Fert>o/j7 tn *lot.). De agent was iemand, die zijne zaken in alle opzichten in orde wenscbte te hebben en bovenal blijk wilde geven van zijne toewijding aan de zaak des vaderlands. De reden, dat hij voor de strafoefening den veroordeelde nog wilde spreken, was eene geheime hoop om hem nog eene beken tenis te ontlokken omtrent een der hoofden van de Girondijnen in het Zuiden. Door een ongemak aan zjjn rijtuig werd ech ter zijne reis vertraagd en daar de hartstocht van dien tijd geene grenzen kende, besloot men niet langer te wachten en Pasdeloup zijne straf te doen ondergaan. De arme Bavrail werd te half 11 uit zyn hok gebaald en meer dood dan levend op de kar gesmeten. Hjj stiet een kreet uit. Men wist niet of het «an smart of van wanhoop was. Het volk zei: y#n waanzin en woede. de Ouste iryksche en Russische diplomatie en is de toestand zoo gespauneu, dat eiken dag een oubeteekeuend voorval aanleiding zoo kunnen geven tot bloedige geschillen. Oostenrijk en Rusland letten wantrou wend op elkanders handeliugen. Elk feit, van hoe weiuig belang ook, dat zou strek ken om den invloed vau Rusland in Bul- garye of van Oostenrijk in Servië uit te breiden of te versterken, kan het kruit doen ontbranden. Nu zou van een dergelyk geschil wel niet het oumiddellyk gevolg moeten zijn, dat ook Frankrijk, Duitschland en Italië zich in den strijd mengert, op den duur echter zouden zy niet onzydig blijven. Immers het Drievoudig Verbond verplicht Duitschland en Italië te waken voor on schendbaarheid van hetOostenrjjksch grond gebied. Indien dus Rusland, dat tegenover Oostenrijk de sterkste is, zou willen toe geven aau zijne panslavistische ueigi ugen en zekere gedeelten der Oostenrijkscha monarchie zon willen inpalmen, dau zouden Duitschlaud en Italië Oostenrijk moeten te hulp komen. Waarschijnlijk zou Frank ryk dat oogeublik niet hebben afgewacht, maar zou de eerste zegepraal van het Rus sische leger voor Frankrijk het sein zijn geweest, om aan Duitschland den oorlog te verklaren. Eugelaud heeft bij een oorlog tusschen Ruslund en Oostenrijk geene belangen te verdeligeu; alleen dan zouden Engelands belangen in de zaak betrokken worden, indien Rusland zijue heerschappij te Cou- stantinopel zou wiileu vestigen. Vau daar zou de Noordsche kolossus de Middelland- sclie Zee kunueu bedreigen, iets wat En geland tot geeu prijs zou toestaan. Vooral met het oog op dit laatste is van groot gewicht hetgeen door den »ou- den Staatsman» wordt meegedeeld omtrent de onderhandelingen, welke bij het bezoek van den Czaar te Berlyn hebben plaats gehad. De Duitsche Keizer is omringd door eene groep betrekkelijk jeugdige Hoofd officieren, die hem voortdurend ouder het oog trachten te brengen, dat Duitschland by het spoedig uitbreken vau den onver- ruijdeiijkeu oorlog het hoogste belang heeft. Aau het hoofd dezer oorlogzuchtige party staan de Graaf Von VValdersee en 's Kei zers Adjudant Von Wittich. Duitschland, zoo beweren zij, is van alle zijden omringd door verbitterde vijanden, die slechts hst gunstige oogenblik afwach ten, om het te overvallen en te verslaan. Op dit oogeublik nog staat het Duitsche leger, wat wapening en inrichting aan gaat, boven het Fransche en Russische; na eeuige jaren echter zullen deze laatsten met het Duitsche leger op éene lyu staan en zal dus het voordeel aan den Duitschen kant zyn verdwenen. Ook zullen dan de oude Generaals, die in den oorlog van 1870 het Duitsche leger hebben aauge- Langzaam rolde de kar naar de strafplaats. Daar aangekomen werd Bavrail van den wagen getrokken en genoodzaakt het schavot te beklim men. Doch wonderlijk genoeg kreeg op het laatste oogenblik de beul een wenk om de uitvoering uit te stellen. Weer moest de ongelukkige plaats nemen en terug ging het naar de gevangenis. Echter werd h|j niet in de cel maar