EMMANUEL
BIJVOEGSEL
behoorende bij de Nieuwe Haarlemsche Courant
van 25 December 1889.
Mevr. J. P. BONGARTZ SMEETS.
INLEIDING.
Koraalzang.
Hemelgeesten daalt, daalt neder,
Viert met ons liet Jubeltij,
Leert ons bidden; leert ons zingen;
Leent ons klank en melody.
Ook wij willen de Almacht loven,
Maar zijn arm aan stem en lied,
Voert ons op uw Cither slagen
Boven aarde en wolkgebied.
Zingt Gij ons den God der Troonen,
Zingt Hem in zijn heerlijkheid,
Zoodat wij den glans aanschouwen
Van de hoogste Majesteit.
Wij, wij zullen wedergeven
Naar de maat van onze kracht -
't Eeuwig Woord, des menschen Zone,
Die ons 't Licht en 't Leven bracht,
Smelt dus samen hemel, aarde,
Tot één wond're melody
Die de Godheid kan behagen,
Door volschoone harmonie.
Iste AFDEELING.
Engelenlied.
Vrouwenstemmen.
Hoog, in den Hooge daar zetelt Jehova,
Macht is zijn troon,
Licht is zijn blik en zijn aanschijn is luister
Wijsheid zijn kroon,
Kracht is zijn arm en zijn adem is leven
Scheppen zijn vreugd,
God is de liefde, de schoonheid, de vrede,
De eeuwige jeugd
Tegenzang dek Engelen.
Vrouwenstem rn en.
Wie zal Hem schetsen,
Wie zal Hem zingen,
Wie Hem begrijpen
Hem, God Sabaoth?
Wij die aanschouwen
Zwijm'len in weelden,
Dart'len en baden
In naamloos genot!
Wie kan Hem roemen,
Wie kan Hem loven,
Wie kan hergeven
Der Hemelen God
Beurtzang.
Klaaglied. Mann, quartet.
Hoe zal Hij, God, zoo hoog verheven
Nog zien op 't arme menschenkind?
Troostzang der EngelenVrouwen quartet.
Uit liefde deed Hij alles leven,
Bemin Hem dus die u bemint.
Klaaglied.
Hij de Oppermacht, wij krankte, ellende,
Ons 't hart terecht van vreeze beeft;
Troostzang.
Hij helpt wie zich ook tot Hem wende
En slechts op Hem betrouwen heeft.
Klaaglied.
Niets is verborgen voor zijn oogen;
Wat dekt ons voor Uw aanschijn Heer?
Troostzang.
Hij ziet met eind'loos mededoogen
Op 't minste zijner scheps'len neer.
Smeekbede Israels.
Gemengd Koor.
Om Uws Naams wille, en ter Uwer eer,
Red ons dan Heer! Red ons dan Heer!!
Basso.
Tenor.
Bas.
Tenor.
Bus.
Duetto voor Tenor en Bas.
Proleet.
De tijden zijn vervuld
Uw volk erkent zijn schuld,
En schreit den hemel aan.
Gij hebt 't verbond gelegd,
Den Redder toegezegd,
God Israels, Jacobs Heer,
Wees met uw volk begaan,
Zend den Messias neêr,
Zend den Messias neêr
Stem u;t den Hooge.
't Gebogene heffe zich weêr,
Den droeve zij vreugde beschoren,
O! Isr'el ik heb u verkoren,
Zing Isr'el, uw Koning ter eer!
Gij kunt tot den Hooge niet stijgen
De Redder, Hij komt tot u neêr,
Wie kan van Gods goedheid nog zwijgen?
Tenor.
Hij was met uw zwakheid bewogen,
Hij heeft zich tot u afgebogen.
Tenor en Bas.
Ontvang Hem, uw Koning, uw Heer!
Juichkreet uit Israël.
Gem. koor.
Juich! Israël, Juich! uw dag is nabij,
Vergruizei de boeien der slavernij;
Juich! Israël, Juich God zelf maakt u vrij.
Juich Israël, Juich luid, Godes toorn is geweken,
Zie uw dageraad bloost, zie uw nacht is verstreken;
Juich Israël, Juich! de Heer is nabij
De Leeuw uit Juda's stam komt uw ketenen breken
Juich, Israël Juich! God zelf maakt u vrij
lie AFDEELING.
Koor van Hemelgeesten.
Vrouwenstemmen.
Wie toch kan Gods wijsheid doorgronden,
Wie, de raadselen die zij besluit?
Eene Maagd, lelie rein, koos Hij uit,
Zij, vrij van alle erflijke zonden,
Zij, vol van genade bevonden,
Werd des Geestes verkorene Bruid,
't I« Haar - de volschoone - gegeven
Dien God, waar wij Eng'len voor beven,
Het kleed van de menschheid te weven;
Zoo dan buigt de Godheid zich neêr,
Omhelst het verworpene teêr,
Een Adamskind neemt Hij tot Moeder,
Aanschouwt in den mensch zijnen broeder,
En voert tot den Vader hem weêr.
Sopraan Solo met Engelenkoor.
Solo naar de Magnificat.
Mijn ziel maakt groot den Heer!
De hoovaardigen heeft Hij verstooten
Op mijne nederigheid zag Hij neêr.
Engelenkoor uit den kerstnaclitszang.
Glorie zij God in het Allerhoogste,
Hem zij eer, Hem zij eindeloos eer!
Koor van Herders met Engelenkoor.
Mannenkoor.
Zie wat licht bestraalt de velden,
En wat blijdschap grijpt ons aan,
Stil.ik hoor Gods lof vennelden,
't Is of duizend harpenaren
In de gouden snaren slaan.
Kerstnacht zang der Engelen.
Glorie zij God in het Allerhoogste,
Hem zij eer, Hem zij eindeloos eer!
Tenor Solo met Engelenkoor.
Solo; de Engel tot de Herders.
Vreugd is den volken beschoren
De Heiland, Hij is u geboren
En ligt in de windselen neêr;
Enqelenkoor.
Glorie zij God in het Allerhoogste,
Hem zij eer, Hem zij eindeloos eer
Tenor.
Davids stad heeft Hij verkoren
Daar zal Jacobs sterre gloren
Daar ligt in de kribbe neêr
Die de Christus is, de Heer!
Engelenkoor.
Glorie zij God in het Allerhoogste
Hem zij eer, Hem zij eindeloos eer!!
pEDICHT VOOR JOONZETTING GESCHREVEN
DOOK.
Zoo een Componist in dezen tekst aanleiding mocht vinden tot het scheppen
Van een Oratorium, zou de schrijfster dankbaar en verheugd zjjn.