naar eene kamer ge bracht, waar slechts enkele personen hem sche nen te wachten. De agent, die was aangekomen, was onder hen. Hij trad op den halfdooden Bavrail toe, wiens beenen niet bjj machts waren om hem te dra gen, en die op een stoel was neergevallen. Hy is het wel degelijk! zei de agent san de anderen in de kamer. Jammer dat men spoed met de executie wilde maken. Ik vraag een ge hoor. Bij deze woorden scheen het of Bavrail wakker werd. Een verhoor! riep hij als waanzinnig van vreugde. O, rnjjn vriend! Een verhoor! Wie zjjt gjj, die my dat toestaat, terwjjl allen het mjj hebben geweigerd. voerd, gestorven zyn en zal men dus van hunne ervaring zyn berooid. Wat meer is, Crispi, de Minister-Voorzitter, zou, volgeus den schryver van het artikel, gezegd heb ben, dat Italië alleen in het Drievoudig Verbond was getreden, onder voorwaarde, dat de oorlog uiteiljjk in Mei a. s. zou verklaard worden, aangezien de financiën van Italië onmogelijk langer den drukkenden last der geweldige krijgstoerustingen kon den dragen. Reeds zouden de rollen zijn verdeeld: Italië zou als uitdager dienst doen en deu oorlog beginnen met Frank ryk, daarna zou Duitschlaud te hulp ko men. Tot zoover scheen alles goed afgespro ken. Meu rekeude echter zonder den Kan selier. Von Bismarck, in zyne voorzichtig heid, meende dat bet avontuur niet mocht gewaigd worden of men moest zich eerst ver e'rerd hebben van de onzijdigheid vau Rusland. Met dat doel was door hem een vertoog opgesteld, dat bij het mondeling onderhoud te Berlyn, den Czaar werd voorgelezeu. Hij betoogde daarin, dat Duitschland ten opzichte vau Rusland nooit eene vyandige staatkunde gevolgd had, en dat Ruslands belang meebracht zich aan te sluiten bij het Drievoudig Verbond, Ooateurijk vryheid te laten zich uit te breiden tot Salonica en zelf daarvoor vergoeding te zoeken door de verovering hetzij van Constanti nople!, hetzy van andere gedeelten van het Turksche Rjjk. De Czaar zou stilzwijgend de lezing van dit vertoog hebben aangehoord en alleen geantwoord hebben: »ïk moet al mijn voorbehoud handhaven eu kau dergelyke schikkingen niet aannemen.» Von Bismarck moet zich over bet on derhoud op ontevreden wijze hebben uit gelaten. De Czaar,» zeide by, was on doorgrondelijk eD zoo ouverzetteljjk als eene rots.» Nu vau die zijde uiets te bereiken viel, zegt »de oude Staatsman» verder, heeft de oorlogsparty een auder middel uitge dacht om de macht van Rusland onscha delijk te maker. Zy zoekt het thans daar heen te leiden, dat Rusland in oorlog zal gerakeu met Oostenrijk, waardoor Duitsch land de banden vrij zou krijgen tegen Frankryk. Deze berekeuiug zou juist zijn, meent de schryver, indieu Rusland zyne geheele legermacht noodig had tegen Oos- teuryk. Dit is echter geenszins het geval. Met 200,000 man kan de Czaar eiken aanval van Oostenrijk afwachten, zoodat het grootste deel van het Russische leger te allen tjjde beschikbaar bljjft om han delend op te treden tegeu Duitschland. Zyn besluit is: Zoolang Rusland met eene groote maebt de Oostelijke grenzen van Duitschland bedreigt, is de vrede ver zekerd; zoodra echter de macht vau Rus land op de eene of andere wjjze geneutra liseerd wordt, zal de oorlog oumiddellyk De agent fronde de wenkbrauwen en keek den gevangene verachtelijk in het gelaat. Doch plotseling trilden zijne lippen. Hjj nam het miniatuurportrei, dat zich in zijn binnenzak bevond en staarde lang dan den verdachte, dan het portret weder aan. Jacques Pasdeloup? vroeg de agent, her kent gij mjj niet? Maar ik ben Pierre Bavrail, stamelde de ongelukkige. Ik woon rue du Poisson Nr. 673. O, mijne moeder! En de tranen biggelden den armen man over de bleeke wangen. E n vreeselyke twijfel rees, bjj het hooren van deze woorden, by den agent. Neen die meisjesachtige taal was niet de forsche, manne- ljjke, kloeke van den voorzitter Pasdeloup, die honderden in Nantes de hoofden op hol kon brengen. Nogmaals bekeek hij het portret. Eensklaps vroeg hij: Waar is bet signalement? Men bracht hem het papier. Maar, alle duivels, riep de agent, welke ezel heeft ons die kool gestoofd. Burgers, dat is Pasdeloup niet, dat kan hjj niet zijn. Allen zwegen, maar keken verwonderd op. Ik geef toe, sprak de Jacobjjn, dat de uitbreken. Rusland zal niet het eerst aan vallen, terwjjl Duitschland zjjnereyds over tuigd is dat zoo het Rusland aanvalt, het ook Frankryk zal te bestrjjden hebben. Zonder onvoorziene voorvallen kan daar door de vrede nog eenigen tjjd bewaard blijven. Nog voor een jaar, zeide de Duitsche Regeering4iu de jongste troonrede, scheen de vrede iu Europa verzekerd. Met die tijdsbepaling klinkt bovenstaande mededee- ling inderdaad verontrustend in plaats van geruststellend. Vreeselyke gebeurtenissen zijn waarschyulyk in aantocht. Gelukkig dal er Eén is, Die regeert boven Koningen en Staatslieden! Terwyl de gunstige voorteekens ver meerderen, dat in de Westphaalsche steen koolmijnen voorloopig geene werkstaking zal uitbreken, omdat, ouder het scherp toezicht der regeeriugsbeambten, de direc teuren der mjjnen de Sperre opgeheven hebben, welke de werklieden zóo verbitterde, vertoonen zich in het steenkolengebied der Saar des te bedenkelijker verschijnselen. In de mijnen Ruettlingen, Lonisenthal en Vorderheidt moeten eergisteren reeds eenige duizenden werklieden deu arbeid gestaakt hebben, terwyl nog vijfduizend werklieden dreigen dat Maandag ook te doen. De griep neemt vooral te Danfzig sterk toe; de scholen vooral worden er door bezocht. Ook te Berlyn vermeerdert het aantal ziektegevallen, maar bljjft het ka rakter goedaardig. Professor Virchow opende eergisteren zyne voordracht met de mededeeling, dat hjj ook aan de griep lijdt; dit veroorzaakte groote vroolykheid. De Fransche republiek is wederom aan een groot gevaar ontsnapt, dank zy de enorme waakzaamheid der Regeeriug. Een jonge soldaat had zich nl. verstout, om horribile dictu een eeuvoudigen Priester als misdieuaar behulpzaam te zyn. Groote outzettiug te Parijs. De uniform moest in eere worden hersteld. De Minister van oorlog wjjdde onmiddelijk zjjue volle aandacht aau deze ingewikkelde zaak en op zyu bevel vaardigde de Overste van het regiment, waarby de jonge soldaat dient, eene dagorder er uit, bepalende, dat geen sol daat meer als misdienaar, klokkeluider, of zaDger zal mogen optreden. Nu is het land gered! De werkstaking der stokers by de zuidelyke gasfabriek te Londen begon jl. Donderdag te twee uren na den middag. De directeuren verzekerden, dat zy werk- liedeu genoeg hebben om de werkstakenden te vervangen. Zy namen alle mogelyke maatregelen om te beletten, dat de werk» stakeuden bun die werken, overlast aan doen. mnn als twee druppelen water op Pai leloup ge- lykt cn ik zou me met het portret in de hand kunnen vergissen, doch zie, het staat hier duidelijk en goed geschreven. vKin rond, neus gewoon, haar grjjzend, eenigszins gezet, alles juist, zeer juist, maar zie: Meu kwam naderbij en boog zich over het geschrift. „Heeft slechts éen oog, het rechter.n En by die man daar ontbreekt juist het rechter. Ik ben Bavrail, riep de gevangene, Bavrail van de rue du Poisson Och, laat Men legde barsch den gemartelde het swjj- gen op, doch na eenige beraadslaging beval men toch zyne invrijheidstelling, erg ontstemd over den misslag, die was begaan. Een uur later was er te Parjjs een gelukkig paar te vinden: Eene stokoude vrouw, in een leuningstoel, het kaal geknipte hoofd streelend van een snikkenden man, die bjjna krankzinnig werd over de plotseling ingetreden vreugde na zooveel smart en angst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1889 | | pagina 1